Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2022
CiteertitelNadere regels Jeugdhulp gemeente Stadskanaal 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpVoorzieningen Jeugdhulp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2022, art. 7 lid 5; art. 9 lid 1, art. 10 lid 2, art. 26

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-202301-01-2023bijlage 1

21-02-2023

gmb-2023-86189

Z-22-11103/D/23/275157
26-07-202201-03-2023nieuwe regeling

07-06-2022

gmb-2022-336913

Z-21-089089/D/22/247022

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

 

gelet op de Jeugdwet;

 

mede gelet op de artikelen 2, 3, 5, 8, 9, 10, 24 en 26 van de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2022;

 

gezien het advies van de Participatieraad van de gemeente Stadskanaal;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2022.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      gesprek: gesprek als bedoeld in artikel 5;

    • b.

      melding: melding van een hulpvraag als bedoeld in artikel 3 eerste lid;

    • c.

      aanvraag: de vraag van een jeugdige en/of ouder(s) om een individuele voorziening vanuit de Jeugdwet;

    • d.

      algemene voorzieningen: met algemene voorziening wordt bedoeld hulp die rechtstreeks toegankelijk is, zonder voorafgaand (diepgaand) onderzoek of met behulp van een beperkte toegangsbeoordeling naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige of zijn ouders;

    • e.

      andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet op het gebied van bijvoorbeeld zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

    • f.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • g.

      ondersteuningsplan: kan bestaan uit twee onderdelen: een schriftelijke weergave van het onderzoek als bedoeld in artikel 4 en het gespreksverslag (artikel 6) waarin onder andere de afspraken die gemaakt zijn om de jeugdige en/of zijn ouder(s) te ondersteunen zijn opgenomen. Een ondertekend gespreksverslag kan door het college aangemerkt worden als een aanvraag om een voorziening. Het ondersteuningsplan is een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;

    • h.

      sociaal netwerk: de sociale omgeving rond de jeugdige, bestaande uit ouders, familie, buurtvrienden, school, peuterspeelzalen, kerk, vrijwilligers, sportcoaches en anderen die betrokken zijn bij de opvoeding en het opgroeien van de jeugdige met als doel om de draagkracht van het gezin van de jeugdige te vergroten en opvoedingsproblemen te voorkomen;

    • i.

      Wet: Jeugdwet;

    • j.

      Verordening: Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2022;

    • k.

      RIGG: Regionale inkooporganisatie Groninger Gemeenten.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze Nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Jeugdwet, en de Wet.

 

Artikel 2 Vormen van jeugdhulp en preventie

  • 1.

    De volgende algemene voorzieningen zijn onder andere beschikbaar:

    • a.

      voorzieningen die bijdragen aan het versterken van de sociale omgeving, zoals:

      • (digitale) Informatieverstrekking;

      • opvoedondersteuning,

      • mantelzorgondersteuning,

      • vrijwilligersinzet.

    • b.

      basisondersteuning:

      • bieden van informatie, advies en consultatie bij opgroei en opvoedvragen;

      • ondersteuning en lichte hulp voor jeugdigen en/of ouders, waaronder vormen van vrij toegankelijke hulp of hulp met een beperkte toegangsbeoordeling, gericht op het creëren van een stabiele opvoed -en opgroeisituatie;

      • ondersteuning en lichte hulp die aansluit bij de onderwijs/opvangsetting, waarbij ondersteuning voor opvoeders en jeugdigen geboden wordt. Het gaat om activiteiten die in een onderwijssetting plaatsvinden waarbij de nadruk ligt op zorg;

      • regulier casemanagement: het systematisch coördineren, afstemmen en volgen van de benodigde hulpverlening aan jeugdigen of gezinnen, waarbij meerdere hulpverleners betrokken zijn.

  • 2.

    De volgende individuele voorzieningen zijn onder andere beschikbaar:

    • a.

      voorzieningen behorende bij flexibele ondersteuning.

