Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Groningen

Regeling dienstreizen, dienstauto en verblijfskosten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Groningen
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingRegeling dienstreizen, dienstauto en verblijfskosten
CiteertitelRegeling dienstreizen, dienstauto en verblijfskosten Veiligheidsregio Groningen
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Regeling dienstreizen, dienstauto en verblijfskosten Veiligheidsregio Groningen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2023artikel 6

22-06-2023

bgr-2023-742

21-07-202201-04-2023nieuwe regeling

02-06-2022

bgr-2022-782

20220602/4

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling dienstreizen, dienstauto en verblijfskosten

Het Dagelijks Bestuur besluit: De LOAV circulaires WVSV, regeling dienstreizen vast te stellen.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever:

    Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Groningen.

  • b.

    Medewerker:

    De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Groningen alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires werkzaam bij de Veiligheidsregio Groningen.

  • c.

    Dienstreis:

    Een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een medewerker in het kader van zijn werkzaamheden die niet als woon-werkverkeer valt aan te merken.

  • d.

    Plaats van tewerkstelling:

    Een locatie van werkgever waar de medewerker vanuit zijn huisadres naar toe komt om zijn werk te verrichten en weer vanuit vertrekt om naar huis te gaan. Dit kan een variabele locatie zijn, afhankelijk van de aard van het werk en de afspraken met de leidinggevende. De plaats van tewerkstelling kan voor de heenreis woon-werkverkeer een andere plek zijn dan voor de terugreis woon-werkverkeer.

    De plaats van tewerkstelling kan ook een andere plek zijn dan een locatie van werkgever wanneer de leidinggevende hiermee akkoord is gegaan.

  • e.

    (Motor)voertuig:

    (Gemotoriseerd) vervoersmiddel waarvan de medewerker eigenaar is.

  • f.

    Woon-werkverkeer:

    De heenreis van de medewerker van zijn thuisadres naar de plaats van tewerkstelling en de terugreis van de plaats van tewerkstelling naar zijn thuisadres.

  • g.

    Verblijfkosten:

    De logieskosten, de kosten van maaltijden (ontbijt, lunch en diner) tijdens een dienstreis.

  • h.

    Dienstauto:

    Een auto van werkgever die is ingericht om te worden gebruikt voor een medewerker.

  • i.

    Gebruikers:

    Medewerkers die de verstrekte voorzieningen gebruiken.

  • j.

    Salaris:

    Het salaris als bedoeld in 3:2, van de arbeidsvoorwaardenregeling van de Veiligheidsregio Groningen.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • Lid 1

    De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van zijn leidinggevende.

  • Lid 2

    De dienstreizen dienen in de regel met openbare vervoermiddelen, een dienstauto, dienstfiets of dienstscooter te worden gemaakt, tenzij anders is bepaald door zijn leidinggevende.

  • Lid 3

    Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer of dienstauto kan worden gemaakt, kan de leidinggevende aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig.

  • Lid 4

    De reizen voor woon-werkverkeer worden niet aangemerkt als dienstreis. Voor een aantal medewerkers is er echter een mogelijkheid om de dienstauto te gebruiken voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling. Deze medewerkers worden in artikel 3 van deze regeling gedefinieerd.

  • Lid 5

    Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten. Voor een medewerker geldt dat de hij op grond van artikel 15:1:12 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Groningen kan worden verplicht de geleden schade te vergoeden, voor zover deze aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten.

Artikel 3 Leidinggevende medewerkers

  • Lid 1

    Om in aanmerking te komen voor het gebruik van een dienstauto conform artikel 2 lid 4 van deze regeling dient een medewerker:

    • a.

      een leidinggevende functie te hebben, en;

    • b.

      direct of indirect blusploegen en ploegchefs aan te sturen in de gebieden; en

    • c.

      vanuit de aard van zijn functie op onregelmatige en onvoorziene uren werkzaamheden te verrichten

  • Lid 2

    De in aanmerking komende medewerkers kunnen desgewenst een verzoek indienen bij de werkgever om van deze regeling gebruik te maken.

