Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemeen mandaatbesluit Amsterdam stadsgebied Weesp 2022 |
Citeertitel | Algemeen mandaatbesluit Amsterdam stadsgebied Weesp 2022 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-07-2022 | 24-03-2022 | nieuwe regeling | 12-07-2022 |
Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur van stadsgebied Weesp van Amsterdam,
gelet op artikel 1 en de bijlage van het Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam en artikelen 10:3, eerste lid, 10:9, eerste lid, 10:11, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht,
Het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn bevoegd tot wijziging van de bijlage bij dit besluit, voor zover het de mandaatverlening van diens eigen bevoegdheden betreft.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 12 juli 2022.
De voorzitter van het dagelijksbestuur
K.F. Hilders-van de Wetering
De bestuurssecretaris
D.P. Struijk
Aldus vastgesteld door de voorzitter van het dagelijks bestuur bij besluit van 12 juli 2022.
De voorzitter van het dagelijks bestuur
K.F. Hilders-van de Wetering
Bijlage: Mandatenregister stadsgebied Weesp
Algemene bepalingen en beperkingen
Algemene bepalingen en beperkingen
Voor alle bevoegdheden in dit mandatenregister geldt de beperking dat de gemandateerde hiervan slechts gebruik kan maken voor zover dit plaatsvindt binnen de door de (oorspronkelijk) bevoegde bestuursorganen vastgestelde stedelijke kaders, vastgelegd in verordeningen, reglementen, beleidsregels, beleidsnota’s, beleidsvisies, budgetten etc.
Het dagelijks bestuur kan in aanvulling op een stedelijk kader zelf beleid vaststellen voor zover dat beleid betrekking heeft op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de aan hen opgedragen taken en bevoegdheden. Als in het stedelijk kader uitputtend is vastgelegd hoe het dagelijks bestuur het beleid dient uit te voeren, dan bestaat deze beleidsvrijheid niet.
In aanvulling op de beperking die onder 1. opgenomen is, geldt voor de gemandateerde bevoegdheden het volgende. Bij mandaat blijft het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mandateert voor de bevoegdheid verantwoordelijk. Dit betekent dat het bestuursorgaan dat het mandaat verleent ook altijd de bevoegdheid houdt om deze zelf uit te oefenen. Verder kunnen bij mandaat instructies worden gegeven of voorwaarden worden gesteld. Dit kunnen instructies en voorwaarden zijn die in algemene zin bij het verlenen van het mandaat ten aanzien van de bevoegdheid worden meegegeven, maar ook instructies of voorwaarden in concrete situaties. Deze kunnen bovendien zowel schriftelijk als mondeling worden gegeven. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheid in mandaat uitoefent dient zich ook aan de gestelde instructies en voorwaarden te houden.
De behandeling van en de beslissing op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen of op basis van een bevoegdheid die door het college aan het dagelijks bestuur is gemandateerd, vindt door het dagelijks bestuur plaats overeenkomstig de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester).
De gemandateerde betrekt het dagelijks bestuur bij de besluitvorming indien tegen een door de gemandateerde genomen beslissing op een bezwaar beroep of hoger beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter en het bestuursorgaan betrokken was op grond van de overwegingen onder 3. Verder betrekt de gemandateerde het dagelijks bestuur bij de besluitvorming indien zij voornemens is tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te laten stellen. Het beroep en het hoger beroep worden in overeenstemming met de directie Juridische Zaken door het dagelijks bestuur behandeld.
De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften ingediend tegen besluiten die zijn genomen op grond van een bevoegdheid die door de burgemeester aan de voorzitter van het dagelijks bestuur is gemandateerd, is in beginsel niet gemandateerd. In de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) wordt nader geregeld in welke situaties welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de beslissing op bezwaar en de beslissing op bezwaar zelf.
De mandaatverlening omvat in ieder geval de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in dit mandatenregister, verzoeken te weigeren, besluiten in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, verzoeken niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken e.e.a. voor zover niet reeds opgenomen in het mandatenregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt is.
1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer
Mandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij het bevoegdhedenregister behorende kaart bijlage A van de Verordening. De kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college. Een uitzondering hierop vormen de taken en bevoegdheden op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot woonboten en bedrijfsvaartuigen waar een ligplaatsvergunning voor is vereist. Als een ligplaatsvergunningen is vereist, is het dagelijks bestuur wel bevoegd.
Mandaat is beperkt tot die projecten waarvan het dagelijks bestuur opdrachtgever is. Voor alle nieuwe projecten wordt in de initiatieffase bepaald welk bestuur verantwoordelijk is. Richtlijn daarbij is dat de minder complexe en/of minder risicovolle projecten tot de bevoegdheid van het dagelijks bestuur behoren.
