Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Katwijk

Plaatsingscriteria Inzamelvoorzieningen ((Semi)Ondergrondse containers, Bovengronds) verzamelcontainers)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKatwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPlaatsingscriteria Inzamelvoorzieningen ((Semi)Ondergrondse containers, Bovengronds) verzamelcontainers)
CiteertitelPlaatsingscriteria Inzamelvoorzieningen ((Semi)Ondergrondse containers, Bovengronds) verzamelcontainers)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-08-2022nieuwe regeling

12-07-2022

gmb-2022-350539

Tekst van de regeling

Intitulé

Plaatsingscriteria Inzamelvoorzieningen ((Semi)Ondergrondse containers, Bovengronds) verzamelcontainers)

Ingangsdatum 22 juli 2022

 

Aan deze richtlijnen moeten de locaties van Inzamelvoorzieningen zoveel mogelijk voldoen.

 

1

Algemeen

1.1

Inzamelvoorzieningen moeten dag en nacht bereikbaar zijn voor de gebruikers.

1.2

De locatiekeuze moet zodanig zijn dat sociale controle mogelijk is.

1.3

De locatiekeuze moet zoveel mogelijk overlast voorkomen voor aangrenzende percelen. Risico op schade aan de omgeving tijdens het laden en lossen zoveel mogelijk beperken. Moet veilig bereikbaar zijn.

 

2

Veiligheid

2.1

Bij het bepalen van een locatie van een inzamelvoorziening, moet rekening gehouden worden met de verkeerssituatie ter plaatse.

2.2

Zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat het inzamelvoertuig achteruit moet rijden om bij de inzamelvoorziening te komen of te vertrekken.

2.3

Om de veiligheid en doorstroming van de verkeersstromen niet te belemmeren op specifieke locaties (zoals bijvoorbeeld bij scholen en winkelcentra) kan de inzamelaar de inzamelvoorzieningen op de betreffende locaties op tijdstippen ledigen waarbij er geen, of minimaal hinder kan ontstaan.

2.4

Rondom locaties mogen palen of andere obstakels geplaatst worden in verband met de afscherming van de locatie.

2.5

Voor gebruikers die wonen aan drukke doorgaande wegen worden de inzamelvoorzieningen zo gesitueerd dat oversteken met het afval naar het inzamelvoorziening zoveel mogelijk wordt vermeden.

 

3

Opstelling en civieltechnische aspecten

3.1

Inzamelvoorzieningen moeten zo gesitueerd worden, dat bij ledigen geen schade aan bomen, OV-lichtmasten en verkeerborden kan optreden.

3.2

Inzamelvoorzieningen worden, i.v.m. het afstempelen van het inzamelvoertuig, alleen geplaatst langs wegen met gefundeerde verharding.

3.3

Locaties in de bestaande verharding hebben de voorkeur boven een locatie in het groen (niet altijd mogelijk).

3.4

Plaatsing in grote open ruimte zoveel mogelijk voorkomen.

3.5

Grenzend aan parkeervakken de locatie afschermen waarbij er bij voorkeur 1m vrij ruimte is.

3.6

Locaties dienen toegankelijk te zijn voor mindervaliden.

3.8

Locaties voor inzamelvoorzieningen horen bij voorkeur in openbaar gebied te worden geplaatst.

3.9

Inzamelvoorzieningen moeten standaard 50cm vanaf voorkant trottoirband worden geplaatst, tussen de weg en de inzamelvoorziening moet tenminste 1 tegel (30x30cm) en een trottoirband (breed 20cm) zitten. In die gevallen waarbij er, i.v.m. kabels en leidingen, te weinig ruimte is hanteren we een halve tegel (15x30cm).

3.10

Tussen 2 inzamelvoorzieningen moet minimaal 1/2 tegel (15x30cm) zitten, bij voorkeur 1 tegel (30x30).

3.11

Bij de keuze van een locatie moeten de doorlopen van voetgangers en rolstoelgebruikers niet worden gehinderd.

3.12

Inzamelvoorzieningen mogen niet op laad- en losplaatsen of invalideparkeerplaatsen geplaatst worden.

3.13

Plaatsing van inzamelvoorzieningen in parkeervakken moet zoveel mogelijk worden voorkomen. (niet altijd mogelijk)

3.14

Locaties voor inzamelvoorzieningen worden dusdanig gekozen dat de kabels en leidingen niet verlegd hoeven te worden. (niet altijd mogelijk)

3.15

Inzamelvoorzieningen moeten ten minste 1 meter verwijderd blijven van openbare verlichtingsobjecten.