Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Echt-Susteren

Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEcht-Susteren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren
CiteertitelBeleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstand ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 17, tweede lid, van de Participatiewet
  2. artikel 58, tweede lid, van de Participatiewet
  3. artikel 59 van de Participatiewet
  4. artikel 60 van de Participatiewet
  5. artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
  6. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  7. artikel 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht
  8. artikel 62f van de Wet werk en bijstand
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-07-202201-07-2022nieuwe regeling

12-07-2022

gmb-2022-338632

Z22/123348-D - 133832

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ECHT-SUSTEREN;

 

Overwegende dat

  • De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) een bijzondere tijdelijke regeling is ten behoeve van zelfstandig ondernemers die financieel getroffen zijn door de coronacrisis;

  • Het bedrijfskapitaal Tozo in de vorm van een geldlening wordt verstrekt en daaraan voorwaarden zijn verbonden;

  • Het belangrijk is om

    • o

      de zelfstandige te ondersteunen als dit nodig is,

    • o

      de betalingsverplichtingen te laten nakomen zodra dit vereist en mogelijk is,

    • o

      een betalingsregeling te treffen als dit grotere problemen dan wel faillissement kan voorkomen; en

    • o

      het bedrijfskapitaal Tozo terug te vorderen als niet aan de verplichtingen wordt voldaan;

  • Het wenselijk is om uniforme regelgeving voor de terugvordering en invordering van het bedrijfskapitaal Tozo vast te leggen.

Gelet op het bepaalde in

  • Artikel 17 lid 2, 58 lid 2, 59, 60 en 62f onderdeel b van de Participatiewet (Pw);

  • Artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo);

  • Titel 4.3 en art. 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Besluiten de Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren als volgt vast te stellen:

 

Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening op grond van de Tozo van in totaal maximaal € 10.157,--;

  • b.

    Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

  • c.

    Gemeente: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren;

  • d.

    Pw: Participatiewet;

  • e.

    Tozo: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • f.

    Zelfstandige: de rechthebbende volgens artikel 1 van de Tozo.

Artikel 2: Bevoegdheid tot terugvordering bedrijfskapitaal

De gemeente maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het bedrijfskapitaal op grond van de artikelen 58, 59 en 60 van de Pw.

Artikel 3: Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal

  • 1.

    De gemeente merkt de lening bedrijfskapitaal als direct opeisbaar aan wanneer:

    • a.

      De zelfstandige de terugbetalingsverplichtingen niet nakomt;

    • b.

      De zelfstandige zijn bedrijf of beroep geheel of gedeeltelijk overdraagt of beëindigt;

    • c.

      Er sprake is van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, van één van de vennoten of leden waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband wordt uitgeoefend, of van de rechtspersoon;

    • d.

      Er sprake is van curatele van de zelfstandige, of bij onderbewindstelling van het vermogen van de zelfstandige en/of het bedrijf;

    • e.

      De zelfstandige het bedrijfskapitaal niet besteedt aan de overeengekomen bestemming;

    • f.

      De zelfstandige komt te overlijden.

  • 2.

    Terug- en invordering vindt plaats bij de zelfstandige en/of diens partner, als deze partner bij de bijstand is inbegrepen.

Artikel 4: Rente- en aflossingsverplichtingen bedrijfskapitaal

  • 1.

    De gemeente stelt de aflossing van het verstrekte bedrijfskapitaal vast op basis van de looptijd van de geldlening en kan hierbij rekening houden met de aflossingscapaciteit van de zelfstandige. Met betrekking tot dit laatste is artikel 5 lid 2, 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Wanneer de zelfstandige niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, neemt de gemeente contact op met de zelfstandige. Daarna volgt, als dit nodig is, een aanmaning.

  • 3.

    Als de zelfstandige ook na de aanmaning niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, gaat de gemeente direct over tot terugvordering van de openstaande vordering plus achterstallige rente.

Hoofdstuk 2: Invordering en betalingsverplichting

Artikel 5: Aflossingscapaciteit en betalingsregeling

  • 1.

    De gemeente biedt de zelfstandige wanneer de vordering, bestaande uit de rentedragende geldlening plus achterstallige rente, direct opeisbaar is geworden, een termijn van 6 weken om het volledige openstaande bedrag te voldoen. Ook biedt de gemeente de zelfstandige de mogelijkheid om binnen die termijn een betalingsregeling te treffen.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de betalingsregeling wordt rekening gehouden met het actuele inkomen van de zelfstandige. Bij de vaststelling van dit inkomen sluit de gemeente aan bij de systematiek van de Tozo.

