Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Handhavingsarrangement bijzondere wetten Horeca, coffeeshops, prostitutie en kansspelen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsarrangement bijzondere wetten Horeca, coffeeshops, prostitutie en kansspelen
CiteertitelHandhavingsarrangement bijzondere wetten Horeca, coffeeshops, prostitutie en kansspelen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpHandhavingsarrangement bijzondere wetten Horeca, coffeeshops, prostitutie en kansspelen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

algemene plaatselijke verordening Leeuwarden

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-2022nieuwe regeling

05-07-2022

gmb-2022-329427

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsarrangement bijzondere wetten Horeca, coffeeshops, prostitutie en kansspelen

Inleiding

Het handhavingsarrangement bevat beleidsregels over de wijze waarop gemeente, politie en Openbaar Ministerie optreden bij overtredingen in de horeca, coffeeshops, prostitutie en kansspelen.

Het handhavingsarrangement biedt duidelijkheid bij de aanpak van horecagerelateerde overlast en geweld in het uitgaansgebied, misstanden in de prostitutie en bij de coffeeshops en het tegengaan van de verstrekking van alcohol aan minderjarigen.

De uitvoering van toezicht en handhaving staat in het handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP). Indien bij het toezicht overtredingen worden geconstateerd, dan wordt gehandeld volgens het in dit arrangement opgenomen stappenplan.

Taken en bevoegdheden

De burgemeester is primair verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. De burgemeester verstrekt in die hoedanigheid exploitatievergunningen voor niet-alcohol bedrijven, de prostitutiebedrijven en de gedoogverklaringen voor de coffeeshops. Daarnaast is de burgemeester belast met de vergunningverlening voor de Wet op de Kansspelen.

De burgemeester is ook bevoegd voor de handhaving en vergunningverlening van de Alcoholwet. Dit vanwege diens verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid.

De bevoegdheid voor de vergunningverlening en handhaving van de escortbedrijven ligt nu nog bij het college van burgemeester en wethouders. De toekomstige Wet regulering sekswerk hevelt deze bevoegdheid over naar de burgemeester.

Het toezicht op de naleving wordt uitgevoerd door de gemeentelijke toezichthouders en de politie. Daarbij wordt in voorkomende gevallen ook samengewerkt met de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie.

Bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden

Dit handhavingsarrangement is de opvolger van het Handhavingsarrangement van 16 april 2015

De nadruk van de handhaving van deze regelgeving blijft conform de eerder gemaakte afspraken liggen op bestuursrechtelijk terrein. De samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie blijft van essentieel belang.

Het gaat echter wel om twee gescheiden trajecten. Het bestuursrechtelijk en het strafrechtelijke traject kunnen zowel los van elkaar als gelijktijdig worden toegepast.

Het strafrechtelijke traject is een aangelegenheid van het Openbaar Ministerie en niet van de gemeente. Daarom komt in dit stappenplan voornamelijk de bestuursrechtelijke aanpak aan de orde.

Het handhavingsarrangement wordt wel geaccordeerd door het driehoeksoverleg.

Bij de overtredingen van de Alcoholwet wordt in dit arrangement aangesloten bij de indeling van categorieën zoals die ook door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt gehanteerd. Overtredingen van de Alcoholwet zijn in een aantal gevallen ook economische delicten die strafrechtelijk vervolg kunnen worden.

Afwijken beleidsregels

Het handhavingsarrangement geldt als beleidsregels in de zin van artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze moeten op grond van artikel 3:42 Awb bekend worden gemaakt door publicatie.

Op grond van artikel 4:84 Awb wordt overeenkomstig gehandeld, tenzij dit voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Ernst, aard of combinatie van overtredingen

Het is denkbaar dat tegelijkertijd verschillende overtredingen worden begaan. Het achtereenvolgens of tegelijkertijd overtreden van verschillende voorwaarden kan leiden tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in de overheidsreactie op afzonderlijke overtredingen. Ook de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden kunnen aanleiding zijn om te besluiten tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in het handhavingsarrangement.

Geldigheidsduur maatregelen

Voor de meeste overtredingen geldt dat een maatregel als bedoeld in de diverse tabellen een geldigheidsduur heeft van een jaar. Dit betekent dat wanneer binnen een jaar nadat de eerste overtreding is geconstateerd weer een overtreding plaatsvindt, wordt overgegaan naar de volgende stap in de tabel.

