Organisatie | Rheden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Toetsingsprotocol Bouwbesluit gemeente Rheden |
Citeertitel | Beleidsregels Toetsingsprotocol Bouwbesluit gemeente Rheden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-07-2022 | 02-04-2019 | nieuwe regeling | 02-04-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht en van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet algemene bepalingen en het Besluit omgevingsrecht;
overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen voor het toetsen van aanvragen om een omgevingsvergunning inzake een bouwactiviteit aan de algemeen verbindende voorschriften van het Bouwbesluit;
vast te stellen de Beleidsregels Toetsingsprotocol Bouwbesluit gemeente Rheden
Dit Toetsingsprotocol Bouwbesluit gemeente Rheden (verder Toetsingsprotocol) omschrijft hoe diepgaand wij in de gemeente Rheden aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen toetsen aan de algemeen verbindende voorschriften van het Bouwbesluit. De diepgang van toetsen is afhankelijk van risico’s en (bestuurlijke) prioriteiten. Met het bestuurlijk vaststellen van dit Toetsingsprotocol is voor iedereen inzichtelijk wat het gehanteerde minimale toetsniveau is, wat in welke mate wordt getoetst en wat de daarbij gehanteerde risico-analyse is. Het vaststellen van een toetsingsprotocol is een voortvloeisel uit de VTH-kwaliteitscriteria, waarmee onder meer beoogd wordt de kwaliteit van het proces (transparantie en bestuurlijke vastlegging) en de inhoudelijke eisen en prioriteitstelling (de minimale ondergrens binnen werkprocessen) te borgen.
Ontwikkeling ‘Toetsingprotocol Bouwbesluit gemeente Rheden’
Sinds de invoering van de Wabo in 2010 hebben wij veel verbeteringen doorgevoerd in het werkproces van de Wabo-vergunningverlening, met name rond klantgericht werken. Transparantie en eenduidigheid in toetsing is hierin belangrijk. Wij kunnen zo klanten voorafgaand aan de indiening van de aanvraag nog beter informeren over de voorwaarden en haalbaarheid van de plannen met als gevolg minder afwijzingen, minder bezwaren en snellere afhandeling. Bovendien kunnen wij gerichter stukken vragen, waardoor klanten geen kosten hoeven te maken voor stukken die wij niet nodig hebben voor de toetsing van een aanvraag.
Rond 2015 hebben wij een Rhedens Toetsingsprotocol ontwikkeld, die in grote lijnen aansluit bij de Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit (LTB 2012). Afgelopen jaren hebben wij ervaring met het Toetsingsprotocol opgedaan en op enkele punten nog aangepast. Bedoeling was het Toetsingsprotocol in 2016 vast te stellen met de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), waarmee voor een deel van de bouwwerken de toetsing aan het Bouwbesluit niet meer bij de gemeente zal liggen. De Wkb is echter uitgesteld en nu voorzien in op zijn vroegst 2021 (met de komst van de Omgevingswet). Wij willen daarom nu toch los van de Wkb het Toetsingsprotocol vastleggen. Wel anticiperen wij in het toetsingsprotocol op de Wkb bij de indeling van de verschillende categorieën van bouwwerken. Dit maakt inzicht mogelijk in de gevolgen van de Wkb voor de gemeente.
Wij toetsen aanvragen voor een omgevingsvergunning bouwen naast het Bouwbesluit 2012 ook aan de voorschriften uit het bestemmingsplan, aan redelijke eisen van welstand en de gemeentelijke bouwverordening. Wij beoordelen deze aspecten aan de hand van andere beleidsplannen, zoals de welstandsnota en de geldende bestemmingsplannen. Dit protocol zegt hier niets over.
Dit toetsingsprotocol ziet ook niet toe op het vergunningvrij bouwen. Deze bouwwerken moeten echter wel aan het Bouwbesluit 2012 voldoen. Omdat hiervoor geen vergunningaanvraag hoeft te worden ingediend, kunnen deze bouwplannen niet vooraf getoetst worden. Controle vindt plaats in de toezichthoudende en handhavende sfeer.
Het Toetsingsprotocol betreft uitsluitend vergunningverlening. Vergunningverlening en toezicht op de vergunde activiteiten liggen in elkaars verlengde. De inhoud van het toetsingsprotocol heeft ook consequenties voor en raakvlakken met het handhavingsbeleid en is daarop afgestemd.
