Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Grondstoffenbeleidsplan 2022 – 2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGrondstoffenbeleidsplan 2022 – 2025
CiteertitelGrondstoffenbeleidsplan 2022-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10.21 van de Wet milieubeheer
  2. artikel 10.22 van de Wet milieubeheer
  3. artikel 10.23 van de Wet milieubeheer
  4. artikel 10.24 van de Wet milieubeheer
  5. artikel 10.25 van de Wet milieubeheer
  6. artikel 10.26 van de Wet milieubeheer
  7. artikel 10.27 van de Wet milieubeheer
  8. artikel 10.28 van de Wet milieubeheer
  9. artikel 10.29 van de Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2022Nieuwe regeling

14-12-2021

gmb-2022-337851

Tekst van de regeling

Intitulé

Grondstoffenbeleidsplan 2022 – 2025

"Van afval naar grondstof met recycle-tarief"

 

 

1. Voorwoord

 

Ons afval heeft waarde. Het zit namelijk vol grondstoffen. Deze grondstoffen hebben waarde omdat ze weer kunnen worden hergebruikt of gerecycled.

Steeds meer inwoners herkennen de waarde van afval. Ze dragen een steentje bij door hun afval te scheiden. Toch gaan helaas nog veel waardevolle grondstoffen verloren. Bijna 80% van wat we weggooien als restafval bestaat uit herbruikbare grondstoffen. En dat is zonde, want grondstoffen worden steeds schaarser en daarmee duurder. We staan voor de uitdaging om efficiënter met onze grondstoffen om te gaan. Voor onze planeet en om het voor iedereen betaalbaar te houden.

Wij zijn daarom op weg naar een volledig circulaire economie in 2050. Alle producten en materialen zijn dan herbruikbaar en afval bestaat niet meer. Grondstoffen behouden hun waarde en worden niet verspild. De overgang naar een circulaire economie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, van overheid tot verpakkingsindustrie en van recyclers tot de consument. Om daar te komen hebben we samen nog vele stappen te zetten.

Eén van die stappen is om zoveel mogelijk grondstoffen uit het huishoudelijk restafval te halen. Onze inwoners staan daarvoor aan de lat. Wij helpen ze daarbij, bijvoorbeeld door bewustwording, kennis en draagvlak te creëren. Communicatie, participatie en educatie zijn daarin heel belangrijk. Met recycle-tarief introduceren we een nieuwe prikkel, die hen uitdaagt om grondstoffen (nog) beter van het restafval te scheiden. We geven onze inwoners daarmee invloed op de hoogte van de afvalstoffenheffing. Wie goed afval scheidt beloont zichzelf met een lagere rekening dan wie dat niet zo goed doet!

Ik heb er alle vertrouwen in dat we met dit nieuwe grondstoffenbeleidsplan de stap naar maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar gaan zetten!

 

Jacqueline van Dongen

Wethouder Duurzaamheid, Milieu en Energie

 

2. Samenvatting

2.1. Inleiding

De rijksoverheid heeft als doel gesteld dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft ontwikkeld. In het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) zijn de doelen voor huishoudelijk afval benoemd. Voor 2020 was de doelstelling om maximaal 100 kilogram ongescheiden restafval per inwoner per jaar te produceren. Voor 2025 ligt die doelstelling op maximaal 30 kilogram per inwoner per jaar. De gemeente Zwijndrecht is daar met 257 kilogram per inwoner per jaar in 2020 nog ver van verwijderd. Er is een trendbreuk nodig om deze doelstelling te halen.

Deze trendbreuk is niet alleen nodig om de milieudoelstellingen te halen, maar ook om de maatschappelijke kosten de komende jaren te kunnen beheersen. De rijksoverheid stuurt op het reduceren van restafval, onder andere door middel van de rijksbelasting op het verbranden van restafval. Het inzamelen en verwerken van restafval wordt mede daardoor alsmaar duurder. Daarom is het noodzakelijk om de hoeveelheid restafval snel en fors terug te dringen.

 

2.2. Doelstelling

In het beleidsplan 2016 is de VANG doelstelling voor 2020, maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar, overgenomen. Op basis van dit beleidsplan is deze doelstelling niet haalbaar gebleken. De stap naar maximaal 100 kilogram per inwoner per jaar biedt Zwijndrecht nog voldoende uitdaging. De doelstelling voor dit grondstoffenbeleidsplan is daarom:

Maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar en 75% hergebruik van grondstoffen in 2025

Dit grondstoffenbeleidsplan biedt de handvatten om deze doelstelling voor 2025 te halen.

Voor de periode 2026-2030 is een nieuw grondstoffenbeleidsplan nodig, dat vervolg geeft aan dit grondstoffenbeleidsplan. Dit vervolgplan dient antwoord te geven op de vraag in hoeverre het doel van maximaal 30 kilogram restafval per inwoner per jaar in Zwijndrecht kan worden behaald en op welke manier.

 

2.3. Bouwstenen en afwegingskader

Met het vaststellen van het plan van aanpak grondstoffenbeleid op 25 mei 2021 heeft de gemeenteraad van Zwijndrecht gekozen voor de invoering van recycle-tarief op basis van volume- frequentie als richtinggevend scenario voor het grondstoffenbeleidsplan. De invoering van recycle- tarief vormt dan ook de hoofdlijn van het nieuwe beleid. Recycle-tarief is de gamechanger die ons in staat stelt het doel van maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar te kunnen behalen en daarmee de maatschappelijke kosten de komende jaren beheersbaar te houden.

Naast recycle-tarief als basis worden in dit grondstoffenbeleidsplan verschillende bouwstenen benoemd, waarmee een uitvoeringspakket kan worden samengesteld. Deze bouwstenen betreffen mogelijke aanvullende maatregelen en optimalisaties en mogelijke maatwerkoplossingen ten aanzien van doelgroepen en het voorkomen van neveneffecten.

Uit de benoemde bouwstenen zijn een drietal uitvoeringspakketten samengesteld, te weten een basispakket, een pakket "plus" en een pakket "max". In alle drie pakketten vormt de invoering van recycle-tarief de basis, de overige bouwstenen verschillen per pakket.

Pakket "plus" heeft het gunstigste effect op de milieuresultaten, kosten en service. Het advies is dan ook om te kiezen voor pakket "plus" ten behoeve van de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan.

 

Effect

Pakket Basis

Pakket Plus

Pakket Max

 

Recycle-tarief

Volume-frequentie

Recycle-tarief

Volume-frequentie

Recycle-tarief

Volume-frequentie

 

Grof huishoudelijk afval

Gratis ophaalservice

Grof huishoudelijk afval

Tarief ophaalservice € 20,-

Grof huishoudelijk afval

Tarief ophaalservice € 20,-

 

Plan uitdunnen ondergrondse containers

Plan uitdunnen ondergrondse containers

Plan uitdunnen ondergrondse containers

 

Maatwerk medische indicatie

  • vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

 

0- meting en effectmetingongewenste neveneffecten

Keukenmanagement

  • budget gerichte aanpak

Variabele frequentie GFTE

inzameling

 

 

Maatwerk medische indicatie

  • vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

Keukenmanagement

  • budget gerichte aanpak

 

 

Maatwerk senioren

  • Ondergrondse containers nabij seniorenwoningen voorzien van kleinere inwerptrommel met daarbij passend tarief.

Maatwerk medische indicatie

  • Vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

 

 

0- meting en effectmeting ongewenste neveneffecten

Maatwerk senioren

  • Ondergrondse containers nabij seniorenwoningen voorzien van kleinere inwerptrommel met daarbij passend tarief.

 

 

 

Maatwerk luierafval

  • vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

 

 

 

0-meting en effectmeting ongewenste neveneffecten

 

 

 

 

Milieu

Invoering van recycle-tarief zorgt voor een forse reductie van het restafval. Het grof huishoudelijk restafval doet hierin echter niet mee, vanwege handhaven van de gratis ophaaldienst.

PMD verzamelcontainers zonder toegangscontrole vormen een zwakke plek, waardoor vervuiling met restafval en daardoor afkeur reëel is.

 

Behalen van de doelstelling van 100 kg restafval per inwoner per jaar is onzeker.

Invoering van recycle-tarief en grof afval tegen betaling zorgen voor een forse reductie van restafval (fijn en grof).

 

Behalen van de doelstelling van max. 100 kg restafval per inwoner per jaar is reëel.

Invoering van recycle-tarief en grof afval tegen betaling zorgen voor een forse reductie van restafval (fijn en grof).

 

Behalen van de doelstelling van max. 100 kg restafval per inwoner per jaar is reëel.

Kosten

Effect op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige begroting:

  • kleine toename in 2022

  • afname in 2023 (niet optimaal)

 

Het effect van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer wordt zichtbaar vanaf 2023. Dit effect is niet optimaal vanwege de gratis ophaalservice voor grof restafval en ontbreken van toegangscontrole op PMD verzamelcontainers.

Effect op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige begroting:

  • kleine afname in 2022

  • afname in 2023 (niet optimaal)

 

Het effect van invoering van grof afval tegen betaling is zichtbaar vanaf 2022. Dit zorgt er ten opzichte van pakket 1 voor dat de afname van de kosten in 2023 groter is.

 

Door investering in toegangscontrole PMD verzamelcontainers en keukenmanagement is de toename van de kosten in 2022 iets groter in vergelijking met pakket 1.

 

Het effect van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer wordt zichtbaar vanaf 2023.

Door invoering van grof afval tegen betaling en de toegangscontrole op PMD verzamelcontainers is het effect optimaal.

Effect op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige begroting:

  • toename in 2022

  • afname in 2023 (niet optimaal)

 

Het effect van invoering van grof afval tegen betaling is zichtbaar vanaf 2022. Dit zorgt er ten opzichte van pakket 1 voor dat de afname van de kosten in 2023 groter is.

 

Het effect van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer wordt zichtbaar vanaf 2023. Door invoering van grof afval tegen betaling en de toegangscontrole op PMD verzamelcontainers is het effect optimaal.

 

De hogere service op maatwerk en frequenter inzamelen van GFTE in de zomermaanden werken kostenverhogend. De afname van de kosten die in 2023 optreedt zal lager zijn in vergelijking met pakket 2.

Service

  • Lage service op fijn huishoudelijk restafval.

  • Hoge service op grof huishoudelijk restafval

  • Lage service op maatwerk

  • Lage service op restafval

  • Gemiddelde service op maatwerk

  • Lage service op restafval

  • Hogeservice op maatwerk

 

 

Voorkeur

 

 

2.4. Maatwerk doelgroepen

Inwoners dragen zelf verantwoordelijkheid voor het scheiden van hun afval en de manier waarop ze dat doen. Voor twee doelgroepen biedt dit grondstoffenbeleidsplan met pakket "plus" maatwerkoplossingen, te weten senioren en huishoudens met een medische indicatie.

De maatwerkoplossing voor senioren betreft het aanpassen van enkele ondergrondse containers in de buurt van seniorenwoningen-/complexen. Deze containers worden voorzien van een kleinere inwerptrommel en – opening met een daarbij passend tarief. Deze doelgroep kan zo zelf kiezen of het restafval minder vaak in een grote zak of vaker in een kleine zak wordt aangeboden.

Huishoudens met een medische indicatie kunnen een gedeeltelijke ontheffing van de afvalstoffenheffing aanvragen op het moment dat recycle-tarief wordt ingevoerd.

 

2.5. Kwijtschelding

In de huidige situatie hebben sociale minima vrijstelling van betaling van de afvalstoffenheffing (kwijtschelding). Het in stand houden van deze vrijstelling betekent dat huishoudens die daarvoor in aanmerking komen, niet de financiële stimulans ervaren om afval te scheiden.

Het loslaten van de volledige kwijtschelding brengt deze doelgroep juist in financiële problemen.

In de meeste gemeenten die recycle-tarief hebben ingevoerd is er voor gekozen om alleen het vaste deel van het tarief kwijt te schelden. Op deze manier is er via het variabele tarief ook voor deze doelgroep de financiële prikkel om afval te scheiden.

Aangezien de verhouding vast en variabel tarief, de hoogte van de tarieven en de wijze van inning pas in november 2022 worden vastgesteld via de Verordening Afvalstoffenheffing, nemen we op dat moment ook een besluit over de precieze invulling van de kwijtschelding.

In de aanloop naar recycle-tarief besteden we aandacht aan het voorbereiden van deze doelgroep. We benutten de contacten met betrokken instanties (bv. sociale dienst, bewindvoerders, etc.) om eventuele knelpunten vroegtijdig te kunnen signaleren.

 

2.6. Financieel

In onderstaand overzicht zijn de financiële effecten van dit grondstoffenbeleidsplan weergegeven. De verwachting is dat de uitvoering van dit grondstoffenbeleid leidt tot een aanzienlijke besparing op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige meerjarenbegroting.

In 2022 vindt een aantal investeringen plaats, maar door het effect van de invoering van grof afval tegen betaling en het vervallen van een deel van de kapitaallasten uit de DVO HVC wordt er toch een bescheiden besparing verwacht. Als gevolg van de invoering van recycle-tarief realiseren we vanaf 2023 een forse besparing ten opzichte van de huidige begroting.

De uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan past geheel binnen de huidige begroting.

 

Financieel overzicht

2022

2023

2024

2025

Kosten HVC 2021 – 2025 (DVO)

6.123.184

5.955.399

5.929.445

5.927.309

kapitaallasten

-167.785

-25.954

-2.136

-19.823

 

5.955.399

5.929.445

5.927.309

5.907.486

 

 

 

 

 

Programmamanager

40.000

 

 

 

 

 

 

 

 

GFTE cocons hoogbouw

 

 

 

 

Structurele kosten

110.383

110.383

110.383

110.383

Eénmalige kosten ten laste van 2021 (126.656)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Resterende 32 ondergrondse containers

 

 

 

 

Structurele kosten

 

47.671

47.671

47.671

Eénmalige kosten (305.866)

305.866

 

 

 

 

 

 

 

 

Grof afval tegen betaling (o.b.v. tarief € 20,-)

 

 

 

 

Structurele kosten

-95.945

-95.945

-95.945

-95.945

Eénmalige kosten (6.500)

6.500

 

 

 

 

 

 

 

 

Recycle-tarief

 

 

 

 

Structurele kosten

 

-661.677

-661.677

-661.677

Eénmalige kosten (183.000)

 

183.000

 

 

 

 

 

 

 

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

70.000

 

 

 

 

 

 

 

 

Nul- en effectmeting

5.000

 

 

 

 

 

 

 

 

Keukenmanagement

10.000

10.000

 

 

 

 

 

 

 

Communicatie

6.600

6.600

3.300

3.300

 

 

 

 

 

Totale raming kosten

6.413.803

5.529.477

5.331.041

5.311.218

Indexering (1,9%)

76.906

60.597

56.930

56.930

Totale raming kosten na indexering

6.490.709

5.590.074

5.387.971

5.368.148

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschikbaar in Begroting 2021 o.b.v. PvA

6.505.557

6.319.899

6.319.889

6.319.889

 

 

 

 

 

Effect op begroting

-14.848

-729.815

-931.918

-951.741

 

 

 

 

 

Besparing per woonhuisaansluiting t.o.v. huidige begroting

0,74

36,57

46,70

47,69

 

Dit financiële overzicht heeft betrekking op de kosten voor afvalbeheer (inzameling en verwerking van huishoudelijk afval). Het effect op de begroting en besparing per woonhuisaansluiting kan niet één op één worden vertaald naar een besparing op de afvalstoffenheffing. Naast de kosten voor afvalbeheer worden aan de afvalstoffenheffing namelijk ook nog andere kosten toegeschreven zoals bijvoorbeeld kwijtschelding, toerekening straatreiniging, kosten GBD en doorberekening van interne uren.

 

Verloop Reserve reiniging

 

 

 

Stand per 31–12–2020

67.191

Dotatie aan reserve reiniging – primaire begroting 2021

270.357

Stand per 31-12-2021

337.548

Onttrekking aan reserve o.b.v. PvA Grondstoffenbeleid

- 185.668

Aanvulling uit algemene reserve o.b.v. Kadernota 2022

130.000

Stand per 31-12-2022

281.880

 

 

 

Disclaimer

De verwachte financiële effecten en besparingen zijn berekend op basis van de ervaringen met deze maatregelen van andere gemeenten in Nederland. De baten zijn grotendeels gebaseerd op gedragsverandering van de inwoners. De verwachte baten zijn dus deels afhankelijk van de verandering van het afvalscheidingsgedrag van onze inwoners.

De effecten van de maatregelen zijn daarom nooit 100% nauwkeurig te ramen, maar worden gezien de ruime ervaringen met deze maatregelen in Nederland wel realistisch en haalbaar geacht.

Daarnaast zijn er factoren buiten onze invloedssfeer, die effect kunnen hebben op het uiteindelijke financiële plaatje. Voorbeelden daarvan zijn verdere verhoging van de rijksbelasting op restafval en marktwerking.

 

2.7. Uitvoering

In de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan doorlopen we drie fasen.

Na besluitvorming in september 2021 start fase 1, waarin de voorbereiding op de invoering van recycle-tarief centraal staat. In deze fase gaan we van start met grof afval tegen betaling en zorgen we ervoor dat alles gereed is voor recycle-tarief, zowel qua voorzieningen als technisch en juridisch. Tijdens deze fase zorgen we er ook voor dat onze inwoners goed zijn voorbereid. Daarbij besteden we extra aandacht aan doelgroepen als laaggeletterden en anderstaligen.

Fase 2 is de implementatiefase en gaat in op 1 januari 2023 wanneer we starten met recycle-tarief. Gedurende het eerste jaar monitoren we de resultaten en sturen waar nodig bij. Ook werken we aan het maken van een uitdunningsplan voor de bestaande ondergrondse containers.