Bij overtredingen in de categorieën F. (verstoring openbare orde), G. (artikel 13 B Opiumwet, in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven niet zijnde coffeeshops), H. (Gedoogvoorwaarden coffeeshops), K. (Prostitutie, exploitatie zonder vergunning) en L. (Prostitutie, exploitatie in strijd met vergunning) geldt een geldigheidsduur van 2 jaar.

Nalevingshulp

Nalevingshulp betekent dat de ondernemer informatie krijgt over de geldende wet- en regelgeving. Door nalevingshulp te bieden wil de gemeente ervoor zorgen dat ondernemers zich beter aan de wet houden. Bij nalevingshulp wordt alleen ter plekke mededeling gedaan en wordt de overtreding schriftelijk vastgelegd in het inspectieverslag. Het is ook mogelijk dat een jurist (telefonisch) contact opneemt en de regels verduidelijkt. Er volgt geen aanschrijving. Nalevingshulp geldt voor de geringe overtredingen

Toelichting opleggen bestuurlijke boete

Naast de bestuursrechtelijke handhaving via de waarschuwing en de last onder dwangsom is het in een aantal gevallen mogelijk om een bestuurlijke boete op te leggen. De bijlage bij het Alcoholbesluit bevat een overzicht waarin de overtredingen zijn vermeld, de bijbehorende categorie en boetebedrag. Voor een actueel overzicht van de geldende boetebedragen, moet deze bijlage geraadpleegd worden via wetten.overheid.nl.

Artikel 7.3 van het Alcoholbesluit bevat een aantal bepalingen die betrokken moeten worden bij het bepalen van het juiste boetebedrag:

 

  • -

    Het in kolom I van de bijlage genoemde bedrag geldt voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan minder dan vijftig werknemers telde.

  • -

    Het in kolom II van de bijlage genoemde bedrag geldt voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan vijftig of meer werknemers telde.

  • -

    Het in de kolommen I en II opgenomen bedrag van de bestuurlijke boete wordt met 50% verhoogd, indien aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend, door de burgemeester of Onze Minister een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overtreding van hetzelfde artikel van de wet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.

  • -

    Het in de kolommen I en II opgenomen bedrag van de bestuurlijke boete wordt met 100% verhoogd, indien aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend, door de burgemeester of Onze Minister tweemaal of vaker een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overtreding van hetzelfde artikel van de wet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds de eerste van die bestuurlijke boetes onherroepelijk is geworden.

Toezicht NVWA

De NVWA houdt per 1 juli 2021 toezicht op het gebied van de verkoop van alcohol en hanteert daarbij een interventiebeleid. Dit interventiebeleid is neergelegd in het ‘Specifiek interventiebeleid NVWA Alcoholwet (IB02-SPEC 29, versie 2) en raadpleegbaar via wetten.overheid.nl. Grondslag voor het interventiebeleid is de Alcoholwet en het daarop gebaseerde Alcoholbesluit. In de bijlage bij dit interventiebeleid is een tabel opgenomen met daarin de specifieke interventies op de Alcoholwet door de NVWA. Deze bijlage is te raadplegen via: https://wetten.overheid.nl/BWBR0045534/2021-09-01#Bijlage

Toezicht door de NVWA richt zich op online en fysieke winkels (zoals supermarkten, slijters en webshops, maar ook bierkoeriers en online eetbezorgdiensten). Het toezicht op de horeca blijft een taak van de gemeenten. De NVWA richt met haar toezicht op de volgende categorieën:

  • 1.

    Toezicht op de verkoop op afstand van alcoholhouden dranken.

  • 2.

    Toezicht op de vereiste leeftijdscontrole en het hanteren van een leeftijdsverificatiesysteem bij aankoop.

  • 3.

    Toezicht op prijsacties.

Vaststelling en inwerkingtreding

Dit arrangement wordt vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders. Het arrangement treedt de dag na bekendmaking in werking.

A. ADMINISTRATIEVE TEKORTKOMINGEN ALCOHOLWET 1 Artikel  

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Wettelijke grondslag

Alcoholwet

1.

Het uitoefenen van een horeca- of slijtersbedrijf zonder vergunning

(als de vergunning nog niet is verleend)

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing (uitzondering bij zicht op legalisatie)

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 3 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

2.

De ontheffing van de gemeentelijke verordening ter voorkoming van mededinging, of een afschrift daarvan, is niet aanwezig

  • 1.

    Nalevingshulp

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 4 lid 5 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

3.

De registratie van de barvrijwilligers van de paracommerciële rechtspersoon die de voorlichtingsinstructie hebben gekregen, of een afschrift daarvan, is niet aanwezig

  • 1.

