Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Notitie Sociaal Beheer Ridderkerk |
Citeertitel | Notitie Sociaal Beheer Ridderkerk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2022 | nieuwe regeling | 12-12-2019 |
Sociaal beheer van welzijnsaccommodaties is een thema waar de beelden over de vraag wat sociaal beheer is behoorlijk uiteen kunnen lopen. Het is van groot belang dat bestuurders, ambtenaren, wijkverenigingen en (welzijns)organisaties hetzelfde beeld hebben. Maar, het moet vooral ook voor inwoners, verenigingen en gebruikers van welzijnsaccommodaties duidelijk zijn waar de prioriteiten van de gemeente liggen, welke doelen en randvoorwaarden de gemeente stelt en welke effecten de gemeente hiermee wil bereiken.
In deze notitie wordt eerst beschreven wat onder sociaal beheer wordt verstaan. De notitie gaat verder met de visie van de gemeente op het thema sociaal beheer. Daarna volgt aan de hand van de bestaande beleidskaders, trends en ontwikkelingen een kader voor de inhoudelijke programmering van activiteiten in de wijkvoorzieningencentra.
Het beheer wordt zo veel als mogelijk over gelaten aan de ‘kracht van de wijk’. Mocht de wijk ondersteuning daarbij nodig hebben, dan is de lokale welzijnspartner Stichting Facet Ridderkerk (Facet) daar de meest aangewezen partij voor. In deze notitie wordt uitgewerkt op welke wijze dit uitgevoerd kan worden.
Sociaal beheer is het beheren/exploiteren van de wijkvoorzieningencentra in combinatie met de uitvoering van de inhoudelijke beleidsdoelen. Het gaat om wijkvoorzieningencentra waarvan de exploitatie in handen is van de gemeente; de gemeente kan het beheer onder voorwaarden in handen geven van derden.
De visie op het product Sociaal Beheer van de gemeente Ridderkerk is als volgt:
De gemeente hanteert voor de verhuur van gemeentelijke welzijnsaccommodaties1 de systematiek van kostprijs dekkende huur
4. Trends en ontwikkelingen, en ambities voor de toekomst
Wijkvoorzieningencentra hebben grote betekenis voor de sociale infrastructuur. Het is de bedoeling dat dit laagdrempelige algemene voorzieningen zijn. De beleidsdoelen voor de programmering zijn opgenomen in de beleidskaders. Echter, deze beleidskaders zijn al vastgesteld in 2016 en het is goed om voor de Notitie Sociaal Beheer eerst de belangrijkste trends en ontwikkelingen in beeld te brengen.
Voor een nadere onderbouwing en bronnen wordt verwezen naar bijlage 2.
De ambities voor de toekomst, zoals o.a. opgenomen in het collegeprogramma zijn:
5.1 Beleidsinhoudelijke doelstellingen
De Ridderkerkse welzijnsaccommodaties hebben een maatschappelijke functie en zijn bedoeld voor het ondersteunen van bewoners en buurtinitiatieven, gericht op participatie, zelfredzaamheid en sociale cohesie. De programmering en het bereik van de doelgroepen in de welzijnsaccommodaties dragen bij aan de te bereiken maatschappelijke effecten (uit de actuele beleidskaders).
In deze accommodaties zijn verschillende ruimtes beschikbaar, die zijn geopend én toegankelijk voor álle wijkbewoners. De welzijnsaccommodaties zijn primair bedoeld voor activiteiten met maatschappelijke doelstellingen. In alle redelijkheid dienen deze activiteiten hier aantoonbaar aan te voldoen. De accommodaties zijn niet beschikbaar voor kinderfeestjes, babyshowers, bruiloften en andere besloten particuliere activiteiten.
De programmering van de welzijnsaccommodaties sluit aan bij de beleidskaders en de genoemde trends en ontwikkelingen. Per wijk kunnen andere accenten worden gelegd in de programmering van activiteiten. In elke wijk wordt de programmering van het wijkgebouw door de beheerder afgestemd met de partners in de wijk. De programmering van de wijkvoorzieningencentra moet voldoen aan één van de volgende criteria:
Deze criteria kunnen eveneens worden gehanteerd voor het toekennen van subsidies voor activiteiten in accommodaties die niet door de gemeente worden geëxploiteerd.
