Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Beleidsnota Aanpak permanente bewoning recreatieverblijven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnota Aanpak permanente bewoning recreatieverblijven
CiteertitelBeleidsnota Aanpak permanente bewoning recreatieverblijven
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-07-202221-12-2004nieuwe regeling

21-12-2004

gmb-2022-344088

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota Aanpak permanente bewoning recreatieverblijven

De gemeenteraad van de gemeente Rheden;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht en van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet algemene bepalingen en het Besluit omgevingsrecht;

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen welke sturing geven aan de aanpak van permanente bewoning in recreatieverblijven;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de beleidsregels Beleidsnota Aanpak permanente bewoning recreatieverblijven

1. Inleiding

 

Veel Nederlandse gemeenten hebben te maken met permanente bewoning van recreatiewoningen. Deze problematiek speelt ook in de gemeente Rheden.

De minister van VROM wil duidelijkheid bieden aan de burgers over het beleid dat gevoerd wordt ten aanzien van de permanente bewoning van recreatiewoningen. Daarom heeft zij bij brief van 10 oktober 2003 aan de Tweede Kamer een voorstel gedaan voor een beleidslijn ten aanzien van deze problematiek. In de brief wordt aangegeven dat provincies en gemeenten uiterlijk op 31 december 2004 duidelijkheid moeten hebben geboden aan burgers over het beleid ten aanzien van de bewoning van recreatiewoningen en de handhaving daarvan. Het voorstel van de minister en de daarin aangegeven datum van 31 december 2004 worden nu als richtlijn bij het ontwikkelen van beleid door gemeenten gehanteerd. De minister biedt in het door haar voorgestane beleid ruimte aan gemeenten om in specifieke gevallen het bestemmingsplan te wijzigen van 'recreatie' naar 'wonen'. De minister geeft aan dat deze bestemmingsplanwijziging enkel mogelijk is, indien sprake is van complexen van recreatiewoningen:

  • -

    die op 31 oktober 2003 in grote mate onrechtmatig worden bewoond;

  • -

    die zijn gelegen buiten de Ecologische Hoofdstructuur, Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, Natuurbeschermingsgebieden, de huidige Bufferzones en de in de Nota Ruimte nader te bepalen (delen van) Nationale Landschappen;

  • -

    die thans niet bedrijfsmatig worden geëxploiteerd;

  • -

    waarvan de woningen voldoen aan het Bouwbesluit;

  • -

    waarvan een bestemmingswijziging niet in strijd is met de toepasselijke milieuwetgeving.

De gebieden in de gemeente Rheden waar recreatiewoningen aanwezig zijn liggen allemaal in waardevolle en/of kwetsbare gebieden die vallen onder de Vogel- en Habitatrichtlijn, namelijk het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN). Dit betekent dat er voor deze gebieden geen mogelijkheid is

om tot een bestemmingsplanwijziging over te gaan. Er kan derhalve niet gelegaliseerd worden.

De minister is van mening dat voor de bestaande gevallen, recreatiewoningen die al permanent bewoond worden, voor de door de gemeenteraad in haar beleid vast te stellen peildatum (de datum vanaf waar gehandhaafd kan worden), handhaving achterwege dient te blijven en volstaan kan worden met een persoonsgebonden gedoogbeschikking. Dit betekent dat de huidige bewoners er mogen blijven wonen en dat als deze bewoners vertrekken er niet opnieuw permanent gewoond mag worden.

Vereiste voor het afgeven van een persoonsgebonden gedoogbeschikking is wel dat de recreatiewoning voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit 2003.

De provincie Gelderland kiest niet voor een systeem van gedoogbeschikkingen maar wil eerst handhaven en pas wanneer dit niet mogelijk is gebleken kan er een persoonsgebonden gedoogbeschikking worden verleend. Op dit terrein is er gemeentelijke beleidsvrijheid hoe er met deze gevallen zal worden omgegaan.