  • 3.

    Bij een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt de aflossing minimaal 5% van die norm. Daarnaast wordt het bedrag waarmee het inkomen 120% van de bijstandsnorm te boven gaat, in zijn geheel als beschikbaar voor aflossing aangemerkt.

  • 4.

    De gemeente kan periodiek danwel wanneer de omstandigheden daar aanleiding toe geven, onderzoek uitvoeren naar mogelijk gewijzigde financiële omstandigheden en op basis daarvan de eerder vastgestelde betalingsverplichting wijzigen.

Artikel 6. Uitstel van betaling

  • 1.

    De gemeente kan op schriftelijk verzoek van de zelfstandige uitstel van de betalingsverplichting verlenen voor de duur van maximaal 6 maanden. Dit kan alleen als de (financiële) omstandigheden daartoe aanleiding geven en de zelfstandige dit onderbouwt met bewijsstukken.

  • 2.

    Een uitstel van betaling wordt maximaal 3 maal verleend.

  • 3.

    Met het verlenen van uitstel van betaling blijft de oorspronkelijke looptijd (einddatum) van de geldlening ongewijzigd.

Artikel 7. Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting

  • 1.

    Als de zelfstandige na terugvordering van het bedrijfskapitaal niet bereid is een betalingsregeling te treffen of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, kan de gemeente invorderen bij dwangbevel. De invordering kan dan worden overgedragen aan de deurwaarder.

  • 2.

    Bij inschakeling van een deurwaarder betaalt de zelfstandige de in rekening gebrachte kosten.

Hoofdstuk 3: Afzien van invordering

Artikel 8. Afzien van (verdere) invordering na het voldoen aan de betalingsverplichting

  • 1.

    De gemeente kan ambtshalve van (verdere) invordering afzien als de zelfstandige gedurende 5 jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat de zelfstandige deze binnen afzienbare tijd zal gaan verrichten;

  • 2.

    Als daarvoor bijzondere omstandigheden aanwezig zijn kan de gemeente, in afwijking van het 1e lid, besluiten geheel of gedeeltelijk van invordering af te zien.

Artikel 9. Kwijtschelding van de vordering in verband met een schuldregeling

  • 1.

    Op grond van artikel 58 lid 2 onder b van de Pw en artikel 3 lid 1 onder a van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) kan de gemeente de vordering kwijtschelden als:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat de zelfstandige de schuld niet binnen afzienbare tijd zal kunnen afbetalen; en

    • b.

      redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder kwijtschelding van de Tozo-vordering niet tot stand zal komen; en

    • c.

      de vordering van de gemeente ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 2.

    De gemeente trekt het besluit om mee te werken aan een schuldregeling in als:

    • a.

      niet binnen 12 maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen bedoeld in het 1e lid;

    • b.

      de zelfstandige de aan de schuldregeling verbonden verplichtingen ondanks waarschuwing blijft schenden; of

    • c.

      op een later tijdstip blijkt dat onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen.

Hoofstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 10. Hardheidsclausule

De gemeente kan, onverminderd artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, in bijzondere gevallen ten gunste van de zelfstandige afwijken van deze beleidsregel, als toepassing hiervan leidt tot onredelijke gevolgen.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2022.

  • 2.

    Deze beleidsregel worden aangehaald als: Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstand ondernemers (Tozo) gemeente Echt-Susteren.

Aldus besloten in de collegevergadering van 12 juli 2022.

Burgemeester en wethouders van Echt-Susteren,

secretaris

voorzitter

Artikelsgewijze toelichting Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal TOZO

artikel 1.

Begripsbepaling

Overgenomen uit het Model Stimulansz en behoeft geen toelichting.

artikel 2.

Bevoegdheid tot terugvordering

Overgenomen uit het Model Stimulansz en behoeft geen toelichting.

artikel 3.

Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal

Overgenomen uit het Model Stimulansz en behoeft geen toelichting.

artikel 4.

Rente- en aflossingsverplichting bedrijfskapitaal

Uitgangspunt is terugbetaling binnen zes jaar. En daar zetten we op in. Maar als de ondernemer daar niet aan kan voldoen bezien we of er een terugbetalingsregeling kan worden getroffen. Voor dit laatste is er in lid 1 een verwijzing naar art. 5 (lid 2, 3 en 4) van de beleidsregel opgenomen.