De ruimtes in de accommodaties / wijkvoorzieningencentra worden verhuurd om de maatschappelijke doelen te realiseren. Periodiek, in ieder geval jaarlijks, wordt de bezettingsgraad van de verschillende ruimtes gemonitord. Het kan voorkomen dat een of meerdere ruimtes/lokalen bijvoorbeeld een half jaar leeg staan. In die gevallen gaan de gemeente, de beheerder van de accommodatie en de Stichting Facet met elkaar in gesprek over de vraag of en in hoeverre deze verhuurd zullen gaan worden.
6. Beheer welzijnsaccommodaties is maatwerk
Voor het product Sociaal Beheer geldt, net als in het Welzijnskader, dat de eigen kracht, het netwerk en talenten van de inwoners centraal staan. Het beheer van een welzijnsaccommodatie moet daadwerkelijk worden ervaren als een ‘plek van de wijk’. Het beheer zal vanuit dat perspectief vorm en inhoud moeten krijgen.
De manier waarop het sociaal beheer van een welzijnsaccommodatie, zoals een wijkvoorzieningencentrum, is georganiseerd kan per wijk verschillen. Vele factoren spelen hierbij een rol, zoals de aanwezigheid van actieve vrijwilligers of een wijkvereniging.
Het beheer van een wijkvoorzieningencentrum kan bijvoorbeeld geheel in handen zijn van een groep individuele vrijwilligers of een (wijk)vereniging.
Maar, het kan ook voorkomen dat voor een deel van het beheer expertise of ondersteuning nodig is van bijvoorbeeld de lokale welzijnsorganisatie Facet. Het kan ook voorkomen dat een (wijk)vereniging op bepaalde dagen of dagdelen geen vrijwilligers heeft voor een eigen beheerder. Of een (wijk)-vereniging wil ondersteuning en afspraken maken over de exploitatie van de bar. In deze gevallen kunnen met Facet maatwerkafspraken worden gemaakt.
6.1 Functies binnen het Sociaal Beheer
De dagelijkse gang van zaken in een wijkvoorzieningencentrum brengt een verscheidenheid aan taken met zich mee. Werk dat vaak door meerdere mensen samen gedaan kan worden, zowel door beroepskrachten als vrijwilligers.
Voor een goede gang van zaken is het van belang dat iedereen weet wat hem of haar te doen staat en welke plaats die functie in het geheel inneemt. Dat schept helderheid voor medewerker én organisatie.
In de Ridderkerkse welzijnsaccommodaties zullen de onderstaande functies en taken – al dan niet in een combinatie - het meest voorkomen en voor de uitvoering in handen kunnen komen van een groep individuele vrijwilligers of een (wijk)vereniging:
Taken die in handen zijn en blijven van Facet zijn:
In het onderstaande overzicht zijn de functies en taken schematische weergegeven. Afhankelijk van de situatie kunnen functies en taken worden gecombineerd.
Voor een aantal functies geldt dat Facet de concrete opdracht kan krijgen om zich in te spannen om deze in te vullen via de Participatiewet, SROI of werkervaringsplek.
6.2 Functies beheer (schematisch)
Een optie is dat de Facet partijen faciliteert en ondersteunt. Facet heeft expertise op het gebied van het beheren van welzijnsaccommodaties. Binnen het product Sociaal Beheer kan Facet met beheervarianten maatwerk leveren, zoals een welzijnsaccommodatie volledig in beheer nemen of op bepaalde delen van de dag. Ook kan gedacht worden aan het op afroep ‘invliegen’ van een beheerder of (deels) exploiteren van de bar. Kortom: een flexibel inzetbare rol van Facet binnen het product Sociaal Beheer.
7. Sociaal Beheer in de Ridderkerkse welzijnsaccommodaties
Voor het sociaal beheer komen alle accommodaties in aanmerking die in eigendom zijn van de gemeente of die door de gemeente worden geëxploiteerd. Het gaat om de onderstaande welzijnsaccommodaties:
De Gasterij2.
In Ridderkerk is in nauw overleg met de partners in de wijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en wensen met betrekking tot het sociaal beheer van deze welzijnsaccommodaties. Hiervoor hebben diverse gesprekken plaatsgevonden en is een link gelegd met de inhoudelijke beleidskaders. In een uitvoeringsdocument volgt een samenvatting van de gewenste/toekomstige situatie, afspraken en acties met betrekking tot het sociaal beheer van de welzijnsaccommodaties WVC Bolnes, WVC Slikkerveer, WVC De Fuik en Trefpunt Oost. Mede op basis van deze afspraken wordt door de gemeente de opdracht voor Facet opgesteld.