In 2024 en 2025 houden we de vinger aan de pols door monitoring en jaarlijkse evaluaties. Op basis daarvan worden indien nodig verdere optimalisaties of aanscherpingen voorgesteld. We maken een start met het uitdunnen van de bestaande ondergrondse containers en kijken vooruit naar de periode na 2025. Om tijdig vervolg te kunnen geven aan ons beleid stellen we een grondstoffenbeleidsplan voor de periode 2026 – 2030 op, waarmee we de hoeveelheid restafval verder kunnen reduceren.

 

Fase 1: Aanloopfase recycle-tarief

september 2021 – december 2022

Communicatie campagne

Start grof afval tegen betaling

1 januari 2022

Voorzieningen op orde

  • Plaatsing 160 GFTE cocons hoogbouw

  • Realisatie 32 ondergrondse containers restafval

  • Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

  • Aanpassen ondergrondse containers: kleinere inwerptrommel

Voorbereiding recycle-tarief

0-meting ongewenste neveneffecten

Test- en oefenperiode recycle-tarief

 

Fase 2: Implementatiefase recycle-tarief

januari 2023 – december 2023

Communicatie campagne

Start recycle-tarief

1 januari 2023

Monitoren en evt. bijsturen (incl. effectmeting ongewenste neveneffecten)

Bestuurlijke rapportage

Uitdunningsplan bestaande ondergrondse containers

 

Fase 3: Vinger aan de pols en vooruitkijken

januari 2024 – december 2025

Monitoren en evt. bijsturen

Jaarlijkse evaluatie

Jaarlijkse bestuurlijke rapportage

Evt. optimaliseren en aanscherpen

Start uitdunnen bestaande ondergrondse containers

Opstellen grondstoffenbeleidsplan 2026 - 2030

 

3. Inhoudsopgave

 

 

  • 1.

    Voorwoord

  • 2.

    Samenvatting

  • 3.

    Inhoudsopgave

  • 4.

    Doel en kaders

    • 4.1.

      Doel

    • 4.2

      De afvalhiërarchie – de ladder van Lansink

    • 4.3

      Programma duurzaamheid

    • 4.4

      Beleidsplan 2016

    • 4.5

      Rekenkameronderzoek

    • 4.6

      Motie

    • 4.7

      Plan van aanpak Grondstoffenbeleid

    • 4.8

      Afbakening

  • 5.

    Ontwikkelingen

    • 5.1.

      Landelijk

      • 5.1.1.

        Nederland Circulair in 2050

      • 5.1.2.

        VANG-beleid

      • 5.1.3.

        Landelijke producentenverantwoordelijkheid

      • 5.1.4.

        Nieuwe wettelijke scheidingsverplichting

      • 5.1.5.

        COVID-19

      • 5.1.6.

        Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

    • 5.2

      Financieel

      • 5.2.1.

        Rijksbelasting op verbranding van restafval

      • 5.2.2.

        Vergoedingen voor grondstoffen

      • 5.2.3.

        Afvalstoffenheffing

    • 5.3

      Inwoners

      • 5.3.1.

        Interesse voor duurzaamheid

      • 5.3.2.

        Communicatie verandert

      • 5.3.3.

        Inwoners wonen langer zelfstandig

      • 5.3.4.

        Druk op ruimte in huis en in de openbare ruimte

  • 6.

    De huidige situatie

    • 6.1.

      Inzamelstructuur

    • 6.2.

      Restafval

    • 6.3.

      Groente-, fruit- & tuinafval en etensresten (GFTE)

    • 6.4.

      Verpakkingen van plastic, metaal/blik en drankenkartons (PMD)

    • 6.5.

      Oud papier en karton (OPK)

    • 6.6.

      Glas

    • 6.7.

      Textiel

    • 6.8.

      Afvalbrengstation Noordpolder

    • 6.9.

      Afvalstoffenheffing

  • 7.

    Gamechanger: recycle-tarief

    • 7.1.

      Wat houdt recycle-tarief in?

    • 7.2.

      Volume-frequentie: hoe werkt het?

    • 7.3.

      Vastrecht en variabel tarief

    • 7.4.

      Tariefstelling en kostendekkendheid

    • 7.5.

      Wat levert recycle-tarief op?

    • 7.6.

      Implementatie recycle-tarief

  • 8.

    Aanvullende maatregelen en optimalisaties

    • 8.1.

      Grof afval tegen betaling

    • 8.2.

      Gefaseerd uitdunnen van ondergrondse containers voor restafval

    • 8.3.

      Toegangscontrole verzamelcontainers PMD

    • 8.4.

      Variabele frequentie inzameling GFTE

    • 8.5.

      Keukenmanagement

  • 9.

    Maatwerk doelgroepen

    • 9.1.

      Senioren

    • 9.2.

      Medische indicatie

    • 9.3.

      Huishoudens met luierafval

    • 9.4.

      Sociale minima

    • 9.5.

      Anderstaligen en laaggeletterden

  • 10.

    Neveneffecten

    • 10.1.

      Weerstand

    • 10.2.

      Ontwijkgedrag

    • 10.3.

      Landelijk beeld

    • 10.4.

      Aanpak voorkomen neveneffecten

  • 11.

    Afwegingskader

  • 12.

    Flankerend beleid

    • 12.1.

      Communicatie en voorlichting

    • 12.2.

      Educatie

    • 12.3.

      Bedrijfsafval en reinigingsrecht

    • 12.4.

      Preventie

    • 12.5.

      Coaching en handhaving

  • 13.

    Monitoring en evaluatie

  • 14.

    Financieel kader

    • 14.1.

      Toelichting

    • 14.2.

      Disclaimer

  • 15.

    Uitvoering

  • 16.

    Bronnen

 

Bijlage 1VNG motie m.b.t. producentenverantwoordelijkheid

 

4. Doel en kaders

4.1. Doel

Dit grondstoffenbeleidsplan beoogt een zo hoog mogelijk milieuresultaat te behalen, tegen acceptabele maatschappelijke kosten en op basis van een zo hoog mogelijk serviceniveau.

De inwoners van Zwijndrecht boden in 2020 ca. 257 kilogram huishoudelijk restafval per inwoner aan. Wij stellen tot doel om deze hoeveelheid terug te dringen tot:

maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar en 75% hergebruik van grondstoffen in 2025

Om dit te bereiken is een trendbreuk nodig. Dit grondstoffenbeleidsplan biedt de handvatten om de doelstelling voor 2025 te halen.

Voor de periode 2026-2030 is een nieuw grondstoffenbeleidsplan nodig, dat vervolg geeft aan dit grondstoffenbeleidsplan om te komen tot verdere reductie van het restafval.

 

4.2. De afvalhiërarchie - De Ladder van Lansink

De ladder van Lansink is een standaard op het gebied van afvalbeheer, vernoemd naar politicus Ad Lansink. Het biedt een schaal voor duurzame omgang met afval en grondstoffen. De ladder is opgebouwd uit zes treden. De bovenste trede geeft de beste manier van afvalverwerking weer. De laagste treden zijn het minst duurzaam en dienen zoveel mogelijk vermeden te worden.

 

 

A.Afvalpreventie

De schoonste manier van omgaan met afval is het vermijden of zoveel mogelijk beperken ervan.

B.Hergebruik

De op één na beste wijze van omgaan met afval is om het te hergebruiken op een zodanige manier dat het geen verandering ondergaat. Bijvoorbeeld oude meubelen die tweedehands een nieuwe eigenaar krijgen of het opnieuw gebruiken van flessen.

C.Recycling

Wanneer het niet mogelijk is om het afval volgens bovenstaande twee treden te verwerken, dan kan afval zoveel mogelijk gerecycled worden. Grondstoffen die gerecycled kunnen worden zijn onder andere papier, karton, glas, plastic en metaal. Deze grondstoffen moeten dan gescheiden worden ingezameld.

D.Energie

Indien voorgaande stappen niet toegepast kunnen worden, wordt afval gebruikt als brandstof of voor een andere manier van energieopwekking. De warmte die bij de verbranding van restafval vrijkomt, kan nuttig worden gebruikt, bijvoorbeeld door het om te zetten in energie of als bron te gebruiken voor warmtenetten.

E.Verbranden

De op één na minst duurzame manier van omgaan met afval is het verbranden van afval, zonder dat de vrijkomende warmte nuttig wordt gebruikt.

F.Storten

Afval storten op vuilnisbelten is de minst wenselijke optie en alleen mogelijk onder strikte voorwaarden. Dit is dan ook de onderste trede van de Ladder van Lansink.

 

Ons grondstoffenbeleid is erop gericht om zoveel mogelijk grondstoffen uit het restafval te halen. Deze grondstoffen kunnen vervolgens gerecycled worden (trede C Ladder van Lansink). Het restafval dat overblijft wordt verbrand en de warmte die daar bij vrijkomt wordt benut voor het warmtenet (trede D). Onze inwoners kunnen stappen zetten wat betreft hergebruik en preventie. Wij gaan daar in onze communicatie en voorlichting extra aandacht aan besteden.

 

4.3. Programma Duurzaamheid

In het programma Duurzaamheid, door de gemeenteraad van Zwijndrecht vastgesteld op 25 juni 2021, wordt de Zwijndrechtse aanpak beschreven om toe te werken naar de drie landelijke duurzaamheidsambities voor 2050, te weten "Klimaatadaptief", "Energieneutraal" en "Circulaire economie".

Eén van de uitgangspunten voor de ambitie "Zwijndrecht Circulair in 2050" is het verminderen van de jaarlijkse hoeveelheid afval in Zwijndrecht en specifiek het verminderen van restafval van huishoudens. Het maken van een nieuw grondstoffenbeleidsplan, waarin recycle-tarief wordt voorgesteld, is onderdeel van de aanpak. Dit grondstoffenbeleidsplan voorziet daarin en draagt daarmee bij aan de ambitie "Zwijndrecht Circulair in 2050".

 

4.4. Beleidsplan 2016 ("inzameling en verwerking huishoudelijk afval")

Het beleidsplan "inzameling en verwerking huishoudelijk afval" uit 2016 heeft de toen geldende landelijke doelstellingen overgenomen, namelijk maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar en 75% hergebruik van grondstoffen in 2020. Daarnaast was kostenbeheersing een doel.

Het beleidsplan 2016 heeft ingezet op servicedifferentiatie als gedragsprikkel om de afvalscheiding te verbeteren. Op basis van dit beleidsplan is de inzamelstructuur van de gemeente Zwijndrecht stap voor stap verbeterd, waarbij het aanbieden van grondstoffen makkelijker en het aanbieden van restafval moeilijker is gemaakt.

Deze strategie heeft geleid tot een afname van de hoeveelheid restafval. Tussen 2015 en 2019 is de hoeveelheid restafval dat jaarlijks per inwoner werd ingezameld met ca. 40 kilogram afgenomen, van 277 kilogram restafval per inwoner per jaar in 2015 naar 234 kilogram in 2019. Dit effect is echter te klein gebleken om in de buurt te komen van de geformuleerde doelstellingen. Geconcludeerd kan worden dat een serviceprikkel alleen niet krachtig genoeg is om het scheidingsgedrag van onze inwoners voldoende te beïnvloeden.

 

In het beleidsplan 2016 werd reeds voorgesorteerd op mogelijke invoering van recycle-tarief (toen nog diftar genoemd). De inzamelstructuur van de gemeente Zwijndrecht zou na uitvoering van het beleidsplan klaar zijn om, wanneer nodig, recycle-tarief te kunnen invoeren.

 

Onze inzamelstructuur is bijna op orde. In dat kader lopen op het moment van schrijven nog twee trajecten:

  • GFE inzameling bij hoogbouw

    4e kwartaal 2021: Realiseren 160 GFE cocons voor de inzameling van groente- & fruitafval en etensresten bij hoogbouwcomplexen.

  • Voltooien "Rest op afstand"

    3e kwartaal 2021 – 3e kwartaal 2022: Realiseren van 32 resterende ondergrondse containers voor restafval o.b.v. maximale loopafstand van 300 meter.

 

4.5. Rekenkameronderzoek

In 2020 heeft de rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar het afvalbeleid in de gemeente Zwijndrecht. De resultaten van dit onderzoek zijn verwoord in het rapport "Effectiviteit, efficiëntie en governance van de afvalinzameling in Zwijndrecht".

De belangrijkste conclusies van het onderzoek waren:

  • 1.

    Op basis van het huidige beleidsplan zijn de doelen voor 2020 en verder niet haalbaar;

  • 2.

    Milieuprestaties blijven achter, o.a. door

    • te hoge service op restafval (teveel ondergrondse containers)

    • veel hoogbouw en relatief hoog aandeel anderstaligen en laaggeletterden (lastiger te benaderen doelgroep)

    • nog geen recycle-tarief (diftar)

  • 3.

    Maatschappelijke kosten zijn hoog

  • 4.

    Inwoners zijn over het algemeen tevreden

 

Op basis van bovenstaande conclusies heeft de rekenkamer een aantal aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen kunnen worden gezien als knoppen waaraan kan worden gedraaid om de milieuresultaten te verbeteren en de maatschappelijke kosten te beheersen. Daarin zijn drie typen knoppen te onderscheiden, namelijk beleidsknoppen, financiële knoppen en DVO-knoppen.

In het rapport zijn de volgende concrete aanbevelingen gedaan:

Aanbeveling rekenkamer

Knop

 

 

1. Ontwikkel nieuw beleid met aanvullende strategie(ën) voor restafvalreductie

 

"Follow up" beleidsplan 2016

Beleid

Lagere service op restafval

Beleid

Hogere service op grondstoffen hoogbouw

Beleid

(Onderzoek) recycle-tarief

Beleid

 

 

2. Maak aanpak en service meer op maat en data-gedreven

Beleid

 

 

3. Geef vorm aan de sturingswensen van de raad

Beleid

 

 

4. Heroverweeg posten en opzet afvalstoffenheffing

 

Kwijtschelding

Beleid & Financieel

Straatreiniging

Financieel

Kostendekkendheid

Financieel

 

 

5. Onderzoek mogelijkheden verlagen afvalstoffenheffing

 

Verlagen post overhead (algemene kosten) in DVO met HVC

DVO HVC

Verlagen post kapitaallasten ondergrondse containers in DVO met HVC

DVO HVC

Verlagen service restafval

Beleid

Betalen voor ophaalservice grofvuil

Beleid

 

 

 

De aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek vormen uitgangspunten voor dit grondstoffenbeleidsplan, met uitzondering van de financiële knoppen en de knoppen betreffende de DVO met HVC. Deze laatste punten worden opgepakt in het kader van het DVO-traject. De huidige DVO met HVC loopt af op 31 december 2025. Voor 31 december 2022 moeten wij in overleg treden met HVC met het oog op een eventuele verlenging van de DVO.

 

4.6. Motie "afvalstoffenheffing en afvalstoffenbeleid" (10-11-2020)

Op 10 november 2020 heeft de gemeenteraad van Zwijndrecht een motie aangenomen, waarin het college wordt opgeroepen om:

  • Met de kadernota van 2022 een plan gereed te hebben hoe Zwijndrecht binnen twee jaar een forse reductie van het aantal kg restafval per inwoner wil realiseren.

  • De afvalstoffenheffing met ingang van 2022 met minimaal 10% omlaag te brengen.

 

Dit grondstoffenbeleidsplan geeft invulling aan het eerste deel van de motie. Door invoering van recycle-tarief gaan we vanaf 2023 (binnen twee jaar) de hoeveelheid restafval sterk reduceren. Vanaf 2023 wordt het effect van de invoering van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer zichtbaar. Er is immers een directe relatie tussen de milieuresultaten (afname restafval) en de kosten voor afvalbeheer.

Dat betekent dat onze inwoners, bij gelijkblijvende omstandigheden (bv. geen forse verhoging van de rijksbelasting op restafval), vanaf 2023 door goed afval te scheiden zelf tot een besparing van 10% kunnen komen.

2022 is in dat opzicht een jaar te vroeg om met uitvoering van nieuw beleid tot een kostenreductie van 10% te komen. Alleen door aan de financiële knoppen te draaien, zoals kostendekkendheid, straatreiniging en kwijtschelding, is het mogelijk om in 2022 tot een kostenreductie van 10% te komen.

 

4.7. Plan van Aanpak grondstoffenbeleidsplan

Op 25 mei 2021 heeft de gemeenteraad het Plan van Aanpak Grondstoffenbeleid vastgesteld. In dit Plan van Aanpak zijn de volgende uitgangspunten benoemd voor het nieuwe grondstoffenbeleid:

  • 1.

    De milieuresultaten staan voorop.

  • 2.

    De kosten voor invoering van nieuw beleid moeten zo laag mogelijk zijn.

  • 3.

    Het nieuwe grondstoffenbeleidsplan met een "gamechanger" bevatten, een nieuwe prikkel die maximaal effect heeft op het scheidingsgedrag van onze inwoners.

  • 4.

    Het grondstoffenbeleidsplan moet snel tot resultaat leiden.

 

Op basis van deze uitgangspunten is gekozen voor de invoering van recycle-tarief, variant volume- frequentie, als richtinggevend scenario voor het grondstoffenbeleidsplan. Alleen dit scenario biedt de gamechanger (prijsprikkel) die de gewenste trendbreuk, en daarmee duurzame kostenbeheersing, mogelijk maakt. De variant volume-frequentie past het beste bij de Zwijndrechtse inzamelstructuur en is relatief eenvoudig en tegen lage kosten in te voeren. Onze ondergrondse containers zijn namelijk al voorbereid, waardoor bijvoorbeeld geen investeringen in toegangscontrole / paslezers nodig zijn. Op het moment dat er goed werkende en robuuste weegsystemen voor ondergrondse containers zijn kan, indien nodig of gewenst, vanuit de variant volume-frequentie overgestapt worden op de variant gewicht-frequentie. Dat vraagt echter wel om een aanzienlijke investering. Dit grondstoffenbeleidsplan richt zich op de periode 2022-2025. De variant gewicht-frequentie is geen onderdeel van dit plan.

