Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVervoer gevaarlijke stoffen over de weg
CiteertitelVervoer gevaarlijke stoffen over de weg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 18 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
  2. artikel 19 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
  3. artikel 20 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
  4. artikel 21 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
  5. artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
  6. artikel 23 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
  7. artikel 24 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2022Nieuwe regeling

29-05-2012

gmb-2022-332043

Tekst van de regeling

Intitulé

Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg

Resultaten van een ambtelijke voorbereiding

 

 

1. Inleiding

 

De Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (hierna: WVGS) biedt gemeenten de mogelijkheid het vervoer van een aantal gevaarlijke stoffen te reguleren. Routeplichtige gevaarlijke stoffen in de zin van de WVGS zijn onder meer LPG, propaan, chloor, ammoniak en ontploffingsgevaarlijke stoffen (zoals vuurwerk).

 

Route gevaarlijke stoffen

De gemeenteraad kan door het aanwijzen van een Route Gevaarlijke Stoffen het transport van routeplichtige gevaarlijke stoffen in de zin van de WVGS over de weg reguleren. Alleen over de aangewezen routes mogen deze gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Daarmee ontstaat een netwerk van wegen waarover vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen mag plaatsvinden. Dit netwerk beoogt de openbare veiligheid zoveel als mogelijk te bevorderen. Over alle niet aangewezen wegen is het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen verboden1. In gemeente Zwijndrecht zijn in het verleden Routes Gevaarlijke Stoffen aangewezen. In bijlage 1 van dit rapport zijn deze routes opgenomen. Actualisatie is echter noodzakelijk, omdat:

  • eenduidigheid wordt verkregen in de aanwijzings- en ontheffingssystematiek;

  • aangesloten kan worden op actuele en verwachte beleidsinzichten en omgevingsontwikkelingen;

  • rijksweg A16 op dit moment nog niet is aangewezen;

  • de kern Heerjansdam op dit moment geen onderdeel van de routering uitmaakt;

  • de bebouwde kom zo veel als vermeden kan worden;

  • infrastructurele aanpassingen binnen Zwijndrecht hebben plaatsgevonden.

 

Ontheffing

Voor de overige - niet aangewezen wegen - geldt een vervoersverbod voor gevaarlijke stoffen in de zin van de WVGS. Het college kan hiervan ontheffing verlenen wanneer dit nodig is voor het laden en lossen bij locale bestemmingen. Bij het verlenen van de ontheffing levert het college 'maatwerk'. Zodoende kan het - met het oog op de openbare veiligheid - voorwaarden aan de ontheffing verbinden. Zo kan de ontheffing:

  • de te volgen routes voorschrijven,

  • de periode bepalen waarvoor de ontheffing geldt,

  • de tijdstippen waarbinnen het transport mag plaatsvinden bepalen en

  • het aantal transportbewegingen limiteren.

 

Ambtelijke werkgroep

Er is een ambtelijke werkgroep samengesteld, die heeft onderzocht welke (nieuwe) routes in aanmerking komen voor een aanwijzing. Bovendien is door deze werkgroep nagegaan of het wenselijk is om een ontheffingensysteem toe te passen. De werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van gemeentelijke Brandweer, afdeling Beheer, Afdeling Ontwikkeling en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Daarbij heeft de omgevingsdienst geïnventariseerd waar in de gemeente bedrijven aanwezig zijn die routeplichtige gevaarlijke stoffen gebruiken, produceren en/of opslaan. Het resultaat van deze inventarisatie is opgenomen in bijlage 2. Vervolgens is nagegaan welke transportroutes van en naar deze bedrijven lopen. De bevindingen van de werkgroep zijn vastgelegd in deze nota.

 

Opbouw nota

Deze nota behandelt achtereenvolgens vervoer:

  • over rijksweg A16;

  • van en naar bedrijventerreinen De Geer en Groote Lindt;

  • van en naar het buitengebied

  • van en naar de Molenweg Heerjansdam;

  • van en naar bedrijventerrein Gors.

 

Plan van aanpak

Op 16 maart 2010 heeft het college een plan van aanpak 'Route wegvervoer gevaarlijke stoffen' (volgnummer 2010-8477) vastgesteld. De voorliggende nota is het resultaat van dit plan.

