Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heeze-Leende

Beleidsregel Peuterwerk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeeze-Leende
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Peuterwerk
CiteertitelBeleidsregel peuterwerk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Subsidieverordening Heeze-Leende 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-08-2022nieuwe regeling

09-09-2020

gmb-2022-346547

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Peuterwerk

Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende

Overwegende dat het wenselijk is om een nadere beleidsregel vast te stellen voor de subsidieverstrekking aan uitvoerende instellingen voor kinderopvang ter uitvoering van het peuterwerk;

 

dat aan de uitvoerende instellingen een subsidie verstrekt kan worden in de kosten van het peuterwerk voor ouders/verzorgers die niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag via de belastingdienst;

 

mede overwegende dat het wenselijk is hiervoor een aanvullende beleidsregel in het leven te roepen;

 

gelet op het bepaalde in Algemene Subsidieverordening Heeze-Leende 2012;

 

B e s l u i t e n

vast te stellen de navolgende BELEIDSREGEL PEUTERWERK:

Artikel 1 Peuterwerk

  • 1.

    Onder peuterwerk wordt een specifiek op kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot het tijdstip waarop zij kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, afgestemd VVE-programma verstaan, gericht op het stimuleren van de cognitieve, sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van de peuter.

  • 2.

    Peuterwerk wordt aangeboden door een instelling voor kinderdagopvang die is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang zoals bedoeld in de Wet kinderopvang. Gastouderopvang wordt uitgesloten.

  • 3.

    Het peuterwerk omvat acht uur per week verdeeld over minimaal twee dagen, gedurende maximaal 40 weken per jaar

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels en voorwaarden opstellen ten aanzien van de kwaliteitseisen waaraan de instelling en het peuterwerk dienen te voldoen.

Artikel 2 Subsidiegrondslag en –bedrag

  • 1.

    Subsidiegrondslag is het aantal kinderen woonachtig in de gemeente Heeze-Leende, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, van ouders die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikelen 1.5 en 1.6 van de Wet kinderopvang, en dat deelneemt aan het peuterwerk.

  • 2.

    Ouders dienen aan de uitvoerende instelling te verklaren dat men geen recht heeft op de kinderopvangtoeslag. De uitvoerende instelling overlegt een IB-60 formulier of een formulier ‘verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ aan de gemeente. De gemeente geeft dan een subsidie aan de instelling voor een deel van de kosten, zodat ouders een lager tarief in rekening gebracht krijgt voor het deelnemen aan het peuterwerk voor maximaal acht uur per week.

  • 3.

    De instelling die het gesubsidieerd peuterwerk verzorgt, zal op maandbasis achteraf bij de gemeente een factuur indienen waarop een overzicht staat van de kinderen die deel hebben genomen aan het peuterwerk met daarbij het aantal uren.

  • 4.

    Het uurtarief voor uitvoering van het peuterwerk wordt gelijkgesteld aan het uurtarief dat instellingen ontvangen voor de uitvoering van VVE en wordt jaarlijks geïndexeerd. jaarlijks bijgesteld conform het landelijk maximum uurtarief kinderopvang dat maximaal door de Belastingdienst voor kinderopvang (dagopvang) wordt vergoed.

  • 5.

    Er kan enkel aanspraak gemaakt worden op de subsidie voor de peuters die het peuterwerk bij de instelling gedurende het betreffende jaar volgen. Er kan dus niet met terugwerkende kracht voor eerdere jaren subsidie worden gevraagd.

  • 6.

    De uitvoerende instelling ontvangt geen subsidie ten behoeve van kinderen waarvan de ouders recht hebben op de kinderopvangtoeslag, maar daar geen gebruik van (wensen te) maken.

 

  • II.

    dat dit besluit in werking treedt per 10 september 2020, de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 september 2020

Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende,

de secretaris,

C. Klesman-Nacken

de burgemeester,

P.J.J. Verhoeven

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Peuterwerk

Kinderen, in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot het tijdstip waarop zij kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, kunnen deelnemen aan het peuterwerk, gericht op de ontwikkeling van het kind. De kinderen die uitsluitend deelnemen aan het peuterwerk en de kinderen die deelnemen aan de kinderopvang volgen beide hetzelfde VVE-programma in de tijdspanne dat de beide groepen de kinderopvanginstelling bezoeken. Een VVE-programma betreft een integraal programma gericht op meerdere ontwikkelingsgebieden van het jonge kind.