1.1 Wat is permanente bewoning

Er is sprake van permanente bewoning als een bewoner zijn hoofdverblijf houdt op het adres van het recreatieverblijf. Dit is het geval als het adres het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke activiteiten van de bewoner. Dat betekent dat ook indien de bewoner niet ingeschreven staat op het adres van de recreatiewoning er sprake kan zijn van permanente bewoning. Er kan worden aangenomen dat iemand permanent woont in een recreatiewoning als hij in de woonruimte gedurende een aaneengesloten periode van een halfjaar meer dan de helft van de nachten in de recreatiewoning verblijft.

matige bewoning komt eveneens voor in stacaravans, chalets en volkstuinhuisjes, ook daar , kan sprake zijn van strijd met de ter plaatse geldende bestemmingplanvoorschriften.

1.2 Omvang problematiek

Om te achterhalen hoeveel recreatieverblijven permanent bewoond worden zijn diverse bronnen binnen de gemeentelijke administratie geraadpleegd. Tevens is er een overzicht ontvangen van een recreatieondernemer waarin het aantal voor permanente bewoning gebruikte recreatieverblijven is aangegeven.

De GBA-inschrijving is een van de belangrijkste bronnen voor de vaststelling van iemands feitelijke woonplaats. Uit de GBA blijkt, dat er in de gemeente Rheden in totaal 46 personen zich hebben ingeschreven op het adres van een recreatieverblijf. Het gaat om in totaal 27 recreatieverblijven die permanent bewoond worden door deze 46 personen:

Het betreft 31 personen op het terrein van camping De Jutberg. Het gaat daarbij om 8 recreatieverblijven, waarin 19 personen wonen die zich hebben ingeschreven in de GBA voor de peildatum en 9 recreatieverblijven, waarin 12 personen wonen, die zich in de GBA hebben ingeschreven na de peildatum.

Aan de Schietbergseweg zijn er 15 personen die ingeschreven staan in de GBA. Deze 15 personen zijn verdeeld over 10 recreatiewoningen. 2 personen wonend in 1 recreatieverblijf hebben zich na de vast te stellen peildatum ingeschreven in de GBA. De overige 13 personen, wonend in 9 recreatiewoningen hebben die zich voor de vaststelling van de peildatum in de GBA ingeschreven.

Niet iedere permanente bewoner van een recreatieverblijf schrijft zich in in de GBA, al is hij daartoe wel verplicht op grond van de wet GBA. Het is mogelijk dat bewoners de beschikking hebben over een schijnadres als hoofdwoonverblijf, maar desondanks permanent in een recreatieverblijf wonen.

Vanaf dat moment doet zich het probleem voor dat illegale permanente bewoning moeilijk is te bewijzen. Dit levert een hoge handhavinglast op voor gemeenten. De bewijsvoering is complex, opsporing en handhaving zijn zeer tijdrovend. Er is behoefte aan wet- en regelgeving die de bewijsmogelijkheden vergroten en aan een omkering van de bewijslast.

De minister van VROM is van mening dat de gemeenten wel voldoende middelen hebben om op te treden bij onrechtmatige permanente bewoning. Zij staat echter wel open voor verdere verbeteringen.

1.3 Termijnen

Voor 1 januari 2005 moet de gemeente het beleid t.a.v. de aanpak van permanente bewoning van recreatiewoningen hebben vastgesteld.

Uiterlijk 31 december 2005 dient volgens de minister van VROM het nieuwe beleid geëffectueerd te zijn. Dat betekent dat op 31 december 2005 in ieder geval met betrekking tot het voorgestelde beleid, de gedoogbeschikkingen verleend moeten zijn en het handhavingstraject gestart moet zijn.

