Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Winterswijk

Beleidsuitgangspunten objectbewegwijzering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWinterswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsuitgangspunten objectbewegwijzering
CiteertitelBeleidsuitgangspunten objectbewegwijzering
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-08-2022nieuwe regeling

01-03-2022

gmb-2022-350899

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsuitgangspunten objectbewegwijzering

1 Inleiding

1.1 Doel van deze notitie

In Winterswijk bestaat de mogelijkheid voor bedrijven om middels objectbewegwijzering verwezen te worden. Bedrijven leverden daarvoor een financiële bijdrage aan de gemeente Winterswijk voor de aanschaf en plaatsing van verwijsborden. Deze bijdrage was niet kostendekkend, waarbij de beheer- en onderhoudskosten van de borden door de gemeente Winterswijk werden gedragen. Wanneer bedrijven verhuizen, failleren of ophouden te bestaan, is dit veelal niet kenbaar gemaakt bij de gemeente Winterswijk. Dit zorgt voor een ongeremde toename van verwijsborden, waarbij verwijsborden in de openbare ruimte niet altijd actueel zijn.

 

Zowel vanuit de gemeente als vanuit de bedrijven is het wenselijk de beleidsregels wat betreft objectbewegwijzering te wijzigen, zodat naast de plaatsing van een bord ook het beheer en onderhoud ervan beter wordt geregeld. In de huidige vorm worden borden na melding van schade vervangen. In de nieuwe vorm worden borden en masten schoongemaakt, gecontroleerd en indien nodig vervangen of hersteld. De kosten hiervoor worden ondervangen middels een jaarlijkse incasso, welke kan worden opgezegd wanneer bedrijven dit aangeven. Dit zorgt ervoor dat de gemeente een actueel klantenbestand krijgt van bedrijven die worden verwezen middels verwijsborden.

 

Deze notitie beoogt inzichtelijk te maken op welke manier in de gemeente Winterswijk wordt omgegaan met de plaatsing van bewegwijzering naar lokale objecten. Onder objecten wordt verstaan:

  • openbare voorzieningen;

  • sportvoorzieningen;

  • toeristisch-recreatieve voorzieningen;

  • bedrijven op bedrijventerreinen/kantorenpark;

  • bedrijven in het buitengebied.

De beleidsuitgangspunten zijn een nadere uitwerking van de Nota Reclamebeleid, laatst gewijzigd op 3 mei 2005, voor het onderdeel ‘verwijsborden’.

 

1.2 Soorten object bewegwijzering

Voor de bewegwijzering naar objecten zijn verschillende systemen gebruikt:

  • toeristisch/recreatieve voorzieningen in het buitengebied (groen/wit en bruin/wit);

  • (niet toeristische) bedrijven in het buitengebied (groen/wit);

  • toeristisch/recreatieve en openbare voorzieningen in de bebouwde kom (blauw/wit);

  • bedrijven op bedrijventerreinen/kantorenpark (portaalborden)

  • sportverenigingen en -accomodaties (portaalborden)

  • maatschappelijke (zorg)instellingen

  • voetgangersbewegwijzering in het centrum van Winterswijk

Algemene uitgangspunten

  • Objectbewegwijzering dient ter geleiding van het verkeer en het voorkomen van zoekverkeer. Bewegwijzering is niet bedoeld voor reclamedoeleinden.

  • Plaatsing van andere (particuliere) reclame- en verwijsborden langs openbare wegen is niet toegestaan.

  • Voorzieningen in het centrum worden niet vanaf buiten de kom bewegwijzerd; automobilisten worden via de reguliere bewegwijzering naar het centrum verwezen.

  • Voorzieningen in het buitengebied worden niet vanuit of door het centrum verwezen. Vanuit het centrum wordt wel naar buurtschappen verwezen.

  • Andere objectbewegwijzering dan hierboven genoemd komt niet voor.

  • De gemeente Winterswijk hecht eraan het huidige (gemeentelijke) verwijzingssysteem zoveel mogelijk in stand te houden.

  • De provincie staat langs haar wegen alleen verwijzingen toe die voldoen aan de richtlijnen uit CROW-publicatie 262.

In de hoofdstukken 2 tot en met 7 zijn de beleidsuitgangspunten van de verschillende systemen toegelicht.

2 Toeristisch/recreatieve voorzieningen in het buitengebied

  • Toeristisch/recreatieve voorzieningen in het buitengebied zijn bewegwijzerd met groen/witte borden (langs wegen van de gemeente Winterswijk) of bruin/witte borden (langs provinciale wegen).