    Nalevingshulp

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 9 lid 3 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

4.

Het reglement, als bedoeld in artikel 9, lid 1 van de Alcoholwet, of een afschrift daarvan, is niet aanwezig

  • 1.

    Nalevingshulp

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 9 lid 4 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

5.

Geen aanduiding leeftijdsgrenzen of aanduiding niet goed leesbaar

Taak NVWA

Art 20 lid 3 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

6.

Er wordt geen leeftijdsverificatiesysteem gehanteerd bij de verkoop op afstand van een alcoholhoudende drank en/of bij aflevering van de alcoholhoudende drank wordt de leeftijd aan wie de alcoholhoudende drank wordt verstrekt niet gecontroleerd

Taak NVWA

Art. 20a lid 3 Alcoholwet

7.

De horecavergunning, en het daarbij horende aanhangsel, of een afschrift daarvan, is niet aanwezig

  • 1.

    Nalevingshulp

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 29 lid 3 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

8.

De ontheffing, als bedoeld in artikel 35, lid 1 van de Alcoholwet, of een afschrift daarvan, is ter plaatse niet aanwezig

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 35 lid 4 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

Art. 44a Alcoholwet

B. GEBODEN EN VERBODEN ALCOHOLWET

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Wettelijke grondslag

Alcoholwet

9.

Het verkopen van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse met 25% korting of meer dan gewoonlijk wordt gevraagd (verboden prijsacties).

Taak NVWA

Art. 2a lid 1 en 2 Alcoholwet

Het overtreden van regels uit de gemeentelijke verordening ter voorkoming van oneerlijke mededinging waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,-.

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcoholvergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 4 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

10.

Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 12, lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

11.

Verstrekken sterke drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcoholvergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 12 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 32 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

12.

Andere bedrijfsactiviteiten in slijterij

(alleen bij exces, bijvoorbeeld niet alleen incidentele artikelen, maar volledig verboden assortiment. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Nalevingshulp (indien geen exces)

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 4.

    Schorsing voor 4 weken

  • 5.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 14 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

13.

Verboden bedrijfsactiviteiten in horecalokaliteit of op terras

(alleen bij exces, bijvoorbeeld méér dan incidentele handelingen zoals kraampjes en dergelijke. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Nalevingshulp

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 4.

    Schorsing voor 4 weken

  • 5.

    Intrekken DHW vergunning

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Ar. 14 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

14.

Verboden bedrijfsactiviteiten in lokaliteit behorende tot de inrichting

(alleen bij exces, bijvoorbeeld méér dan incidentele handelingen zoals kraampjes en dergelijke. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Nalevingshulp (indien geen exces)

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 4.

    Schorsing voor 4 weken

  • 5.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 15 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1, Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

15.

Verbod rechtstreeks verbinding tussen slijterij en andere neringruimte

(indien combinatie slijterij – supermarkt moet sluisje aanwezig zijn)

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 15 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

16.

Automatenverkoop zwak alcoholhoudende drank

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 16 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

17.

Automatenverkoop sterk alcoholische drank

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken DHW vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 16 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

18.

Verstrekken alcoholhoudende drank (voor elders dan ter plaatse) anders dan in gesloten verpakking

(alleen bij exces, bijvoorbeeld ter plaatse overschenken in on-geëigende verpakking. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Nalevingshulp (indien geen exces)

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 4.

    Schorsing voor 4 weken

  • 5.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 17 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

19.

Onderscheid tussen alcoholhoudende en niet alcoholhoudende drank ontbreekt

(alleen bij exces, bijvoorbeeld misleiding door alcoholhoudende drank te presenteren als, tussen resp. omringd door niet alcoholische dranken om te misleiden. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 18, lid 3 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

20.

Verbod op illegale bestelservice voor sterke drank, inclusief internetverkoop: bestelservice en/of internetverkoop sterke drank, behalve door verkoop op afstand door een slijtersbedrijf.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 19 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

21.

Verbod op illegale bestelservice voor zwak alcoholhoudende drank: illegale bestelservice zwak alcoholhoudende drank

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 19 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

22.

Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.

De politie ontvangt een afschrift.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

 

Art. 20 lid 4 Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

23.

Het is verboden in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst te doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit.

De politie ontvangt een afschrift.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

 

Art. 20 lid 5 Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

24.

Geen leidinggevende aanwezig of persoon om wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang niet op die aanvraag is beslist.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 24 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

25.

Geen leidinggevende aanwezig of persoon om wiens bijschrijving op grond van artikel 30a, eerste lid, is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang niet op die aanvraag is beslist, of een barvrijwilliger die een voorlichtingsinstructie als bedoeld in artikel 9, tweede lid, heeft gekregen.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcoholvergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 24 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

26.

Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit, gedurende de tijd dat daarin dranken worden verstrekt, personen jonger dan 16 jaar dienst te laten doen.

Tenzij een 14 of 15 jarige dranken verstrekt in het kader van een horecastage (art. 24 lid 5 Alcoholwet)

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Schorsing voor 4 weken

  • 4.

    Intrekken Alcoholvergunning

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 24 lid 3 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

27.

Het overtreden van voorschriften verbonden aan de ontheffing

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 35 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

C. SPEERPUNTEN ILLEGALE EXPLOITATIE EN OVERTREDING LEEFTIJDSGRENZEN

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Wettelijke grondslag

Alcoholwet

28.

Het exploiteren van een horecabedrijf zonder geldige exploitatievergunning (artikel 2:28, lid 1 APV)

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder bestuursdwang of last onder dwangsom

 

Art. 2:28 lid 1 APV

Art. 125 Gemeentewet

29.

Het uitoefenen van een horeca- of slijtersbedrijf zonder vergunning (artikel 3 Alcohol)

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder bestuursdwang of last onder dwangsom

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 3 Alcoholwet,

Art. 44a Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

30.

Tappen en slijten in lokaliteit

(alleen bij exces, bijvoorbeeld twee complete bedrijfsuitoefeningen naast elkaar. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Nalevingshulp (indien geen exces)

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 5.000,- of last onder bestuursdwang

  • 4.

    Schorsing voor 4 weken

  • 5.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 13 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

31.

Proeverij in slijtlokaliteit

Tenzij de klant verzoekt om een alcoholische drank te proeven.

(alleen bij exces, bijvoorbeeld volledige consumptie drank in plaats van proeven. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

  • 1.

    Nalevingshulp (indien geen exces)

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 5.000,- of last onder bestuursdwang

  • 4.

    Schorsing voor 4 weken

  • 5.

    Intrekken Alcohol vergunning

Stap 3 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 13 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32 lid 1 Alcoholwet

Art. 31 lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

32.

Verkoopverbod zwak alcoholhoudende drank voor de non-food sector: verkoop door de non-food sector

Tenzij de uitzonderingen uit art. 18 lid 2 Alcoholwet van toepassing zijn.

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 5.000,- of last onder bestuursdwang

Stap 2 kan ook worden vervangen door het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Alcoholbesluit.

Art. 18 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

33.

Het verstrekken van alcoholhoudende drank (zowel zwak als sterk) aan persoon van wie niet is vastgesteld dat deze 18 jaar is bij horecabedrijf of slijterijbedrijf

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

  • 2.

    Schorsing voor 1 maand

  • 3.

    Intrekken Alcohol vergunning

Art. 20, lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

Art. 32, lid 1 Alcoholwet

Art. 31, lid 2 Alcoholwet

Art. 125 Gemeentewet

34.

Verstrekking alcoholhoudende drank bij benzinestations en winkels van restaurants langs (auto)snelweg

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

Art. 22 lid 1 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

35.

Alcoholverbod in

  • 1.

    Stadions voor betaald voetbal

  • 2.

    Gebouwen gezondheidszorg, onderwijs en zwembaden

N.B. het verstrekken van alcoholhoudende drank kan slechts worden verboden na het

Inwerking treden van een Algemene maatregel van bestuur. Die is er nog niet.

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

Art. 22 lid 2 onder a en b Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

36.

Verbod op aanwezigheid sterke drank in voor publiek toegankelijke ruimte anders dan in rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf.

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

Art. 25 lid 1onder a Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

37.

Verbod op aanwezigheid alcoholhoudende drank in voor publiek niet toegankelijke ruimte anders dan in rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf

Tenzij een uitzondering uit art. 25 lid 1 onder b sub 1, 2 of 3 Alcoholwet van toepassing is.

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

Art. 25 lid 1onder b Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

38.

Verbod op het toelaten van het nuttigen van alcoholhoudende drank in voor publiek toegankelijke ruimte anders dan in rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of horecabedrijf

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

Art.25 lid 2 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

39.

Aanwezigheid alcoholhoudende drank in vervoermiddel voor rondtrekkend uitoefenen van kleinhandel

(alleen bij exces, bijvoorbeeld actieve aanprijzing in woord en geschrift. Indien geen exces is sprake van een geringe overtreding en wordt nalevingshulp geboden)

N.B. uitzondering is SRV-man

Taak NVWA

Art. 25 lid 3 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

40.