De basisafspraken voor het sociaal beheer worden geformaliseerd in een overeenkomst tussen de gemeente en Facet. Uitgangspunt hierbij is dat Facet in de relatie tot de verhuurders/gebruikers de toeziet op o.a. de programmering en op ‘schoon, heel en veilig’. De taken en de rol van Facet zijn afhankelijk van de mate waarin partijen het sociaal beheer invullen. Zoals eerder aangegeven levert Facet hierin maatwerk.
De gemeente sluit met de wijkverenigingen een huurovereenkomst af.
Voor de verhuur van de welzijnsaccommodaties wordt de systematiek van kostprijs dekkende huur gehanteerd.
Voor de financiering van het beheer binnen het product Sociaal Beheer kunnen beleidsregels worden opgesteld die het college de mogelijkheid biedt om, afhankelijk van de behoefte, de partij die het sociaal beheer op zich neemt subsidie kan verlenen.
Bijlage 2: Trends en Ontwikkelingen
Beleidsmatige invalshoek sociaal beheer
Het eigen kracht principe: het wijkcentrum als algemeen voorliggende voorziening
Vanuit de landelijke politiek staat in alle grote beleidsmatige ontwikkelingen van de laatste 10 jaar het eigen kracht principe centraal. Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Mensen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het meedoen in de samenleving. Dit is de gedachte achter de Wmo, de Participatiewet en de gedecentraliseerde wetgeving in 2015.
Het principe: we vertrouwen op de eigen kracht van de burger. Als meedoen niet lukt dan moet de burger terugvallen op het eigen netwerk. Mocht dit netwerk er niet zijn dan zijn er de algemene voorliggende voorzieningen waarnaar verwezen wordt. Denk hierbij aan hulp om een netwerk op te bouwen, koppelen aan een laagdrempelige voorziening of vrijwilliger in de buurt. Pas in allerlaatste instantie kan gebruik gemaakt worden van professionele ondersteuning.
Het gevolg van het landelijk beleid is dat de drempel om gebruik te maken van zorgvoorzieningen hoger is geworden. Dit gaat gepaard met toenemende aandacht voor preventief werken: het voorkomen dat problemen ontstaan, of het bieden van laagdrempelige algemene voorzieningen. Deze beweging van zorg naar welzijn wordt als lijn in het Ridderkerkse coalitieakkoord ‘veel kleuren één pallet’ gezien en omarmd. Vanuit de landelijke overheid wordt met een aantal programma’s hierop ingespeeld (b.v. pact tegen de eenzaamheid en pact voor ouderenzorg).
Deze lijn is een voortzetting van het eerder vastgestelde beleid. Het eigen kracht principe loopt als een rode draad door het welzijnskader ‘gewoon meedoen’. De wijkvoorzieningen centra zijn in dit stuk als algemene voorliggende voorziening benoemd. De centra worden omschreven als belangrijke sociale infrastructuur. Een verdere invulling hieraan is niet gegeven in het uitvoeringsprogramma. Er is nog niet benoemd voor welke doelgroepen de wijkcentra specifiek een algemene voorliggende voorziening moeten zijn en wat hiervan precies het vereiste maatschappelijk effect moet zijn. De gedachte is in 2017 wel de reden geweest waarom de opdracht voor het sociaal beheer, niet is meegegaan in de aanbesteding voor het beheer van de sporthallen. Gezien het grote inhoudelijke belang voor de gemeente is gekozen om de uitvoering van het sociaal beheer te beleggen bij de welzijnspartner.
Het is een feit dat Nederland vergrijst. Volgens de database van Tympaan waarin Zuid-Hollandse gemeenten vergeleken worden, vergrijst Ridderkerk 4% meer dan andere gemeenten in de regio. Vergrijzing zal volgens Aedes in de benchmark 2018 in Ridderkerk in ieder geval met meer dan 14,8% toenemen.