  • Er worden alleen verwijsborden geplaatst als het bedrijf of de activiteit waarnaar verwezen wordt niet in strijd is met het bestemmingsplan en/of andere regelgeving.

  • De groen/witte borden zijn door de gemeente geplaatst na een aanvraag van het betreffende bedrijf. Aanvrager heeft daarvoor eenmalig een bijdrage betaald.

  • Deze gemeentelijke wegwijzers zijn geplaatst op beslis¬punten, in afwijking van de landelijke richtlijn. Hierdoor is per kruis¬punt slechts één paal of OV-mast met wegwijzers nodig en niet op elke toeleidende weg. Het aantal palen en borden is hierdoor lager en de invloed op het landschap ook. Daarnaast zijn de plaatsing- en beheerkosten lager (ook van bermonderhoud). Omdat het gehele buitengebied van Winterswijk een verblijfsfunctie heeft (60km/u-zone), met uitzondering van de provinciale wegen N318 en N319, is dit ook goed mogelijk.

  • Naast de (gemeentelijke) verwijsborden worden toeristisch/recreatieve objecten ook verwezen vanaf provinciale wegen met bruin/witte borden, die geplaatst zijn door het Recreatieschap Achterhoek Liemers (RAL, nu: stichting Achterhoek Toerisme). Ondernemers sluiten een overeenkomst met de stichting Achterhoek Toerisme en betalen jaarlijks een bedrag voor beheer en onderhoud van de borden.

  • Deze borden van stichting Achterhoek Toerisme zijn conform de landelijke richtlijn geplaatst voor het beslispunt. Op 80km/u-wegen zijn ook vooraankondigingen geplaatst.

  • Objecten die nu verwezen worden via de borden van stichting Achterhoek Toerisme hebben op die betreffende route(s) geen gemeentelijke verwijsborden (meer).

  • Om te komen tot meer uniformiteit in de toeristisch/ recreatieve bewegwijzering , worden er geen nieuwe groen/witte borden meer geplaatst voor toeristisch/recreatieve objecten, maar krijgen de borden een bruin/witte kleur. De lay-out komt dan overeen met de reeds geplaatste bruin-witte borden, terwijl formaat en plaatsingswijze gelijk is aan de bestaande groen/witte borden. Er komt een overgangsfase waarin bestaande groen/wit borden overgaan op nieuwe bruin/wit borden.

  • De borden worden per locatie geclusterd: bovenaan de toeristisch-recreatieve objecten (gegroepeerd per richting), daaronder sportvoorzieningen en daaronder vervolgens de overige bedrijven (gegroepeerd per richting). Clustering op een locatie vindt plaats op het moment dat er borden worden verwijderd, toegevoegd of vervangen.

  • Op één locatie worden niet voor één object twee (verschillende) typen verwijsborden geplaatst (gemeentelijke borden en borden van ANWB/NBd of stichting Achterhoek Toerisme).

  • Op één locatie worden per aanrijrichting maximaal 12 borden geplaatst. Een aanvraag voor een 13e bord kan pas in uitvoering genomen worden als een van de andere borden wordt verwijderd.

  • Per object worden maximaal 6 verwijsborden geplaatst. De aanvrager mag zelf locaties voorstellen. De gemeente bepaalt waar borden geplaatst worden. Er worden uitsluitend borden geplaatst op grond die gemeentelijk eigendom is.

  • Per bedrijf wordt maximaal 1 verwijsbord per locatie geplaatst voor alle activiteiten van dat bedrijf.

  • Toeristisch/recreatieve objecten in het buitengebied worden niet in de bebouwde kom aangegeven, met uitzondering van de Groenloseweg, Rondweg West, Rondweg Zuid, Jaspersweg en rotonde Waliensestraat – Schimmelpennincklaan.

  • Op de borden is ruimte voor maximaal 2 zwart-wit logo’s/ pictogrammen conform CROW-richtlijnen (zie ook Bijlage 3). Er is een tweede tekstregel (bijv. voor toevoeging soort bedrijf) beschikbaar.

3 Bedrijven (niet toeristisch) in het buitengebied

  • Niet toeristisch/recreatieve bedrijven in het buitengebied worden bewegwijzerd met groen/witte borden.

  • Er worden alleen verwijsborden geplaatst als het bedrijf of de activiteit waarnaar verwezen wordt niet in strijd is met het bestemmingsplan en/of andere regelgeving.

  • Bewegwijzering van niet toeristisch/ recreatieve bedrijven is alleen mogelijk langs gemeentelijke wegen.