 

2. Rijksweg A16

 

De Drechttunnel maakt onderdeel uit van rijksweg A16. Door deze tunnel mag geen vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Daarom vindt over het Zwijndrechtse deel van de A16 in beginsel geen vervoer van deze stoffen plaats. Vrachtauto's met routeplichtige gevaarlijke stoffen komende vanuit richting Rotterdam, rijden in principe via de A15 (afslag Ridderkerk) en N3 richting Dordrecht en Breda. Door de ambtelijke werkgroep is onderzocht of hierop uitzonderingen noodzakelijk zijn. De volgende groepen transporteurs zijn hierbij beschouwd:

  • Foutrijders en

  • Transporteurs die de LPG-stations aan de A16 (in Hendrik-Ido-Ambacht) bevoorraden.

 

Foutrijders

Transporteurs op de A16 komende vanuit Rotterdam, die de afslag naar de A15 missen, kunnen in principe via afslag Hendrik-Ido-Ambacht (afslag 23) en de Hendrik Ydenweg2 'keren' om zodoende alsnog via de A16 op de A15 terecht te komen. In zeer incidentele gevallen kan een transporteur ook afslag Hendrik-Ido-Ambacht missen. Afslag Zwijndrecht (afslag 22) vormt dan de laatste mogelijkheid om vóór de Drechttunnel af te slaan. Wanneer de gemeente voor deze (zeer incidentele) transporten geen route aanbiedt, kan omleiding van de foutrijders volgens de volgende twee scenario's plaatsvinden:

  • De vrachtwagen met gevaarlijke stoffen komt op de vluchtstrook vóór de Drechttunnel tot stilstand. De transporteur kan dan - onder begeleiding van hulpdiensten - via afslag 22 of een calamileitenweg worden omgeleid, waarna hel transport op de A16 richting Rotterdam terecht komt. Een dergelijke omleiding is onwenselijk. Ten eerste zal de vrachtwagen met routeplichlige gevaarlijke stoffen - in afwachting van bijstand door hulpdiensten - gedurende enige tijd stilstaan. Daarmee wordt Zwijndrechts grondgebied aan risico's blootgesteld. Bovendien moeten hulpverleners handelingen op de vluchtstrook uitvoeren. Naast dat dit een file op de A16 kan veroorzaken, brengt dit voor de hulpverleners gevaren met zich mee. Wanneer vervolgens omleiding plaatsvindt via afslag 22, moet door de transporteur en hulpverlener een afweging worden gemaakt wat de meest gewenste route is om op de A16 richting Rotterdam terecht te komen. Zeker wanneer geen 'plaatselijke bekendheid' aanwezig is, is het mogelijk dat het transport langs of door dicht bevolkte gebieden plaatsvindt. Het gebruik van de calamiteitenweg is niet aan te bevelen, omdat dat deze weg niet geschikt is voor 'gevaarlijk transport'. Gebruik van deze weg verhoogt de kans op een calamiteit;

  • De transporteur gebruikt direct - zonder bijstand van een hulpdienst af te wachten - afslag 22. Hij moet dan een afweging maken wat de meest veilige route is om op de A16 richting Rotterdam terecht te komen. Zeker wanneer de transporteur geen plaatselijk bekendheid heeft, bestaat de mogelijkheid dat het transport gaat 'zwerven' en zodoende langs of door dicht bevolkte gebieden plaatsvindt.

 

Gelet op bovenstaande afwegingen, acht de ambtelijke werkgroep het opportuun om de (zeer incidentele foutrijders) via een aangewezen route 'gereguleerd' naar de A16 richting Rotterdam om te leiden. De route Plantageweg, Develsingel, Develpoort, H.A. Lorenzstraat brengen de minste risico's met zich mee. De omgevingsdienst heeft onderzoek uitgevoerd naar de risico's die samenhangen met het transport van routeplichlige gevaarlijke stoffen over de A16 en overige wegen3. Uit dit onderzoek volgt dat met het gebruik van de genoemde routes geen onacceptabele risico's samenhangen. Het transport over deze route stelt namelijk een beperkt aantal mensen bloot aan transportrisico's en zorgt bovendien voor een relatief snelle omleiding van het transport. In bijlage 3 van deze nota is de voorgestelde route verbeeld. De route is op verkeerstechnische aspecten 'nagerekend' en de blijkt geschikt voor vrachtverkeer.