2. Openbare ruimte, groen en parken
Algemene beperking op basis van de verordening: delegatie en mandaat zijn beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van het stadsgebied voordoen.
Algemene beperking op grond van de verordening: als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het college.
Algemene beperking op grond van de verordening: als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, van de Wabo,worden de bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning niet gemandateerd.
9. Betaald parkeren en parkeergarages
13. Samenwerking zorg, werk & inkomen en onderwijs
uitvoeren van het beleid in het kader van het Kunstenplan 2021 – 2024 | mandaat geldt tot 1 januari 2025 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen |
|
17. Beheer en exploitatie begraafplaatsen en crematoria
18. Burgerparticipatie, inspraak en initiatief
uitvoeren van de Algemene Inspraakverordening bij het verlenen van inspraak van beleidsvoornemens van het DB |
20. Veiligheid en leefbaarheid
Voor alle bevoegdheden die op grond van dit mandatenregister zijn gemandateerd geldt dat de bevoegdheid om toezicht te houden of te handhaven onderdeel van het mandaat is tenzij anders is bepaald.
Mandaat en delegatie geldt volgens de verordening niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij het bevoegdhedenregister behorende kaart bijlage A bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022. De kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college.
Verder geldt in het algemeen de beperking voor de bevoegdheden in dit hoofdstuk dat vergunningverlening, toezicht en handhaving alleen geldt in relatie tot de overige gemandateerde bevoegdheden met de daarbij vastgelegde beperkingen en met dien verstande dat de handhavingscapaciteit van het dagelijks bestuur en de organisatieonderdelen flexibel ten behoeve van stedelijke handhavingsprioriteiten zal worden ingezet conform de bestuurlijk afspraken.
22. Basis- en kernregistraties
De bevoegdheden bij deze taak zijn opgenomen onder “B” Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer.
23. Overige gemandateerde bevoegdheden
Het mandaatbesluit heeft tot doel om de ambtelijke organisatie goed te laten functioneren en om te voorkomen dat het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur alle gemandateerde bevoegdheden, en de bevoegdheden waarvoor zij zijn gevolmachtigd of gemachtigd, uit het Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam (afkomstig uit de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022) in eigen persoon dienen uit te oefenen.
De bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot het vaststellen van nadere regels (in het register de bevoegdheden B.5, C.7, C.8, onder 2, en C.9, onder 3, D.1, D.8, D.11, D.13, G.4, G.5 en W.3) en tot het vaststellen van besluiten van algemene strekking (in het register de bevoegdheden C.8, onder 1, C.9, onder 2, C.13, C.15, onder 1, C.19, C.23, C.24, onder 1, C.31, onder 1, D.2, D.3, D.4, D.5, D.6, D.7, D.9, D.10, D.12, E.5, E.9, G.6, X.40, X.41, Z.3 Z.4, onder 1, en Z.5) worden niet gemandateerd, omdat bij deze bevoegdheden politieke afwegingen betrokken zijn en daarom door het dagelijks bestuur zelf worden uitgeoefend. Besluiten van algemene strekking zijn namelijk besluiten die voor iedereen gelden en niet voor één persoon of een beperkte groep burgers. Dat geldt eveneens voor de bevoegdheden van de voorzitter tot het vaststellen van besluiten van algemene strekking (in het register de bevoegdheden X.40, X.41, Y.1, Y.2, Z.1, Z.3, Z.11, Z.12 en Z.15, Z.31 en Z.59), bijvoorbeeld het aanwijzen van plekken waar het verboden is om alcoholhoudende drank te nuttigen (Z.1).
Een uitzondering hierop is bevoegdheid I.1: het nemen van verkeersbesluiten. Dit zijn besluiten als gevolg waarvan verkeersborden kunnen worden geplaatst of bepaalde fysieke maatregelen aan de weg worden getroffen. Deze bevoegdheid is met het oog op efficiëntie aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte en de directeur Stadswerken gemandateerd (en aan de bestuurssecretaris).
De bevoegdheden van de voorzitter tot het afgeven van een machtiging tot binnentreden (X.1 en X.2) worden eveneens niet gemandateerd, omdat het uitoefenen van de bevoegdheid in vergaande mate ingrijpt in het privéleven van de burger.
