Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Beleidsregel Wet aanpak Woonoverlast Hoeksche Waard 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Wet aanpak Woonoverlast Hoeksche Waard 2020
CiteertitelBeleidsregel Wet aanpak Woonoverlast Hoeksche Waard 2020
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 151d van de Gemeentewet
  2. Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent openbare orde en veiligheid (Algemene Plaatselijke Verordening Hoeksche Waard 2020 1e herziening (artikel 4.6 – kerkklokken en artikelen 4:10 t/m 4:12 vervallen i.v.m. Bomenverordening))
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-2022nieuwe regeling

06-10-2020

gmb-2022-336691

Z/19/042192

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Wet aanpak Woonoverlast Hoeksche Waard 2020

Besluit

  • 1.

    Instemmen met de beleidsregel

 

Aanleiding

Per 1 juli 2017 is de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden (Stb. 2017, 77). Deze wet had betrekking op het opnemen van een nieuw artikel 151d in de Gemeentewet. Op grond van dat artikel kan de raad bij verordening bepalen dat degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt (of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven) er zorg voor draagt dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt. De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ligt bij de burgemeester. Dit betekent dat de burgemeester een concrete gedragsaanwijzing kan opleggen. Deze gedragsaanwijzing is uitsluitend bedoeld ter bestrijding van ernstige woonoverlast voor omwonenden die veroorzaakt wordt door een andere bewoner die in de (nabije) omgeving woont. De bevoegdheid ziet niet op de handhaving van de openbare orde. De gemeenteraad van de Hoeksche Waard heeft in mei 2019 besloten deze bevoegdheid op te nemen in artikel 2:79 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de Hoeksche Waard. Dit besluit is bekend gemaakt in het (elektronisch) Gemeenteblad en op 31 mei 2019 in werking getreden. Artikel 2:79, tweede lid van de APV bepaalt dat de burgemeester beleidsregels vast stelt over het gebruik van deze bevoegdheden. Deze beleidsregel voorziet hierin.

 

Juridisch kader

De beleidsregel is op grond van onderstaande wet- en regelgeving tot stand gekomen.

 

Gemeentewet artikel 151d:

  • 1.

    De raad kan bij verordening bepalen dat degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, er zorg voor draagt dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    De in artikel 125, eerste lid, bedoelde bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het in het eerste lid bedoelde voorschrift wordt uitgeoefend door de burgemeester. De burgemeester oefent de bevoegdheid uit met inachtneming van hetgeen daaromtrent door de raad in de verordening is bepaald en slechts indien de ernstige en herhaaldelijke hinder redelijkerwijs niet op een andere geschikte wijze kan worden tegengegaan.

  • 3.

    Onverminderd de laatste volzin van het tweede lid kan de last, bedoeld in de eerste volzin van dat lid, een verbod inhouden om aanwezig te zijn in of bij de woning of op of bij het erf.

  • Het verbod geldt voor een periode van tien dagen.

  • De artikelen 2, tweede lid, en vierde lid, aanhef en onder a en b, 5, 6, 8, eerste lid, aanhef en onder a en b, 9 en 13 van de Wet tijdelijk huisverbod zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de burgemeester bij ernstige vrees voor verdere overtreding de looptijd van het verbod kan verlengen tot ten hoogste vier weken.

Artikel 2:79 APV

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheden.

  • 3.

    De last kan in ieder geval worden opgelegd bij ernstige en herhaaldelijke:

    • a.

      geluid- of geurhinder;

    • b.

      hinder van dieren;

    • c.

      hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in de woning of op een erf aanwezig zijn;

    • d.

      overlast door vervuiling of verwaarlozing van de woning of een erf;

    • e.

      intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

Overige wetgeving

 

In artikel 151d, eerste lid van de Gemeentewet wordt gesproken over een “last onder bestuursdwang”. Uit artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vloeit voort dat een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan ook een last onder dwangsom kan opleggen. De Algemene wet bestuursrecht regelt in hoofdstuk 5 het opleggen van een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom. Verder wordt in artikel 151d van de Gemeentewet de Wet tijdelijk huisverbod (deels) van toepassing verklaard.

 

Afbakening begrippen

Uit artikel 151d van de Gemeentewet blijkt dat het moet gaat om “ernstige en herhaaldelijke hinder” die redelijkerwijs niet “op een andere geschikte wijze” kan worden tegengegaan. Aan de in de wet- en regelgeving gehanteerde begrippen wordt als volgt invulling gegeven:

 

Andere geschikte wijze (artikel 151d, tweede lid, Gemeentewet)

De burgemeester legt pas een gedragsaanwijzing, in de zin van artikel 2:79 APV, op indien de overlast niet op een ‘andere geschikte wijze’ tegengegaan kan worden. Een andere geschikte wijze moet in de zin van het subsidiariteitsbeginsel worden opgevat. Het subsidiariteitsbeginsel bepleit dat er, indien dit mogelijk is, andere minder ingrijpende mogelijkheden zijn geprobeerd. Voorbeelden van minder ingrijpende mogelijkheden zijn: mediation, het geven van een waarschuwing of een andere maatregel die als doel heeft de beëindiging van de overlast. De mogelijkheden die in een concreet geval van toepassing zijn zullen uiteraard per geval kunnen verschillen. In de bijlage zijn enkele mogelijkheden opgesomd. Op het moment dat de burgemeester van mening is dat alle mogelijkheden onvoldoende soelaas bieden (hetgeen zal moeten blijken uit het dossier), legt hij de gedragsaanwijzing op. De gedragsaanwijzing, gegeven door de burgemeester, geldt dus als ultimum remedium. Dit betekent ook dat, in geval het gaat om een huurwoning, de woningbouwcorporatie in beginsel als eerste aan zet is om een oplossing te zoeken voor de overlast.