2. Vaststelling peildatum

 

Nu onze gemeente volgens de door de minister gegeven richtlijnen m.b.t. de aanpak van illegale bewoning van recreatiewoningen niet tot legalisatie over kan gaan zal de gemeente handhavend moeten gaan optreden. Daarbij is het van belang een peildatum vast te stellen vanaf wanneer er zal worden opgetreden. Deze peildatum is vastgesteld door de minister op uiterlijk 31 oktober 20031 dan wel op een eerdere datum gekozen door het gemeentebestuur. In de jurisprudentie wordt ten aanzien van een juiste hantering van een peildatum de volgende maatstaf aangelegd.2 Met ingang van de datum waarop gezegd kan worden dat het gemeentebestuur voldoende bekendheid heeft gegeven aan het voornemen om te gaan handhaven moet het voor een ieder duidelijk zijn dat het gemeentebestuur, dat vaak jarenlang niet heeft opgetreden tegen permanente bewoning van recreatiewoningen, plannen heeft om hierin verandering te brengen.3 Te vroeg in de tijd gelegen peildata leveren onrechtmatige dwangsombesluiten op omdat het onderliggende handhavingsbeleid in zo'n geval onredelijk is. Duidelijk zal moeten worden gemaakt waarom de noodzaak tegen de overtreding op te treden, thans groter is dan voorheen.4

Peildata die te laat zijn gelegen, leveren mogelijk ook onrechtmatige dwangsombesluiten op omdat het gedoogbeleid waarop zij berusten rechtens onjuist kan zijn.5 Er zijn gemeenten die ervoor kiezen de peildatum vast te leggen op het moment van het inwerking treden van het ter plaatse geldende bestemmingsplan, andere gemeenten kiezen er voor om als peildatum de datum te kiezen waarop zij in de media hebben bekendgemaakt op te zullen gaan treden tegen illegale bewoning6. Veel gemeenten beschikken over peildata gelegen ergens is de jaren 90 van de vorige eeuw of zelfs daarvoor. Dat heeft tot gevolg dat gemeenten alsnog grote groepen permanente bewoners zullen moeten aanpakken.7 Het is waarschijnlijk niet verdedigbaar indien de gemeente Rheden voor een dergelijke peildatum zou kiezen aangezien zij voor 2002 niet actief handhaafde.

1 brief minister VROM 11 november 2003, TK 2003-2004, 29 200 XI, nr. 22.

2 ABRvS 12 november 2003, BR 2004, p. 239 (Harderwijk); ABRvS 30 juni 2003 (Oisterwijk)

3 J.B. Mus, Permanente bewoning van recreatieverblijven, De Gemeentestem, No. 7207, 8 mei 2004, p276.

4 P.J.J. Van Buuren, e.a., Bestuursdwang en dwangsom, tweede druk, W.E.J. Tjeenk Willink, p. 93.

5 J.B. Mus, Permanente bewoning van recreatieverblijven, De Gemeentestem, No. 7207, 8 mei 2004, p279.

6 ABRvS 12 november 2003, BR 2004, p. 239 (Harderwijk).

7 J.B. Mus, Permanente bewoning van recreatieverblijven, De Gemeentestem, No. 7207, 8 mei 2004, p.271.

Peildatum 9 april 2002

De peildatum vanaf wanneer er handhavend zal worden opgetreden tegen permanente bewoning van recreatiewoningen wordt vastgesteld op 9 april 2002. Voor deze datum is gekozen omdat er op deze datum een nieuwe beleidslijn is opgezet met het motto: 'De lijn wordt anders'. In dit nieuwe beleid is vastgesteld dat de gemeente Rheden werk gaat maken van een helder handhavingsregime op het gebied van de ruimtelijke ordening. Dit zou moeten leiden tot een stringentere toetsing van bouwaanvragen en striktere handhaving daarvan. Daarbij hoort ook handhavend optreden tegen overtredingen van het bestemmingsplan. Vanaf 9 april 2002 is consequenter opgetreden tegen overtredingen van de voorschriften van het bestemmingsplan en overige regelgeving.

Deze verandering van beleid is ook naar de burgers van de gemeente Rheden toe bekend gemaakt, o.a. door berichten in de krant.

De datum van 9 april 2002 heeft de voorkeur omdat vanaf dat moment door het college duidelijk een ander beleid is gevolgd waarbij opgetreden wordt tegen onder andere strijd met de bepalingen van het bestemmingsplan. Waar in geval van permanente bewoning van recreatiewoningen ook sprake van is.