De vergrijzing heeft een aantal gevolgen. Allereerst zal de zorgvraag toenemen. Hier is sprake van een cumulatief effect. De groep senioren groeit maar tegelijkertijd worden mensen steeds ouder. Zeker in Ridderkerk waar de levensverwachting, volgens het RIVM, 2 jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. De kans op ouderdomsziekten groeit. Zo zal naar verwachting het aantal dementerenden in Ridderkerk toenemen met 135% naar het jaar 2040 volgens het meerjarenplan dementie van de ketenzorg dementie BAR. Er wordt een toename in zorgbehoefte voorzien van zo’n 162% volgens Tympaan.
Als gevolg van deze ontwikkeling zal ook het beroep op de omgeving toenemen. Het aantal mantelzorgers zal stijgen. Hier kan een knelpunt ontstaan aangezien ook de directe leefomgeving vergrijst. De uitdaging wordt dus om preventieve middelen zo in te zetten dat een zorgzame samenleving kan ontstaan zodat mensen zo lang mogelijk gebruik kunnen maken van de eigen kracht. De wijkaccommodaties moeten als ontmoetingscentrum, of steunpunt in de wijk, hier een vitale rol in spelen vanuit de gedachte dat het een algemene voorliggende functie is.
De Wmo schrijft voor dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn om mee te doen in de samenleving. Als dat niet lukt moeten mensen een beroep op een eigen netwerk kunnen doen.
Om voldoende netwerk te hebben is het essentieel dat er voldoende mogelijkheden zijn voor ontmoeting. In de afgelopen jaren zijn veel van die natuurlijke ontmoetingsmogelijkheden verdwenen. Het shoppen gebeurt online, de dagelijkse boodschappen kunnen besteld worden. Het postkantoor is verdwenen en als er boodschappen gedaan wordt in de supermarkt dan is alles er op gericht op een zo snel mogelijke doorstroming. Het wijkcentrum moet in de wijken van Ridderkerk waar niet per se veel ontmoetingsmogelijkheden zijn een vangnet zijn in de sociale infrastructuur.
Een indicator of het netwerk rond de burger voldoende aanwezig is, is de ervaren eenzaamheid. De GGD-monitor laat zien dat de ervaren eenzaamheid onder volwassenen (19 – 64 jaar) in Ridderkerk hoger is dan het landelijk gemiddelde. Dat is alarmerend omdat in deze groep de vergrijzende populatie van de komende 15 jaar zit. Dit zijn de mensen die naar de toekomst toe juist een netwerk nodig hebben om mee te kunnen blijven doen.
Opvallend genoeg geven ouderen zijn de eenzaamheidscijfers voor ouderen (65+) gelijk of lager dan het landelijk gemiddelde.
Vanuit de opgave in het sociale domein geredeneerd, zou het programma van het wijkvoorziening centrum, ruimte moeten bieden voor ontmoeting voor de doelgroep tussen de 60 en de 75 jaar met het doel om te faciliteren dat op wijkniveau bewoners de mogelijkheid hebben om een netwerk op te bouwen. Dat vraagt een programmering en uitstraling van de centra die aansluit op de interesses en leefwereld van deze leeftijdsgroep.
Daarnaast is het belangrijk dat voor de leeftijdsgroep boven de 75 jaar ontmoetingsmogelijkheden in de buurt toegankelijk zijn. Dit is vanwege de afnemende mobiliteit van de doelgroep en het overduidelijke belang voor het ervaren welzijn (en zelfs de effecten op de gezondheid) om in contact te blijven.
Botsing van leefstijlen: leefbaarheid onder druk
Naast de ontwikkelingen in het sociale domein is er nog een grote beleidsmatige wijziging geweest die invloed heeft op de leefbaarheid in de wijken.
Met de nieuwe Woonwet wordt scheef wonen tegengegaan. Dat houdt in dat er strak gestuurd wordt op dat de mensen met het juiste inkomensniveau gebruik maken van sociale woningbouw.
Tegelijkertijd is de instroom vanuit de regio op juist deze woningen in de afgelopen jaren gegroeid. Dit komt doordat Ridderkerk is aangesloten op Woonnet Rijnmond. Doordat er in de wijken van Ridderkerk concentraties van sociale huurwoningen zijn wordt een botsing van leefstijlen ervaren die de leefbaarheid onder druk zet. Dit is onderschreven als een belangrijk punt van aandacht in het coalitieprogramma ‘veel kleuren één pallet’. Kortom de ervaren druk op de gemeenschap neemt toe in een tijd dat juist die gemeenschap nodig is.