  • Deze wegwijzers zijn geplaatst op beslispunten (dus niet als vooraankondiging), zoveel mogelijk gecombineerd met de bewegwijzering naar toeristisch/recreatieve voorzieningen.

  • De borden worden per locatie geclusterd: bovenaan de toeristisch-recreatieve objecten (gegroepeerd per richting), daaronder sportvoorzieningen en daaronder vervolgens de overige bedrijven (gegroepeerd per richting). Clustering op een locatie vindt plaats op het moment dat er borden worden verwijderd, toegevoegd of vervangen.

  • Op één locatie worden per aanrijrichting maximaal 12 borden geplaatst. Een aanvraag voor een 13e bord kan pas in uitvoering genomen worden als een van de andere borden wordt verwijderd.

  • Per object worden maximaal 6 verwijsborden geplaatst. De aanvrager mag zelf locaties voorstellen. De gemeente bepaalt waar borden geplaatst worden. Er worden uitsluitend borden geplaatst op grond die gemeentelijk eigendom is.

  • Per bedrijf wordt maximaal 1 verwijsbord per locatie geplaatst voor alle activiteiten van dat bedrijf.

Op de borden is ruimte voor maximaal 2 logo’s/pictogrammen. Logo’s en nieuwe pictogrammen moeten digitaal aangeleverd worden. Er is een tweede tekstregel (bijv. voor toevoeging soort bedrijf) beschikbaar.

4 Toeristisch/recreatieve en openbare voorzieningen in de bebouwde kom

  • In de bebouwde kom worden toeristisch/recreatieve voorzieningen, samen met voorzieningen van algemeen nut, bewegwijzerd met blauw/witte borden.

  • Er worden alleen verwijsborden geplaatst als de voorziening of de activiteit waarnaar verwezen wordt niet in strijd is met het bestemmingsplan en/of andere regelgeving.

  • Deze borden staan op de beslispunten, zoals gebruikelijk binnen de bebouwde kom. Hierdoor is per kruising slechts een paal met wegwijzers nodig en niet op elke toe leidende weg.

  • De bruin/witte kleurstelling wordt voor (toeristisch/ recreatieve) voorzieningen binnen de kom niet toegepast om de leesbaarheid en duidelijkheid te behouden.

  • Per object worden maximaal 6 verwijsborden geplaatst. De aanvrager mag zelf locaties voorstellen. De gemeente bepaalt waar borden geplaatst worden. Er worden uitsluitend borden geplaatst op grond die gemeentelijk eigendom is.

  • Op de borden mag maximaal één pictogram worden toegepast.

5 Bedrijven op bedrijventerrein

  • Nabij en op bedrijventerreinen wordt verwezen met strokenborden in portalen.

  • Er worden alleen verwijsborden geplaatst als het bedrijf of de activiteit waarnaar verwezen wordt niet in strijd is met het bestemmingsplan en/of andere regelgeving.

  • Vanaf de doorgaande wegen wordt verwezen met straatnamen. Op de bedrijventerreinen worden met straat- en bedrijfsnamen verwezen.

  • Verwijsborden op bedrijventerreinen worden per straat gegroepeerd en van boven naar beneden op alfabetische volgorde geplaatst.

  • De portalen staan voor de beslispunten in de rechterberm.

  • De straatnamen worden weergegeven op blauwe borden met witte tekst.

  • De bedrijfsnamen worden weergegeven op witte borden met zwarte tekst.

  • Per bedrijf worden maximaal 6 verwijsborden geplaatst. De aanvrager mag zelf locaties voorstellen. De gemeente bepaalt waar borden geplaatst worden. Er worden uitsluitend borden geplaatst op grond die gemeentelijk eigendom is.

  • Bedrijfslogo’s en pictogrammen worden niet geplaatst. Het aanbrengen van stickers op de borden is niet toegestaan.

6 Sportaccommodaties

  • Bij sportpark Jaspers wordt verwezen met strokenborden in portalen.

  • Vanaf de doorgaande wegen worden de verschillende sportverenigingen of accommodaties verwezen.

  • Op het sportpark wordt verwezen met blauw/witte handwijzers, zoals ook gebruikt voor voorzieningen binnen de bebouwde kom.

  • De verenigingsnamen worden weergegeven op witte borden met zwarte tekst en blauw kader.

  • Logo’s worden niet geplaatst. Per bord mag 1 pictogram conform CROW-richtlijnen worden geplaatst.

7 Maatschappelijke (zorg)instellingen

  • Bewegwijzering naar maatschappelijke (zorg)instellingen worden bekostigd door de gemeente indien de gemeente het algemeen belang van bewegwijzering naar betreffende maatschappelijke (zorg)instelling noodzakelijk acht.