 

Transport van en naar LPG-stations aan de A16

Nabij rijksweg A16 zijn op het grondgebied van Hendrik-Ido-Ambacht de LPG-stations Sandelingen West en Sandelingen Oost gesitueerd. Verkeer op de A16 kan deze stations benaderen. Beide stations worden bevoorraad vanuit een vulpunt direct na afslag 22 nabij het tankstation Sandelingen West. LPG-aanvoer vindt over de A16 vanuit noordelijke richting plaats. Nadat de LPG is afgeleverd, vervolgt het transport in zuidelijk richting de A16 waarbij afslag 22 (afslag Zwijndrecht) gebruikt moet worden om te voorkomen dat het transport in de Drechttunnel terechtkomt. Door de omgevingsdienst is onderzoek uitgevoerd naar de risico's die samenhangen met het LPG-transport over de A16 en overige wegen4. Uit dit onderzoek volgt dat met het gebruik van de genoemde routes geen onacceptabele risico's samenhangen. Het voorstel is dan ook om voor het LPG-transport de hierboven uitgewerkte route voor de foutrijders toe te passen.

 

3. Bedrijventerreinen "De Geer" en "Groote Lindt"

 

De aard van de bedrijvigheid op de bedrijventerreinen "De Geer'' en "Groote Lindt" maakt transport van routeplichtige gevaarlijke stoffen van en naar de bedrijventerreinen noodzakelijk. De in dit hoofdstuk genoemde wegen en gebieden, zijn verbeeld op de topografische kaart in bijlage 3 van deze nota.

 

3.1 Ontsluiting

De Lindtsedijk en Geerweg vormen ontsluitingswegen voor de bedrijventerreinen. Verdere ontsluiting richting A16 kan plaatsvinden via de Munnikensteeg en de Hendrik Ydenweg. De Hendrik Ydenweg en dit gedeelte van rijksweg A16 lopen over het grondgebied van gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en zijn door de raad van deze gemeente aangewezen als Route Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Voor Zwijndrechts grondgebied is het voorstel om de Lindtsedijk tot aan de kruising met de Geerweg, de Geerweg alsmede de Munnikensteeg als route aan te wijzen.

 

3.2 Omkeren

Vervoerders die gebruiken maken van de Lindtsedijk, moeten de gelegenheid hebben om te keren. Daarom moet de route vanaf de Lindtsedijk in oostelijke richting worden doorgetrokken tot en met de rotonde na het spoor (ter hoogte van de Stationsweg en de Onderdijkserijweg). Op deze rotonde kunnen de vervoerders zonder verhoogde risico's omkeren richting Lindtsedijk.

 

3.3 Op de bedrijventerreinen

Op de bedrijventerreinen zelf zijn verschillende bedrijven gevestigd, waarvoor aan- en afvoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen noodzakelijk is of aan de orde kan komen. Het is - gelet de aard van een bedrijventerrein - niet noodzakelijk een individuele afweging te maken op basis van een ontheffing. Daarom is het voorstel om beide bedrijventerrein in het geheel aan te wijzen als een Route Vervoer Gevaarlijke Stoffen, althans als ontheffingsvrije gebieden.

Dit beperkt tevens de administratieve belasting van gemeente en transporteurs.

 

3.4 LPG-stations

In de oksel van Karel Doormanlaan en Stationsweg zijn twee LPG-stations aanwezig. Het vulpunt van de LPG-reservoirs ligt tussen de Brugweg en het talud naar de spoorbrug.

Hoewel buiten de vereiste veiligheidsafstanden, is in de nabijheid van deze vulpunten een flatgebouw aanwezig. De transportroute met de minste risico's loopt langs dit flatgebouw. Ter beperking van de gevolgen van een calamiteit, is het voorstel om hier met een ontheffingensysteem te gaan werken. Er bestaat dan de mogelijkheid om voorwaarden aan ontheffing te verbinden, ter beperking van de gevolgen van een incident.

Ook aan de Munnikensteeg is een LPG-station aanwezig. Door de voorgestelde routering van de Munnikensteeg is de aanvoer van LPG naar dit tankstation in goede banen geleid.

 

3.5 Onderzoek

Door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid in onderzoek verricht naar de risico's die samenhangen met het transport van routeplichtige stoffen over de aan te wijzen wegen5. Uit dit onderzoek volgt dat met het gebruik van de genoemde routes geen onacceptabele risico's samenhangen.