2 Bouwbesluit 2012 en Landelijke Toetsmatrix
Het Bouwbesluit 2012 is een Algemene maatregel van bestuur waarin voorschriften zijn
opgenomen die de minimaal noodzakelijke kwaliteit van bouwwerken waarborgen. Het Bouwbesluit
2012 geeft voorschriften voor het bouwen van bouwwerken en ook voor het gebruik ervan. Het
Bouwbesluit maakt onderscheid in verschillende soorten van bouwwerken. Deze onderscheiding in
soorten bouwwerken is vertaald naar een indeling in gebruiksfuncties:
Deze gebruiksfuncties zijn belangrijk bij de toetsing, omdat de onderdelen waarop wij toetsen en de mate van diepgang, mede afhankelijk is van die gebruiksfuncties. De voorschriften in het Bouwbesluit voor deze gebruiksfuncties betreffen de thema’s die de concrete aspecten bevatten die getoetst worden. Het gaat om de volgende thema’s.
2.2 Landelijke toetsmatrix LTB2012
Het is in de praktijk ondoenlijk en ook niet wenselijk bouwplannen te toetsen aan alle voorschriften van het Bouwbesluit. Om inzichtelijk te maken waarop en hoe zwaar getoetst wordt, heeft een samenwerkingsverband met verschillende gemeenten en de vereniging Bouw en Woning Toezicht een praktisch hanteerbare toetsingsnorm ontwikkeld, de LTB2012. Veel gemeenten in Nederland hanteren inmiddels deze LTB2012. De Inspectie Leefomgeving en Transport, die toeziet op de bouwkwaliteit en de wijze waarop gemeenten die bewaken, heeft ingestemd met de LTB2012 en ziet het als een aanvaardbaar niveau van bouwplantoetsing.
De LTB2012 bevat een matrix die gebaseerd is op de gebruiksfuncties en thema’s van het Bouwbesluit 2012. De matrix fungeert als samenvatting van gemeentelijk toetsingsbeleid en als praktische hulpmiddel bij de uitvoering van de bouwplantoetsing. Per te toetsen onderdeel wordt een toetsniveau aangegeven. Deze toetsniveaus kennen een schaalverdeling van 1 tot en met 4, waarbij niveau 0 staat voor geen toetsing, niveau 1 staat voor een korte scan op uitgangspunten en 4 voor een integrale, grondige toetsing (zie Tabel 1, blz.5).
Niveau 0 is bedoeld voor aanvragen waarvoor een gecertificeerde toetsing op basis van Beoordelingsrichtlijn (BRL) 5019 heeft plaatsgevonden en de rapportage daarvan is aangeleverd bij de aanvraag. BRL 5019 is het KOMO®-managementsysteemcertificaat voor Bouwplantoetsingen aan het Bouwbesluit. De BRL 5019 maakt het mogelijk een bouwaanvraag in te dienen die vooraf getoetst is aan het Bouwbesluit door een daarvoor gecertificeerd bedrijf. Dit geldt alleen voor aanvragen waarbij alle scopes onder de vigeur van de BRL 5019 zijn getoetst. Toetsingsniveau 0 komt in de landelijke toetsmatrix niet voor.
Feitelijk is niveau 1 niet meer dan het beoordelen of alle stukken beschikbaar zijn die conform de ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) nodig zijn om de aanvraag (voor een bouwactiviteit) inhoudelijk te kunnen behandelen. Voorheen werd deze beoordeling aangeduid als de ontvankelijkheidstoets conform het besluit indieningsvereisten uit de Mor.
Bouwwerken en verbouwingen worden in de Wkb ingedeeld in drie gevolgklassen waarbij de Wkb aansluit bij de Europese regelgeving van consequence classes als bedoeld in de Eurocodes. Constructieve veiligheid en brandveiligheid zijn de twee aspecten met de grootste directe gevolgen voor gebruikers in geval van falen van een bouwwerk. Deze twee aspecten bepalen daarom de indeling van bouwwerken in gevolgklassen 1, 2 en 3 ‘laag – middel – hoog’ ofwel
Tot gevolgklasse 1 wordt gerekend bouwen en verbouwen van vergunningplichtige bouwwerken voor zover voor het gebruik van die bouwwerken geen melding of vergunning brandveilig gebruik nodig is en de hoogte niet meer dan 20 meter is. Ook mag geen sprake zijn van een gelijkwaardige oplossing met betrekking tot constructieve veiligheid of brandveiligheid. Het veranderen van bouwwerken die onder een hogere gevolgklasse vallen is toegestaan onder gevolgklasse 1, indien de hoofddraagconstructie niet wordt gewijzigd en het veranderen niet tot gevolg heeft dat een (nieuwe) melding brandveiligheid gebruik moet worden gedaan of een (nieuwe) vergunning brandveilig gebruik moet worden aangevraagd.