      Specifieke jeugdhulptrajecten gericht op jeugdige of gezinssysteem waaronder langdurige “leun en steun”, dag- of weekendopvang, respijtzorg en multidisciplinaire interventies;

    • b.

      voorzieningen behorende bij intensieve ondersteuning.

      Intensieve en meer langdurige interventies gericht op behandeling, herstel of rehabilitatie, waaronder intensieve dagbehandeling, vervangende opvoedsituaties, spoedzorg en crisisopvang, dwang en drangtrajecten en specialistische diagnostiek.

 

Artikel 3 Melding hulpvraag

  • 1.

    Jeugdigen, ouders, maar ook andere betrokkenen om een gezin heen, kunnen een hulpvraag melden bij het college.

  • 2.

    Indien de melding een aanvraag betreft, bevestigt het college de ontvangst schriftelijk.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende (tijdelijke) maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp zoals staat beschreven in hoofdstuk 6 van de Wet. Het college legt de beslissing over de inzet van hulp in dat geval zo snel mogelijk maar in ieder geval binnen 4 weken van de start van de hulp vast in een plan van aanpak.

 

Artikel 4 Onderzoek

  • 1.

    Het college verzamelt alle voor het gesprek, bedoeld in artikel 5, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek.

  • 2.

    Voor het gesprek verschaffen de jeugdige en/of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn. Dit zijn gegevens waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige en/of zijn ouders geven in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.

  • 3.

    Het college kan in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders afzien van een onderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid.

 

Artikel 5 Gesprek

  • 1.

    Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en/of de jeugdige of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag;

    • b.

      het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp;

    • c.

      het vermogen van de jeugdige en/of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden doormiddel van de volgende vragen:

      • 1.

        Is de ouder in staat de noodzakelijke hulp te bieden?

      • 2.

        Is de ouder beschikbaar om de noodzakelijke hulp te bieden?

      • 3.

        Levert het bieden van de hulp door de ouder geen overbelasting op?

      • 4.

        Ontstaan er geen financiële problemen in het gezin als de hulp door de ouder wordt geboden?;

    • d.

      de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;

    • e.

      de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een algemene voorziening;

    • f.

      de mogelijkheden om een individuele voorziening te verstrekken;

    • g.

      de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen;

    • h.

      hoe rekening zal worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en/of zijn ouders, en

    • i.

      de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de jeugdige en/of zijn ouders in begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze.

  • 2.

    Als een jeugdige en/of zijn ouders een ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet hebben opgesteld, betrekt het college dat als eerste bij het onderzoek als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

  • 3.

    Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en kan hen toestemming vragen om hun persoonsgegevens te verwerken.

  • 4.

    Het college kan in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders afzien van een gesprek.

 

Artikel 6 Ondersteuningsplan en gespreksverslag

  • 1.

    Het ondersteuningsplan is een schriftelijke weergave van het onderzoek zoals bedoeld in artikel 4 en het gesprek in artikel 5.

  • 2.

    Binnen tien werkdagen na het laatste gesprek verstrekt het college aan de jeugdige of zijn ouders het onder lid 1 van dit artikel bedoelde ondersteuningsplan tenzij:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders hebben meegedeeld dit niet wensen te ontvangen;

    • b.

      er nog ontbrekende gegevens dienen te worden aangeleverd na het gesprek. In dat geval wordt het ondersteuningsplan zo spoedig mogelijk aangeleverd en uiterlijk binnen tien werkdagen na het aanleveren van de ontbrekende gegevens.

  • 3.

    De jeugdige en/of zijn ouders tekent het ondersteuningsplan voor gezien of akkoord en zorgt ervoor dat een getekend exemplaar binnen tien werkdagen wordt geretourneerd aan de consulent waarmee het gesprek is gevoerd.

  • 4.

    Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige en/of zijn ouders worden aan het gespreksverslag toegevoegd.

 

Artikel 7 Aanvraag

  • 1.