Bij het toebedelen van de mandaten is onderzocht welke werkafspraken en werkprocessen er al bestonden in de ambtelijke organisatie, omdat deze voor vrijwel alle stadsgebiedbevoegdheden reeds waren gemaakt voordat de voormalige gemeente Weesp als stadsgebied een onderdeel van Amsterdam werd. Bevoegdheden die bij de stadselen op het werkterrein van de ambtelijke organisatie van het stadsdeel liggen worden aan functionarissen binnen de ambtelijke organisatie van stadsdeel Oost gemandateerd, tenzij het bevoegdheden betreffen die worden uitgeoefend door Vergunningen, Handhaving en Toezicht (VTH). In dat geval worden deze gemandateerd aan de ambtelijke organisatie binnen de VTH-afdeling van stadsdeel Zuidoost, namelijk de afdelingsmanager, teammanagers en medewerkers. Bevoegdheden die (tevens) op het werkterrein van directies van de stedelijke ambtelijke organisatie liggen worden aan de directeuren van de betreffende directies gemandateerd, welke de bevoegdheden op hun beurt kunnen ondermandateren aan functionarissen binnen hun directie. Dit betreffen bijvoorbeeld de bevoegdheden van de directeur Dienstverlening voor het afhandelen van bepaalde aanvragen welke aan de balie van het stadsdeelkantoor kunnen worden gedaan en bepaalde bevoegdheden van de directeur Stadswerken die enkel bij het Marktbureau van die directie worden uitgeoefend. Verder is voor vrijwel alle bevoegdheden waarvoor een van de voorgaande genoemde functionarissen gemandateerd is zekerheidshalve ook de bestuurssecretaris (van stadsgebied Weesp) gemandateerd, om te zorgen dat er in het geval van een dringende situatie in ieder geval iemand bevoegd is (naast het dagelijks bestuur of de voorzitter zelf).
De bevoegdheid om te beslissen op bezwaren (bevoegdheid A.12 in het mandatenregister) is, conform de gemaakte afspraken, ten aanzien van sommige soorten zaken gemandateerd aan de directeur Juridisch Bureau, namelijk indien er sprake is van grote bulk-hoeveelheden met zeer beperkte beslissingsruimte. Het gaat om het beslissen op bezwaren tegen het verwijderen van fietsen, tegen besluiten waarin wordt beslist op een aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart, het doorhalen op de marktlijst, of in de gevallen dat de bezwaarschriftencommissie adviseert om het bezwaar ‘kennelijk niet-ontvankelijk’ of ‘kennelijk ongegrond’ te verklaren.
Het beslissen op bezwaren over alle andere soorten zaken (zoals omgevingsvergunningen) zijn gemandateerd aan de bestuurssecretaris (van stadsgebied Weesp) voor zover het gaat om bezwaren ten aanzien waarvan de bezwaarschriftencommissie adviseert om deze ongegrond te verklaren. Indien er sprake is van bezwaren ten aanzien waarvan de bezwaarschriftencommissie adviseert om deze gegrond te verklaren is de bevoegdheid niet gemandateerd. Het dagelijks bestuur beslist zelf op deze bezwaren. Verder zijn voor de perioden van reces alle leden van het dagelijks bestuur (individueel) gemandateerd om te beslissen op bezwaren, zodat ook in vakantieperioden beslist zou kunnen worden op de bezwaren van burgers (afhankelijk van de afspraken daarover tussen de leden van het dagelijks bestuur per periode van reces).
Op het mandaatbesluit zijn de algemene regels ten aanzien van mandaat zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing: het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn bevoegd om per geval of in het algemeen instructies te geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, de gemandateerde functionarissen geven op verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, het dagelijks bestuur en de voorzitter blijven bevoegd de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen en zij kunnen een mandaat te allen tijde intrekken.
In het mandaatbesluit is opgenomen dat het dagelijks bestuur en de voorzitter toestaan dat gemandateerde directeuren buiten de ambtelijke organisatie van de stadsdelen de bevoegdheden verder kunnen ondermandateren, zodat zij in een eigen mandaatbesluit voor de ambtelijke organisatie van hun directie kunnen bepalen welke functionarissen daarbinnen worden gemandateerd. De gemandateerde functionarissen binnen de ambtelijke organisatie van een stadsdeel hebben de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat niet nodig, omdat het de bedoeling is dat het dagelijks bestuur en de voorzitter zelf (in dit mandaatbesluit) bepalen welke functionarissen binnen de ambtelijke organisatie van het stadsdeel gemandateerd worden.
In het mandaatbesluit is opgenomen dat er terugwerkende kracht wordt toegekend aan het besluit tot en met 24 maart 2022. Dat is de datum waarop het hoofdstuk van de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 in werking trad. Op deze wijze wordt het mandaat voor bevoegdheden die functionarissen sinds 24 maart 2022 hebben uitgeoefend voor het stadsdeel juridisch gerepareerd.