Het 4e lid van het Model Stimulansz (als sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de rente- en aflossingsverplichtingen, betaalt de zelfstandige over de achterstallige rente- en aflossingsbedragen de wettelijke rente) hebben we om praktisch pragmatische redenen niet overgenomen.

artikel 5.

Aflossingscapaciteit en betalingsregeling

Het 1e lid is, zij het iets anders geformuleerd, overgenomen uit het Model Stimulansz.

Met betrekking tot het komen tot een betalingsregeling kiezen wij ervoor uit te gaan van (het geraamde) actuele inkomen van de zelfstandige.

 

Voor de vaststelling van het inkomen kijk je naar de omzet. Op de omzet kunnen bedrijfskosten direct gerelateerd aan de opbrengsten en noodzakelijk om de opbrengsten te genereren in mindering worden gebracht:

  • de inkoopwaarde van de omzet (materiaalkosten).

  • naar rato: de kosten gerelateerd aan een rechtmatige vestiging

  • de reiskosten voor bedrijf/beroep

Omzet en kosten worden allen exclusief BTW gerekend.

Herleiding van het bruto inkomen van de ondernemer naar netto vindt analoog aan en overeenkomstig artikel 6 lid 2 Bbz plaats met een forfaitair percentage (per 2021: 17%).

Bij een netto-inkomen tot 120% bijstandsnorm is de aflossing 5% van die norm. Het inkomen boven 120% wordt “…geheel als beschikbaar voor aflossing aangemerkt…”. Dat het inkomen beschikbaar is voor aflossing betekent nadrukkelijk niet dat dat inkomen ook daadwerkelijk volledig voor de aflossing moet worden gebruikt.

Hier zit de onderhandelingsruimte tussen adviseur en ondernemer en dat biedt de nodige ruimte voor maatwerkafspraken

Met vernummering van deze beleidsregel is artikel 6 van het Model Stimulansz (mogelijkheid tot wijziging betalingsverplichting) als afzonderlijk artikel niet overgenomen, maar ondergebracht in artikel 5 lid 4.

artikel 6.

Uitstel van betaling

Het 1e lid is overgenomen uit het Model Stimulansz.

Niet overgenomen uit het Model zijn het 2e (zonder onderzoek instemmen met uitstel) en 3e lid (intrekking besluit tot uitstel). Daarvoor in de plaats ons 2e (er wordt maximaal 3 keer uitstel verleend) en 3e lid (ondanks uitstel blijft de oorspronkelijke looptijd ongewijzigd). Dit laatste betekent dat we vasthouden aan het uitgangspunt dat terugbetaling binnen 6 jaar een feit moet zijn; ná uitstel wordt het bedrag van de maandelijkse aflossing dus hoger).

artikel 7.

Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting

Overgenomen uit het Model Stimulansz en behoeft geen toelichting.

artikel 8.

Afzien van (verdere) invordering

In het Model Stimulansz zijn een aantal situaties opgenomen waarbij ambtshalve van (verdere) invordering zou kunnen worden afgezien. Dit bijvoorbeeld, wanneer gedurende een bepaalde periode aan de betalingsverplichting is voldaan en/of een x-percentage van de hoofdsom is terugbetaald. In ons concept kiezen we, evenals in de reguliere Bbz, daar niet voor.

Wél hebben we uit het Model overgenomen dat als de zelfstandige gedurende 5 jaar geen betaling heeft verricht en het niet aannemelijk is dat hij deze binnen afzienbare tijd gaat verlichten we ambtshalve van (verdere) invordering afzien.

 

Daarnaast hebben we de speelruimte die het 2e lid biedt, verruimt. Waar het Model Stimulansz spreekt over de aanwezigheid van “dringende redenen” om van verdere invordering af te zien, spreken wij over “bijzondere omstandigheden”.

En het is aan de gemeente hoe “bijzondere omstandigheid” wordt ingevuld en mogelijk in een interne werkinstructie verder wordt uitgewerkt en vastgelegd.

artikel 9.

Kwijtschelding in verband met schuldregeling

Overgenomen uit het Model Stimulansz en behoeft geen toelichting.

artikel 10.

Hardheidsclausule

Overgenomen uit het Model Stimulansz en behoeft geen toelichting.

artikel 11.

Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beide onderdelen zijn anders dan in het Model Stimulansz, samengebracht in één artikel. De bepaling die aangeeft wanneer de beleidsregel vervalt is niet overgenomen.