Verstrekken van onjuiste gegevens ter zake van een aanvraag om een vergunning of ontheffing

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 1.360,- of € 2.720,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C

(€ 2.040,- of € 4.080,-)

  • 1.

    Bestuurlijke boete categorie C (€ 2.720,- of € 5.440,-)

Art. 38 Alcoholwet

Art. 44a Alcoholwet

D. REGELS IN HET KADER VAN DE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID EN ALCOHOLWET

Hieronder staan overtredingen die niet zijn genoemd in de bijlage bedoeld in artikel 44b, eerste lid van de Alcoholwet. Deze worden dan ook niet via bestuurlijke handhaving afgedaan. Strafrechtelijke handhaving van deze feiten is dan ook de aangewezen weg. Mocht bestuurlijke handhaving toch mogelijk zijn, dan zal dit niet worden nagelaten. Het primaat ligt conform richtlijn 13150 bij het strafrecht.

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Wettelijke grondslag

Alcoholwet

41.

Toelaten in slijt- of horecalokaliteit of terras van dronken persoon of personen onder invloed van drugs

Primaat ligt bij strafrechtelijk optreden

Art. 20 lid 4 en 5 Alcoholwet

42.

Verstrekken van alcoholhoudende drank indien dit redelijkerwijs zal leiden tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid

Primaat ligt bij strafrechtelijk optreden

Art. 21 Alcoholwet

43.

Wederverstrekking van alcoholhoudende drank op voor publiek toegankelijke plaatsen door personen van 18 jaar of ouder aan minderjarigen

Primaat ligt bij strafrechtelijk optreden

Art. 45a Alcoholwet

E. OVERIGE GEBODEN EN VERBODEN APV

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Wettelijke grondslag

Diverse APV artikelen, bijvoorbeeld:

  • 1.

    aanwezigheid leidinggevende (art. 2:28 b)

  • 2.

    openings- en sluitingstijden (art. 2:29)

  • 3.

    terras zonder vergunning (art. 2:34 b lid 1)

  • 4.

    niet voldoen aan voorschriften terrasvergunning

  • 5.

    niet voldoen aan voorschriften exploitatievergunning

 

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 2.500,- of last onder bestuursdwang

  • 3.

    Sluiting voor 1 maand

  • 4.

    Intrekken vergunning

 

art. 2:28 b APV

art. 2:29 APV

art. 2:34 b lid 1 APV

F. VERSTORING OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

Categorie 1 (incidenten), bijvoorbeeld:

  • 1.

    geweld (door personeel en/of bezoekers)

  • 2.

    heling

  • 3.

    discriminatie

  • 4.

    overlast in en vanuit de inrichting

  • 5.

    Schijnbeheer

  • 6.

    tewerkstellen van personen zonder geldige verblijfstitel (illegale werknemers)

 

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Sluiting voor 1 maand

  • 3.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 4.

    Sluiting voor 6 maanden

 

Afhankelijk van de ernst van de overtreding na 1e of 2e keer

vervolgen

Art. 2:30, lid 1 APV

Categorie 2 (ernstige incidenten), bijvoorbeeld:

  • 1.

    Ernstig geweld (door personeel en/of bezoekers

  • 2.

    Aantreffen wapen(s)

 

  • 1.

    Sluiting voor 1 maand

  • 2.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 3.

    Sluiting voor 12 maanden

 

Afhankelijk van de ernst van de overtreding na 1e of 2e keer

vervolgen

Art. 2:30, lid 1 APV

  • 1.

    De kwalificatie ‘geweld’ is in ieder geval van toepassing indien sprake is van vechtpartijen en enkelvoudige mishandelingen.

  • 2.

    De kwalificatie ‘ernstig geweld’ is in ieder geval van toepassing indien sprake is van incidenten waarbij gedreigd is of gebruik is gemaakt van één of meer vuurwapens, waarbij één of meer dodelijke slachtoffer(s) zijn gevallen, waarbij één of meer slachtoffer(s) ernstig gewond is/zijn geraakt, bij steekincidenten, bij grootschalige vechtpartijen al dan niet met slachtoffer(s), bij ernstige zedendelicten (zoals verkrachting) en bij zware mishandeling.

  • 3.