    Indien de jeugdige en/of zijn ouders een aanvraag voor het verkrijgen van een individuele voorziening in willen dienen, doen zij dat schriftelijk bij het college.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kan het college een voor akkoord ondertekend ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 6 aanmerken als aanvraag, mits de jeugdige en/of zijn ouders dat hebben aangegeven.

 

Artikel 8 Uitwerking voorwaarden, beoordeling en afweging toegang individuele voorziening

  • 1.

    Het college kent een individuele voorziening toe voor zover in het ondersteuningsplan zoals bedoeld in artikel 6 wordt vastgesteld dat de jeugdige:

    • a.

      op eigen kracht, met zijn ouders, met gebruikelijke hulp of andere personen uit zijn naaste omgeving geen oplossing voor zijn hulpvraag kan vinden; (zie ook Bijlage 1 van de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal met de richtlijnen voor gebruikelijke zorg);

    • b.

      geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening bedoeld in artikel 1, of

    • c.

      geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een algemene voorziening.

  • 2.

    Het college kent geen individuele voorziening toe voor zover met betrekking tot de jeugdige een verwijzing zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening is afgegeven.

  • 3.

    Het college kan een pgb voor het sociale netwerk indiceren, indien een persoon uit het sociaal netwerk door het bieden van jeugdhulp aan de jeugdige zodanig verhinderd wordt dat deze persoon zelf niet voldoende kan bijdragen aan noodzakelijk gezinsinkomen, waarbij wordt beoordeeld of de persoon uit het sociaal netwerk kan werken naast de hulp, zorg en ondersteuning die wordt geboden aan de jeugdige.

 

Artikel 9 Uitwerking voorwaarden vervoer

  • 1.

    Voorwaarden voor vervoer zijn in ieder geval:

    • a.

      de jeugdige krijgt jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Het gaat om het vervoer van een jeugdige naar een jeugdhulplocatie en weer terug en geldt met name voor dagbehandeling, dagbesteding of logeren;

    • b.

      de jeugdige is niet in staat om zelfstandig te reizen, vanwege een medische noodzaak of een gebrek aan zelfredzaamheid. Het criterium van (gebrek aan) zelfredzaamheid sluit aan bij één van de centrale criteria voor het ontvangen van jeugdhulp (zie artikel 2.3 lid 2 van de Wet). Bij jeugdigen jonger dan 12 jaar wordt in het algemeen verondersteld dat zij niet over voldoende zelfredzaamheid beschikken om zelfstandig te reizen;

    • c.

      de ouders zijn niet in staat de jeugdige te vervoeren, dan wel te laten vervoeren via het openbaar vervoer.

  • 2.

    Een voorziening voor vervoer is enkel mogelijk voor jeugdigen. Ouders kunnen niet in aanmerking komen voor vervoer op grond van de Wet.

 

Artikel 10 Aanvraag en pgb

  • 1.

    Indien een jeugdige en/of zijn ouders de hulpvraag melden bij de gemeente zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening en een individuele voorziening in natura niet passend achten kunnen de jeugdige en/of zijn ouders vermelden een pgb te wensen. Daarbij geven zij in ieder geval aan:

    • a.

      wat de voorgenomen uitvoering van de individuele voorziening is, inclusief uitvoerder en kosten;

    • b.

      wat de kwalificaties van de uitvoerder zijn, en

    • c.

      waarom het aanbod van de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder niet passend is naar het oordeel van de jeugdige en/of zijn ouders.

  • 2.

    Indien jeugdhulp wordt ingezet na verwijzing door een huisarts, medisch specialist of jeugdarts zoals bedoeld in artikel 5 van de Verordening kan door of namens de jeugdige en/of zijn ouders een aanvraag voor een pgb worden ingediend als zij het natura-aanbod niet passend achten.

 

Artikel 11 De beschikking

  • 1.

    Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking en de daarvan onderdeel uitmakende bijlagen in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      welke de te verstrekken voorziening is, wie de zorgverlener is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

    • b.

      wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;

    • c.

      indien van toepassing welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn.

    • d.

      hoe er bezwaar gemaakt kan worden tegen het genomen besluit.