3 Toetsen aan Bouwbesluit in Rheden
3.1 Gemeentelijke accenten en vertaling naar Toetsmatrix
Wij richten ons bij de toetsing aan het Bouwbesluit van bouwaanvragen primair op aanvraagonderdelen die tot calamiteiten kunnen leiden, wanneer daarin fouten of nalatigheden voorkomen en die na realisatie van een plan niet meer of slechts zeer moeilijk te corrigeren zijn. Publiek toegankelijke bouwwerken, bedrijfsmatige bouwwerken met een hoge gebruiksintensiteit en projectmatige nieuwbouw van woningen krijgen daarom de meeste aandacht. Kleinere bouwwerken toetsen wij doorgaans minder intensief. De controlewerkzaamheden betreffen in hoofdlijnen het controleren van de hoofddraagconstructie van een bouwwerk waaronder de funderingsconstructie en de sterkte van de vloer-, wand - en dakconstructie. Ook worden de stabiliteit en de brandwerendheid van de constructies van het bouwwerk beoordeeld.
Wij gebruiken voor de toetsing van de bouwaanvragen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 de methodiek van de LTB2012. Zo maken wij gebruik van landelijke expertise en is een geaccepteerd, risicogericht en praktisch instrument.
Op enkele onderdelen wijken wij af:
3.2 Toetsen bouwwerken met een laag en matig risico
Vanuit de gedachte van risicogericht toetsen willen wij vooral aandacht besteden aan bouwwerken met hoog bouwtechnisch risico. Hiertoe hebben wij alle bouwwerken ingedeeld in 3 risicocategorieën: laag, matig en hoog risico.
Bouwwerken met een laag risico zijn bijvoorbeeld:
Bouwwerken met een matig risico zijn bijvoorbeeld:
Bouwwerken met een hoog risico zijn de overige bouwwerken. Voor een volledig overzicht van de indeling van de bouwwerken, zie Bijlage 2.
Bij twijfel toetsen wij diepgaander. De aanvrager kan dan alsnog worden gevraagd om (uitgebreidere) gegevens te overleggen. Hierbij gaat het om uitzonderingsgevallen waarbij gerede twijfel bestaat dat het bouwplan niet voldoet aan het Bouwbesluit.
Aanvragen met een gecertificeerde toetsing op basis van Beoordelingsrichtlijn (BRL) 5019 beschouwen wij als aanvragen met weinig risico. Alleen gecertificeerde bedrijven kunnen dergelijke aanvragen indienen. De BRL 5019-certificering borgt de kwaliteit. Wij checken de certificering van de bedrijf en toetsen de aanvraag zelf niet opnieuw (toetsniveau 0).
Grotendeels sluit de Rhedense toetsmatrix aan bij de LTB2012. Op enkele onderdelen wijken wij
Wij hechten veel belang aan brandveiligheid. Wij toetsen op de meeste deelaspecten grondiger
(niveau 4) dan de LTB2012. Wij volgen hierin de regionale afspraken met de VGGM.
Constructieve veiligheid toetsen wij conform de werkwijze beschreven in het landelijke Kennisportaal Constructieve Veiligheid (kpcv.nl), de digitale opvolger van het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid. Wij kiezen daarin bij gerenommeerde adviseurs het Toetsprotocol: Indiener voldoet wel aan compendium, langdurige tijdsdruk en bij twijfel aan de deskundigheid van de adviseur het Toetsprotocol: Indiener voldoet niet aan compendium, langdurige tijdsdruk.
Enkele deelaspecten van bouwfysica en installatievoorzieningen toetsen wij op een lager toetsingsniveau dan de landelijke norm. Dit betreft onderwerpen die minder prioriteit hebben vanwege de geringe maatschappelijke impact van eventuele fouten. Wij rekenen deze technische onderdelen primair tot de verantwoordelijkheid van de aanvrager.