 

4.8. Afbakening

4.8.1. Huishoudelijk afval

Gemeenten hebben een zorgplicht voor de (gescheiden) inzameling en duurzame verwerking van afval dat ontstaat bij particuliere huishoudens. De zorgplicht geldt ook voor afval dat ontstaat als gevolg van de inzameling bij particuliere huishoudens. Deze zorgplicht is vastgelegd in de wet milieubeheer. Dit grondstoffenbeleidsplan richt zich daarom op huishoudelijk afval.

 

4.8.2. Afval in de openbare ruimte ontstaan als gevolg van de inzameling van huishoudelijk afval

Dit afval bevat de volgende elementen en zijn onderdeel van dit beleidsplan:

  • Verwaaivuil, bijvoorbeeld door omgevallen minicontainers

  • Morsvuil bij de inzameling

  • Afval dat inwoners naast de inzamelcontainers zetten, wat er niet in hoort (karton, apparaten, plastic) of er niet in past (meubels, grofvuil)

 

4.8.3. Bedrijfsafval

Bedrijfsafval is afval van bedrijven, scholen en verenigingen. Bedrijven, scholen en verenigingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun afval en hebben net als de gemeente de verplichting om daar op een milieuverantwoorde wijze mee om te gaan. Ze worden daar door het bevoegd gezag op gecontroleerd. Bedrijfsafval is geen onderdeel van dit grondstoffenbeleidsplan, met uitzondering van:

  • De verordening reinigingsrecht

  • Afvalvrije scholen

 

4.8.4. Zwerfafval

Zwerfafval is afval dat ontstaat in de openbare ruimte. Het betreft bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal, sigarettenpeuken, kauwgom, hondenpoep, etc. Wanneer inwoners of bezoekers van Zwijndrecht dit afval niet in een prullenbak gooien of bij zich houden, ontstaat hierdoor zwerfafval.

Het grondstoffenbeleidsplan gaat over huishoudelijk afval en niet over zwerfafval. De aanpak van zwerfafval valt onder het "schoon, heel en veilig" houden van de openbare ruimte.

 

5. Ontwikkelingen

 

De volgende ontwikkelingen vormen de achtergrond voor het opstellen van het grondstoffenbeleidsplan.

 

5.1. Landelijk

5.1.1. Nederland Circulair in 2050

In de traditionele economie worden producten steeds opnieuw aangeschaft. Na gebruik worden de producten weggegooid. Deze wegwerp- en vervangcultuur heeft een enorme impact op de aarde. Veel grondstoffen die we nu gebruiken raken deze eeuw op. Dat betekent dat iemand die in 2000 geboren is tijdens zijn leven mee gaat maken dat allerlei grondstoffen niet meer uit de aarde te winnen zijn.

We moeten dus anders gaan kijken naar de grondstoffen die we nu gebruiken. Hoe kunnen we grondstoffen die overal opgeslagen zijn in producten, gebouwen en afval weer terugwinnen zodat we geen nieuwe grondstoffen hoeven te delven? Producten van nu zijn de grondstoffen voor later. Na gebruik kunnen producten gedemonteerd worden, waarna de materialen weer opnieuw gebruikt kunnen worden. Behoud van grondstoffen is de kern van het circulaire model.

De rijksoverheid heeft als doel gesteld dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft ontwikkeld. Dit is uitgewerkt in het programma "Nederland Circulair in 2050". Nederland wil als tussendoelstelling in 2030 al 50% minder primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) gebruiken.

Goede afvalscheiding en gescheiden inzamelen van grondstoffen bij huishoudens draagt in belangrijke mate bij aan de ambitie om van een traditionele (lineaire) naar een circulaire economie te komen.

 

5.1.2. VANG-beleid

Het programma Van Afval naar Grondstof (VANG Huishoudelijk Afval) is een landelijk programma dat tot doel heeft om de hoeveelheid restafval te verminderen. Het is onderdeel van het landelijke beleidsprogramma Circulaire Economie, dat in 2016 van start ging en dat is uitgewerkt in een vijftal landelijke transitie agenda's. Door het afval niet langer te verbranden, maar opnieuw te gebruiken als grondstoffen, draagt afvalscheiding bij aan zowel de circulaire ambitie als het verminderen van de CO2 uitstoot in Nederland.

 

Binnen het programma VANG zijn twee mijlpalen benoemd:

  • Maximaal 100 kilo restafval per inwoner per jaar in 2020 en 75% hergebruik van grondstoffen

  • Maximaal 30 kilo restafval per inwoner per jaar in 2025 en 90% hergebruik van grondstoffen

 

Het programma is tot nu toe succesvol. Een groot deel van de Nederlandse gemeenten heeft de doelstellingen in lokaal beleid overgenomen en de afvalscheiding in Nederland is sindsdien verbeterd.

In het beleidsplan 2016 heeft ook Zwijndrecht de VANG doelstelling voor 2020 overgenomen. Op basis van dit beleidsplan is deze doelstelling niet haalbaar gebleken. Deze doelstelling biedt nog voldoende uitdaging voor Zwijndrecht. Daarom houdt het nieuwe grondstoffenbeleidsplan vast aan het doel om maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar te produceren, maar nu gericht op 2025. In de periode 2025-2030 richten we ons op het verder verbeteren van de resultaten en stappen richting het doel van maximaal 30 kilogram restafval per inwoner per jaar. Daarvoor zal t.z.t. vervolgbeleid worden opgesteld.

 

5.1.3. Landelijke producentenverantwoordelijkheid

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op diverse afvalstromen een zogenaamde producentenverantwoordelijkheid ingesteld. Dit betekent dat producenten of importeurs (mede) verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die zij op de markt brengen.

 

Dit is bijvoorbeeld het geval voor elektrische apparaten en verpakkingen. Voor deze stromen is een landelijk dossier, waarin onder meer de volgende afspraken staan.

  • De kosten voor de inzameling en recycling worden (deels of gedeeltelijk) gedragen door de producenten

  • Producenten kunnen daardoor eisen stellen aan de vorm van inzameling, de registratie en aan de acceptatiecriteria. De stroom valt niet meer onder de zorgplicht van de gemeenten. Gemeenten verzorgen nog wel de inzameling indien de producenten hierover met de gemeenten afspraken maken, zoals bijvoorbeeld voor verpakkingen en elektrische apparaten. De gemeenten ontvangen hiervoor een vergoeding van de producenten.

  • Overheid (rijkswaterstaat) en de producenten maken samen afspraken over de toekomst van de producten, waarbij wordt gestuurd op preventie of circulariteit van de producten. Voorbeelden hiervan zijn het verdwijnen van cadmium uit batterijen, cfk's uit koelkasten en meer recent steeds andere vormen van verpakkingen die in het eindproduct beter recyclebaar zijn.

  • Overheid en bedrijfsleven en bedrijfsleven onderling maken afspraken over de hoeveelheid gerecycled materiaal dat door de overheid en de producenten zelf weer wordt verwerkt. Zo worden de producenten en de overheden ook zelf afnemers van de gerecyclede producten.

 

De minister onderzoekt de mogelijkheden om producentenverantwoordelijkheid in te stellen voor producten als matrassen en luiers.

De VNG is namens de Nederlandse gemeenten partij in deze "ketenbesprekingen". Tijdens het laatste VNG congres is een motie (zie bijlage 1) aangenomen die de VNG oproept om zich namens de gemeenten sterk te maken voor een uitbreiding van de producentenverantwoordelijkheid voor consumptiegoederen en verpakkingen. Het doel daarvan is om producenten te stimuleren om al bij het ontwerp rekening te houden met hergebruik en recycling na de levensduur van het product.

 

5.1.4. Nieuwe wettelijke scheidingsverplichting

Sinds 1 juli 2020 is het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen van kracht. Gemeenten zijn nu wettelijk verplicht om gfte, papier, metaal, kunststof, glas en elektronische apparatuur gescheiden in te zamelen. Voor textiel en gevaarlijke afvalstoffen gaat deze verplichting in per 1 januari 2025.

In 2023 verandert bovendien het LAP3 (Landelijk Afvalbeheerplan 3) naar Circulair Materialen Plan 1. We zien dat in steeds meer landelijke wetgeving de circulaire gedachte prominent wordt ingevoerd.

 

5.1.5. COVID-19

De covid-19 pandemie heeft sinds het begin van 2020 een fors effect gehad op het afvalaanbod. Veel mensen werkten thuis en lieten boodschappen, thuiswerkhulpmiddelen en dergelijke aan huis bezorgen. Dit heeft voor een stijging gezorgd van de hoeveelheid restafval en grondstoffen.

De totale hoeveelheid huishoudelijk afval is landelijk in 2020 met bijna 30 kilogram per inwoner toegenomen. Dat is de sterkste toename sinds 1997. Vooral de hoeveelheid huishoudelijk restafval en groente-, fruit- & tuinafval en etensresten is flink gegroeid. Dit beeld is ook in Zwijndrecht zichtbaar.

Hoewel de covid-19 maatregelen, waaronder (verplicht) thuiswerken, op het moment van schrijven worden afgebouwd, is het moeilijk te voorspellen wat het effect van "het nieuwe normaal" op het afvalaanbod gaat zijn.

 

5.1.6. Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Sinds juni 2018 is de nieuwe wet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in heel Europa ingevoerd. Deze wetgeving is ook geïntegreerd in het afvalbeleid. Gemeenten hebben de verplichting om aan te tonen dat er op een verantwoorde wijze met de privacygegevens van inwoners wordt omgegaan. Dit betekent onder meer dat de gemeente moet aangeven met welk doel zij informatie van haar inwoners registreert. De gemeente heeft vanuit de milieuwetgeving de verplichting om op een zo duurzaam mogelijke manier de inzameling van het huishoudelijk afval van haar inwoners in te zamelen. Hiervoor is registratie nodig. Enerzijds om een efficiënte inzameling te kunnen inrichten en anderzijds om een financiële afrekening te kunnen doorvoeren. De inzameling van het afval valt binnen de afspraken zoals deze zijn vastgelegd binnen het gemeentelijk privacy reglement. De gemeente bewaart de persoonsgegevens niet langer dan nodig is voor de uitvoering van gemeentelijke taken of zoals vastgesteld in regelgeving. Indien er voor specifiek maatwerk (bijvoorbeeld voor medisch afval) aanvullende kaders en/of registraties gelden, wordt binnen de aanvullende regeling extra aandacht besteed aan de privacywetgeving.

HVC verzorgt de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval voor de gemeente Zwijndrecht. HVC treedt daarmee op als "verwerker" en de gemeente Zwijndrecht als "verwerkingsverantwoordelijke". Op grond van art. 28 AVG wordt een verwerkersovereenkomst tussen de gemeente en HVC afgesloten, waarin wordt vastgelegd welke persoonsgegevens HVC mag verwerken, voor welke doeleinden en hoe deze beveiligd worden.

 

5.2. Financieel

5.2.1. Rijksbelasting op verbranding van restafval

De rijksoverheid heeft per 1 januari 2015 een rijksbelasting op het verbranden van restafval in het leven geroepen. Dit om het ambitieuze VANG-programma kracht bij te zetten en om gemeenten aan te zetten om de hoeveelheid restafval te gaan terugdringen.

Alle gemeenten betaalden vanaf dat moment, naast de reguliere inzamelings-, verbrandings- en transportkosten, een extra belasting van € 13,21 voor het verbranden van 1.000 kilo restafval aan het rijk. Sinds 1 januari 2020 is deze verbrandingsbelasting met ruim € 18,00 verhoogd naar € 32,63 per ton restafval. In 2021 betalen alle gemeenten € 33,15 per ton verbrand restafval. De verwachting is dat deze "verbrandingstaks" in de toekomst verder zal stijgen.

 

5.2.2. Vergoedingen voor grondstoffen nemen af

De handel van grondstoffen vindt veelal plaats op wereldniveau. Dit betekent dat de wereldhandel effect heeft op de prijzen van grondstoffen. Dit heeft er in de periode 2005-2015 toe geleid dat de vergoedingen van veel grondstoffen spectaculair gestegen zijn. Sinds 2016 is er echter sprake van een neergaande trend. De opbrengsten van metaal, oud papier en karton en textiel dalen, terwijl de kosten voor hout en matrassen fors stijgen. Een belangrijke reden hiervoor is dat China er momenteel voor kiest de grenzen gesloten te houden voor grondstoffen uit Europa. Een andere belangrijke factor is dat de landen in Oost Europa hun eigen afval zijn gaan recyclen. Hierdoor hebben ze minder grondstoffen en (afgedankte) producten uit West Europa nodig.

 

5.2.3. Afvalstoffenheffing stijgt

Beide bovenstaande ontwikkelingen zorgen ervoor dat ook bij gelijkblijvend beleid de afvalstoffenheffing in de meeste gemeenten fors stijgt. Gemeenten die een grote afvalstoffenreserve hebben, kunnen deze stijging in het begin nog opvangen. Gemeenten zonder reserve, of waar de reserve fors is afgenomen, zien de afvalstoffenheffing stijgen, of de dekkingsgraad afnemen.

In 2020 steeg de afvalstoffenheffing in Nederland met gemiddeld 8,5% en in 2021 ging hier nog gemiddeld 10% overheen.

 

5.3. Inwoners

5.3.1. Interesse voor duurzaamheid groeit

De aandacht voor duurzaamheid en het klimaat groeit. Lokale overheden ondersteunen duurzame energie-initiatieven en gaan over op gasloos wonen. Er zijn subsidies en faciliteiten voor elektrisch rijden. De verkopen van duurzaam voedsel stijgen en er wordt vaker biologisch en vegetarisch gegeten. Inwoners (met name de jonge generatie) vragen aandacht voor de plastic soep en protesteren voor een beter klimaat. Deze aandacht voor duurzaamheid zien we ook terug in afvalscheiding. Steeds meer inwoners doen graag mee. Maatschappelijk is steeds meer aandacht voor de rol van producenten in de ambitie om afvalpreventie te stimuleren en verpakkingen te reduceren.

 

5.3.2. Communicatie verandert

De tijd dat iedereen de (lokale) krant las is voorbij. Sociale media, podcasts, vlogs, nieuwsshows, realiteitenprogramma's en (buurt)apps hebben de functie van informatieverspreiding grotendeels overgenomen. Het voordeel is dat de informatie veel sneller en toegankelijker gebracht kan worden. Het nadeel is dat er geen controle meer lijkt te zijn op het waarheidsgehalte van de informatie die verspreid wordt. Een mening wordt met net zoveel zekerheid verkondigd als een feit en beiden zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Dit maakt communicatie over het nut en de inhoud van afvalscheiding een uitdaging.

 

5.3.3. Inwoners wonen langer zelfstandig

Nederlanders worden gemiddeld steeds ouder en blijven langer vitaal. Maar ook de inwoners die minder vitaal zijn wonen in veel gevallen nog zelfstandig, al dan niet met externe ondersteuning. Deze groep is vaak minder mobiel en heeft niet altijd toegang tot moderne communicatiekanalen. Bij het opstellen van nieuw beleid houden we met de groep die minder mobiel is rekening door het inrichten van maatwerk.

 

5.3.4. Druk op de ruimte in huis en in de openbare ruimte neemt toe

De behoefte aan huizen, parkeerplekken en ruimte om te recreëren groeit. De gescheiden inzameling van afval en grondstoffen legt beslag op ruimte in huizen, schuren, tuinen en in de openbare ruimte. De afvalinzameling concurreert hierdoor met andere vormen van ruimtebeslag die voor inwoners vaak hoger op de prioriteitenlijst staan. De afvalinzameling en – voorzieningen kunnen een bron van vervuiling zijn. Tegelijk is het belang van een schone openbare ruimte steeds groter. Alle keuzes voor toekomstige vormen van inzameling worden tegen deze achtergrond van schaarste in de privésfeer en in de openbare ruimte genomen.

 

6. De huidige situatie

 

In dit hoofdstuk staat weergegeven hoe de gemeente Zwijndrecht presteert op het gebied van afvalscheiding.

 

6.1. Inzamelstructuur

Aan het eind van 2021 ziet de inzamelstructuur van Zwijndrecht er als volgt uit:

 

Hoogbouw

Laagbouw

Restafval

Ondergrondse verzamelcontainers

Ondergrondse verzamelcontainers

en

minicontainers rest (*)

inzameling elke 4 weken

GFT en etensresten

GFE cocons (**)

Minicontainer aan huis

inzameling elke 2 weken

Plastic, blik en drankpakken

Bovengrondse verzamelcontainers

Minicontainer aan huis

inzameling elke 2 weken

Papier en karton

Verzamelcontainers

inzameling met verenigingen

Minicontainer aan huis

inzameling elke 4 weken

met verenigingen

Textiel

Verzamelcontainers

en

4x huis-aan-huis

Verzamelcontainers

en

4x huis-aan-huis

Glas

Verzamelcontainers

Verzamelcontainers

Grof restafval

Op afroep, zonder extra kosten

en

Afvalbrengstation

Op afroep, zonder extra kosten

en

Afvalbrengstation

Overig grof afval

Afvalbrengstation

Afvalbrengstation

Medicijnresten en gebruikte

injectienaalden

Apothekers

Apothekers

(*) Er zijn nu nog enkele delen van de bebouwde kom in Zwijndrecht die niet zijn aangesloten op een ondergrondse container voor restafval. De grondgebonden woningen in deze gebieden en de woningen in het buitengebied hebben nu nog een minicontainer voor restafval aan huis. Dat zijn ca. 3000 huishoudens. In 2022 realiseren we nog 32 ondergrondse containers. Op dat moment is heel Zwijndrecht aangesloten op een ondergrondse container, met uitzondering van woningen in het buitengebied. Restafval blijft daar via minicontainers ingezameld worden.

(**) Momenteel kunnen bewoners van hoogbouw in Zwijndrecht nog geen GFTE gescheiden aanbieden. Eind 2021 komt daar verandering in. Er worden 160 GFE cocons bij hoogbouwcomplexen geplaatst, waardoor bewoners van hoogbouw net als bewoners van grondgebonden woningen de hierboven genoemd grondstoffen gescheiden kunnen aanbieden.