  • 2.

    Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking en de daarvan onderdeel uitmakende bijlagen in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      wie de zorgverlener is;

    • b.

      voor welk doel het pgb wordt aangewend en wat het beoogde resultaat daarvan is;

    • c.

      welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • d.

      wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;

    • e.

      wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld;

    • f.

      de vervaltermijn van de beschikking als bedoeld in artikel 11, lid 2, sub f van de Verordening;

    • g.

      hoe er bezwaar gemaakt kan worden tegen het genomen besluit.

 

Artikel 12 Regels voor beoordeling pgb

  • 1.

    De jeugdige en/of zijn ouders kunnen kiezen voor een pgb, indien deze naar het oordeel van het college kan/kunnen motiveren, dat de door de gemeente gecontracteerde zorg niet passend is.

  • 2.

    Bij een indicatie voor een individuele voorziening kunnen de jeugdige en/of zijn ouders in aanmerking komen voor een pgb, en daarmee die individuele voorziening inkopen bij derden, indien voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 8.1.1 lid 2, onder a t/m c, van de Wet voor zover:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, niet passend achten;

    • c.

      naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort en die de jeugdige of zijn ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is;

    • d.

      voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 4.1.6 van de Wet.

  • 3.

    Om de kwaliteit van de met een pgb in te kopen individuele voorziening te kunnen beoordelen dienen de jeugdige en/of zijn ouders een plan te hebben opgesteld over hoe zij het pgb gaan besteden.

  • 4.

    De jeugdige en/of zijn ouders dienen een door het college goedgekeurde zorgovereenkomst af te sluiten met de door hem of haar in te schakelen jeugdhulpverlener.

  • 5.

    Een pgb voor vormen van jeugdhulp als bedoeld in artikel 8, lid 6, onder a tot en met e waarvoor een tarief is vastgesteld per uur, per dagdeel of per etmaal en/of voor vervoer als bedoeld in artikel 9, lid 5, onder a tot en met b van de Verordening mag uitsluitend en alleen besteed worden voor een vergoeding van die daadwerkelijk geleverde diensten per uur, dagdeel of etmaal of voor dat vervoer

 

Artikel 13 Pgb tarieven en indexering

  • 1.

    Het college zal jaarlijks per 1 januari de in het kader van de in deze Nadere regels vastgestelde tarieven verhogen. De tarieven zijn opgenomen in Bijlage 1. Dit gebeurt voor:

    • a.

      het professionele tarief aan de hand van de meest recente versie van het productenboek van de RIGG van het betreffende jaar;

    • b.

      het sociaal netwerk tarief aan de hand van het meest recent vastgestelde wettelijk minimumloon van het betreffende jaar.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze Nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels Jeugdhulp gemeente Stadskanaal 2022.

 

Artikel 15 Intrekking en inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Nadere regels Jeugdhulp gemeente Stadskanaal 2015.

 

 

 

Aldus besloten in de vergadering 7 juni 2022.

Het college van burgemeester en wethouders,

de heer G.J. van der Zanden,

secretaris

de heer K. Sloots,

burgemeester

Bijlage 1 Tabel pgb tarieven

 

Tabel behorend bij artikel 13 van de Nadere regels

Pgb tarieven jeugdhulp

eenheid

Tarief Professionele

zorg

Tarief sociaal netwerk

Begeleiding individueel/gezin

uur

€ 44,98

€ 18,12

Begeleiding groep

dagdeel

€ 46,54

-

Persoonlijke verzorging

uur

€ 40,52

€ 18,12

Verblijf/logeren

etmaal

€ 132,72

€ 23,10

Vervoer

enkele reis

€ 4,00

€ 1,90

* Het tarief voor verblijf/logeren is inclusief begeleiding en/of persoonlijke verzorging zoals benoemd bij productcode 44A09 in het productenboek van het RIGG. (Productenboek Jeugdhulp Inkoop Open House, Versie voor verwijzers 1.12, afgiftedatum 1 december 2021).