Voor het instellen van de nieuwe beleidslijn werd er in de gemeente Rheden niet actief gehandhaafd tegen overtreding van voorschriften van het bestemmingsplan en overige regelgeving. Het is daarom niet verdedigbaar de peildatum eerder dan 9 april 2002 te leggen. Later zou ook problemen opleveren aangezien dat niet consequent en rechtvaardig zou zijn ten aanzien van de ingezette beleidslijn. Dat zou kunnen betekenen dat er op dit vlak langer geen sprake is van actieve handhaving van overtredingen dan op andere gebieden en dat levert rechtsongelijkheid voor de burger op.

Bij de overweging welke peildatum gekozen zou moeten worden zijn de volgende mogelijkheden overwogen:

28 november 1995 inwerkingtreding van het Bestemmingsplan 'Buitengebied 1995'

In artikel 23 van Bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' wordt aangegeven dat permanente bewoning van recreatiewoningen niet is toegestaan. Dat betekent dat er indien er permanent in de recreatiewoningen gewoond wordt dit is strijd met het bestemmingsplan is. Aangezien het College van B&W van de gemeente Rheden in die tijd nog niet consequent optrad tegen overtredingen van het bestemmingsplan is de datum van inwerkingtreding van het Bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' te vroeg.

25 september 1996 inwerkingtreding streekplan provincie Gelderland

De provincie Gelderland is van mening dat de Gelderse gemeenten hun peildatum zouden moeten vaststellen op 25 september 1996, de datum waarop het streekplan van de provincie Gelderland in werking is getreden. In het betreffende streekplan is duidelijk aangegeven dat permanente bewoning van recreatieverblijven in het landelijk gebied niet is toegestaan. De provincie Gelderland stelt dat dit provinciaal beleid was en dat dit sindsdien voor een ieder kenbaar is geweest.' Aangezien het College van B&W van de gemeente Rheden in die tijd nog niet consequent optrad tegen overtredingen van het bestemmings- en streekplan is de datum van inwerkingtreding van het 'streekplan Gelderland 1996' te vroeg.

31 oktober 2003 uiterste datum peildatum

De uiterste peildatum is door de minister vastgesteld op 31 oktober 2003. Alle gevallen van permanente bewoning die na deze datum ontstaan, komen niet in aanmerking voor een persoonsgebonden beschikking. Naast het wijzigen van de bestemming of het afgeven van persoonsgebonden beschikkingen, kunnen gemeenten er ook voor kiezen om het verbod op het permanent bewonen van een recreatiewoning te handhaven.

Deze datum ligt naar mening van het college te laat in de tijd aangezien er vanaf april 2002 voor is gekozen om handhavend op te treden tegen overtredingen van bestemmingsplanvoorschriften en overige regelgeving.

2 maart 2004 Vaststelling paraplunota

Deze datum is te laat, aanzien hij na de uiterste peildatum van 31 oktober 2003 valt.8 Statennotitie, Provincie Gelderland, 2 december 2003 — nr. RE2003.110665.

3. Beleid aanpak permanente bewoning recreatiewoningen

3.1 Permanente bewoning van recreatiewoningen

Permanente bewoning van een recreatiewoning kan als volgt worden omschreven:

Er is sprake van permanente bewoning als een bewoner zijn hoofdverblijf houdt op het

recreatieadres. Dit is het geval als het adres het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke

activiteiten van de bewoner.

Daarnaast kan worden aangenomen dat iemand permanent woont in een recreatiewoning als hij in de woonruimte gedurende een aaneengesloten periode van een half jaar meer dan de helft van de nachten verblijft.

3.2 Termijn om illegale bewoning te beëindigen

Op basis van eerder door andere gemeenten opgelegde dwangsommen en daarbij toegepaste termijnen kan uit jurisprudentie daarover worden geconcludeerd dat een termijn van 8 maanden een acceptabele termijn is om de permanente bewoning van recreatiewoningen te laten beëindigen.

3.3 Hoogte op te leggen dwangsommen

Op basis van opgelegde dwangsommen in andere gemeenten acht het college van B&W een lastgeving onder dwangsom met een hoogte van € 2.200,- per maand met een maximum van € 44.000,- (dat bedrag komt overeen met een voortdurende strijdigheid met de bepalingen uit het bestemmingsplan van 20 maanden) acceptabel om illegale permanente bewoning te beëindigen.