  • De gemeente bepaalt in dat geval het aantal verwijzingen en de locatie van dezen.

  • Verwijzing naar de maatschappelijke (zorg)instellingen vindt plaats in blauw witte bebording evenals de sportaccommodaties en de toeristisch/recreatieve bestemmingen binnen de bebouwde kom.

8 Voetgangersbewegwijzering

  • In het voetgangersgebied in het centrum van Winterswijk worden voetgangers bewegwijzerd tussen herkomst en bestemming.

  • Herkomst zijn de (grotere) parkeerterreinen en het station van Winterswijk.

  • Bestemmingen zijn de openbare voorzieningen in en nabij het voetgangersgebied van Winterswijk.

  • De gemeente beslist naar welke voorzieningen wordt verwezen, gebaseerd op de publieke waarde van het object waarnaar verwezen wordt.

  • De voetgangersbewegwijzering wordt uitgevoerd in goud op zwart met pictogrammen conform de richtlijnen van het CROW (Publicatie 322).

  • De locaties voor de voetgangersbewegwijzering wordt door de gemeente bepaald en beperkt.

9 Aanvraag, plaatsing en kosten van verwijsborden

  • Objectbewegwijzering kan worden aangevraagd bij een door de gemeente gecontracteerde partij. Aanvrager gaat vervolgens een overeenkomst aan met deze partij voor plaatsing (eenmalig) en beheer en onderhoud (jaarlijks) voor bepaalde tijd.

  • De gemeente toetst of de activiteit waarnaar verwezen wordt niet in strijd is met het bestemmingsplan en/of andere regelgeving.

  • Bij de aanvraag kan de aanvrager aangeven op welke locaties de verwijsborden gewenst zijn. De gemeente bepaalt uiteindelijk waar de verwijsborden geplaatst worden.

  • Aanvrager (m.u.v. openbare voorzieningen en sportaccommodaties) betaalt eenmalig een bijdrage van tussen de € 119,- en € 169,- (afhankelijk van de afmeting) voor de aanschaf van het verwijsbord (prijspeil 2022).

  • Aanvrager (m.u.v. openbare voorzieningen en sportaccommodaties) betaalt een jaarlijkse vergoeding voor het bord aan de door de gemeente gecontracteerde partij van €27,50 per bord per jaar (prijspeil 2022) voor beheer en onderhoud.

  • De door de gemeente gecontracteerde partij verzorgt plaatsing, onderhoud en reiniging van het bord. Bij diefstal of schade wordt het verwijsbord vervangen.

  • Indien door herinrichting, wegafsluiting of andere gemeentelijke wegwijzigingen de bebording komt te vervallen of verplaatst dient te worden, zal de gemeente dit bekostigen.

  • Indien een verzoek wordt gedaan voor verplaatsing van bestaande bebording, betaalt de aanvrager de kosten voor verplaatsing. Voordat overgegaan wordt op uitvoering ontvangt aanvrager een gecalculeerde berekening voor (ver)plaatsing op het op dat moment geldende prijspeil ter goedkeuring.

  • Als de aanvrager een of meer geplaatste borden wil wijzigen, betaalt de aanvrager de kosten van:

    • o

      Demontage van de te vervangen borden;

    • o

      Montage van de nieuwe borden;

    • o

      De kosten van het nieuwe bord.

  • Indien niet commerciële partijen een wijziging van locatie of vormgeving (opdruk) van de borden wenst, dan bepaalt de gemeente hier de nut en noodzaak van alvorens men overgaat tot uitvoering.

  • De verwijsborden worden geen eigendom van de aanvrager.

  • Plaatsing en verwijdering van de borden gebeurt alleen in opdracht van de door de gemeente gecontracteerde partij in overeenstemming met de gemeente.

  • Borden worden verwijderd, indien:

    • o

      de kwaliteit van het bord niet meer voldoet en na overleg met de aanvrager geen afspraken gemaakt kunnen worden over vervanging van het bord;

    • o

      de activiteit waarnaar verwezen wordt in strijd is met het bestemmingsplan en/of regelgeving;

    • o

      het bedrijf of de activiteit waarnaar verwezen wordt niet meer wordt uitgeoefend.

  • Verwijderde borden vervallen aan de exploiterende partij, tenzij anders is overeengekomen.

10 Vervangingsfase en overgangsfase

Vervangingsfase

Voor de overgang van gemeentelijke groen/witte borden voor verwijzing naar toeristische bedrijven in het buitengebied naar bruin/witte borden gelden de volgende voorwaarden:

  • Alle bestaande borden worden beoogd vervangen te zijn in 2022.