 

In het tweede lid wordt aangegeven dat de aanbieder van het peuterwerk een instelling voor

kinderopvang is, die staat vermeld in het Landelijk Register Kinderopvang zoals bedoeld in de Wet kinderopvang. Gastouderopvang is van de subsidieregeling uitgesloten. Bij gastouders zijn te weinig kinderen aanwezig om te kunnen voldoen aan de kwaliteit van spelen in een groep met leeftijdsgenoten.

 

Het peuterwerk omvat acht uur per week, verdeel over minimaal twee dagen, gedurende maximaal 40 weken per jaar. Het aanbod aan doelgroepkinderen op basis van de wet OKE valt niet onder de beleidsregel peuterwerk. Dit aanbod bedraagt minimaal zestien uur per week gedurende maximaal 40 weken en kan enkel gevolgd worden op basis van een VVE-indicatie, afgegeven door de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar. Voor het VVE-aanbod gelden afzonderlijke subsidie-afspraken welke zijn vastgelegd in het VVE-beleid Heeze-Leende 2019-2022.

 

Het vierde lid geeft de mogelijkheid om aanvullende voorwaarden en regels op te stellen door burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2. Subsidiegrondslag en -bedrag

Kinderopvang is een commerciële en fiscale aangelegenheid. Indien kinderen van partners met beiden een inkomen, tot de kinderopvang worden toegelaten, komen de ouders in aanmerking voor een kinderopvangtoeslag, uit te betalen via de belastingdienst. Indien echter één ouder/partner geen inkomen heeft, komen die ouders niet voor een kinderopvangtoeslag in aanmerking.

De verwijzing naar artikelen 1.5 en 1.6 van de Wet kinderopvang vergemakkelijkt de aanwijzing van de ouders/kinderen waarvoor de gemeente een subsidie aan de instelling verstrekt voor ouders die niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag.

 

Neemt het kind deel aan het peuterwerk en de ouder kan aantonen dat in het betreffende jaar er geen recht op kinderopvangtoeslag is, dan ontvangt de uitvoerende kinderopvanginstelling een subsidie.

 

Men kan op een aantal manieren aantonen dat er geen recht is op de kinderopvangtoeslag. Het meest eenvoudige is om een inkomensverklaring IB-60 aan te vragen bij de Belastingdienst. Als een ouder geen IB-60-formulier kan ontvangen dan dient door de ouder(s) zelf verklaard en aangetoond te worden dat geen inkomen wordt genoten c.q. dat sprake is van één-verdienende ouders. Voor meer informatie kunnen ouders op de website van de gemeente Heeze-Leende een tweetal documenten raadplegen: Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag en Toelichting bij verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag. Op het moment dat men de verklaring ondertekend en ingeleverd heeft bij kinderopvang stuurt kinderopvang de verklaring op naar de gemeente. Als zodoende blijkt dat men recht heeft op gemeentelijke subsidie kan per direct met deelname het peuterwerk van acht uur per week worden begonnen. De organisaties die gesubsidieerd peuterwerk verzorgen, zullen op maandbasis achteraf bij de gemeente een factuur indienen waarop een overzicht staat van de kinderen die deel hebben genomen aan het peuterwerk, met daarbij het aantal uren. Hierbij geldt dat enkel aanspraak gemaakt kan worden op de subsidie voor de peuters die het peuterwerk bij de instelling gedurende het betreffende jaar volgen. Er kan dus niet met terugwerkende kracht voor eerdere jaren subsidie worden gevraagd.

Overigens ontvangt de instelling geen subsidie ten behoeve van kinderen waarvan de ouders recht hebben op de kinderopvangtoeslag, maar daar geen gebruik van (wensen te) maken.

 

In het vierde lid is bepaald dat het uurtarief voor uitvoering van het peuterwerk gelijkgesteld wordt aan het uurtarief voor VVE en jaarlijks wordt geïndexeerd.. Per 1 augustus 2020 is dat bedrag vastgesteld op € 9,83, met een eerste indexering per 1 januari 2022. Op basis van hun inkomen betalen ouders een eigen bijdrage van minimaal € 0,33 en maximaal € 5,41, volgens de VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2020. Deze ouderbijdrage wordt bij de start van een traject vastgesteld en wijzigt tussentijds niet. De ouderbijdrage voor nieuwe kinderen wordt jaarlijks op 1 januari bijgesteld volgens de VNG-adviestabel.