 

6.2. Restafval

Huishoudelijk restafval is ongescheiden huishoudelijk afval. Het restafval bestaat uit twee componenten, te weten fijn en grof huishoudelijk restafval. Fijn huishoudelijk restafval wordt door de inzamelaar ingezameld via de ondergrondse containers en minicontainers voor restafval. Grof huishoudelijk restafval wordt door de inzamelaar gratis aan huis opgehaald of door inwoners gebracht naar het afvalbrengstation Noordpolder.

In 2015, het jaar voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan 2016, werd 277 kg huishoudelijk restafval per inwoner ingezameld, bestaande uit 232 kg fijn en 45 kg grof huishoudelijk restafval. In 2016 was het effect van het beleidsplan 2016 zichtbaar. Per inwoner werd in dat jaar 237 kg restafval ingezameld (203 kg fijn en 34 kg grof), een afname van 40 kg restafval per inwoner. In de jaren daarna heeft deze daling zich niet verder voortgezet en was er sprake van stabilisatie. In 2019 werd per inwoner 234 kg restafval (204 kg fijn en 30 kg grof) ingezameld.

De hoeveelheid restafval is in 2020 toegenomen tot 257 kg per inwoner, bestaande uit 220 kg fijn en 37 kg grof huishoudelijk restafval. Dit is een toename van 6,6% ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vier stabiele jaren. Deze toename is geheel toe te schrijven aan de covid-19 pandemie.

 

 

6.2.1. Samenstelling van het fijn huishoudelijk restafval

Onze inzamelaar HVC monitort niet alleen de hoeveelheden, maar ook de samenstelling van het ingezamelde fijn huishoudelijk restafval. Voor 2020 heeft dat het volgende beeld opgeleverd.

Grondstof

Gemiddeld percentage steekproeven 2020

Samenstelling fijn restafval - per kg per inwoner 2020

GFT en etensresten

35%

76

Restafval

21%

46

Overige stromen

15%

32

Plastic, metaal/blik en drinkpakken

10%

21

Textiel

6%

13

Oud papier en karton

5%

12

Luiers

5%

10

Glas

4%

9

 

 

 

Totaal

100%

219

 

Maar 21% van het afval dat inwoners in de ondergrondse container is ook echt restafval (ca. 46 kg per inwoner per jaar). Dat betekent dat 79% van het restafval bestaat uit grondstoffen die gerecycled kunnen worden wanneer ze gescheiden worden aangeboden.

 

 

6.3. Groente-, fruit- & tuinafval en etensresten (GFTE)

De hoeveelheid ingezameld GFTE schommelt al jaren rond de 60 kg per inwoner per jaar. In 2020 is de ingezamelde hoeveelheid GFTE met 9% toegenomen. Ondanks deze stijging is dit de stroom waar nog het meeste winst te boeken is. Gemiddeld zat er in 2020 nog ongeveer 76 kg per inwoner aan GFTE in het restafval. Het grootste deel daarvan bestaat uit groente- & fruitafval en etensresten.

 

 

Eind 2021 worden zogenaamde GFTE-cocons bij de hoogbouw geplaatst. Vanaf dat moment kunnen ook de bewoners van hoogbouw hun groente- & fruitafval en etensresten gescheiden aanbieden. Dat zal een positief effect hebben op de hoeveelheid GFTE dat gescheiden wordt ingezameld en op het aandeel in het restafval. Het grootste effect valt echter te behalen door invoering van recycle-tarief.

 

6.4. Verpakkingen van plastic, metaal/blik en drinkpakken (PMD)

In 2016 hebben alle grondgebonden woningen, in het kader van de uitvoering van het beleidsplan 2016, een minicontainer voor de inzameling van PMD gekregen. Bij de hoogbouw zijn vervolgens bovengrondse verzamelcontainers geplaatst. Het effect was direct zichtbaar. In vergelijking met 2015 is de hoeveelheid ingezameld PMD verdrievoudigd. Ondanks dat Zwijndrecht het in vergelijking met gemeenten met dezelfde stedelijkheid goed doet, belandde er in 2020 toch nog 21 kg PMD per inwoner in het restafval.

 

 

Om het ingezamelde PMD weer goed van elkaar te kunnen scheiden en de deelstromen vervolgens te kunnen recyclen is het van belang dat de kwaliteit van deze stroom goed is. De kwaliteit is daarom een blijvend aandachtspunt en deze wordt continu gemonitord. Omdat dit een complexe (samengestelde) stroom is, is de kans op vervuiling steeds aanwezig. Ingezamelde partijen die te zeer vervuild zijn worden afgekeurd. Er wordt dan over die betreffende partij geen inzamelvergoeding uitgekeerd.

 

6.5. Oud papier en karton (OPK)

Deze stroom neemt vanaf 2015 langzaam af, maar is sinds 2018 stabiel. Dit is in lijn met de landelijke trend. Met name de hoeveelheid papier is afgenomen, vooral onder invloed van de digitalisering. Het aanbod aan karton is juist gegroeid vanwege het veranderde winkelgedrag. Oud papier en karton vormt samen met GFTE en PMD de drie "hoofd" grondstofstromen, hetgeen ook terug te zien is het aandeel dat nog in het restafval beland. In het geval van OPK ging dat in 2020 om 12 kg per inwoner.

 

 

De inzameling van oud papier en karton in de gemeente Zwijndrecht gebeurt met behulp van verenigingen. Deze verenigingen ontvangen daarvoor een deel van de opbrengst van het oud papier. De afgelopen jaren is een trend zichtbaar dat de animo afneemt, omdat het voor de verenigingen steeds moeilijker wordt om vrijwilligers te vinden voor de inzameling.

 

6.6. Glas

De hoeveelheid ingezameld verpakkingsglas is de afgelopen jaren redelijk stabiel, maar blijft wel achter bij vergelijkbare gemeenten. Per inwoner zat in 2020 nog ca. 9 kg glas in het restafval. Op jaarbasis gaat het dan om ca. 400 ton glas.

 

 

De doelstelling voor Nedvang ligt op 90% brongescheiden verpakkingsglas. De gemeente Zwijndrecht zit hier met 66% ruim onder.

Het scheidingsgedrag wordt grotendeels bepaald door het voorzieningenniveau (mate waarin bewoners worden gefaciliteerd) en het inzamelsysteem (mate waarin bewoners worden geprikkeld om hun afval te scheiden).

De invoering van recycle-tarief zal effect hebben op de hoeveelheid gescheiden ingezameld verpakkingsglas. Het voorzieningenniveau voor glasinzameling is in Zwijndrecht redelijk tot goed op orde. Er zijn echter nog verbeterpunten.

De minimale norm voor het voorzieningenniveau voor glas bedraagt één verzamelcontainer op circa 900 inwoners. Op dit moment zit Zwijndrecht op ca. 1.050 inwoners per voorziening. Door tussen de 5 en 15 extra verzamelcontainers bij te plaatsen is het voorzieningenniveau te optimaliseren.

Nedvang heeft daarvoor een subsidieregeling, waar de gemeente gebruik van maakt. In het vierde kwartaal van 2021 worden de extra verzamelcontainers voor glas geplaatst. De verwachting is dat het uitbreiden van het aantal glasvoorzieningen ook zal leiden tot een toename van het gescheiden aangeboden glas.

 

6.7. Textiel

Het voorzieningenniveau voor de inzameling van textiel is in Zwijndrecht op orde. De richtlijn voor textiel is 1 verzamelcontainer per ca. 3000 inwoners. Met 19 verzamelcontainers wordt daar in Zwijndrecht ruimschoots aan voldaan. De ingezamelde hoeveelheid textiel schommelt al jaren tussen de 5 á 6 kg per inwoner per jaar. Dit is in lijn met de landelijke trend voor vergelijkbare gemeenten. Er is echter ruimte voor verbetering. In 2020 belandde ruim het dubbele (13 kg per inwoner) in het restafval.

 

 

6.8. Afvalbrengstation Noordpolder

Het afvalbrengstation Noordpolder wordt beheerd door HVC en is bedoeld voor inwoners uit de gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk en Zwijndrecht. Met de afvalpas krijgen inwoners uit deze gemeenten toegang tot het afvalbrengstation. Het afvalbrengstation is van maandag tot en met zaterdag geopend van 9.00 tot 18.15 uur.

 

Op het afvalbrengstation kan het grof huishoudelijk afval in 27 zogenaamde monostromen gescheiden worden aangeboden, te weten:

 

ABS Noordpolder

 

 

Elektrische apparaten (AEEA)

Harde kunststoffen

Piepschuim

Asbesthoudend afval

Herbruikbare goederen (Opnieuw&Co.)

Plantaardig vet (frituurvet)

Banden met velg

Hout A/B

Puin (schoon)

Banden zonder velg

Hout C (tuinhout)

Puin (vervuild)

Dakbedekking

Klein chemisch afval (KCA)

Spaarlampen / TL buizen

Gasbeton

Plastic folie

Tapijt

Gasflessen

PMD

Textiel

Gips

Matrassen

Tuinafval (grof)

Glas (verpakkings-)

Metalen

Vlakglas

Grond

Papier en karton

Grof restafval

 

 

 

 

Voor het wegbrengen van grof huishoudelijk afval naar het afvalbrengstation kunnen inwoners van de gemeente Zwijndrecht gratis gebruik maken van een aanhangwagen via de locatie van Opnieuw & Co.

 

6.9. Afvalstoffenheffing

De hoogte van het tarief van de afvalstoffenheffing vertoont sinds 2015 een stijgende lijn.

De inzameling en verwerking van restafval is steeds duurder geworden door hogere verwerkingskosten en de rijksbelasting op restafval. De laatste is sinds de invoering in 2015 gestegen van € 13,21 naar € 33,15 per ton verbrand restafval in 2021. Daarnaast hebben we te maken met (een mondiale) marktwerking, waardoor verwerkingstarieven van materialen en grondstoffen stijgen en opbrengsten dalen.

 

 

7. Gamechanger: recycle-tarief

 

Met het vaststellen van het Plan van Aanpak Grondstoffenbeleid op 25 mei 2021, heeft de gemeenteraad van Zwijndrecht gekozen voor de invoering van recycle-tarief (variant volume- frequentie) als richtinggevend scenario voor het grondstoffenbeleidsplan.

Het beleidsplan "inzameling en verwerking huishoudelijk afval" uit 2016 heeft ingezet op servicedifferentiatie. Daarmee is getracht het afvalscheidingsgedrag van onze inwoners te verbeteren. Onder andere door te werken aan een inzamelsysteem, waarin het onze inwoners makkelijker werd gemaakt om waardevolle grondstoffen aan te bieden en moeilijker om restafval aan te bieden. Dit heeft geleid tot een afname van de hoeveelheid restafval van ca. 43 kg per inwoner per jaar. Dit is minder dan vooraf ingeschat en niet genoeg om in de buurt te komen van de gestelde doelen en beheersing van de kosten.

De keuze voor invoering van een prijsprikkel in combinatie met onze servicedifferentiatie is een logische volgende stap in de ontwikkeling van ons beleid m.b.t. huishoudelijk afval / grondstoffen. Deze vervolgstap werd al benoemd als stip op de horizon in het beleidsplan 2016. Uit benchmarks blijkt dat gemeenten met een combinatie van service- en prijsprikkel de beste milieuresultaten behalen tegen gemiddeld de laagste kosten. Invoeren van recycle-tarief is daarom ook één van de aanbevelingen uit het rapport van de rekenkamer.

 

7.1. Wat houdt recycle-tarief in?

Eind jaren negentig is vanuit het rechtvaardigheidsprincipe "de vervuiler betaalt" het systeem van tariefdifferentiatie ontstaan. Dit systeem, diftar genaamd, is een effectieve methode gebleken om inwoners aan te zetten tot meer afvalscheiding. Het principe van deze financiële prikkel is eenvoudig. Wanneer je als inwoner goed je afval scheidt, en daardoor minder restafval overhoudt, betaal je minder afvalstoffenheffing. Wanneer je je grondstoffen niet gescheiden aanbiedt, heb je meer restafval en wordt een hogere heffing in rekening gebracht. Goed afval scheiden wordt hiermee dus financieel beloond. Bovendien worden inwoners zich veel meer bewust van hun gedrag met betrekking tot afval- en grondstoffen.

Inmiddels hanteren veel gemeenten de term recycle-tarief in plaats van diftar. Met diftar en recycle- tarief wordt hetzelfde bedoeld, maar de naam recycle-tarief is duidelijker voor bewoners. "Recyclen" is een ingeburgerde term en refereert aan het goede gedrag bij afval scheiden. De combinatie met "tarief" geeft aan dat er een financiële component aan afval scheiden is toegevoegd. Zo is het voor inwoners duidelijk wat er bedoeld wordt en, belangrijker nog, wat er van hen verwacht wordt.

In feite is recycle-tarief een andere manier van berekenen van de afvalstoffenheffing, waarbij inwoners zelf invloed hebben op de hoogte van het tarief. In de huidige situatie worden alle kosten voor afvalbeheer in gelijke mate via de afvalstoffenheffing over de huishoudens verdeeld. Bij recycle- tarief worden de kosten die gemaakt worden voor de inzameling en verwerking van restafval eerlijker verdeeld. Huishoudens die goed afval scheiden bieden minder restafval aan en betalen minder dan huishoudens die dat niet zo goed doen.

 

7.2. Volume-frequentie: hoe werkt het?

Het recycle-tarief is alleen van toepassing op het aanbieden van fijn huishoudelijk restafval. Recycle- tarief op basis van volume-frequentie houdt in dat Inwoners een tarief betalen voor iedere storting van een zak restafval in een ondergrondse container of per lediging van de minicontainer voor restafval (buitengebied). Voor de inzameling van grondstoffen betalen inwoners niet per lediging of aanbieding.

Alle ondergrondse containers voor restafval in Zwijndrecht zijn voorzien van een inwerpzuil met trommel en toegangsregistratie. De klep is te openen met een afvalpas, die aan een adres gekoppeld is. Elke opening van de klep wordt geregistreerd. Het aantal openingen van de klep bepaalt de hoogte van het variabele deel van de afvalstoffenheffing en daarmee de hoogte van de uiteindelijke rekening.

Bewoners van het buitengebied hebben de beschikking over een gechipte minicontainer voor restafval. Deze kan eens per vier weken (of minder vaak) worden aangeboden. De vuilniswagen herkent de minicontainer aan de chip. Op deze wijze wordt iedere aanbieding van de minicontainer geregistreerd.

 

7.3. Vastrecht en variabel tarief

De afvalstoffenheffing bestaat in de huidige situatie uit een tarief dat voor alle huishoudens gelijk is, met een onderscheid tussen één- en meerpersoonshuishoudens. Na invoering van recycle-tarief wordt de afvalstoffenheffing opgedeeld in een vast en variabel deel. In het vaste deel van de heffing worden alle kosten geboekt voor afvalbeheer met uitzondering van (een deel van) de kosten voor restafval. In het variabele deel van de heffing zijn (een deel van de) kosten opgenomen voor het inzamelen en verwerken van restafval.

Inwoners krijgen invloed op de hoogte van het variabele deel van de afvalstoffenheffing. Door goed afval te scheiden hoeft er minder vaak restafval aangeboden te worden en kan er worden bespaard op het variabele deel van de kosten. Het variabele deel van de afvalstoffenheffing is dus een middel om inwoners uit te dagen afval goed te scheiden.

 

7.4. Tariefstelling en kostendekkendheid

De inkomsten die een gemeente haalt uit de afvalstoffenheffing dienen ter dekking van de kosten voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Gemeenten bepalen zelf de mate van kostendekkendheid. De gemeente Zwijndrecht hanteert een kostendekkendheid van 100%. Dit betekent dat de inkomsten van de afvalstoffenheffing de kosten voor afvalbeheer geheel moeten dekken. Met andere woorden, de gemeente "past niet bij".

Het variabele deel van de afvalstoffenheffing daagt onze inwoners uit om beter afval te scheiden, maar is tegelijk een onzekere inkomstenbron voor de gemeente. De keuze voor de hoogte van het variabele tarief is daarom één van de belangrijkste keuzes die moeten worden gemaakt. Bij die keuze spelen de volgende aspecten een rol:

  • Het totaal van vast tarief en variabel tarief (de inschatting ervan) moet de totale kosten (afvalstoffenbegroting) dekken. Vooral in het 1e jaar bij invoering van recycle-tarief is het precieze effect op de kosten nog niet zeker. Het is dus belangrijk hiervoor een veilige aanname te doen;

  • Het variabel tarief is bedoeld ter dekking van de variabele kosten (inzamel- en verwerkingskosten) voor het restafval. Dit zijn directe kosten voor deze fractie. Naarmate er meer vaste kosten worden gedekt uit het variabele tarief, nemen de financiële risico's voor de gemeente toe;

  • Het variabele tarief is de prijsprikkel. Hoe hoger het variabele tarief, hoe sterker de prikkel tot afvalscheiding. Echter, een hoger variabel tarief brengt het risico met zich mee dat wanneer er minder restafval wordt aangeboden dan vooraf is aangenomen er onderdekking kan ontstaan. Er komt dan niet genoeg heffing binnen om alle kosten van het afvalbeheer te dekken. Om deze valkuil te vermijden is het verstandig ook met de risico's (een betere afvalscheiding dan gedacht) rekening te houden bij het vaststellen van de tarieven.

 

De tarieven voor het vaste en variabele deel van de heffing en de wijze van innen worden jaarlijks bepaald in de verordening afvalstoffenheffing. De eerste tariefstelling in het kader van de invoering van recycle-tarief is via de verordening afvalstoffenheffing 2023, welke in november 2022 ter besluitvorming aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Daarvoor zal op basis van het verwachte aanbiedgedrag een calculatie van de vaste en variabele tarieven worden gemaakt die de totale kosten dekken. Vervolgens wordt de hoogte van het vaste en variabele tarief jaarlijks herzien. Daarbij kan het verhogen of verlagen van het variabele deel ingezet worden voor het "dynamisch finetunen" van de afvalstoffenheffing.