3.4 Verlening persoonsgebonden (gedoog)beschikking

Indien bewoners van recreatiewoningen op basis van gegevens in de GBA voor de peildatum op

het betreffende adres permanent woonden wordt er een persoonsgebonden (gedoog) beschikking

verleend. Deze beschikking wordt op naam gesteld van de op dat moment aanwezige

hoofdbewoners. Daarbij wordt uitdrukkelijk vermeld dat rechtsopvolgers van deze hoofdbewoners

uitgesloten zijn van de gedoogbeschikking.

Dit houdt het volgende in:

de gedoogbeschikking geldt alleen voor de huidige bewoners, waarbij:

de inwonende kinderen mogen blijven wonen in de recreatiewoning voor zo lang 1 van de 2

ouders de recreatiewoning gebruikt als hoofdwoonverblijf;

Het gaan inwonen bij een houder van een gedoogstatus is dus niet mogelijk.;

de gedoogbeschikking is gerelateerd aan het huidige woonverblijf (adres recreatiewoning);

de gedoogbeschikking is niet overdraagbaar, dit geldt zowel bij verhuizing, verkoop alsmede

overlijden van de houder van de gedoogbeschikking.

3.5 Nieuwe situaties

Indien na de vaststelling van het beleid m.b.t. de permanente bewoning van recreatiewoningen, nieuwe situaties van permanente bewoning worden vastgesteld dan zal hiertegen door het college van B&W direct worden opgetreden, door middel van het starten van een handhavingsprocedure. Daarnaast is het ook mogelijk om tegen illegale permanente bewoning op te treden via de strafrechtelijke weg. Overtredingen van de bepalingen van het bestemmingsplan vallen sinds 13 september 2004 onder de Wet op de economische delicten.

3.6 Uitzonderingssituaties

Ondanks dat in het bestemmingsplan een absoluut verbod is vastgesteld tegen het permanent bewonen van recreatiewoningen, kan in de praktijk toch de behoefte bestaan om een recreatiewoning als overbrugging tijdelijk als hoofdwoonverblijf te gebruiken. Onder overbrugging wordt verstaan dat gedurende een korte periode tijdelijk in een recreatiewoning wordt gewoond. Dit kan slechts in uitzonderlijke situaties worden toegestaan. De maximale begunstigingstermijn daarvoor is zes maanden. Hiervoor zal een persoonsgebonden beschikking worden afgegeven. Een uitzonderingssituatie kan zich voordoen in geval van medische en/of sociale redenen. Bijvoorbeeld in geval mensen wachten op het gereedkomen van een nieuwbouwhuis, brand in de eigen woning, echtscheidingssituaties, in geval van lichamelijke of geestelijke gezondheidsproblemen en andere ingrijpende gebeurtenissen.

Voor het tijdelijk mogen bewonen van een recreatiewoning worden de volgende criteria voorgesteld:

overbrugging is alleen toegestaan na een positief besluit van het college van B&W;

een positief besluit is alleen mogelijk wanneer de betreffende persoon/ personen zich op het recreatieperceel laat/ laten inschrijven in de GBA;

de betreffende persoon/ personen voldoet/ voldoen aan de criteria om ingeschreven te kunnen worden als woningzoekende in de gemeente Rheden;

overbrugging is toegestaan voor de periode van 6 maanden;

b&W kunnen deze periode eenmaal verlengen met 6 maanden;

maximaal 10% van de recreatiewoningen/ verblijven op een recreatiepark mogen voor overbruggingshuisvesting worden gebruikt, met een maximum van 6 recreatieverblijven;

de tijdelijkheid van het verblijf moet naar het oordeel van B&W gewaarborgd zijn;

strijdigheid na het verstrijken van de gedoogtermijn zal leiden tot handhavend optreden, waarbij een korte begunstigingstermijn zal worden gehanteerd.

4. Communicatie m.b.t. Permanente bewoning recreatiewoningen

 

Doel

Bewoners informeren over het besluit van B&W en de consequenties voor hun situatie. Bewoners weet welke bezwaarmogelijkheden ze hebben en hoe de procedure verder verloopt (raad).

