Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
- -
gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrechtse Heuvelrug;
- -
gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;
- -
gelet op de door de Gemeenteraad en/of College vastgestelde kader:
- •
Collegebesluit van 8 maart 2022, waarin budget voor de Regeling Samen Verder is vastgesteld;
- •
Collegebesluit van 21 april 2022, waarin de besteding van de middelen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs is vastgesteld;
- •
Nota Samen leven, samen doen;
- -
overwegende dat het wenselijk is om partijen de mogelijkheid te bieden om voorstellen in te dienen die bijdragen aan de doelen zoals verwoord in artikel 2 van deze regeling;
Besluiten vast te stellen de volgende subsidieregeling Samen Verder.
Deze regeling is een nadere regeling van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug (ASV). Voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van de ASV van toepassing. Deze regeling geldt tot 31-12-2023 en kan worden ingetrokken als de daarvoor bestemde financiële middelen zijn komen te vervallen en/of er geen aanleiding meer is om met subsidies coronasteun te bieden.
Voorstel:
Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Voorliggend veld: het voorliggend veld bestaat uit wat inwoners zelf met en voor elkaar doen, (vrijwilligers)organisaties, organisaties die een brugfunctie vervullen en algemene voorzieningen die toegankelijk en bereikbaar zijn voor iedereen, zoals onderwijs, sport en welzijn.
- b.
Aanvullende zorg: hulp en ondersteuning op indicatie voor zware en complexe problematiek waar specialistische kennis voor nodig is.
- c.
Transformatie: voorkomen of het verminderen van het beroep op de aanvullende zorg door inzet van lichtere vormen van zorg en ondersteuning (de beweging naar voren).
- d.
Nationaal Programma Onderwijs: programma van het Rijk voor de aanpak van onderwijsvertragingen door de coronacrisis
Artikel 2 Beleidsdoelstelling
Deze regeling richt zich op het tegengaan en/of verzachten van de negatieve sociale effecten van corona en de coronamaatregelen op inwoners en het ondersteunen van hen die daardoor extra zorg en ondersteuning nodig hebben. De regeling maakt (versterking van) preventieve en innovatieve inzet mogelijk in het sociaal domein. Door in te zetten op preventie worden problemen –en/of de verergering daarvan - voorkomen. Tevens biedt deze regeling de mogelijkheid om vormen van samenwerking te versnellen en versterken. De verlening van deze projectsubsidie moet leiden tot een langdurig effect op onderstaande doelen. Deze subsidie is niet bedoeld voor inzet op structurele tekorten in reguliere capaciteit in het voorliggend veld of aanvullende zorg.
Deze regeling faciliteert inzet die bijdraagt aan de volgende doelen:
CATEGORIE A:
- 1.
Bevorderen van een gezonde leefstijl.
- 2.
Verminderen van eenzaamheid van jongeren.
- 3.
Verminderen van eenzaamheid van ouderen.
- 4.
Ondersteunen van mensen met psychische kwetsbaarheid.
Ook faciliteert deze regeling in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs inzet die bijdraagt aan de volgende doelen:
CATEGORIE B:
- 5.
Bevorderen sociaal emotionele ontwikkeling en het positief welbevinden van kinderen in het onderwijs.
- 6.
Vergroten van kansengelijkheid voor kinderen in het onderwijs.
Artikel 3 Eisen aan de aanvrager
- 1.
De subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.
- 2.
De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon die al een subsidie krijgt van het college, een inkoopcontract heeft bij het college voor Wmo of Jeugdwet aanvullende zorg of vanuit een onderwijs-gerelateerde instelling gevestigd in de gemeente.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
In het kader van deze regeling stelt het college de volgende eisen aan de uitvoering van activiteiten:
- 1.
Activiteiten richten zich op doelen genoemd in artikel 2. Tevens dragen de activiteiten bij aan kansen om de transformatie versneld of op nieuwe manieren door te zetten. Hierbij wordt inzet gebaseerd op een heldere probleemstelling en de ervaring van aanvrager(s) in de praktijk. Daarbij wordt gedacht aan:
- •
Het versterken van het voorliggende veld;
- •
De verbinding van het voorliggende veld met de (aanvullende) zorg;
- •
Het versterken van de veerkracht van onze inwoners.
- 2.
Activiteiten worden uitgevoerd in samenwerking met één of meerdere partners. Tenzij de aanvrager goed kan onderbouwen waarom dat in een specifieke situatie niet aan de orde is.
- 3.
De aanvrager hanteert bij het uitvoeren van de activiteiten deze richtinggevende principes:
- •
Het is onze bedoeling dat inwoners sneller, betere, meer passende en lichtere ondersteuning krijgen dan voorheen.
- •
We gaan uit van mogelijkheden: aansluiten bij wat inwoners en zijn/haar omgeving zelf kunnen.
- 4.
De subsidieaanvraag draagt bij aan één of meerdere doelen uit categorie A, zoals genoemd in artikel 2, of aan één of beide doelen uit categorie B, zoals genoemd in artikel 2. Een combinatie tussen categorie A of B is niet mogelijk.
Artikel 5 Eisen aan de subsidieaanvraag
Aan de subsidieaanvraag wordt een aantal eisen gesteld.
- 1.
- 2.
De subsidieaanvraag bestaat uit:
- a.
Een digitaal verstuurd ingevuld aanvraagformulier.
- b.