 

7.5. Wat levert recycle-tarief op?

Recycle-tarief is de gamechanger die ons in staat stelt de hoeveelheid restafval drastisch terug te dringen en daarmee de maatschappelijke kosten duurzaam te kunnen beheersen.

 

7.5.1. Benchmark

De NVRD (Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten) en Rijkswaterstaat brengen jaarlijks de milieu- en kosteneffectiviteit van het gemeentelijk afvalbeheer in beeld in de Benchmark Huishoudelijk Afval. De inzamelprestaties van deelnemende gemeenten worden daarin gerelateerd aan gemeentelijke kenmerken (bv. aandeel hoogbouw), toegepaste inzamelstrategie (bv. servicedifferentiatie, diftar/recycle-tarief of een combinatie) of toegepast type inzamelmiddelen (bv. minicontainers, zak, verzamelcontainers).

Uit de benchmark blijkt dat gemeenten die een combinatie van servicedifferentiatie en diftar/recycle-tarief toepassen het beste presteren op de hoeveelheid restafval en de kosten.

In onderstaand overzicht uit de benchmark 2019 worden de resultaten (milieu en kosten) van deelnemende gemeenten uit stedelijkheidsklasse B, waarin ook Zwijndrecht valt, weergegeven op basis van de inzamelstrategie.

 

 

7.5.2. Verwacht milieuresultaat

De inzamelsystemen die in Nederland worden toegepast zijn grofweg te categoriseren in drie profielen, waarin in meer of mindere mate een serviceprikkel wordt toegepast. Deze drie profielen kunnen ook worden gecombineerd met een prijsprikkel. De meest in Nederland voorkomende inzamelsystemen zijn dan ook op te delen in zes profielen.

Het bedrijf Eureco doet jaarlijks in veel gemeenten in Nederland (bij 80% van NL gemeenten) metingen naar de hoeveelheid grondstoffen in het restafval. Op basis van de informatie die zij verzamelen en analyseren, kan globaal worden voorspeld welke resultaten gemeenten kunnen behalen met de gekozen inzamelmethode. Onderstaande grafiek laat zien welke resultaten gemeenten gemiddeld bereiken binnen de profielen. Ook is zichtbaar dat alleen gemeenten met een prijsprikkel (recycle-tarief) het restafval onder de 100 kg per inwoner per jaar krijgen in combinatie met een servicemaatregel (profiel 5 of 6).

De gemeente Zwijndrecht valt op dit moment onder profiel 3, waarbij de inzameling van restafval op afstand via ondergrondse verzamelcontainers plaatsvindt en de inzameling van GFTE, oud papier & karton en verpakkingen van plastic, metaal/blik & drankenkartons via minicontainers aan huis (laagbouw) of in de directe woonomgeving (hoogbouw). Na invoering van recycle-tarief maakt Zwijndrecht de stap naar profiel 6. De verwachting is dat daarmee de doelstelling van maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar kan worden gehaald.

 

 

7.5.3. Effect op kosten afvalbeheer

De invoering van recycle-tarief gaat impact hebben op de hoeveelheid restafval en daarmee ook op de kosten voor afvalbeheer. De afname van het restafval leidt tot lagere inzamel- en verwerkingskosten en een lagere verbrandingsbelasting op restafval. Daarnaast stijgt de inzamelvergoeding voor verpakkingen van plastic, metaal/blik & drankenkartons door betere afvalscheiding.

 

In onderstaand staatje is het effect op de kosten van de maatwerkoplossingen voor senioren al (zie ook Hoofdstuk 9) meegenomen.

 

Recycle-tarief

2022

2023

2024

2025

 

 

 

 

 

Inzamelkosten (-40.399)

 

-40.399

-40.399

-40.499

Kapitaallasten (9.722)

 

9.722

9.722

9.722

Onderhoudskosten (13.200)

 

13.200

13.200

13.200

Verwerkingskosten (-359.096)

 

-359.096

-359.096

-359.096

Inzamelvergoeding PMD (-130.095)

 

-130.095

-130.095

-130.095

Verbrandingsbelasting restafval (-155.009)

 

-155.009

-155.009

-155.009

Eénmalige kosten (183.000)

 

183.000

 

 

 

 

 

 

 

Effect op kosten afvalbeheer

 

-478.677

-661.677

-661.677

 

7.6. Implementatie recycle-tarief

Een succesvolle invoering van recycle-tarief vraagt om een zorgvuldige voorbereiding. Er moeten veel zaken geregeld en geborgd worden. Daar spelen meerdere partijen een rol in. Daarnaast is het belangrijk om onze inwoners goed voor te bereiden op het nieuwe systeem. Dat alles vraagt tijd. Eén van de risicofactoren voor succesvolle invoering van recycle-tarief is dan ook een te krappe voorbereidingstijd.

In verband met de belastingcyclus dient recycle-tarief ingevoerd te worden per 1 januari van een kalenderjaar. We voeren recycle-tarief daarom in per 1 januari 2023. De resterende tijd benutten we optimaal om alles goed geregeld te hebben en onze inwoners goed voor te bereiden.

 

Om recycle-tarief per 1 januari 2023 te kunnen invoeren moeten onder andere de volgende zaken geregeld zijn.

  • Juridisch

    • -

      afvalstoffenverordening, inclusief uitvoeringsbesluiten aanpassen

    • -

      Belastingverordening aanpassen

    • -

      Privacy: verwerkersovereenkomst vaststellen

  • Inzameling

    • -

      gfte inzameling hoogbouw implementeren

    • -

      32 resterende ondergrondse containers realiseren

    • -

      Vervangen minicontainers restafval buitengebied (nieuwe gechipte minicontainers)

    • -

      Toegangscontrole op PMD verzamelcontainers

    • -

      Aanpassen enkele ondergrondse containers met kleinere inwerptrommels

  • Administratief

    • -

      Genereren adressenbestand afvalstoffenheffing.

    • -

      Opzetten stambestand met adressen en minicontainers en chipnummers.

    • -

      Inregelen maatwerk (bv. medische indicatie).

    • -

      Opstellen protocol gegevensbeheer (adresmutaties, containermutaties, inlezen/controleren ledigingsgegevens, output naar belastingsoftware) Wie doet wat, welke back-ups etc.

    • -

      Uitwerken hoe om te gaan met leegstand, verhuizingen, etc.

  • Communicatie en voorlichting

    • -

      Campagne

    • -

      Voorbereiden inwoners op de nieuwe situatie

  • Toezicht en handhaving

    • -

      Toezicht- en handhavingsplan opstellen

  • Monitoring

    • -

      0-meting vooraf.

  • Oefenperiode

    • -

      Oefenperiode voor inwoners met feedback op aanbiedgedrag

    • -

      Inwoners helpen om hun routine m.b.t. afvalscheiding aan te passen.

 

8. Aanvullende maatregelen en optimalisaties

8.1. Grof afval tegen betaling

Door het grof huishoudelijk afval naar het afvalbrengstation te brengen helpen inwoners mee met een goede afvalscheiding. Het grof afval wordt op het afvalbrengstation namelijk gescheiden aangeboden in diverse afvalstromen. Slechts een klein deel van het afval wordt als grof restafval verbrand. Dit is anders bij het aanbieden van grof afval aan huis. Dit afval wordt ingezameld in één voertuig en vervolgens integraal verbrand.

Op dit moment is de ophaalservice aan huis "gratis". Dat betekent dat de kosten voor inzameling en verwerking van het grof huishoudelijk afval in de huidige situatie via de afvalstoffenheffing worden verdeeld over alle huishoudens.

De ophaalservice aan huis blijft, maar dit wordt wel een betaalde service. Inwoners zullen voor deze afspraak gaan betalen. Meer inwoners zullen er voor kiezen om hun grof huishoudelijk afval naar het afvalbrengstation te brengen in plaats van aan huis te laten ophalen. Resultaat is dat een groter deel van het grof huishoudelijk afval gescheiden wordt aangeboden en er minder grof huishoudelijk restafval in de verbranding belandt. De totale kosten voor grof huishoudelijk afval nemen daardoor af. Bovendien worden de kosten voor de ophaalservice eerlijker verdeeld. In feite is dit recycle-tarief voor grof huishoudelijk afval.

De gemeente Zwijndrecht volgt de regiogemeenten Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam en Dordrecht, die grof afval tegen betaling al hebben ingevoerd. Hendrik-Ido-Ambacht en Dordrecht hebben gekozen voor een tarief van ca. € 20,- per afspraak en Alblasserdam hanteert een (kostendekkend) tarief van € 50,- per afspraak.

Inwoners van de gemeente Zwijndrecht gaan voortaan € 20,- betalen voor de ophaalservice aan huis. De verwachting is dat dit tot een structurele besparing van ca. € 95.000,- op de kosten voor afvalbeheer zal leiden, ca. € 4,80 per woonhuisaansluiting.

Het tarief geldt niet voor het ophalen van grof tuin- of snoeiafval. Dit blijft gratis. Herbruikbaar huisraad kan kosteloos worden opgehaald door kringloopbedrijf Opnieuw & Co.

Inwoners van de gemeente Zwijndrecht kunnen gebruik blijven maken van een gratis aanhangwagen om grof afval weg te brengen naar het afvalbrengstation. Het aanbieden van grof huishoudelijk afval op het afvalbrengstation blijft gratis.

 

Grof afval tegen betaling (o.b.v. € 20,- tarief)

2022

2023

2024

2025

 

 

 

 

 

Inzamelkosten (-32.047)

-32.047

-32.047

-32.047

-32.047

Extra handhaving (5.079)

5.079

5.079

5.079

5.079

Verwerkingskosten (-17.000)

-17.000

-17.000

-17.000

-17.000

Opbrengst betaalde oproepen (-51.981)

-51.981

-51.981

-51.981

-51.981

Eénmalige kosten (6.500)

6.500

 

 

 

 

 

 

 

 

Effect op kosten Afvalbeheer

-89.445

-95.945

-95.945

-95.945

 

8.2. Gefaseerd uitdunnen van ondergrondse containers

De gemeente Zwijndrecht was een voorloper wat betreft het inzamelen van restafval met ondergrondse verzamelcontainers. Al in 2000 werd besloten tot volledige ondergrondse inzameling van restafval in Zwijndrecht. Tussen 2002 en 2012 zijn gefaseerd 298 ondergrondse containers gerealiseerd.

 

Dit gebeurde op basis van een toen wettelijk bepaalde maximale loopafstand van 75 tot 125 (met ontheffing) meter. Sinds 2009 mogen gemeenten zelf de maximale loopafstand bepalen. Inmiddels hanteert Zwijndrecht een maximale loopafstand van 300 meter.

Zwijndrecht heeft daardoor een, naar huidige maatstaven, te hoge containerdichtheid. Deze erfenis uit het verleden heeft twee belangrijke effecten.

Ten eerste werkt de serviceprikkel niet optimaal, waardoor de hoeveelheid restafval onvoldoende gereduceerd wordt. Een grotere afstand tot een ondergrondse container leidt namelijk tot betere afvalscheiding. Inwoners gaan beter hun best doen om minder restafval over te houden, zodat ze minder vaak de deur uit hoeven om het restafval weg te brengen.

Ten tweede heeft die forse investering geleid tot relatief hoge kapitaallasten. De kapitaallasten voor de ondergrondse containers worden in 15 jaar afgeboekt, die voor de betonputten in 30 jaar.

Het grootste deel van de ondergrondse containers is tussen 2010 en 2012 gerealiseerd. Deze worden tussen 2025 en 2028 afgeschreven. Tijdens de looptijd van dit grondstoffenbeleidsplan maken we een plan om de ondergrondse containers gefaseerd (afgestemd op moment van afschrijving) te gaan uitdunnen. Daarmee kunnen we het effect van recycle-tarief op termijn aanscherpen.

Na invoering van recycle-tarief heeft Zwijndrecht, op basis van huidige inzichten (maximale loopafstand en aantal woonhuisaansluitingen per ondergrondse container), een overschot van ca. 190 ondergrondse containers. Een eerste voorzichtige inschatting is dat het mogelijk moet zijn om het containerbestand op termijn met ca. 150 ondergrondse containers uit te dunnen. Daarmee kan een (geschatte) besparing van ca. €150.000,- worden gerealiseerd, bovenop de besparing die met recycle-tarief wordt gerealiseerd.

 

8.3. Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

De verzamelcontainers voor de inzameling van verpakkingen van plastic, metaal/blik en drankenkartons (PMD) die bij hoogbouwcomplexen staan zijn wel voorbereid op, maar niet voorzien van toegangscontrole. Dat betekent dat deze containers voor iedereen "toegankelijk" zijn. De kans dat misbruik wordt gemaakt van deze situatie (ontwijkgedrag) is aanzienlijk. Daarmee vormen deze containers een potentieel zwakke plek in het systeem van recycle-tarief.

Voor aanvang van recycle-tarief worden alle verzamelcontainers voor PMD daarom voorzien van toegangscontrole. De containers zijn daarna alleen nog te openen met een afvalpas.

 

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

2022

2023

2024

2025

 

 

 

 

 

Eénmalige kosten

70.000

 

 

 

 

 

 

 

 

Effect op kosten Afvalbeheer

70.000

 

 

 

 

8.4. Variabele frequentie inzameling GFTE

Ruim een derde van het huidige aanbod huishoudelijk restafval bestaat uit GFTE. Een groot deel daarvan bestaat uit groente- & fruitafval en etensresten. De invoering van recycle-tarief zal ervoor zorgen dat het aandeel GFTE in het restafval fors gaat afnemen. Toch kan verdere aanscherping nodig zijn.

Het intensiveren van de inzamelfrequentie van GFTE naar eens per week in de zomermaanden kan er voor zorgen dat inwoners eerder geneigd zijn hun GFTE afval ook in warme perioden, wanneer GFTE afval enige overlast kan geven, gescheiden van het restafval aan te bieden. Dit is een service- verhogende maatregel die kan bijdragen aan betere afvalscheiding en verdere reductie van de hoeveelheid restafval, maar die ook kostenverhogend is. Deze maatregel kan, indien nodig, in een later stadium ingevoerd worden om de milieuresultaten verder aan te scherpen.

De bijkomende kosten voor het wekelijks inzamelen van GFTE in de zomermaanden bedragen jaarlijks ca. € 100.000,.

Na invoering van recycle-tarief monitoren we het gescheiden aanbod van GFTE en het aandeel van GFTE in het ingezamelde restafval, in de winter en in de zomerperiode. Daarnaast leren we van de resultaten in de gemeente Dordrecht, waar GFTE deze zomer voor het eerst wekelijks in plaats van 2- wekelijks wordt ingezameld. Op basis van monitoring en evaluatie kan al dan niet worden gekozen om GFTE in de zomermaanden wekelijks te gaan inzamelen.

 

8.5. Keukenmanagement

Onze inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor de manier waarop in huis afval wordt gescheiden. Het grootste deel van het huishoudelijk afval ontstaat in de keuken. Inwoners die al goed afval scheiden doen aan keukenmanagement. In de keuken zijn vaak voorzieningen getroffen om grondstoffen makkelijk van het restafval te kunnen scheiden. Iedereen is daarbij op zoek naar een manier die past bij de situatie en de routine. Wat werkt voor de één is misschien onhandig voor de ander. Niet iedereen heeft immers dezelfde ruimte beschikbaar in de keuken. Zo is de ruimte in en rondom huis in hoogbouwsituaties vaak beperkter dan bij grondgebonden woningen.

Wij willen onze inwoners graag helpen in het zoeken naar een voor hun werkbare oplossing. Vooral inwoners die nog niet, of nog niet zo goed, aan afvalscheiding doen kunnen gebaat zijn bij een beetje hulp. We richten ons daarbij vooral op:

  • Communicatie en voorlichting

    Tips en inspirerende praktijkvoorbeelden van inwoners van Zwijndrecht via artikelen in het stadsnieuws, social media en de website www.zwijndrechtgaatduurzaam.nl.

    Daarbij wijzen we onze inwoners ook op hulpmiddelen die op de markt te verkrijgen zijn. Afvalcoaches kunnen inwoners op basis van hun kennis en ervaring adviseren welke oplossingen er mogelijk zijn voor hun specifieke situatie.

Daarnaast reserveren we een klein budget om gericht te kunnen inzetten in buurten waar inwoners wellicht wat meer hulp nodig hebben. Dit budget kan worden ingezet naar aanleiding van gesprekken met bewoners of met concrete acties per buurt, wellicht gekoppeld aan acties vanuit de buurtaanpak.

 

Keukenmanagement

2022

2023

2024

2025

 

 

 

 

 

Eénmalige kosten

10.000

10.000

 

 

 

 

 

 

 

Effect op kosten Afvalbeheer

10.000

10.000

 

 

 

9. Maatwerk doelgroepen

 

De invoering van recycle-tarief is een wijziging van het inzamelsysteem. Onze inwoners zullen aan het nieuwe systeem moeten wennen en zich daar mogelijk ook op moeten aanpassen. Vooral van huishoudens waar het afval nog niet zo goed wordt gescheiden, vraagt het om aanpassing van de routine en aanscherping van de afvalscheiding. In principe hebben alle huishoudens in de gemeente Zwijndrecht de mogelijkheid om grondstoffen gescheiden van het restafval aan te bieden, de voorzieningen zijn daarvoor bij de invoering van recycle-tarief op orde.

Hoewel de meeste inwoners prima uit de voeten kunnen met het systeem van recycle-tarief, kan dit sommige doelgroepen toch voor een probleem stellen. Voor deze doelgroepen kan een vorm van maatwerk overwogen worden, waarmee het mogelijke probleem ondervangen of opgelost wordt. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden dat maatwerk in het algemeen een verhoging van het serviceniveau is voor een specifieke doelgroep. Dit heeft altijd een effect op de kosten en milieuresultaten.

 

9.1. Senioren

Senioren hebben vaak minder afval, zijn soms ook slechter ter been, en brengen daarom vaker kleinere zakjes met restafval weg. Wanneer deze routine na invoering van recycle-tarief wordt voortgezet, leidt dat tot hogere kosten omdat er meer klepopeningen geregistreerd worden.