    Er is sprake van schijnbeheer als degene die zich voordoet als beheerder c.q. exploitant c.q. leidinggevende van een horeca-inrichting niet de feitelijke beheerder c.q. exploitant c.q. leidinggevende is. Schijnbeheer kan in verschillende vormen voorkomen. Er kan sprake zijn van een situatie waarbij een persoon niet als beheerder/exploitant/leidinggevende op vergunning staat vermeld, maar wel in de functie van werknemer als exploitant of leidinggevende optreedt. Het door een andere persoon laten exploiteren van een horeca-inrichting omdat men zelf – vanwege antecedenten of het ontbreken van de vereiste diploma’s – niet in aanmerking komt voor een vergunning, is een andere variant. Hiervoor ontvangt diegene dan vaak een financiële vergoeding. In deze gevallen is de vergunning op grond van onjuiste gegevens en bescheiden verleend en kan het bestuur besluiten de vergunning in te trekken.

  • 4.

    Overlast in en vanuit de inrichting wordt aangemerkt als een incident (categorie 1). De aanwezigheid van overlast wordt afgeleid uit politiemutaties en/of registraties bij het Meldpunt overlast. Ook anonieme meldingen kunnen een rol spelen bij de beoordeling of sprake is van overlast. Als voorbeelden van overlast kunnen worden genoemd: parkeeroverlast, stank, vervuiling, geluidhinder door komende en gaande bezoekers, lastigvallen van passanten, het op luidruchtige wijze exploiteren van een terras en het blokkeren van de doorgang c.q. de openbare weg. Indien de overlast zich concentreert rond bepaalde nachtelijke uren, kan op grond van artikel 2:30, lid 1 APV ook worden gekozen voor het tijdelijk vaststellen van andere sluitingstijden.

  • 5.

    Afhankelijk van de hoeveelheid, aard en ernst van de incidenten moet eveneens worden beoordeeld of de Alcoholwet vergunning of de exploitatievergunning moet worden ingetrokken op grond van artikel 31 van de Alcoholwet respectievelijk artikel 1:6 van de APV.

G. ARTIKEL 13B OPIUMWET, LOKALEN DAN WEL IN OF OP BIJ ZODANIGE LOKALEN BEHORENDE ERVEN T.B.V. HORECA, PROSTITUTIE OF KANSSPELINRICHTING NIET ZIJNDE COFFEESHOPS OF WONINGEN

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

Overtreden artikel 13b van de Opiumwet (verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel het daartoe aanwezig zijn, van een middel zoals genoemd in lijst I of II bij de Opiumwet

Het gaat hier om de aanwezigheid van een handelshoeveelheid of van handel

Bij softdrugs:

  • 1.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 2.

    Sluiting voor 6 maanden

Bij harddrugs:

  • 1.

    Sluiting voor 6 maanden

  • 2.

    Sluiting voor 1 jaar

In beslag name aanwezige drugs, proces-verbaal en vervolging

Art. 13b Opiumwet en art. 2:30 lid 1 APV

Overtreding artikel 10 en 11a Opiumwet (plegen van strafbare voorbereidingshandelingen)

Bij softdrugs:

1. Sluiting voor 3 maanden

2. Sluiting voor 6 maanden

Bij harddrugs:

1. Sluiting voor 6 maanden

2. Sluiting voor 1 jaar

In beslagname spullen, proces-verbaal en vervolging

Artt. 10 en 11a Opiumwet en art. 2:30 lid 1 APV

  • 1.

    Op lijst I en II van de Opiumwet staan zowel hard- als softdrugs. Onder een handelsvoorraad wordt verstaan: een hoeveelheid hard- of softdrugs die een gebruikershoeveelheid overschrijdt en bestemd is voor handel en verkoop. Onder een gebruikershoeveelheid wordt verstaan: een hoeveelheid die doorgaans wordt aangeboden voor eigen gebruik. Dit is voor harddrugs één bolletje, één pil of een halve gram. Voor softdrugs is dit maximaal 5 gram.

  • 2.

    Handel in drugs is aannemelijk in het geval er aanwijzingen zijn op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat er in- of vanuit de inrichting in drugs wordt gehandeld. Deze aanwijzingen kunnen voortkomen uit feitelijke acties/observaties c.q. waarnemingen ter plaatse door de politie (onder meer het aantreffen van drugs, verklaringen van schepklanten (d.w.z. getuigen/verdachten van een strafbaar feit) en/of personeel, bekendheid van de inrichting als uitvalsbasis c.q. ontmoetingsplaats voor drugsdealers en verslaafden) en getuigenverklaringen die in die richting wijzen. Andere aanwijzingen zijn het aantreffen van verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld gripzakjes) waarin dergelijke middelen verpakt plegen te worden, het aantreffen van verpakkingsmateriaal in combinatie met een hoeveelheid (handels)geld, voorverpakte en/of geprijsde drugs of bestellijsten in de inrichting.

