Organisatie | Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | BESLUIT BETAALD OUDERSCHAPSVERLOF 2003 |
Citeertitel | Besluit betaald ouderschapsverlof 2003 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 23e wijziging Besluit Bezwarende Functie VRR, Ambtenarenreglement en Besluit betaald ouderschapsverlof |
23e wijziging Besluit Bezwarende Functie VRR, Ambtenarenreglement en Besluit betaald ouderschapsverlof
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2024 | 01-01-2024 | Wijziging artikel 1 lid 6 | 14-02-2024 | 11DB240214 | |
01-01-2024 | 08-04-2024 | Wijziging artikel 1 en toevoegen artikel 8a | 21-06-2023 | 13DB230621 | |
27-07-2023 | 01-06-2023 | 01-01-2024 | wijziging art 1, 2, 3, 5, 6 en 8a | 21-06-2023 | 13DB230621 |
02-08-2022 | 27-07-2023 | wijziging tekst artikel 1 | 22-06-2022 | 09DB220622 | |
01-01-2020 | 02-08-2022 | nieuwe regeling | 26-06-2019 | 12DB190626 |
Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,
- de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) niet van toepassing is op de ambtenaren van de Veiligheidsregio (artikel 11.2 Aanpassingswet Wnra);
- De rechtspositionele regelingen van de gemeente Rotterdam als gevolg van de Wnra en CAO gemeenten zullen wijzigen en niet meer van toepassing zullen zijn op de ambtenaren van de veiligheidsregio;
- op 26 juni 2019 derhalve het besluit is genomen dat de rechtspositionele regelingen, waaronder het Besluit betaald ouderschapsverlof 2003, van de gemeente Rotterdam zoals die golden op 31 december 2019 voor zover de VRR deze volgt over te nemen en voor de VRR vast te stellen als zijnde eigen rechtspositie;
- het Besluit betaald ouderschapsverlof 2003 zoals dat gold op 31 december 2019 in de gemeente Rotterdam ook door de Veiligheidsregio in geconsolideerde vorm dient te worden gepubliceerd;
- artikel 125 Ambtenarenwet in samenhang met artikel 11.2 Aanpassingswet WNRA;
- artikel 33b, eerste lid, onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- artikel 48 van het Ambtenarenreglement;
besluit vast te stellen het hierna volgende BESLUIT:
Artikel 1. Betaald Ouderschapsverlof
In afwijking van het eerste lid, kan de ambtenaar per kind kiezen voor:
a. een hoger percentage doorbetaling van salaris en salaristoelage(n) met als gevolg dat het aantal uren betaald ouderschapsverlof minder wordt dan 468 uur, of
b. een lager percentage doorbetaling van salaris en salaristoelage(n) met als gevolg dat het aantal uren betaald ouderschapsverlof meer wordt dan 468 uur.
Het recht op betaald ouderschapsverlof is korter dan 13 weken als het betaalde ouderschapsverlof in lid 2 wordt gecombineerd met de Wazo-uitkering geregeld in artikel 6:5b. Dan geldt de volgende rekenformule:
(x weken recht gedeeld door 13 weken) vermenigvuldigd met het aantal uren als aangegeven in het tweede lid.
Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.
Artikel 8A Betaald ouderschapsverlof gecombineerd met Wazo-uitkering
De ambtenaar die tijdens het eerste levensjaar van het kind het betaald ouderschapsverlof in artikel 1 combineert met het wettelijk betaald ouderschapsverlof heeft aanspraak op maximaal 9 weken van doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) voor 100%. Voor de resterende periode betaald ouderschapsverlof geldt het bepaalde in artikel 1.
De ambtenaar kan in afwijking van het eerste en tweede lid kiezen om in het eerste levensjaar van het kind alleen gebruik te maken van het wettelijk betaald ouderschapsverlof zonder de doorbetaling van 100% van zijn salaris en salaristoelage(n). De ambtenaar heeft dan aanspraak op de wettelijke uitkering voor maximaal 9 weken en behoudt aanspraak op betaald ouderschapsverlof voor maximaal 13 weken als bedoeld in artikel 1.