We voorzien enkele ondergrondse containers, nabij woonlocaties voor senioren, van een kleinere inworptrommel en -opening. Deze kleinere inworp krijgt een eigen inworptarief. Op deze manier kunnen deze inwoners zelf kiezen of ze het restafval minder vaak in een grote of vaker in een kleine zak aanbieden, met een daarbij passend tarief.

 

9.2. Huishoudens met een medische indicatie

Inwoners die vanwege ziekte of handicap meer (medisch) restafval produceren worden na invoering van recycle-tarief gesteld voor hogere kosten. Deze doelgroep heeft niet of nauwelijks invloed op deze extra hoeveelheid restafval, deze hoort onlosmakelijk bij hun situatie. Het gaat om medisch afval als infuusslangen e.d., maar ook om incontinentiemateriaal. Medicijnen en injectienaalden kunnen worden ingeleverd bij de verschillende apothekers in de gemeente.

Deze doelgroep kan daarom een gedeeltelijke ontheffing van de afvalstoffenheffing aanvragen op het moment dat recycle-tarief wordt ingevoerd. De ontheffing heeft betrekking op het aantal aanbiedingen (klepopeningen) boven het gemiddeld aantal aanbiedingen per huishouden.

Hiervoor wordt een procedure "toekennen medische indicatie" vastgesteld en opgenomen in de verordening afvalstoffenheffing.

 

9.3. Huishoudens met luierafval

Huishoudens met kinderen "in de luiers" hebben tijdelijk een hoger aanbod van afval dat (vooralsnog) in het restafval terecht komt. Na invoering van recycle-tarief leidt dat tot een hogere afvalstoffenheffing in vergelijking met huishoudens zonder luierafval, waar het afval net zo goed gescheiden wordt.

Huishoudens met luierafval dragen zelf verantwoordelijkheid voor hun afval. Het hebben van een groter aanbod van (rest)afval hoort bij de levensfase van (jonge) gezinnen en is tijdelijk van aard. Daar horen ook extra kosten bij, net zoals dat het geval is met energie en water. Op de markt zijn inmiddels goede duurzame alternatieven voor wegwerpluiers beschikbaar in de vorm van wasbare luiers. Herbruikbare luiers hebben tegenwoordig een hoog gebruiksgemak en de kosten per kind zijn aanzienlijk lager dan met wegwerpluiers. Door te kiezen voor wasbare luiers kan het extra aanbod restafval beperkt worden.

In lijn met het principe van recycle-tarief, waarin de kosten voor restafval eerlijker verdeeld worden, bieden we voor deze doelgroep daarom geen maatwerkoplossing.

Voor luiers bestaat op dit moment nog geen adequate verwerkingsmethode. De ontwikkeling daarvan is echter in volle gang en het moment dat luiers rendabel als grondstof kunnen worden ingezameld komt dichterbij. Deze ontwikkeling wordt gevolgd. Op het moment dat gescheiden luierinzameling mogelijk is zullen we dat faciliteren.

 

9.4. Sociale minima

Het streven is elke inwoner bewust te maken van nut en noodzaak van het scheiden van afval. Daarvoor is de service op grondstoffen de afgelopen jaren verhoogd en de service op restafval verlaagd. Deze serviceprikkel was er voor iedereen. Met de invoering van recycle-tarief combineren we de serviceprikkel met een prijsprikkel. Voor een goede werking van het nieuwe systeem is het belangrijk dat iedereen deze prijsprikkel ervaart.

In de huidige situatie hebben sociale minima vrijstelling van betaling van de afvalstoffenheffing (kwijtschelding). Het in stand houden van deze vrijstelling betekent dat huishoudens die daarvoor in aanmerking komen, niet de financiële stimulans ervaren om afval te scheiden.

Het loslaten van de volledige kwijtschelding brengt deze doelgroep juist in financiële problemen.

In de meeste gemeenten die recycle-tarief hebben ingevoerd is er voor gekozen om alleen het vaste deel van het tarief kwijt te schelden. Op deze manier is er via het variabele tarief ook voor deze doelgroep de financiële prikkel om afval te scheiden.

Aangezien de verhouding vast en variabel tarief, de hoogte van de tarieven en de wijze van inning pas in november 2022 worden vastgesteld via de Verordening Afvalstoffenheffing, nemen we op dat moment ook een besluit over de precieze invulling van de kwijtschelding.

We besteden in de aanloop naar recycle-tarief aandacht aan het voorbereiden van deze doelgroep. Daarnaast benutten we de contacten met betrokken instanties (bijvoorbeeld de sociale dienst, bewindvoerders, etc.) om eventuele knelpunten vroegtijdig te kunnen signaleren.

 

9.5. Anderstaligen en laaggeletterden

Invoering van recycle-tarief kan bij deze doelgroep leiden tot hogere kosten, omdat de boodschap en uitleg niet of onvoldoende begrepen wordt. De grootte van deze doelgroep is niet te onderschatten in Zwijndrecht. Maatwerk in het bereiken en begeleiden van deze doelgroep is daarom van belang.

Dit maatwerk zit vooral in de communicatie-aanpak en minder in de uitwerking van het nieuwe systeem. Deze doelgroep krijgt specifieke aandacht in onze communicatie, voorlichting en educatie.

 

10. Neveneffecten

 

Veranderingen zullen altijd tot een bepaalde weerstand leiden. Dat geldt zeker voor veranderingen in de inzameling van huishoudelijk afval. Iedere inwoner heeft daar immers mee te maken en iedere inwoner heeft daar ook een mening over. De invoering van recycle-tarief zal ook weerstand oproepen. Deze weerstand kan zich uiten in ongewenste neveneffecten, zoals ontwijkgedrag.

 

10.1. Weerstand

Het is belangrijk dat we weerstand op de juiste manier duiden en daar op een goede en pragmatische manier mee om gaan.

  • a.

    weerstand betekent niet dat iedereen tegen verandering is. Dit zou betekenen dat je ofwel moet stoppen met veranderen ofwel alle weerstand moet verwijderen en het liefst zo snel mogelijk.

  • b.

    Een tweede gevaar schuilt in het woord "tegen". Dat suggereert dat je tijdens veranderingen met voor- en tegenstanders te maken hebt. Er zijn daarentegen heel veel verschillenden persoonlijke omstandigheden. Het is niet mogelijk om op een betaalbare wijze voor iedereen een ideaal systeem in te richten, maar door slimme keuzes te maken (bv. maatwerk voor medisch afval, ondergrondse containers met kleinere inwerpopeningen) kunnen we dat wel proberen te benaderen.

  • c.

    weerstand hoeft niet altijd opgelost te worden. Veranderen gaat gepaard met weerstand, dat is een gegeven. We moeten ons vooral richten op welke wijze we met deze weerstand omgaan. Het (h)erkennen van weerstand in de communicatie kan al helpen bij het verminderen van weerstand.

 

10.2. Ontwijkgedrag

Ontwijkgedrag is in gemeenten die overwegen recycle-tarief in te voeren een belangrijk thema in discussies. Inwoners die ontwijkgedrag vertonen, proberen op alternatieve (gratis) manieren van hun restafval af te komen (zogenaamde ontwijkroutes). Het gaat dan onder andere over vervuiling van grondstoffen met restafval, dumpingen en bijplaatsingen.

 

10.2.1. Vervuiling van grondstoffen

Het gescheiden inzamelen van grondstoffen heeft weinig zin, wanneer deze grondstoffen ongeschikt zijn voor recycling, omdat ze te veel vervuild zijn. Er is sprake van vervuiling wanneer verschillende afval-/grondstofstromen onjuist worden aangeboden. Denk daarbij aan luiers of restafval in het textiel, plastic bij het GFTE, restafval in het PMD, etc.). Deze stromen worden afgekeurd en vervolgens als restafval verwerkt (verbrand). Bewuste vervuiling van grondstoffen met restafval leidt tot mindere milieuprestaties en hogere kosten.

 

10.2.2. Dumpingen en bijplaatsingen

Bij dumpingen en bijplaatsingen plaatsen inwoners afval in de openbare ruimte. In het geval van een dumping is dit vaak een afgelegen plek in een plantsoen of afgelegen terrein. Bijplaatsingen vinden plaats bij (ondergrondse) verzamelcontainers.

 

10.3. Landelijk beeld

IPR-Normag heeft in 2020 in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar de toepassing van diftar (recycle-tarief) als beleidsinstrument bij huishoudelijk afvalbeheer in Nederland (eindrapport 25 januari 2021). Daarin worden ook de effecten van diftar (recycle-tarief) beschreven, zoals ook ontwijkgedrag.

Het algemene beeld is dat de omvang van ongewenste ontwijkroutes relatief beperkt is. De angst blijkt vaak groter dan hoe het in werkelijkheid uitpakt.

 

Dit geldt ook voor dumpingen. Gemeenten waar recycle-tarief op restafval is ingevoerd ervaren niet een groter of onbeheersbaarder probleem met dumpingen dan voor invoering.

Wat betreft bijplaatsingen is de ervaring dat het meer goed dan fout gaat en dat als bijplaatsingen voorkomen, het om enkele kwetsbare locaties binnen de betreffende gemeente gaat. Het gaat dan om locaties waar bijvoorbeeld een barrière is voor goede communicatie, zoals wijken met inwoners van veel verschillende nationaliteiten of wijken waar veel doorstroom is van inwoners.

Het heeft nergens geleid tot excessen. Door extra inzet op communicatie en handhaving en aandacht voor specifieke locaties is de situatie beheersbaar gebleven. Naar verloop van tijd werd het "oude niveau" weer bereikt.

Ten aanzien van de kwaliteit van ingezamelde grondstofstromen bij gemeenten met recycle-tarief kan worden gesteld dat deze niet wezenlijk afwijkt van dezelfde stormen bij gemeenten zonder recycle-tarief.

 

10.4. Aanpak voorkomen neveneffecten

Onze aanpak om ongewenste neveneffecten zoveel mogelijk te voorkomen bestaat uit de volgende pijlers.

  • 1.

    Voorbereiden inwoners

    We gaan onze inwoners goed voorbereiden op Recycle-Tarief. Het is belangrijk dat alle inwoners het systeem snappen (hoe werkt het?; waarom doen we het zo?; wat wordt er verwacht?) en voldoende kennis hebben over het scheiden van afval, grondstoffen en goed gebruik van de beschikbare inzamelvoorzieningen. Naast uitgebreide communicatie (zie volgende punt) richten we daarom in de tweede helft van 2022 een "oefenperiode" in om te wennen aan het nieuwe systeem. Inwoners kunnen daarbij feedback krijgen over hun "aanbiedgedrag".

    Op deze manier helpen we onze inwoners om hun afvalscheidingsroutine aan te passen en vergroten we het draagvlak. Dit zal ook een positief effect hebben op het voorkomen van eventuele neveneffecten.

  • 2.

    Communicatie

    Onze communicatie richt zich in belangrijke mate op kennis en bewustwording. We informeren onze inwoners over het hoe en waarom van gescheiden grondstofstromen. Hierin staat centraal wat er met een gescheiden stroom gebeurt, wat ervan gemaakt wordt, wat vervuiling is en welk effect dat heeft. Ook geven we aan wat inwoners kunnen doen om de gescheiden stromen zo schoon mogelijk te houden.

    We zetten afvalcoaches in om in de wijken het persoonlijke gesprek te kunnen voeren en inwoners gericht op weg te kunnen helpen. Op basis van monitoring kunnen afvalcoaches gericht ingezet worden in buurten waar bijsturing nodig is.

    Speciale aandacht zal uitgaan naar potentieel kwetsbare buurten en het bereiken van de doelgroep anderstaligen en laaggeletterden.

  • 3.

    Monitoren (0-meting en effectmetingen)

    Het is belangrijk om te kunnen bepalen in hoeverre eventuele ongewenste neveneffecten zijn toe te schrijven aan de invoering van Recycle-Tarief. In gemeenten waar het afvalbeleid en de keuze voor Recycle-Tarief in de publieke belangstelling staat kan het aantal bijplaatsingen/dumpingen in absolute zin gering zijn, maar in de publieke perceptie omvangrijk. Om deze valkuil te omzeilen voeren we voor invoering van recycle-tarief een gedegen 0-meting uit en na invoering enkele effectmetingen. "Meten is weten" en op basis daarvan kan, indien nodig, worden bijgestuurd. Bijvoorbeeld door gerichte inzet van communicatie (o.a. afvalcoaches) of handhaving.

  • 4.

    Toezicht en Handhaving

    De inzet is om door middel van een goede voorbereiding van onze inwoners ongewenste neveneffecten zoveel mogelijk te voorkomen. Daar waar het toch niet helemaal goed gaat proberen we in eerste instantie bij te sturen door middel van gerichte communicatie, bijvoorbeeld met inzet van afvalcoaches. Wanneer naar verloop van tijd toch sprake is van bewust fout gedrag, dan zetten we toezicht en handhaving in als instrument om dat foute gedrag aan te pakken.

  • 5.

    Nudging

    Nudging betekent letterlijk "een zetje geven" en kan worden omschreven als subtiele beïnvloeding van gewenst gedrag. Positieve keuzes worden op een subtiele manier naar voren geschoven, zonder de andere keuzeopties weg te nemen. Nudges zetten mensen aan tot actie zonder dat ze er zelf bewust voor kiezen of er iets voor hebben hoeven doen.Nudging kan als extra instrument worden ingezet op plekken in de gemeente waar regelmatig sprake is van bijplaatsingen.

 

11. Afwegingskader

 

In de hoofdstukken 7 tot en met 10 zijn de bouwstenen voor het nieuwe grondstoffenbeleid beschreven. Deze bouwstenen bestaan grofweg uit invoering van recycle-tarief o.b.v. volume- frequente, aanvullende maatregelen & optimalisaties en maatwerk ten aanzien van doelgroepen en voorkomen van neveneffecten.

In onderstaand schema zijn uit deze bouwstenen drie mogelijke pakketten samengesteld voor de uitvoering van ons grondstoffenbeleid. Alle pakketten voorzien in invoering van recycle-tarief. De aanvullende maatregelen & optimalisaties en het maatwerk verschillen per pakket. Per pakket leidt dit tot een effect op de milieuresultaten, de kosten en het serviceniveau. Met groen en rood wordt aangegeven of het betreffende effect gunstig of minder gunstig is.

Pakket "Plus" blijkt het gunstigste effect te hebben op milieu, kosten en service. Het advies is dan ook om te kiezen voor pakket "plus" ten behoeve van de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan.

 

Effect

Pakket Basis

Pakket Plus

Pakket Max

 

Recycle-tarief

Volume-frequentie

Recycle-tarief

Volume-frequentie

Recycle-tarief

Volume-frequentie

 

Grof huishoudelijk afval

Gratis ophaalservice

Grof huishoudelijk afval

Tarief ophaalservice € 20,-

Grof huishoudelijk afval

Tarief ophaalservice € 20,-

 

Plan uitdunnen ondergrondse containers

Plan uitdunnen ondergrondse containers

Plan uitdunnen ondergrondse containers

 

Maatwerk medische indicatie

  • vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

 

0- meting en effectmeting ongewenste neveneffecten

Keukenmanagement

  • budget gerichte aanpak

Variabele frequentie GFTE inzameling

 

 

Maatwerk medische indicatie

  • vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

Keukenmanagement

  • budget gerichte aanpak

 

 

Maatwerk senioren

  • Ondergrondse containers nabij seniorenwoningen voorzien van kleinere inwerptrommel met daarbij passend tarief.

Maatwerk medische indicatie

  • Vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

 

 

0- meting en effectmeting ongewenste neveneffecten

Maatwerk senioren

  • Ondergrondse containers nabij seniorenwoningen voorzien van kleinere inwerptrommel met daarbij passend tarief.

 

 

 

Maatwerk luierafval

  • vrijstelling boven gemiddeld aantal aanbiedingen.

 

 

 

0-meting en effectmeting ongewenste neveneffecten

 

 

 

 

Milieu

Invoering van recycle-tarief zorgt voor een forse reductie van het restafval. Het grof huishoudelijk restafval doet hierin echter niet mee, vanwege handhaven van de gratis ophaaldienst.

PMD verzamelcontainers zonder toegangscontrole vormen een zwakke plek, waardoor vervuiling met restafval en daardoor afkeur reëel is.

 

Behalen van de doelstelling van 100 kg restafval per inwoner per jaar is onzeker.

Invoering van recycle-tarief en grof afval tegen betaling zorgen voor een forse reductie van restafval (fijn en grof).

 

Behalen van de doelstelling van max. 100 kg restafval per inwoner per jaar is reëel.

Invoering van recycle-tarief en grof afval tegen betaling zorgen voor een forse reductie van restafval (fijn en grof).

 

Behalen van de doelstelling van max. 100 kg restafval per inwoner per jaar is reëel.

Kosten

Effect op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige begroting:

  • kleine toename in 2022

  • afname in 2023 (niet optimaal)

 

Het effect van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer wordt zichtbaar vanaf 2023. Dit effect is niet optimaal vanwege de gratis ophaalservice voor grof restafval en ontbreken van toegangscontrole op PMD verzamelcontainers.

Effect op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige begroting:

  • kleine afname in 2022

  • afname in 2023 (optimaal)

 

Het effect van invoering van grof afval tegen betaling is zichtbaar vanaf 2022. Dit zorgt er ten opzichte van pakket 1 voor dat de afname van de kosten in 2023 groter is.

 

Door investering in toegangscontrole PMD verzamelcontainers en keukenmanagement is de toename van de kosten in 2022 iets groter in vergelijking met pakket 1.

 

Het effect van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer wordt zichtbaar vanaf 2023.

Door invoering van grof afval tegen betaling en de toegangscontrole op PMD verzamelcontainers is het effect optimaal.

Effect op de kosten voor afvalbeheer ten opzichte van de huidige begroting:

  • toename in 2022

  • afname in 2023 (niet optimaal)

 

Het effect van invoering van grof afval tegen betaling is zichtbaar vanaf 2022. Dit zorgt er ten opzichte van pakket 1 voor dat de afname van de kosten in 2023 groter is.