  • Dit gebeurt nadat inzichtelijk is welke toeristische bedrijven aansluiten bij de nieuwe betalingsstructuur van de gemeente. Indien bedrijven niet aansluiten, worden de bestaande verwijsborden naar deze bedrijven verwijderd.

  • De vervanging van deze groen/witte borden wordt bekostigd door gereserveerde gelden van de gemeente Winterswijk.

Overgangsfase

  • Bedrijven die nu een of meer borden hebben worden aangeschreven met het voorstel een jaarlijkse bijdrage te betalen per bord, waarna de borden worden vervangen.

  • Borden van bedrijven die hier geen gebruik van willen maken worden verwijderd.

  • Omdat de huidige verwijsborden worden overgenomen door de exploiterende partij, betalen bedrijven die een overeenkomst aangaan logischerwijs geen aanschafkosten voor bestaande borden.

Bijlage 1: Uitgangspunten landelijke richtlijnen op hoofdlijnen

De landelijke richtlijnen met betrekking tot bewegwijzering van toeristisch recreatieve objecten is vastgelegd in CROW-publicatie 322: Richtlijn bewegwijzering 2014. In deze bijlage zijn de uitgangspunten met betrekking toeristisch recreatieve objecten uit die richtlijnen op hoofdlijnen weergegeven.

  • Er komt geen verwijzing als de geografische bewegwijzering bruikbaar is voor het vinden van het object. Pas op het punt waar de route naar het object hiervan gaat afwijken, start de toeristische verwijzing;

  • Vanaf wegen buiten de kom wordt niet verwezen naar objecten binnen de kom;

  • Een eenmaal in de bewegwijzering opgenomen object blijft bewegwijzerd tot het object bereikt is;

  • Een toeristisch-recreatieve voorziening is:

    • o

      door aard, omvang en wijze van beheer ingesteld op bezoek door recreanten en/of toeristen of heeft een vergelijkbare publieksfunctie;

    • o

      jaarlijks minimaal 6 maanden geopend;

    • o

      een duidelijk waarneembaar begrensd gebied met een beperkt aantal ingangen of toegangen.

  • Objecten worden verwezen via strokenborden, die bij voorkeur per richting gegroepeerd zijn. Bij gestapelde stroken wordt een vaste volgorde voor de richtingen aangehouden, waarbij van boven naar beneden geldt:

    • o

      eerst de doorgaande richting;

    • o

      vervolgens de links afslaande richting;

    • o

      als laatste de rechts afslaande richting.

  • Beslissingswegwijzer te plaatsen:

    • o

      50 m voor een zijweg op gebiedsontsluitingswegen buiten de kom

    • o

      25 m voor een zijweg op erftoegangswegen buiten de kom

    • o

      25 m voor een zijweg op gebiedsontsluitingswegen binnen de kom

    • o

      10-25 m voor een zijweg op erftoegangswegen binnen de kom

  • Voorwegwijzer te plaatsen:

    • o

      200 m voor beslissingswegwijzer op gebiedsontsluitingswegen buiten de kom.

    • per dwarsdoorsnede van de weg wordt naar maximaal 8 objecten verwezen; per richting bij voorkeur niet meer dan 6 objecten, zonodig de borden per richting splitsen.

    • Per strook wordt bij voorkeur niet meer dan één pictogram toegevoegd. Vermelding van 2 pictogrammen is acceptabel.

    • In de bijlagen in de publicatie is een (niet limitatieve) lijst opgenomen met objecten waarnaar kan worden verwezen. Hierbij is ook een prioriteit aangegeven.

Bijlage 2: Provinciaal beleid bewegwijzering van toeristisch/recreatieve objecten

In de Wegenverordening Gelderland 2010 is opgenomen in artikel 3.3.1a dat voor het hebben of plaatsen van een verwijsbord voor toeristisch-recreatieve objecten voldaan moet worden aan de CROW-richtlijn 262. In het tweede lid van dit artikel krijgen GS de mogelijkheid in bijzondere gevallen hiervan af te wijken.

 

In de praktijk betekent dit dat de provincie de richtlijn (nu: CROW-publicatie 322) volgt. Per aanvraag levert de provincie maatwerk en wordt beoordeeld of het object voor verwijzing vanaf de provinciale weg in aanmerking komt. Er zijn geen specifieke (beleids-)regels met betrekking tot grootte, afstand tot de provinciale weg o.i.d.