Een aantal karakteristieken in de demografische opbouw van de wijk zullen hier ook een invloed op hebben. Zo is het grote verschil in sociaal economische status (SES) opvallend. Drievliet en Oost zitten ongeveer op het landelijk gemiddelde. Slikkerveer is iets hoger dan het gemiddelde en Rijsoord, Oostendam en Het Zand hebben een hoge SES.
De wijken West en Centrum hebben een lage SES. Opvallend is dat in deze wijken het aantal eenoudergezinnen het hoogst is en dat geldt ook voor het aantal inwoners met een andere culturele achtergrond. In het centrum is het aantal mensen met een laag inkomen 54%. Het lijkt gezien de opgave dat juist in het centrum een wijkcentrum als verbindend middel ingezet zou kunnen worden waarmee betaalbare ontmoeting mogelijk gemaakt wordt maar die is er niet.
Bovenstaande pleit voor een wijkgerichte aanpak. Een programmering gericht op de dominante leefstijlen in de wijk. Een programmering waarmee mensen in de wijk met elkaar in contact gebracht kunnen worden met als doel het bevorderen van sociale cohesie in de wijk.
De gevolgen van de extramuralisering als gevolg van de decentralisaties zijn merkbaar. Zo wonen mensen, die voorheen in het verzorgingstehuis of in een woonvoorziening voor beschermd wonen zaten, steeds vaker in de wijk. Gevolg is dat er steeds meer meldingen gedaan worden door personen met verward gedrag. Dit is de conclusie van de politie en is te zien in de jaarlijkse aangifte cijfers. Het komt ook in benchmarkonderzoeken onderzoek van Aedes naar voren.
De toenemende druk vraagt om een verdraagzame, zorgzame en waakzame samenleving. Een wijk of buurt waar aan de ene kant begrip is voor mensen die zich wellicht onvoorspelbaar gedragen. Waar geaccepteerd wordt dat sommige mensen anders zijn. Het vraagt om een buurt waarin men elkaar kent en waar men naar elkaar omkijkt en aan de bel trekt als er iets niet goed gaat (zoals het ideaal is in de dementievriendelijke gemeente). De ervaring leert dat de mate waarin deze zorgzaamheid per wijk sterk verschillend aanwezig is.
Een wijkvoorzieningencentrum is geen oplossing voor dit probleem. Het kan wel als middel ingezet worden om te sturen op een inclusieve samenleving. Dat kan op twee manieren. Aan de ene kant door deze doelgroep begeleid een plek te geven als vrijwilliger (dagbesteding). Dit zorgt er voor dat op een natuurlijke manier deze groep een plek krijgt midden in de samenleving. De tweede manier is dat in het programma van het wijkcentrum ruimte geboden wordt voor deze groep.
Bij de cijfers over gezondheid valt op dat Ridderkerk in vergelijking tot het Nederlands gemiddelde op zeer veel vlakken gezonder is. De levensverwachting is hoger, het percentage kinderen dat de reguliere tandarts controles volgt is hoger en de verslavingscijfers voor roken en drinken liggen lager.
Tegelijkertijd is opvallend dat de cijfers die met bewegen en gewicht samenhangen fors afwijken van het landelijke gemiddelde. Zo is het percentage mensen dat voldoende beweegt 55.9% tegen 63% landelijk gemiddeld. Het aantal mensen met overgewicht is bijna 7% hoger dan het landelijke gemiddelde.
Dat is een forse afwijking en ook een trend die gekeerd zal moeten worden in de komende jaren. De wijkvoorzieningen centra worden tot nu toe nog niet bewust ingezet om een gezonde leefstijl te bevorderen. De mogelijkheden zijn er wel, het is zonde dat deze nog niet volledig benut worden. Er zijn in Ridderkerk voldoende mogelijkheden om te bewegen. Er zijn veel verenigingen en de laatste jaren is ingezet op de ongeorganiseerde manieren van bewegen (bijvoorbeeld door het aanleggen van looproutes in de openbare ruimte). Met de wijkvoorzieningencentra kan de sociale dimensie aan bewegen worden toegevoegd.
Het wijkcentrum als start en eindpunt voor groepen mensen die samen willen bewegen (wandelen, fietsen, etc.). Daarnaast kan in het programma ruimte ingebouwd worden voor advies over gezond eten en de sociale component, samen gezond eten.