  • 3.

    De verkoop van softdrugs mag alleen plaatsvinden vanuit de coffeeshops die door de gemeente worden gedoogd (door middel van een exploitatievergunning op grond van de APV en een gedoogverklaring)

  • 4.

    Het wordt de exploitant van een reguliere horeca-inrichting zwaar aangerekend wanneer er in een dergelijke inrichting softdrugs wordt aangetroffen en/of vanuit de inrichting illegale verkoop van softdrugs dan wel handel in softdrugs plaatsvindt. Daarom moet ook worden beoordeeld of de Alcoholwetvergunning of de exploitatievergunning moet worden ingetrokken op grond van artikel 31 van de Alcoholwet respectievelijk artikel 1:6 van de APV.

H. GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

AHOJGI-criteria (A);

  • 1.

    affichering

 

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,-.

  • 3.

    Sluiting voor 1 maand

  • 4.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 5.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

AHOJGI-criteria (H);

  • 1.

    geen harddrugs

 

  • 1.

    Sluiting voor 6 maanden

  • 2.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

AHOJGI-criteria (O);

  • 1.

    overlast

 

  • 1.

    Afspraken maken met exploitant om overlast te beëindigen

  • 2.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 3.

    Sluiting voor 1 maand

  • 4.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 5.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

AHOJGI-criteria (J);

  • 1.

    aanwezigheid van / verkoop aan jeugdigen

 

  • 1.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 2.

    Sluiting voor 6 maanden

  • 3.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

AHOJGI-criteria (G);

  • 1.

    verkoop meer dan 5 gram op eenzelfde dag aan dezelfde koper

 

  • 1.

    Waarschuwing

  • 2.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 3.

    Sluiting voor 6 maanden

  • 4.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

AHOJGI-criteria (I);

  • 1.

    geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland

 

Geen bestuursrechtelijke handhaving

Aanwijzing Opiumwet 2012A021. In beginsel geen strafrechtelijke handhaving.

Opiumwet

Grotere handelsvoorraad

  • 1.

    Handelsvoorraad tussen 500 en 600 gram

 

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Sluiting voor 1 maand

  • 3.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 4.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

Grotere handelsvoorraad

  • 1.

    Handelsvoorraad boven 600 gram

 

  • 1.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 2.

    Sluiting voor 6 maanden

  • 3.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet

Overige eisen;

  • 1.

    overtreding overige vergunningvoorschriften

  • 2.

    overtreding overige voorwaarden gedoogverklaring

  • 3.

    geen leidinggevende aanwezig

  • 4.

    openings- en sluitingstijden

  • 5.

    verkoop/aanwezigheid alcoholhoudende drank

 

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,-.

  • 3.

    Sluiting voor 1 maand

  • 4.

    Sluiting voor 3 maanden

  • 5.

    Intrekken exploitatievergunning en gedoogverklaring

 

Aanwijzing Opiumwet 2012A021

Opiumwet, APV

  • 1.

    Bij affichering (A) geldt dat coffeeshops geen reclame mogen maken anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit, waarvan de afmetingen het formaat 1 meter x 0,50 meter niet mag overschrijden. Daarbij mag er achter de ramen niet nog eens een aanduiding zijn of reclame worden gemaakt door middel van posters. Tevens mag een prijslijst niet als poster achter het raam worden gehangen. Reclame door middel van elk medium is verboden. Hieronder vallen o.a. kranten, televisie, radio, internet, flyers, freecards, relatiegeschenken, posters, shirtreclame of andere objecten, waarop reclame kan worden gemaakt. Ook zogenaamd voorlichtingsmateriaal dat er op gericht is de verkoop levering of verstrekking van softdrugs te bevorderen en dat op enigerlei wijze gelieerd kan worden aan een coffeeshop valt hieronder. Het betreft dan het kenbaar maken van de verkoop van softdrugs of de prijzen hiervan in combinatie met het adres van het verkooppunt. Daarnaast zijn ook kortingsacties of andere acties die de verkoop van softdrugs moeten stimuleren verboden.

  • 2.

    Bij harddrugs (H) geldt dat er geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden.

  • 3.

    Bij overlast (O) kan het bijvoorbeeld gaan om parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidhinder, vervuiling en/of overlast door voor- en nabij de coffeeshop rondhangende klanten. Bij overlast zal eerst worden geprobeerd om via afspraken met de exploitant de overlast te beëindigen. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat de exploitant een portier aanstelt en/of dat de openings- of sluitingstijden van de coffeeshop worden beperkt in die zin dat de coffeeshop op de uren dat de overlast zich voordoet niet open is.