 

Woning of een bij die woning behorend erf (artikel 2:79, eerste lid, APV)

Met woning of bij die woning behorend erf wordt bedoeld de woning, de rest van het betrokken perceel (zoals een tuin) en de gezamenlijke ruimte binnen een wooneenheid zoals het portiek, de parterretrap, de gezamenlijke buitenruimte, enzovoorts.

 

Gebruiker van de woning of bijbehorend erf (artikel 2:79, eerste lid, APV)

Onder degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt wordt verstaan de gebruiker van de woning. De gebruiker hoeft geen huurrechtelijke of eigendomsrechtelijke relatie tot de woning te hebben en hoeft niet de rechtmatige bewoner van de woning te zijn. Ook een regelmatige gast, een illegale onderhuurder of een kraker van de woning valt onder dit bestanddeel.

 

Gedragingen (artikel 2:79, eerste lid, APV)

Met gedragingen in of vanuit die woning of dat erf worden bedoeld gedragingen die in of rondom de woning of het erf worden gepleegd. Het gaat om de woning die, of het erf dat, de overlastgever gebruikt. De gedragingen die worden gepleegd in de nabije omgeving van de woning, bijvoorbeeld in de tuin van de buren, vallen in beginsel onder de bepaling. Zo kan een blaffende hond op de straat voor de woning of een intimiderende gedraging voor de deur van de woning van de buurman vallen onder het bestanddeel gedragingen in of vanuit die woning of dat erf. Duidelijk moet in ieder geval zijn dat de gedragingen vanuit de woning of het erf worden gepleegd. Het intimiderende gedrag van de overlastpleger moet dus wel voor de deur van de buurman worden gepleegd, niet voor de deur van iemand die vijf straten verderop woont. Dan is geen sprake meer van gedragingen vanuit de woning of het erf.

 

Zorgplicht (artikel 2:79, eerste lid, APV)

In de APV is bepaald dat degene die een woning of erf gebruikt er zorg voor moet dragen dat er geen gedragingen plaatsvinden die overlast impliceren.

 

Omwonenden (artikel 2:79, eerste lid, APV)

Met omwonenden wordt bedoeld de mensen die in de directe nabijheid wonen van de woningen waarvandaan de overlast plaatsvindt.

 

Ernstige en herhaaldelijke hinder (artikel 2:79, eerste lid, APV)

Met ernstig worden gehinderd wordt gedoeld op ernstige hinder voor de omwonenden. Een vergelijking kan worden gemaakt met artikel 37 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, waar onder hinder gedragingen worden verstaan zoals het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen of het onthouden van licht of lucht. Ernstige hinder als bedoeld in artikel 151d van de Gemeentewet kan tevens onrechtmatig zijn in de zin van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek, maar dat is geen vereiste. En andersom zal niet elke onrechtmatige burenhinder ook automatisch kunnen worden aangemerkt als ernstige hinder als bedoeld in artikel 151d van de Gemeentewet. Met herhaaldelijke hinder wordt bedoeld dat de hinder terugkerend is. Dit is niet hetzelfde als ‘ernstige hinder zonder onderbreking’. De burgemeester zet geen gedragsaanwijzing in als het om één incident gaat.

 

Last onder bestuursdwang of last onder dwangsom (artikel 2:79, tweede lid, APV)

De burgemeester is bevoegd om een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom op te leggen. Dit mag alleen opgelegd worden indien de hinder redelijkerwijs en niet op een andere manier kan worden tegengegaan. Op grond van artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan (in dit geval de burgemeester) dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen ook een last onder dwangsom opleggen.

 

Tijdelijk huisverbod (artikel 151d, derde lid, Gemeentewet)

De burgemeester zal per geval maatgericht te werk gaan. Mocht deze ‘maatwerkaanpak’ niet werken dan kan overgegaan worden tot sluiting van de woning. Het uitvaardigen van een tijdelijk huisverbod is als gedragsaanwijzing een ultimum remedium. De periode waarin betrokkene uit huis is geplaatst kan worden benut om te onderzoeken welke hulpverlening mogelijk en/of nodig is.

 

Uitvoerbaarheid van de last

Het moet in het vermogen van betrokkene liggen om de gedragsaanwijzing te begrijpen en te kunnen uitvoeren. Het heeft immers geen zin om een persoon met psychische klachten en/of een verstandelijke beperking een gedragsaanwijzing op te leggen als die persoon niet bij machte is hieraan gehoor te geven.

 

Lokale werkwijze

Voor de lokale werkwijze wordt aansluiting gezocht met het Regionaal Convenant Woonoverlast 2020. Hierin wordt onder meer weergeven hoe en met wie informatie gedeeld kan worden. Daarnaast wordt de uitvoering van de Wet aanpak Woonoverlast opgenomen in de werkwijze voor de Ketenaanpak Escalerende Zorg. Hiervoor is gekozen om te voorkomen dat de samenwerkende partijen net andere stappen moeten volgen per thema. De aansluiting bij deze ketenaanpak is omdat het inzetten van de Wet aanpak Woonoverlast nooit alleen staat, vaak heeft hier al een voortraject gespeeld bij de Ketenaanpak Escalerende Zorg.

Aldus besloten op 6 oktober 2020

A.P.J. van Hemmen

burgemeester