 

Het effect van recycle-tarief op de kosten voor afvalbeheer wordt zichtbaar vanaf 2023.

Door invoering van grof afval tegen betaling en de toegangscontrole op PMD verzamelcontainers is het effect optimaal.

 

De hogere service op maatwerk en frequenter inzamelen van GFTE in de zomermaanden werken kostenverhogend. De afname van de kosten die in 2023 optreedt zal lager zijn in vergelijking met pakket 2.

Service

  • Lage service op fijn huishoudelijk restafval.

  • Hoge service op grof huishoudelijk restafval

  • Lage service op maatwerk

 

  • Lage service op restafval

  • Lage service op restafval

 

  • Gemiddelde service op maatwerk

  • Lage service op restafval

  • Hoge service op maatwerk

 

 

 

 

 

 

Voorkeur

 

 

12. Flankerend beleid

12.1. Communicatie & Voorlichting

De landelijke overheid heeft gemeenten de opdracht gegeven om in 2025 nog maar 30 kilogram restafval per inwoner per jaar te produceren. In 2020 werd in Zwijndrecht ca. 257 kilogram restafval per inwoner geproduceerd. We hebben in Zwijndrecht dus een grote opgave. We hebben tot doel gesteld om in 2025 maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar te produceren.

 

12.1.1. Kernboodschap van het grondstoffenbeleid

Afval is grondstof!

We willen grondstoffen maximaal benutten en dat kan het best door het afval thuis goed te scheiden. Het overige afval zijn grondstoffen die goed te verwerken zijn in nieuwe producten. Om deze ambitie kracht bij te zetten moeten gemeenten belasting betalen over het ingezamelde restafval. De verwerking van restafval is daardoor veel duurder geworden. Via de afvalstoffenheffing worden deze kosten doorberekend aan de inwoners.

 

Eerlijke verdeling kosten restafval

In de huidige situatie worden alle kosten in gelijke mate verdeeld over alle huishoudens. Met het recycle-tarief wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing bepaald door het aanbod van restafval. Inwoners die goed afval scheiden en daardoor weinig restafval produceren zijn met het recycle-tarief goedkoper uit dan inwoners die hun afval minder goed scheiden. Onze inwoners krijgen dus zelf invloed op de hoogte van de afvalstoffenheffing.

De invoering van recycle-tarief zal voor degenen die al goed afval scheiden weinig verandering teweeg brengen. Inwoners die nog niet gewend zijn om afval op een goede manier te scheiden zullen hun routine moeten aanpassen. Onze communicatie-inzet is erop gericht om ook deze groep te stimuleren om afval te scheiden en hen daarbij te helpen.

 

12.1.2. Strategie

We zetten in op kennis en bewustwording, draagvlak (neutrale tot positieve houding ten opzichte van recycle-tarief) en gedragsverandering. Het gaat om het actief, tijdig en begrijpelijk informeren van onze inwoners over de introductie van recycle-tarief.

De strategie is niet alleen gericht op informatieoverdracht. Een campagne die alleen gericht is op informatieoverdracht bereikt niet dat mensen hun gedrag veranderen. Het grootste deel van beslissingen wordt namelijk gemaakt op de automatische piloot. Om inwoners tot ander gedrag aan te zetten is het nodig om instrumenten te ontwikkelen die gericht zijn op:

  • het veranderen van sociale normen: zoals laten zien dat de meerderheid het al doet

  • motiveren tot ander gedrag: zoals een beloning

  • weerstand verminderen: belangrijke strategieën hierbij zijn, erkennen, keuzes bieden en eenvoudig maken.

  • capaciteit en kennis: heeft de doelgroep de juiste informatie om het gewenste gedrag te vertonen?

  • gelegenheid: zijn er barrières, zoals gebrek aan ruimte om te scheiden?

  • veranderen van gewoontes: door iets aan de situatie te veranderen moet de situatie opnieuw beoordeeld worden.

 

12.1.3. Algemene campagne en maatwerk per buurt en doelgroep

Bij de overgang naar recycle-tarief spelen bovenstaande componenten een rol. Het gaat dus niet alleen om goede communicatie. Voor de campagne moet in kaart gebracht worden wat er speelt. Dit zal verschillen per doelgroep. Waar veel ouderen wonen spelen andere gedragscomponenten een rol dan in een wijk met veel gezinnen of een wijk met veel allochtonen. Naast de algemene campagne worden daarom specifieke elementen ontwikkeld die passen bij een bepaalde wijk of buurt om gedragsverandering te bereiken. Daarbij wordt de kennis benut van onder andere buurtaanpak, woningcorporaties en welzijnsinstellingen. Speciale aandacht is er voor de doelgroep anderstaligen en laaggeletterden.

 

12.1.4. Campagne in vogelvlucht

De campagne gaat uit van de volgende fases in de communicatie.

  • 1.

    Informeren en weerstand reduceren: na besluitvorming grondstoffenbeleidsplan

    • wat gaat er veranderen?

    • wanneer?

    • waarom?

    • uitleg systeem recycle-tarief, hoe werkt het?

  • 2.

    Vergroten kennis en bewustwording: afval scheiden en grondstoffen (reeds gestart)

    • afval is grondstof!

    • wat hoort waar?

    • wat gebeurt er met ingezamelde grondstoffen?

    • welk effect heeft vervuiling?

    • etc.

  • 3.

    Oefenperiode met feedback: 2e helft 2022

    • inwoners voorbereiden op recycle-tarief: helpen met aanpassen "routine"

    • m.b.v. HVC-app

    • d.m.v. persoonlijk contact, afvalcoaches

  • 4.

    Na implementatie recycle-tarief: per 1 januari 2023

    • feedback blijven geven (o.a. HVC-app)

    • periodiek terugkoppelen resultaten

    • gerichte communicatie en inzet afvalcoaches om eventueel bij te sturen.

 

 

12.2. Educatie

Gedragsverandering is de sleutel om te komen tot een duurzamere samenleving. Educatie speelt daarbij een belangrijke rol. Kennis leidt tot bewustwording en bewustwording is vaak een eerste stap in het aanpassen van gedrag, een eerste stap op weg naar een duurzamere leefstijl.

Kinderen zijn vanzelfsprekend een belangrijke doelgroep, maar de impact van educatie reikt verder. Je bent immers nooit te oud om te leren. Ook op latere leeftijd zijn mensen in staat om bewust het gedrag aan te passen.

 

12.2.1. Natuur- en Duurzaamheidseducatie (NDE)

De gemeente Zwijndrecht volgt de drie grote landelijke duurzaamheidsambities voor 2050, te weten Klimaatadaptief, Energieneutraal en Circulair. In het programma duurzaamheid wordt beschreven hoe Zwijndrecht vorm wil geven aan deze ambities.

Natuur- en Duurzaamheidseducatie speelt daarin een belangrijke rol. Er wordt, in vergelijking met het "vroegere" natuur- en milieueducatie (NME), een bredere scope voor duurzaamheidseducatie ontwikkeld, die aansluit bij de drie pijlers "klimaat", "energie" en "circulaire economie". Ook wordt de doelgroep uitgebreid van alleen het (basis)onderwijs naar jongeren, volwassenen, ondernemers en organisaties. De beschikbare NDE-locaties (Kiboehoeve, 't Weetpunt en natuureducatiecentrum Hooge Nesse) worden gebruikt voor lessen, activiteiten en voorbeeldprojecten.

Daarnaast gebruiken we de website www.zwijndrechtgaatduurzaam.nl om onze inwoners (vooral de volwassenen) tips te geven over circulariteit en afvalscheiding & -preventie. Op deze manier proberen we de hoeveelheid afval te reduceren.

 

Het grondstoffenbeleidsplan draagt bij aan de ambitie om geheel circulair te zijn in 2050 en is daarmee onderdeel van de pijler Circulaire Economie van het programma Duurzaamheid. Via natuur- en duurzaamheidseducatie kan de kennis en bewustwording ten aanzien van (de waarde van) grondstoffen, het voorkomen van afval (preventie), afvalscheiding, hergebruik en recycling van de inwoners van Zwijndrecht worden vergroot.

 

12.2.2. Afvalvrije scholen

Jong geleerd is oud gedaan! Vanuit die gedachte hecht de gemeente Zwijndrecht er waarde aan om de nieuwe generatie al vroeg bewust te maken van de waarde van grondstoffen. Kinderen die op de basisschool leren over grondstoffen en afval scheiden, en dat daar ook toepassen, nemen deze kennis en ervaring mee naar huis, zodat ook daar goed afval gescheiden wordt.

Het belang van afvalscheiding op scholen wordt weliswaar breed gedragen, maar er zijn nog enkele financiële en wettelijke barrières die dit belemmeren. Afval van scholen is bedrijfsafval. Gemeenten hebben geen zorgplicht voor afval van bedrijven en mogen zich formeel ook niet op die markt begeven. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor hun afval en sluiten daar inzamelcontracten met commerciële inzamelaars voor af.

De rijksoverheid wil de hoeveelheid restafval in de dienstensector (waar scholen onder vallen) terugdringen en onderzoekt in het kader van het programma "VANG Buitenshuis" (onderdeel van het rijks brede programma Nederland Circulair 2050) de opschalingsmogelijkheden voor gescheiden inzamelen en afvalpreventie op basisscholen. De afgelopen jaren is er daarom voor gemeenten iets meer ruimte ontstaan om ook basisscholen te faciliteren in het scheiden van afval. De gemeente Zwijndrecht heeft bijvoorbeeld samen met HVC een pilot georganiseerd voor basisscholen.

In 2016 heeft één basisschool uit Zwijndrecht meegedaan aan een korte regionale pilot Afvalvrije School. Gedurende het schooljaar 2018-2019 is speciaal voor scholen uit Zwijndrecht en Heerjansdam vervolg gegeven aan deze pilot. Een vijftal basisscholen (op 6 locaties) hebben deelgenomen aan deze pilot. Deze scholen hebben tijdens de pilot oud papier & karton, groente-, fruit- & tuinafval en etensresten en verpakkingen van plastic, metaal/blik & drankenkartons van het restafval gescheiden. Hierin zijn de scholen gefaciliteerd door HVC. Na afloop van de pilot hebben alle deelnemende scholen aangegeven graag door te gaan met het scheiden van afval.

Wij werken toe naar een definitieve situatie, waarin alle basisscholen in Zwijndrecht de keuze kunnen maken om ook afvalvrije school te worden. Daarvoor moeten enkele juridische zaken worden geregeld.

 

12.3. Bedrijfsafval en reinigingsrecht

De gemeente Zwijndrecht heeft een wettelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval. Voor bedrijven geldt deze zorgplicht niet. Bedrijven, organisaties en verenigingen zijn aangewezen op private contracten voor de inzameling van hun afval. Zij moeten inzamelmiddelen (containers e.d.) opslaan op eigen terrein. Ze mogen het inzamelmiddel alleen op het inzamelmoment aanbieden in de openbare ruimte.

Bedrijven, die relatief weinig (en op huishoudelijk afval gelijkend) afval hebben, liften graag mee met de inzameling van het huishoudelijk afval en hebben geen inzamelcontract met een commerciële inzamelaar. Dit zijn in het algemeen kleinere bedrijven, al dan niet "aan huis", vaak met weinig ruimte om extra inzamelmiddelen op eigen terrein op te slaan.

Vanwege de kosten die hier mee gemoeid zijn, heeft de gemeente de Verordening Reinigingsrecht. Bedrijven die geen inzamelcontract hebben, betalen reinigingsrecht om hun afval bij het huisvuil te mogen doen. Op basis van de Verordening Reinigingsrecht kunnen maximaal 15 zakken restafval per week worden aangeboden (hoogste categorie).

Met het oog op de invoering van recycle-tarief en de opgave om de hoeveelheid huishoudelijk restafval terug te dringen tot 100 kilogram per inwoner per jaar stoppen we per 1 januari 2023 met het combineren van huishoudelijk afval met dit type bedrijfsafval. De bedrijven die gebruik maken van het reinigingsrecht worden hierover tijdig geïnformeerd, zodat een alternatieve inzamelaar kan worden gezocht.

 

12.4. Preventie

Het grondstoffenbeleidsplan is erop gericht om grondstoffen die vrijkomen bij huishoudens zo optimaal mogelijk opnieuw te gebruiken. Het is nog beter voor het milieu (en de kosten) wanneer grondstoffen zo min mogelijk vrij komen. Preventie is op de ladder van Lansink de hoogst haalbare trede.

Preventie wordt uitgevoerd door onze inwoners zelf. Waar mogelijk ondersteunt de gemeente initiatieven met hulpmiddelen, informatie of initiatieven om zaken samen op te pakken. Via de website www.zwijndrechtgaatduurzaam.nl geven we tips over afvalpreventie. In de webshop van HVC zijn verschillende hulpmiddelen gericht op preventie te bestellen.

 

12.4.1. Oud papier: Ja-Ja sticker

Volgens cijfers van Milieu Centraal krijgt elk huishouden in Nederland jaarlijks gemiddeld ca. 30 kilo aan ongeadresseerd reclamedrukwerk door de brievenbus. Veel van dit drukwerk belandt ongelezen bij het oud papier. Iedere ongewenste folder zorgt voor verspilling van energie voor productie en transport en voor onnodig papiergebruik.

In Nederland kennen we daarom al geruime tijd de NEE-NEE en de NEE-JA sticker voor oud papier. Wanneer de NEE-NEE sticker op de brievenbus zit, mag er niet langer ongeadresseerd drukwerk op dat adres worden bezorgd. De NEE-JA sticker geeft aan dat huis-aan-huisbladen wel bezorgd mogen worden. Inwoners van de gemeente Zwijndrecht kunnen deze stickers gratis afhalen bij de receptie van het gemeentehuis of tegen betaling online bestellen op diverse websites.

In een aantal grote gemeenten loopt momenteel een experiment om dit systeem om te draaien. In deze gemeenten is het verboden om ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen, tenzij de bewoner expliciet (via een JA-JA sticker) aangeeft dat hij/zij daar wel prijs op stelt. De rechter heeft zich positief uitgesproken over de rechtsgeldigheid van deze sticker. De folderbranche is hiertegen in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De uitspraak van de Hoge Raad wordt in het najaar van 2021 verwacht.

De JA-JA sticker is mogelijk interessant voor Zwijndrecht om de hoeveelheid aangeboden papier terug te dringen en papierverspilling tegen te gaan. Daarom volgen we deze rechtszaak. Na de uitspraak van de Hoge Raad maken we de afweging over de invoering van de JA-JA sticker in Zwijndrecht.

 

12.4.2. Voedselverspilling en thuiscomposteren

In Nederland wordt jaarlijks gemiddeld 34 kilogram voedsel per persoon weggegooid. Inwoners kunnen er zelf voor zorgen dat er minder bioafval in de cyclus komt.

Voorkomen van voedselafval is de eerste manier. De hoeveelheid bioafval kan al aanzienlijk gereduceerd worden door gerichter in te kopen, afgepast te koken en kliekjes te gebruiken.

De tweede manier die inwoners hebben om te zorgen dat er geen of minder bioafval vrijkomt is het thuiscomposteren. Dit kan door middel van een composthoop, een compostton of een bokashi systeem. Natuurlijk maakt HVC van het ingezamelde bioafval ook groene energie en compost. Het voordeel van thuiscomposteren is dat hiermee de logistieke beweging wordt voorkomen. De duurzaamheidscirkel sluit zich direct en het bioafval kan direct ingezet worden ter verrijking van de eigen tuin.

Op de website www.zwijndrechtgaatduurzaam.nl besteden we aandacht aan voorkomen van voedselverspilling en aan thuiscomposteren. Met thuiscomposteren wordt ook de relatie gelegd met het thema klimaat, waarin het vergroenen van privé tuinen een belangrijk aspect is.

 

12.4.3. Oude kapotte spullen: Repair Café Zwijndrecht

Spullen die kapot zijn hoeven niet per sé direct te worden vervangen. Na een reparatie kunnen spullen vaak nog een tijdje mee. Hiermee wordt voorkomen dat spullen onnodig snel weggegooid en vervangen worden.

Door gebrek aan kennis en kunde zijn we vaak niet meer zelf in staat om deze spullen te repareren. Inwoners van de gemeente Zwijndrecht kunnen hiervoor twee keer per maand terecht bij het Repair Café Zwijndrecht, in het Hart van Meerdervoort. Het Repair Café bestaat uit een groep vrijwilligers die inwoners assisteren met het repareren van kapotte spullen, zoals kleding, elektrische apparaten, fietsen, gebruiksvoorwerpen, speelgoed, etc.

 

12.4.4. Oude herbruikbare spullen: Kringloopbedrijf Opnieuw & Co

Het Kringloopbedrijf Opnieuw & Co zorgt er voor dat afgedankte spullen die nog bruikbaar zijn via de kringloopwinkel een nieuwe eigenaar krijgen. In de werkplaats kunnen fietsen en meubels worden opgeknapt. Op het afvalbrengstation Noordpolder staat ook een kringloopcontainer, zodat een deel van het afval dat naar het afvalbrenstation wordt gebracht weer een nieuwe gebruiker krijgt.

Inwoners van Zwijndrecht kunnen goederen die geschikt zijn voor hergebruik (niet te vuil, kapot of incompleet) op afspraak gratis door Opnieuw & Co laten ophalen of zelf naar de kringloopwinkel brengen (zonder afspraak).

 

12.5. Coaching en toezicht & handhaving

Bij de voorbereiding op en invoering van recycle-tarief is er extra inzet nodig van afvalcoaches en handhavers.

De afvalcoaches van HVC zijn gespecialiseerd in het helpen en begeleiden van inwoners met afvalscheiding en kunnen gericht worden ingezet. In 2019 zijn afvalcoaches ingezet in buurten waar sprake was van afkeur van ingezameld PMD door een te grote mate van vervuiling. Dat heeft geleid tot verbetering van de kwaliteit, sindsdien heeft er geen noemenswaardig afkeur meer plaatsgevonden.