  • Lid 3

    De medewerker die een dienstauto conform artikel 2 lid 4 gebruikt, vergoedt een “bijdrage woon-werkverkeer” aan de werkgever door maandelijkse verrekening met zijn salaris. Deze bijdrage is een vast bedrag per maand waarbij er wordt gerekend met € 0.09 per afgelegde kilometer. De bandbreedte van deze maandelijkse bijdrage is bepaald op minimaal € 30,- per maand en maximaal € 80,- per maand.

  • Lid 4

    Voor de berekening van de “bijdrage woon-werk verkeer” wordt voor de leidinggevenden als bedoeld in lid 1 die werkzaam zijn in een gebied een gemiddelde van de afstand van zijn feitelijk woonadres/verblijfadres naar alle posten in zijn gebied genomen. Voor de medewerker als bedoeld in lid 1 die grotendeels werkzaam is op een vaste locatie wordt de “bijdrage woon-werkverkeer” gebaseerd op de definitie van woon-werkverkeer zoals bepaald in artikel 1 van deze regeling.

Artikel 4 Gebruik dienstauto

  • Lid 1

    Gebruikers mogen de dienstauto alleen gebruiken voor het uitvoeren van de aan hen door de Veiligheidsregio opgedragen taken of werk gerelateerde werkzaamheden.

  • Lid 2

    Bij het gebruik van de dienstauto’s moeten gebruikers de nodige zorgvuldigheid betrachten en de integriteit en goede naam van de Veiligheidsregio Groningen waarborgen. De dienstauto’s mogen alleen zakelijk worden gebruikt. Privégebruik is niet toegestaan, waarbij privégebruik tijdens een piketperiode wordt uitgezonderd.

  • Lid 3

    Woon-werkverkeer als bedoeld in de uitzondering genoemd in artikel 2 lid 4 wordt niet als privégebruik gezien te meer hiervoor een vergoeding van de medewerker aan de werkgever wordt betaald.

Artikel 5 Afstand

  • Lid 1

    Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de meest snelle route te worden gemaakt, gebaseerd op de gegevens van de snelste route in het door P&OO gehanteerde registratiesysteem.

  • Lid 2

    De daadwerkelijke plaats van tewerkstelling wordt als beginpunt van een dienstreis met eigen vervoer aangemerkt, tenzij de medewerker conform artikel 6 lid 2 toestemming heeft om vanuit zijn huis te vertrekken.

    Bij de terugreis dient gekeken te worden of er sprake is van een dienstreis naar een plaats van tewerkstelling, dan wel of het valt aan te merken als woon-werkverkeer.

Artikel 6 Vergoeding reiskosten

  • Lid 1

    De vergoeding van de reiskosten met een openbaar vervoermiddel vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een plaats in de 2e klasse tenzij anders bepaald door de werkgever. Hiertoe worden door de werkgever aan de medewerker 2e klasse treinkaartjes ter beschikking gesteld.

  • Lid 2

    Indien de werkgever vooraf toestemming heeft verleend voor het gebruik van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding die is vastgesteld op € 0,37 per afgelegde kilometer dat tot het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag voor reiskosten netto wordt uitgekeerd en voor het restant bruto.

  • Lid 3

    Parkeerkosten, tolgelden e.d. maken onderdeel uit van de vergoeding per kilometer en worden daarom niet afzonderlijk vergoed.

  • Lid 4

    Indien voor de dienstreis een dienstauto, dienstfiets of dienstscooter wordt gebruikt worden de parkeerkosten, tolgelden en stallingskosten wel vergoed.

Artikel 7 Vergoeding verblijfskosten

  • Lid 1

    Verblijfskosten worden vergoed tot de naar het oordeel van de leidinggevende in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten.

Artikel 8 Vergoeding reis- en verblijfkosten buitenland

  • Lid 1

    Dienstreizen, die in Nederland zijn begonnen en waarbij het reisgedeelte buiten Nederland beperkt is of waarbij de grensoverschrijding niet noodzakelijkerwijs leidt tot uitgaven voor maaltijden of overnachting in het buitenland, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als dienstreizen binnen Nederland.

Artikel 9 Declaratie

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

Artikel 10 Termijn

Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand - voorzien van ondertekening van de leidinggevende - (digitaal) is ingediend.

Artikel 11 Aansprakelijkheid bij schade

Bij schade aan het eigen motorvoertuig tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van eigen verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling dienstreizen, dienstauto en verblijfskosten Veiligheidsregio Groningen” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2014 en is herzien per 2 juni 2022.