Een activiteitenplan van maximaal twee A4’tjes waarin staat:
- -
- -
de categorie (A of B) en doel (1-6) waar de activiteit aan bijdraagt (zoals genoemd in artikel 2);
- -
welke resultaten de aanvrager met de activiteit(en) wil bereiken en waarom die activiteit(en) daarvoor nodig zijn;
- -
een onderbouwing van de noodzaak van de activiteit(en) op basis van een probleemstelling;
- -
de doelgroep waar u zich op richt;
- -
hoe u de doelgroep vooraf betrokken heeft bij het tot stand komen van deze aanvraag;
- -
met wie en hoe de aanvrager samenwerkt;
- -
- -
de omvang van de subsidie die aan het college wordt gevraagd.
- c.
Een begroting, met de kosten en inkomsten per activiteit. In de begroting maakt de aanvrager inzichtelijk hoe iedere activiteit is opgebouwd. De aanvrager geeft in elk geval inzicht in:
- -
- -
algemene kosten/organisatiekosten;
- -
huisvestingskosten (mits uit de aanvraag blijkt dat deze kosten aannemelijk en noodzakelijk zijn);
- -
- -
inkomsten: gesplitst in subsidie van het college en overige inkomsten (bv inkomsten uit (ver)huur, deelnemersbijdragen, fondsen).
- d.
Uit de subsidieaanvraag moet blijken op welke wijze de voorgestelde activiteiten verschillen van activiteiten waarvoor de aanvrager reeds financiering ontvangt. Deze éénmalige subsidie is aanvullend op de reguliere activiteiten en mag niet dubbelen met lopende opdrachten, subsidies of andere financiële regelingen.
Artikel 6 Indieningstermijn subsidieaanvraag
Er zijn twee mogelijke termijnen voor de aanvraag van de subsidie voor de in artikel 4 genoemde activiteiten. Hierbij geldt dat wanneer het subsidieplafond bereikt is na beoordeling bij de eerste termijn, de tweede termijn komt te vervallen.
- •
De eerste termijn loopt tot en met 31 mei 2022, beoordeling vindt plaats uiterlijk 30 juni 2022.
- •
De tweede termijn loopt van 1 juni tot en met 30 september 2022, beoordeling vindt plaats uiterlijk 31 oktober 2022.
Van deze indieningstermijnen kan worden afgeweken, indien het college oordeelt dat er omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.
Artikel 7 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager
Alleen voor de activiteit noodzakelijke kosten komen in aanmerking voor subsidie. Er is een maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager van € 200.000. Van het maximale subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager kan worden afgeweken, indien het college oordeelt dat er omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.
Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag
De aanvragen die tijdig en volledig zijn ontvangen en voldoen aan alle bovenstaande eisen, worden vervolgens op basis van de onderstaande criteria beoordeeld en met elkaar vergeleken:
- 1.
Verwachte opbrengst/effect (totaal 40 punten, max. 10 punten per subcategorie):
- a.
de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan de beleidsdoelstelling;
- b.
hoe mogelijk structurele borging van de activiteiten vorm krijgt;
- c.
de prijs/kwaliteitverhouding: hierbij worden geen vaste normen gehanteerd, maar wordt bekeken hoe de omvang, aard en het bereik van de activiteiten zich verhouden tot de opgevoerde kosten;
- d.
de mate waarin de aanvrager vrijwilligers betrekt bij de uitvoering van activiteiten.
- 2.
Onderbouwing van de activiteiten (totaal 40 punten, max. 10 punten per subcategorie):
- a.
de mate waarin de aanvraag past onder de beleidsdoelstelling en de richtinggevende principes;
- b.
de mate waarin de behoefte aan activiteiten is onderbouwd en het aanvullend is op wat er al is;
- c.
de mate van inclusiviteit van de activiteiten;
- d.
de mate waarin de aanvrager inwoners en eventueel doelgroepen betrekt bij het bedenken en uitvoeren van de activiteiten.
- 3.
Kwaliteit en samenwerking (totaal 30 punten, max. 10 punten per subcategorie):
- a.
de mate van aantoonbare ervaring van de aanvrager met het uitvoeren van activiteiten voor betrokken doelgroepen;
- b.
de mate waarin de aanvraag en activiteiten zijn afgestemd en samen worden uitgevoerd met zorgorganisaties en partners in het voorveld (welzijn, informele zorg en inwonersinitiatieven) en elkaar versterken;
- c.
mate van kennis en betrokkenheid bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de dorpen.
Artikel 9 Besluitvorming
Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:
De aanvragen voor subsidies in categorie A en B (artikel 2) worden los van elkaar maar volgens dezelfde procedure beoordeeld. Indien dit beter bijdraagt aan de beleidsdoelstelling zoals verwoord in artikel 2 kan de subsidie ingediend onder categorie A beoordeelt worden in het kader van categorie B (en vice versa)
De tijdig en volledig ontvangen aanvragen worden op basis van de in artikel 8 benoemde criteria cijfermatig beoordeeld en moeten minimaal 60 punten behalen. De aanvragen die minimaal 60 punten hebben behaald worden vervolgens met elkaar vergeleken op basis van de gegeven punten. Subsidieverlening gebeurt op basis van de waardering van de aanvraag aan de hand van de beoordelingscriteria en een weging op basis van een goede spreiding over de dorpen en een goede spreiding over de inhoudelijke thema’s. De beoordeling van de aanvragen gebeurt ambtelijk.
Binnen vier weken na de uiterste indieningstermijn(en) wordt besloten over de aanvraag.
Artikel 10 Verantwoording
Op de verantwoording van subsidies die aangevraagd en ontvangen zijn op grond van deze regel zijn artikelen 14, 15, 16 en 17 van de Asv van toepassing.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking op 01-05-2022 tot en met 31/12/2023 en wordt ingetrokken als de daarvoor bestemde financiële middelen zijn komen te vervallen en/of er geen aanleiding meer is met subsidies coronasteun te bieden.
Deze regeling wordt aangehaald als ‘Samen Verder’.