Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ferm Werk

Beleidsregels Terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo GR Ferm Werk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFerm Werk
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels Terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo GR Ferm Werk
CiteertitelBeleidsregels terugvordering TOZO bedrijfskapitaal GR Ferm Werk
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpbeleidsregels terugbetaling Tozo bedrijfskapitaal

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2022nieuwe regeling

30-06-2022

bgr-2022-799

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo GR Ferm Werk

Het dagelijks bestuur van Ferm Werk,

gelet op:

- artikel 17 lid 2, 58 lid 2, 59, 60 en 62f onderdeel b van de Participatiewet (Pw);

- artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo);

- titel 4.3 en art. 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit tot vaststelling van de Beleidsregels terug – en invordering bedrijfskapitaal Tozo Ferm Werk.

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening op grond van de Tozo van in totaal maximaal € 10.157,--;

  • b.

    Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

  • c.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk;

  • d.

    Ferm Werk: de uitvoeringsorganisatie van gemeenten Woerden, Bodegraven-Reeuwijk, Montfoort en Oudewater voor (o.m.)Participatiewet en Tozo

  • e.

    Pw: Participatiewet;

  • f.

    Tozo: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • g.

    zelfstandige: de rechthebbende volgens artikel 1 van de Tozo.

 

Artikel 2: Bevoegdheid tot terugvordering bedrijfskapitaal

Het dagelijks bestuur maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het bedrijfskapitaal Tozo op grond van de artikelen 58 lid 2, 59 en 60 van de Pw en artikel 16 van de Tozo.

 

Artikel 3: Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal

  • 1.

    Het dagelijks bestuur merkt de lening bedrijfskapitaal als direct opeisbaar aan wanneer:

  • a.

    de zelfstandige de terugbetalingsverplichtingen niet nakomt;

  • b.

    de zelfstandige zijn bedrijf of beroep geheel of gedeeltelijk overdraagt of beëindigt;

  • c.

    er sprake is van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, van één van de vennoten of leden waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband wordt uitgeoefend, of van de rechtspersoon;

  • d.

    er sprake is van curatele van de zelfstandige, of bij onderbewindstelling van het vermogen van de zelfstandige en/of het bedrijf;

  • e.

    de zelfstandige het bedrijfskapitaal niet besteedt aan de overeengekomen bestemming;

  • f.

    de zelfstandige komt te overlijden.

  • 2.

    Terug- en invordering vindt plaats bij de zelfstandige en/of diens partner, als deze partner bij de bijstand is inbegrepen.

 

Artikel 4: Rente- en aflossingsverplichtingen bedrijfskapitaal

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt de aflossing van het verstrekte bedrijfskapitaal vast op basis van de looptijd van de geldlening en houdt hierbij rekening met de aflossingscapaciteit van de zelfstandige.

  • 2.

    Wanneer de zelfstandige ook na een 2e aanmaning niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, wordt de vordering direct opeisbaar en gaat het dagelijks bestuur over tot terugvordering van de openstaande vordering plus achterstallige rente.

 

Hoofdstuk 2: Invordering en betalingsverplichting

Artikel 5: Aflossingscapaciteit en betalingsregeling

  • 1.

    Wanneer de vordering, bestaande uit de rentedragende geldlening plus achterstallige rente, direct opeisbaar is geworden, wordt aan de zelfstandige een termijn van 6 weken geboden om het volledige openstaande bedrag te voldoen

  • 2.

    De zelfstandige die niet in staat is de vordering ineens te voldoen kan een betalingsregeling treffen met het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan instemmen met een betalingsvoorstel van de zelfstandige als daarmee wordt bereikt dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

 

Artikel 6. Uitstel van betaling

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan op schriftelijk verzoek van de zelfstandige maximaal 3 keer uitstel van de betalingsverplichting verlenen voor de duur van telkens maximaal 6 maanden. Dit kan alleen als de (financiële) omstandigheden daartoe aanleiding geven en de zelfstandige dit onderbouwt met bewijsstukken.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur trekt het besluit tot uitstel van betaling in wanneer:

  • a.

    op een later tijdstip blijkt dat de zelfstandige onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen; en/of

  • b.

    de gronden voor verlening van het uitstel als bedoeld in het 1e lid zijn komen te vervallen.

 

 

Artikel 7. Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting

Als de zelfstandige na terugvordering van het bedrijfskapitaal niet bereid is een betalingsregeling te treffen of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, kan het dagelijks bestuur invorderen bij dwangbevel. De invordering wordt dan worden overgedragen aan de deurwaarder.

Bij inschakeling van een deurwaarder betaalt de zelfstandige de in rekening gebrachte kosten.

 

Hoofdstuk 3: Afzien van invordering

Artikel 8. Afzien van (verdere) invordering na het voldoen aan de betalingsverplichting

Er kan van (verdere) invordering van niet verwijtbare vorderingen worden afgezien als de zelfstandige:

  • a.

    gedurende 5 jaar volledig heeft voldaan aan de verplichting om te betalen; of

  • b.

    gedurende 5 jaar niet volledig heeft voldaan aan de verplichting om te betalen, maar het achterstallige bedrag inclusief de verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald; of

  • c.

    gedurende 5 jaar geen betalingen heeft verricht door onvoldoende capaciteit om af te lossen; of

  • d.

    gedurende 3 jaar geen betalingen zijn gedaan, omdat de verblijfplaats onbekend is en niet te

  • e.

    verwachten is dat op enig moment nog betalingen zullen worden gedaan; of

  • f.

    een bedrag, ter hoogte van tenminste 50% van de restsom in één keer wordt afgelost; van

  • g.

    deze mogelijkheid kan alleen gebruik worden gemaakt als wordt onderbouwd dat de afkoop

  • h.

    van de schuld naar verwachting meer oplevert dan de gewone incassostrategie

  • i.

    Als (volledige) terugvordering leidt tot onaanvaardbare financiële of sociale consequenties voor belanghebbende en diens gezin ( dringende redenen)

 

Artikel 9. Kwijtschelding van de vordering in verband met een schuldregeling

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan afzien van (verdere) invordering als duidelijk is dat een schuldregeling alleen tot stand kan komen op voorwaarde, dat zij hier ook aan deelneemt en gedeeltelijk afziet van invordering. De voorwaarden hiervoor zijn:

  • a.

    er moet sprake zijn van een problematische schuldensituatie;

  • b.

    de medewerking is vereist voor het tot stand komen van de schuldregeling;

  • c.

    gelijke verdeling met schuldeisers van gelijke rang.

  • 2.

    De medewerking wordt weer ingetrokken als achteraf blijkt dat:

  • a.

    er geen schuldregeling tot stand is gekomen binnen de daarvoor gestelde termijn;

  • b.

    de verplichtingen van de schuldregeling niet juist worden nagekomen;

  • c.

    er onjuiste informatie is gedeeld.

 

Hoofstuk 3: Slotbepalingen

 

 

Artikel 10. Hardheidsclausule

  • In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, neemt de het dagelijks bestuur een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties rekening houdend met de individuele situatie van de betrokken debiteur.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2022.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo GR Ferm Werk.