De afvalcoaches zullen ingezet worden indien inwoners vragen hebben of ergens tegenaan lopen. Wanneer uit monitoring blijkt dat het afval scheiden in bepaalde buurten nog niet zo goed verloopt, dan kunnen zij daar gericht worden ingezet. Ook zullen zij het gesprek aangaan met inwoners die herhaaldelijk hun GFTE- en PMD-container vervuilen met restafval.

De handhavers richten zich met name op eventuele bijplaatsingen bij ondergrondse containers en dumpingen in de openbare ruimte. Daarnaast kunnen ze ingezet worden in gevallen dat er, ondanks inzet van afvalcoaches, sprake is van moedwillig vervuilen van grondstofstromen met restafval. Ook zijn ze betrokken bij de aanpak van minicontainers die te lang aan de weg staan.

 

13. Monitoring, evaluatie en rapportage

 

Gedurende de looptijd van dit grondstoffenbeleidsplan monitoren we het effect van ons beleid. Dit stelt ons in staat om de vinger aan de pols te houden en, waar nodig, te kunnen bijsturen of gerichte actie te ondernemen. Wij zetten daar de volgende instrumenten voor in:

  • 0-meting en effectmeting(en)

    De 0-meting en effectmetingen zijn erop gericht om te bepalen in hoeverre eventuele ongewenste neveneffecten, zoals bijvoorbeeld bijplaatsingen, zijn toe te schrijven aan de invoering van Recycle-Tarief. Ook in de huidige situatie hebben we immers al te maken met bijplaatsingen. De 0-meting brengt deze bestaande situatie in beeld. De effectmeting vindt plaats na invoering van recycle-tarief en laat zien of er al dan niet sprake is van een toename van de ongewenste neveneffecten. Op basis daarvan kunnen we bijsturen, bijvoorbeeld door gerichte inzet van communicatie, afvalcoaches of handhaving.

  • Kwartaalrapportages HVC

    De kwartaalrapportages van HVC bevatten een overzicht van de in het betreffende kwartaal ingezamelde hoeveelheden restafval en grondstoffen en een vergelijking met de resultaten in dezelfde periode in het voorgaande jaar.

  • Ambtelijk kernteam

    Een ambtelijk kernteam dat op regelmatige basis bijeen komt moet er aan bijdragen dat er op basis van monitoring vlot (en gericht) actie kan worden ondernomen. Het kernteam heeft korte lijntjes naar de mensen in de buurten, zoals bijvoorbeeld buurtaanpak en de buitendienst. Op deze manier kunnen mogelijke problemen of ongewenste situaties snel worden gesignaleerd, zodat er vervolgens ook snel op kan worden gereageerd.

Naast monitoring bouwen we twee evaluatiemomenten in. Het eerste evaluatiemoment is na het eerste jaar recycle-tarief en het tweede evaluatiemoment na het tweede jaar.

Tijdens deze evaluaties wordt in bredere zin gekeken naar wat de invoering van recycle-tarief teweeg heeft gebracht en of er bijsturing, aanscherping of optimalisatie nodig is.

De gemeenteraad van de gemeente Zwijndrecht heeft aangegeven graag beter in positie te komen om tot kaderstelling, controle en bijsturing te komen. Dit is ook één van de aanbevelingen die de rekenkamer in het rapport "Effectiviteit, efficiency en governance van de afvalinzameling in Zwijndrecht" heeft gedaan. We willen invulling geven aan deze aanbeveling door een jaarlijkse bestuurlijke rapportage te introduceren. De gemeenteraad wordt jaarlijks tijdens een oriëntatieavond geïnformeerd over de stand van zaken van het grondstoffenbeleid en actuele ontwikkelingen.

 

14. Financieel kader

14.1. Toelichting

In onderstaand overzicht zijn de financiële effecten van dit grondstoffenbeleidsplan weergegeven. De verwachting is dat de uitvoering van dit grondstoffenbeleidsplan leidt tot een aanzienlijke besparing ten opzichte van de huidige meerjarenbegroting.

In 2022 vindt een aantal investeringen plaats, maar door het effect van de invoering van grof afval tegen betaling en het vervallen van een deel van de kapitaallasten uit de DVO HVC wordt er toch een bescheiden besparing verwacht. Als gevolg van de invoering van recycle-tarief realiseren we vanaf 2023 een forse besparing ten opzichte van de huidige begroting.

 

Plan van Aanpak Grondstoffenbeleid

In het Plan van aanpak Grondstoffenbeleid zijn de financiële effecten van de plaatsing van 160 GFTE cocons bij hoogbouw en de realisatie van de resterende 32 ondergrondse containers voor restafval gegeven. Ook werd de inhuur van een programmamanager voor de uitvoering van het grondstoffenbeleid voorgesteld. Met het vaststellen van het Plan van Aanpak Grondstoffenbeleid op 25 mei 2021 heeft de gemeenteraad ingestemd met het onttrekken van een bedrag van € 185.668,- aan de Reserve Reiniging in 2022 om de éénmalige kosten die benodigd zijn voor het realiseren van de ondergrondse containers (€ 305.866,-) te kunnen dekken. Met deze onttrekking kwam het beschikbare bedrag in de begroting voor 2022 op € 6.505.557,-.

 

Kadernota 2022

Op basis van het verwachte financiële effect van het (toen nog in ontwikkeling zijnde) grondstoffenbeleidsplan op de reserve reiniging is in de Kadernota 2022 een onttrekking van € 130.000,- uit de algemene reserve gevraagd voor het jaar 2022. Na positieve besluitvorming op het grondstoffenbeleidsplan kan deze definitief worden verwerkt.

De Kadernota 2022 is op 13 juli 2021 door de gemeenteraad vastgesteld.

 

Gunstig effect verloop bestaande kapitaallasten en invoering grof afval tegen betaling

Inmiddels is er meer inzicht ontstaan in het verloop van de bestaande kapitaallasten in de DVO HVC en in het effect van de invoering van grof afval tegen betaling. In 2022 vervalt er een bedrag van € 167.785,- aan bestaande kapitaallasten en zorgt de invoering van grof afval tegen betaling voor een verwachte besparing van € 89.445,-. Hierdoor past de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan in de begroting die op basis van het Plan van aanpak is gemaakt.

 

Reserve reiniging

De reserve reiniging hoeft door het vervallen van de kapitaallasten en het gunstige effect van de invoering van "grof afval tegen betaling" niet aangewend te worden voor de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan. Met de aanvulling van € 130.000,- uit de algemene reserve bedraagt de reserve reiniging aan het eind van 2022 € 281.880,-.

 

Financieel overzicht

2022

2023

2024

2025

 

 

 

 

 

Kosten HVC 2021 – 2025 (DVO)

6.123.184

5.955.399

5.929.445

5.927.309

kapitaallasten

-167.785

-25.954

-2.136

-19.823

 

5.955.399

5.929.445

5.927.309

5.907.486

 

 

 

 

 

Programmamanager

40.000

 

 

 

 

 

 

 

 

GFTE cocons hoogbouw

 

 

 

 

Structurele kosten

110.383

110.383

110.383

110.383

Eénmalige kosten ten laste van 2021 (126.656)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Resterende 32 ondergrondse containers

 

 

 

 

Structurele kosten

 

47.671

47.671

47.671

Eénmalige kosten (305.866)

305.866

 

 

 

 

 

 

 

 

Grof afval tegen betaling (o.b.v. tarief € 20,-)

 

 

 

 

Structurele kosten

-95.945

-95.945

-95.945

-95.945

Eénmalige kosten (6.500)

6.500

 

 

 

 

 

 

 

 

Recycle-tarief

 

 

 

 

Structurele kosten

 

-661.677

-661.677

-661.677

Eénmalige kosten (183.000)

 

183.000

 

 

 

 

 

 

 

Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

70.000

 

 

 

 

 

 

 

 

Nul- en effectmeting

5.000

 

 

 

 

 

 

 

 

Keukenmanagement

10.000

10.000

 

 

 

 

 

 

 

Communicatie

6.600

6.600

3.300

3.300

 

 

 

 

 

Totale raming kosten

6.413.803

5.529.477

5.331.041

5.311.218

Indexering (1,9%)

76.906

60.597

56.930

56.930

Totale raming kosten na indexering

6.490.709

5.590.074

5.387.971

5.368.148

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschikbaar in Begroting 2021 o.b.v. PvA

6.505.557

6.319.899

6.319.889

6.319.889

 

 

 

 

 

Effect op begroting

-14.848

-729.815

-931.918

-951.741

 

 

 

 

 

Besparing per woonhuisaansluiting t.o.v. huidige begroting

0,74

36,57

46,70

47,69

 

Verloop Reserve reiniging

 

 

 

Stand per 31–12–2020

67.191

Dotatie aan reserve reiniging – primaire begroting 2021

270.357

Stand per 31-12-2021

337.548

Onttrekking aan reserve o.b.v. PvA Grondstoffenbeleid

- 185.668

Aanvulling uit algemene reserve o.b.v. Kadernota 2022

130.000

Stand per 31-12-2022

281.880

 

 

 

Het financieel overzicht hierboven heeft betrekking op de kosten voor afvalbeheer (inzameling en verwerking van huishoudelijk afval). Het effect op de begroting en besparing per woonhuisaansluiting kan niet één op één worden vertaald naar een besparing op de afvalstoffenheffing. Naast de kosten voor afvalbeheer worden aan de afvalstoffenheffing namelijk ook nog andere kosten toegeschreven zoals bijvoorbeeld kwijtschelding, toerekening straatreiniging, kosten GBD en doorberekening van interne uren.

 

Korte toelichting per post

Kosten HVC 2021 – 2025 (DVO)

De DVO HVC bestaat uit de posten inzamelkosten, verwerkingskosten, kapitaallasten en algemene kosten. De komende jaren zijn enkele activa afgeschreven en vervallen de betreffende kapitaallasten. Deze zijn in het staatje verwerkt.

 

Programmamanager

In het Plan van Aanpak Grondstoffenbeleid is voor de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan de inhuur van een programmamanager voorgesteld. De inhuurkosten werden voor 2021 geraamd op € 80.000,-, passend binnen de huidige begroting. Dit budget is nu opgesplitst in € 40.000,- voor 2021 en 2022.

 

GFTE cocons hoogbouw

In november 2021 worden er 160 GFTE cocons bij hoogbouwcomplexen geplaatst.

De éénmalige kosten voor projectbegeleiding, plaatsing en communicatie bedragen € 126.656 en komen ten laste van 2021.

De structurele kosten bedragen vanaf 2022 jaarlijks € 110.383,-. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

  • Inzamelkosten:

€ 60.123

Kapitaallasten:

€ 26.864

Onderhoudskosten:

€ 42.064

Verwerkingskosten:

- € 9.317

Verbrandingsbelasting restafval:

- € 9.351

 

Resterende 32 ondergrondse containers

Na de vaststelling van het Plan van Aanpak Grondstoffenbeleid is aan HVC de opdracht gegeven om de resterende ondergrondse containers te gaan realiseren. De voorbereiding is van start gegaan. In 2022 zullen de containers worden gerealiseerd.

De éénmalige kosten ten behoeve van voorbereiding, plaatsing, ingebruikname, communicatie en projectbegeleiding bedragen € 305.866,-.

De structurele kosten bedragen vanaf 2023 € 47.671,- en zijn als volgt opgebouwd:

Inzamelkosten:

€ 1.322

Kapitaallasten:

€ 30.647

Onderhoudskosten:

€ 15.702

 

Grof afval tegen betaling (o.b.v. tarief € 20,-)

Voor het invoeren van grof afval tegen betaling is in 2022 éénmalig € 6.500 nodig voor de kosten die HVC maakt met betrekking tot voorbereiding en communicatie.

Dit leidt vanaf 2022 tot een structurele besparing op de huidige begroting van € 95.945. De opbouw van deze besparing:

Inzamelkosten:

- € 32.047

Extra handhaving:

€ 5.079

Verwerkingskosten:

- € 17.000

Opbrengst betaalde oproepen:

- € 51.981

 

Recycle-tarief

De éénmalige kosten die in 2023 voor de invoering van recycle-tarief nodig zijn bedragen € 183.000,-. De invoering van recycle-tarief zorgt vanaf 2023 voor een jaarlijkse besparing van € 661.677,- ten opzichte van de huidige begroting. Deze structurele besparing is als volgt opgebouwd:

Inzamelkosten:

- € 40.399

Kapitaallasten:

€ 9.722

Onderhoudskosten:

€ 13.200

Verwerkingskosten:

- € 359.096

Inzamelvergoeding PMD:

- € 130.095

Verbrandingsbelasting restafval:

- € 155.009

 

Nul- en effectmeting

Betreft de kosten voor een onafhankelijke nul- en effectmeting met betrekking tot bijplaatsingen, dumpingen en vervuiling van grondstoffen.

 

Keukenmanagement

Betreft budget om gericht te kunnen inzetten in buurten waar inwoners extra hulp kunnen gebruiken bij het scheiden van afval.

 

Communicatie

Budget voor extra inzet van communicatie:

100 uur á € 66,- in 2022 en 2023, en

50 uur á € 66,- in 2024 en 2025.

 

Indexering

Indexering (inflatiecorrectie) van 1,9%, toegepast op een deel van de DVO HVC.

 

14.2. Disclaimer

De verwachte financiële effecten en besparingen zijn berekend op basis van de ervaringen met deze maatregelen van andere gemeenten in Nederland. De baten zijn grotendeels gebaseerd op gedragsverandering van de inwoners. De verwachte baten zijn dus deels afhankelijk van de verandering van het afvalscheidingsgedrag van onze inwoners.

De effecten van de maatregelen zijn daarom nooit 100% nauwkeurig te ramen, maar worden gezien de ruime ervaringen met deze maatregelen in Nederland wel realistisch en haalbaar geacht.

Daarnaast zijn er factoren buiten onze invloedssfeer, die effect kunnen hebben op het uiteindelijke financiële plaatje. Voorbeelden daarvan zijn verdere verhoging van de rijksbelasting op restafval en marktwerking.

 

15. Uitvoering

 

In de uitvoering van het grondstoffenbeleidsplan doorlopen we drie fasen.

Na besluitvorming in september 2021 start fase 1, waarin de voorbereiding op de invoering van recycle-tarief centraal staat. In deze fase gaan we van start met grof afval tegen betaling en zorgen we ervoor dat alles gereed is voor recycle-tarief, zowel qua voorzieningen als technisch en juridisch. Tijdens deze fase zorgen we er ook voor dat onze inwoners goed zijn voorbereid. Daarbij besteden we extra aandacht aan doelgroepen als laaggeletterden en anderstaligen.

Fase 2 is de implementatiefase en gaat in op 1 januari 2023 wanneer we starten met recycle-tarief. Gedurende het eerste jaar monitoren we de resultaten en sturen waar nodig bij. Ook werken we aan het maken van een uitdunningsplan voor de bestaande ondergrondse containers.

In 2024 en 2025 houden we de vinger aan de pols door monitoring en jaarlijkse evaluaties. Op basis daarvan worden indien nodig verdere optimalisaties of aanscherpingen voorgesteld. We maken een start met het uitdunnen van de bestaande ondergrondse containers en kijken vooruit naar de periode na 2025. Om tijdig vervolg te kunnen geven aan ons beleid stellen we een grondstoffenbeleidsplan voor de periode 2026 – 2030 op, waarmee we de hoeveelheid restafval verder kunnen reduceren.

 

Fase 1: Aanloopfase recycle-tarief

september 2021 – december 2022

Communicatie campagne

Start grof afval tegen betaling

1 januari 2022

Voorzieningen op orde

  • Plaatsing 160 GFTE cocons hoogbouw

  • Realisatie 32 ondergrondse containers restafval

  • Toegangscontrole PMD verzamelcontainers

  • Aanpassen ondergrondse containers: kleinere inwerptrommel

Voorbereiding recycle-tarief

0-meting ongewenste neveneffecten

Test- en oefenperiode recycle-tarief

 

Fase 2: Implementatiefase recycle-tarief

januari 2023 – december 2023

Communicatie campagne

Start recycle-tarief

1 januari 2023

Monitoren en evt. bijsturen (incl. effectmeting ongewenste neveneffecten)

Bestuurlijke rapportage

Uitdunningsplan bestaande ondergrondse containers

 

Fase 3: Vinger aan de pols en vooruitkijken

januari 2024 – december 2025

Monitoren en evt. bijsturen

Jaarlijkse evaluatie

Jaarlijkse bestuurlijke rapportage

Evt. optimaliseren en aanscherpen

Start uitdunnen bestaande ondergrondse containers

Opstellen grondstoffenbeleidsplan 2026 - 2030

 

 

16. Geraadpleegde bronnen

 

 

  • 1.

    Cyclus Management i.o.v. NVRD en Rijkswaterstaat (2020)

    Benchmark huishoudelijk afval: Analyse peiljaar 2019

     

  • 2.

    Gemeente Bergen (2021)

    Van Afval naar Grondstof beleidsplan 2022-2030

     

  • 3.

    Gemeente Dordrecht (2020)

    Grondstoffenplan Dordrecht 2021 – 2030

     

  • 4.

    NVRD (2020)

    Handreiking diftar: Afval scheiden loont

     

  • 5.

    IPR Normag i.o.v. Rijkswaterstaat (2021)

    Eindrapport: Diftar als beleidsinstrument bij huishoudelijk afvalbeheer

     

  • 6.

    Royal Haskoning i.o.v. Rekenkamer Zwijndrecht (2020)

    Rapport: Effectiviteit, efficiëntie en governance van de afvalinzameling in Zwijndrecht

     

  • 7.

    Uitvoeringsprogramma VANG-HHA (2020)

    Verbetering afvalscheiding in de hoogbouw: meer bronscheiding van gfe in steden door gedragsverandering.

     

  • 8.

    Website Milieucentraal

     

  • 9.

    Website VANG-HHA

 

Bijlage 1 VNG motie m.b.t. producentenverantwoordelijkheid