Afdeling 5.3 van het Bouwbesluit (Labelverplichting, bestaande bouw) gaat gelden per 1 januari 2023. Om deze reden hebben wij nu nog geen toetsniveau opgenomen.
In bijlage zijn de verschillen van de Rhedense toetsmatrix (exclusief brandveiligheid) ten opzichte van de landelijke toetsmatrix weergegeven.
3.4 Ontvankelijkheidstoets en indieningsvereisten
Voor het goed en inhoudelijk juist beoordelen van bouwaanvragen moet bij de bouwaanvraag voldoende informatie zijn gevoegd. Welke informatie, de zogenaamde indieningsvereisten, een aanvrager bij moet voegen, zijn landelijk geüniformeerd en staat beschreven in de Ministeriele Regeling Omgevingsrecht (Mor). De indieningsvereisten voor de toetsing aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 zijn onder artikel 2.2 beschreven. Dit kunnen heel veel documenten, tekeningen en rapporten zijn, die gezien het aangevraagde bouwplan en de bijbehorende diepgang van toetsing in de praktijk niet altijd nodig zijn. Wij vinden het onnodig een aanvrager kosten te laten maken voor het aanleveren van gegevens, die wij niet gebruiken voor de toetsing of die wij met simpele teksten op tekening of door middel van (digitaal) opmeten van een tekening deze gegevens kunnen vinden. Wij hebben daarom per te toetsen onderdeel uitgewerkt welke gegevens bij een aanvraag vereist zijn, daarbij de methodiek van de toetsmatrix volgend: hoe groter het risico, hoe grondiger getoetst en hoe meer gegevens vereist of andersom weinig, minimale toetsing en weinig gegevens vereist, zie Bijlage 4. Wij gebruiken deze tabel in onze communicatie met aanvragers.
Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 2 april 2019.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
burgemeester.
secretaris.
Bijlage 1 Toelichting toetsingsniveau met voorbeelden
Bijlage 4 Toetsmatrix Bouwbesluit en indieningsvereisten
Niveau 1: snelle controle (quick scan) Altijd bij categorie 2 bouwwerk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plattegronden en enige relevante doorsneden, en informatie over de optreden en aantreden | Plattegronden en enige relevante doorsneden en details met maatvoering van de optreden, aantreden en vrije hoogte | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plattegronden en doorsneden waarop de hellingbaan staat aangegeven | Plattegronden en enige relevante doorsneden en informatie over de hellingshoek van de hellingbaan | Plattegronden en enige relevante doorsneden en maatvoering van de hellingbaan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plattegronden en doorsneden waarop de beweegbare constructieonderdelen op aangegeven staan | Op de plattegrond en aanzicht moet de draairichting van de beweegbare constructieonderdelen aangegeven zijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plattegronden en relevante doorsneden vv maatvoering incl. van een eventuele hellingbaan in de tunnel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beperking van de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling | Tekstuele informatie over de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gegevens (tekstuele informatie op tekening) over de bescherming tegen het binnendringen van ratten muizen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanduiding op tekening van verblijfsgebied(en) en verblijfsruimten in m2 | Aanduiding op tekening van verblijfsgebied(en) en verblijfsruimten middels arcering en aanduiding m2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanduiding functies op plattegrond vv maatvoering dan wel uit tekening op te meten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het aangeven van de (gemeenschappelijke) toegankelijkheidssector op tekening, doorsnedetekeningen. Vrije doorgang: gemaatvoerde plattegronden en doorsneden. Tekstuele aanduiding vrije doorgang toegangen. De tekstuele aanduiding dat de drempels maximaal 0,02m bedragen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanvullende regels tunnelveiligheid, nieuwbouw en bestaande bouw | Situatietekening, plattegrond(en), en relevante doorsneden voorzien van tekstuele informatie waaruit blijkt dat wordt voldaan aan deze afdeling | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten nieuwbouw en bestaande bouw | Plattegronden en doorsneden waarop overbrugging van hoogteverschillen (trap, hellingbaan) staan aangegeven | Plattegronden en doorsneden waarop overbrugging van hoogteverschillen (trap, hellingbaan) staan aangegeven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit, nieuwbouw en bestaande bouw | Tekstuele informatie waaruit blijkt dat de toegangsdeur zelfsluitend is (uitsluitend van buitenaf met een sleutel te openen) en een spreekinstallatie aanwezig is | Tekstuele informatie waaruit blijkt dat de toegangsdeur zelfsluitend is (uitsluitend van buitenaf met een sleutel te openen) en een spreekinstallatie aanwezig is | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Veiligheidsvoorzieningen op tekening. - Ingevulde Checklist Veilig onderhoud op en aan gebouwen 2012 (beschikbaar via rijksoverheid.nl) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overige bepalingen veilig en gezond gebruik, nieuw- bouw en bestaande bouw | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanduiding op situatietekening stallingsruimte voor fietsen incl. m2. | Aanduiding op tekening stallingsruimte voor fietsen incl. m2. Breedte vloeropp. en hoogtemaat bij overdekte stalling aanduiden/te meten van tekening. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Materiaalgebruik (bijv. akoestisch plafond)- en opbouw dient aangegeven te zijn (middels details). Er hoeft geen berekening aangeleverd te worden | Materiaalgebruik (bijv. akoestisch plafond)- en opbouw dient aangegeven te zijn (middels details). Er hoeft geen berekening aangeleverd te worden | Geluidberekening, informatie van bijvoorbeeld suskasten en details | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties, nieuwbouw | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Materiaalgebruik- en opbouw (middels details) dient aangegeven te zijn.Wateropname artikel 3.23: middels tekstuele aanduiding waaruit blijkt dat wordt voldaan aan dit art. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Te openen ramen, ventilatieroosters dienen op de tekening in de aanzichten en plattegronden aangegeven te zijn | ventilatieroosters dienen op de tekening in de aanzichten en plattegronden aangegeven te zijn. Ventilatiebalansberekening en luchtstromings-schema’s, alle toevoer- en | Te openen ramen, ventilatieroosters dienen op de tekening in de aanzichten en plattegronden aangegeven te zijn. Ventilatiebalansberekening en luchtstromings- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schema’s, alle toevoer-, overstroom en afvoervoorzieningen op tekening aangeven. Berekening en aanduiding afmeting overstroomvoorzieningen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Te openen constructieonderdelen op zowel aanzichten als in de plattegronden aanduiden | constructieonderdelen op zowel aanzichten als in de plattegronden aanduiden | constructieonderdelen op zowel aanzichten als in de plattegronden aanduiden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daglichttoetredingsberekening, gemaatvoerde geveltekeningen en plattegronden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beng-berekening incl. kwaliteitsverklaringen Berekening warmteweerstand uitwendige scheidingsconstructies | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie | Duidelijke tekeningen op schaal met daarop de compartimentering, materiaalgebruik en aanduiding rookmelders | Duidelijke tekeningen op schaal met daarop de compartimentering, vluchtroutes, draairichting deuren, materiaalgebruik, detaillering en de benodigde installaties incl. de daarbij behorende NEN normen. Situatietekening. Gelijkwaardige oplossingen dienen te worden onderbouwd. | Duidelijke tekeningen op schaal met daarop de compartimentering, vluchtroutes, draairichting deuren, materiaalgebruik, detaillering en de benodigde installaties incl. de daarbij behorende NEN normen. Situatietekening. Gelijkwaardige oplossingen dienen te worden onderbouwd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Duidelijke tekeningen op schaal met daarop de compartimentering, vluchtroutes, draairichting deuren, materiaalgebruik, detaillering en de benodigde installaties incl. de daarbij behorende NEN normen. Situatietekening. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bereikbaarheid van hulpverleningdiensten, nieuwbouw en bestaande bouw | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorkomen van brandgevaar en ontwikkeling van brand, nieuwbouw en bestaande bouw | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanduiding op tekening van aan- en afvoer van de verbrandingslucht | Aangegeven te zijn waar en hoe de verbrandingslucht toegevoerd wordt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatie omtrent en aanduiding op tekening van noodstroomvoorzieningen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorzieningen voor het afnemen en gebruiken van energie, nieuwbouw en bestaande bouw | Aanduiding op tekening van de electriciteits- en gasvoorziening | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tekstuele informatie over de watervoorzieningen op tekening aanduiden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater, nieuwbouw en bestaande bouw | Rioleringsplan, aanduiding op tekening van de locatie en capaciteit van de infiltratievoorziening en capaciteitsberekening infiltratievoorziening (op hoofdlijn) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scope: A=algemeen bouwkundig, B=contructief, C=brandveiligheid, D=bouwfysica, E=installaties.