Doelgroepen

Bewoners/eigenaren die niet permanent mogen wonen (bewoners van 10 woningen/ verblijven)

Bewoners/eigenaren die een persoonsgebonden beschikking krijgen en dus mogen blijven wonen

(bewoners van 17 woningen/ verblijven)

Beheerders parken (de Jutberg, Halhuisjes, Midden Heuven)

Andere inwoners

Makelaars

Pers

Boodschap

Uitgangspunt is dat er niet permanent gewoond mag worden in recreatiewoningen. Iedereen die na 9 april 2002 permanent is gaan wonen in een recreatiewoning, mag dit niet langer. Iedereen die voor deze datum permanent woont krijgt een persoonsgebonden beschikking. Dit betekent dat deze bewoners mogen blijven wonen totdat ze verhuizen of overlijden. Dan vervalt de beschikking en mag er niet meer permanent gewoond worden in de woning.

De peildatum controleren we door de inschrijfdatum in de gemeentelijke basisadministratie. Bezwaar maken bij commissie Beroep en Bezwaar. Geen inspraak omdat er grote belangentegenstelling is en weinig beleidsvrijheid (dit is door het rijk opgelegd).

Middelen/planning

Melding op internetsite (18 nov.) en in Rhedenaar (24 nov.)

Brieven naar eigenaren (2 soorten). Verspreiding 17 nov. 2004

Brief naar makelaars en beheerders (17 nov. 2004)

Persbericht/persconferentie (18 nov.)

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2004.

De gemeenteraad,

voorzitter.

griffier.

Bijlage 1 Overzicht inventarisatie recreatiewoningen in de gemeente Rheden

Hal-huisjes — Laag-Soeren: 23 recreatiewoningen

De Jutberg — Laag-Soeren: 254 recreatiewoningen (84 bungalows en 170 vaste staanplaatsen (recreatieverblijven))

Recreatiewoningen naast De Jutberg: 5

Midden-Heuven — Rheden: 41 recreatieverblijven

Schietbergseweg — Rheden: 21 recreatiewoningen

Recreatiewoning Soeria — Laag-Soeren: 1 recreatiewoning

Recreatiewoning Laag-Soeren (Schaapsallee): 1 recreatiewoning

Totaal aantal recreatiewoningen: 346

Aantal permanente bewoning van recreatiewoningen:

Hal-huisjes — Laag-Soeren: geen

De Jutberg — Laag-Soeren: 8 gevallen voor de peildatum, 9 na de peildatum

Recreatiewoningen naast De Jutberg: geen

Midden-Heuven — Rheden: geen

Schietbergseweg — Rheden: 9 gevallen voor de peildatum, 1 na de peildatum

Recreatiewoning Soeria — Laag-Soeren: geen

Recreatiewoning Laag-Soeren (Schaapsallee): geen

Landgoed Midden Heuven, Rheden

Op dit terrein zijn 41 stacaravans aanwezig.

De eigenaar sluit ieder jaar een nieuw contract met de eigenaren van de stacaravans om opnieuw een jaar een staplaats te hebben. Er wordt dan ook afgesproken dat er geen sprake mag zijn van

permanente bewoning van de stacaravans. Er wordt op dit moment niet permanent gewoond.

Het terrein is gelegen binnen de grenzen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' en heeft de bestemming RVw, Verblijfsrecreatie (artikel 23), recreatiewoningen.

Schietbergseweg Rheden

Aan de Schietbergseweg zijn 21 recreatiewoningen aanwezig. Er wordt op dit moment permanent gewoond in 10 recreatiewoningen. De bewoners van 9 recreatiewoningen hebben zich voor de peildatum ingeschreven in de GBA. De bewoners van 1 recreatiewoning hebben zich na de peildatum ingeschreven in de GBA.

De woningen zijn gelegen binnen de grenzen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' en heeft de bestemming RVw, Verblijfsrecreatie (artikel 23), recreatiewoningen.

H.A.L. huisjes (Holland Amerika Lijn), Laag-Soeren

Op dit terrein zijn 23 recreatiewoningen aanwezig.