 

4. Transport van en naar het buitengebied en de Molenweg Heerjansdam

 

 

4.1 Buitengebied

In het buitengebied zijn verspreid een zestal afleverpunten aanwezig voor routeplichtige gevaarlijke stoffen. (Zie bijlage 2.) Een generieke regeling - zoals een aanwijzing van een Route Vervoer Gevaarlijke Stoffen - is niet opportuun. Feitelijk zou dan het hele buitengebied moeten worden aangewezen. Locale verkeerstechnische omstandigheden pleiten voor een 'maatwerk aanpak'. Het voorstel is daarom, om voor het buitengebied te werken met een ontheffingensysteem.

 

4.2 Molenweg Heerjansdam

Aan de Molenweg te Heerjansdam zijn drie afleverpunten gesitueerd. (Zie bijlage 2.)Gelet op de verkeerstechnische situatie ter plaatse van de Molenweg, is het opportuun .om voor deze afleverpunten een individuele afweging te maken. Zodoende kunnen ook aanvullende voorwaarden aan de ontheffing worden verbonden, ter beperking van negatieve effecten als gevolg van een calamiteit. Het voorstel is dan ook om hier te werken met een ontheffingensysteem.

 

5. Transport van en naar bedrijventerrein Gors

 

Ten aanzien van het bedrijventrein Gors, is een afweging gemaakt die vergelijkbaar is met die rond het bedrijventerrein De Geer en Groote Lindt. Het voorstel is dan ook om het gehele bedrijventerrein als Route Vervoer Gevaarlijke Stoffen, althans een ontheffingvrij gebied aan te wijzen. Het bedrijventerrein kan voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden ontstoten via de Randweg. Het voorstel is dan ook om deze weg tot aan de kruising met de lndustrieweg aan te wijzen als een Route Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Een en ander is verbeeld op de topografische kaart in bijlage 3 van deze nota. De Randweg sluit aan op een door de raad van gemeente Barendrecht aangewezen wegen.

 

6. Samenvattende conclusie

 

Een ambtelijke werkgroep heeft een nadere afweging gemaakt over de aanwijzing van nieuwe Routes Vervoer Gevaarlijke Stoffen, respectievelijk het toepassen van een ontheffingensysteem. In deze werkgroep waren vertegenwoordigd: de gemeentelijke Brandweer, afdeling Beheer, afdeling Ontwikkeling en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Ten aanzien van het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen, stelt de ambtelijke werkgroep voor Routes Vervoer Gevaarlijke Stoffen aan te wijzen, zoals verbeeld op de topografische kaart uit bijlage 3 van deze nota. Bovendien stelt de werkgroep voor om de bedrijventerreinen De Geer, Groote Lindt, alsmede het zuidwestelijk deel van bedrijventerrein Gors aan te wijzen als een Route Vervoer Gevaarlijke Stoffen, althans als ontheffingsvrije gebieden, zoals aangegeven op topgrafische kaart uit bijlage 3.

Het transport buiten deze routes kan pas dan plaatsvinden wanneer een ontheffing is verleend. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden, die de effecten van een calamiteit beperken.

 

Bijlage 1: Reeds aangewezen routes

 

 

Bijlage 2: Resultaten inventarisatie Omgevingsdienst

 

 

Bijlage 3: Voorgestelde nieuwe routes en ontheffingsvrije gebieden

 

 


1

Voor de duidelijkheid: het vervoer van overige gevaarlijke stoffen, mag gewoon buiten de aangewezen wegen of zonder een ontheffing plaatsvinden.

2

De A16 binnen het grondgebied van gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en de Hendrik Ydenweg zijn door de raad van gemeente Hendrik-Ido-Ambacht aangewezen als een route gevaarlijke stoffen.

3

Rapportage QRA-weg Kort Ambacht Basisnetplafond, versie 1.3.0, Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid d.d. 1 maart 2011 en Rapport Externe Veiligheid: Bestemmingsplan Kort-Ambacht, Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid d.d. 31 maart 2011.

4

Zie voetnoot 3.

5

Rapport Externe Veiligheid: Bestemmingsplan Kort-Ambacht, Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid d.d. 31 maart 2011.