Er wordt op dit moment niet permanent gewoond.

De H.A.L. huisjes vallen binnen de grenzen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' en heeft de bestemming RVw, Verblijfsrecreatie (artikel 23), recreatiewoningen.

De Jutberg, Laag-Soeren

Op dit kampeerterrein zijn 84 bungalows aanwezig en 170 vaste staanplaatsen die ook gerekend moeten worden tot recreatieverblijven. Er zijn 17 gevallen van permanente bewoning bekend.

De bewoners van 8 recreatieverblijven hebben zich voor de peildatum ingeschreven in de GBA. De bewoners van 9 recreatieverblijven hebben zich na de peildatum ingeschreven in de GBA.

Het terrein van De Jutberg ligt geheel binnen de grenzen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' en heeft de bestemmingen RVc, Verblijfsrecreatie (artikel 23), recreatiecentrum en Rm, Recreatie en manege.

Laag-Soeren

Recreatiewoning bij Soeria. (Schaapsalle 2a Laag-Soeren)

Er wordt op dit moment niet permanent gewoond.

De recreatiewoning bij Soeria valt binnen de grenzen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan Buitengebied 1995' en heeft de bestemming Mo(v) Maatschappelijke doeleinden (artikel 21) openbare en bijzondere doeleinden, recreatieverblijven.

5 recreatiewoningen gelegen naast camping de Jutberg.

Er wordt op dit moment niet permanent gewoond.

De 5 recreatiewoningen gelegen naast camping de Jutberg vallen binnen de grenzen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' en heeft de bestemmingen RVw, Verblijfsrecreatie (artikel 23), recreatiewoningen.

Recreatiewoning aan de Schaapsallee in Laag-Soeren (geen huisnummer)

Er wordt op dit moment niet permanent gewoond.

Dit gebied valt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1995' en heeft de bestemming Bm.

Het betreffende perceel heeft de bestemming 'multifunctioneel bos'. Grond met deze bestemming mag worden aangewend voor doeleinden van houtproductie, jachtbeheer en beperkt recreatief gebruik (wandelen, fietsen e.d.).

Bijlage 2 Ontstane permanente bewoning van recreatieverblijven na de peildatum van 9 april 2002

Overzicht

Uit de uitgevoerde inventarisatie blijkt dat er 10 gevallen, op basis van de gegevens uit de GBA, zijn van permanente bewoning van recreatiewoningen die zijn aangevangen na de voorgestelde peildatum:

Schietbergseweg:

Bewoning die is aangevangen na voorgestelde peildatum: 1 geval (2 personen) (valt voor de uiterste peildatum van 31 oktober 2003)

9 gevallen (13 personen) van voor de peildatum die in aanmerking komen voor een persoonsgebonden beschikking.

Camping De Jutberg:

Bewoning die is aangevangen na voorgestelde peildatum: 9 gevallen (12 personen) (vier gevallen zijn aangevangen voor de uiterste peildatum van 31 oktober 2003)

8 gevallen (19 personen) van voor de peildatum die in aanmerking komen voor een persoonsgebonden beschikking.

Bijlage 3 Kaartmateriaal gebieden met recreatiewoningen in de gemeente Rheden

Laag-Soeren

Op bovenstaande kaart is aangegeven dat Camping De Jutberg en 5 er naast gelegen recreatiewoningen te Laag-Soeren binnen het gebied van de Vogel & Habitatrichtlijn vallen.

Bron: www.natuurloket.nl

Laag-Soeren

Op bovenstaande kaart is aangegeven dat de recreatiewoning behorende bij Soeria (Schaapsallee 2a) en de recreatiewoning aan de Schaapsallee (zonder huisnunimer) te Laag Soeren binnen het gebied van de Vogel & Habitatrichtlijn vallen.

Bron: www.natuurloket.nl

Rheden

Op bovenstaande kaart is aangegeven dat de recreatiewoningen aan de Schietbergseweg te Rheden binnen het gebied van de Vogel & Habitatrichtlijn vallen.

Bron: www.natuurloket.nl