  • 4.

    Geen aanwezigheid van / verkoop aan jeugdigen (J) : geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop. Bij jeugdigen (ook wel minderjarigen genoemd) gaat het om personen jonger dan 18 jaar. De coffeeshophouder dient vast te stellen dat degene die hij de toegang verleent tot de coffeeshop en degene aan wie hij verkoopt, meerderjarig is. Het tonen van een geldig identiteitsbewijs is een instrument waarmee de coffeeshophouder dat kan vaststellen. Een (eerste) sluitingstermijn van 3 maanden wordt in het algemeen redelijkerwijs noodzakelijk geacht om overtredingen met jeugdigen te beëindigen en te voorkomen. Daarbij speelt een rol dat de loop naar de coffeeshop wordt beëindigd alsmede de bekendheid daarvan als inrichting waar minderjarigen terecht kunnen. Bij recidive wordt een langere sluitingstermijn noodzakelijk geacht.

  • 5.

    Geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie (G): dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram). Onder ‘transactie’ wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.

  • 6.

    Het I-criterium (Ingezeten) geldt sinds 1 januari 2013 in heel Nederland. Praktisch betekent het dat de toegang tot de coffeeshop alleen is voorbehouden aan ingezetenen van Nederland en dat de verkoop ook alleen maar mag plaatsvinden aan ingezetenen van Nederland. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft in zijn brief van 19 november 2012 aan de Tweede Kamer aangegeven dat er ruimte is voor lokaal maatwerk[1]. Leeuwarden heeft geen grote toestroom van toeristen die alleen voor een bezoek aan de coffeeshop komen. Bovendien is er ook geen overlast bekend rond het toelaten van niet-ingezetenen. Daarom is overeenkomstig een motie van 29 mei 2013 van de gemeenteraad bij overtreding van het I-criterium aanvankelijk alleen een waarschuwing gestuurd. Daarbij is ook afgesproken dat deze wijze van handhaving in de zomer van 2014 geëvalueerd zou worden. Uit de evaluatie is gebleken dat er sinds 1 januari 2013 slechts enkele overtredingen van het I-criterium zijn geconstateerd. Er zijn ook geen signalen van coffeeshopbezoek door niet-ingezetenen en/of daarmee gepaard gaande problematiek. Naar aanleiding van de evaluatie heeft de gemeenteraad op 24 november 2014 een nieuwe motie aangenomen. Daarin is verzocht om het I-criterium niet meer bestuursrechtelijk te handhaven. Hieraan is in de praktijk direct gevolg gegeven. Het OM zal in beginsel geen prioriteit geven aan strafrechtelijke handhaving van het I-criterium. De strafrechtelijke handhaving is een eigenstandige bevoegdheid van het OM. Indien een coffeeshop aan niet-ingezetenen verkoopt en de problematiek in of rondom de shop daartoe aanleiding geeft, dan kan het OM altijd de afweging maken om in afstemming met de partners in de driehoek eigenstandig op te treden.

  • 7.

    Het lokale driehoeksoverleg stelt de maximale handelsvoorraad van gedoogde coffeeshops vast. De voorraad mag in elk geval niet de 500 gram te boven gaan.

I. SPEELAUTOMATEN IN HORECAGELEGENHEDEN

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

Aanwezig hebben van kansspelautomaten zonder vergunning

  • 1.

    Schriftelijke waarschuwing

  • 2.

    Last onder bestuursdwang

 

Na 2e keer vervolgen op grond van de APV

Art. 30b Wet op de Kansspelen

Verstrekken onjuiste of onvolledige bij aanvraag aanwezigheidsvergunning

Intrekken aanwezigheidsvergunning

Art. 30f, lid 1, onder a WOK

Niet (meer) voldoen aan de eisen van zedelijk gedrag van de vergunningaanvrager, bedrijfsleiders en beheerder van de inrichting

Intrekken aanwezigheidsvergunning

Art. 30f lid 1 onder c WOK

Minderjarige (onder 18 jaar) kansspelautomaat laten bespelen

  • 1.

    Waarschuwing

  • 2.

    Intrekken aanwezigheidsvergunning

 

Art. 30g WOK

J. SPEELAUTOMATEN IN EEN SPEELAUTOMATENHAL

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

- Toegang verlenen minderjarigen (onder 18 jaar)

- Vergunningvoorschriften

1. Schriftelijke waarschuwing

2. Sluiting voor 1 maand

3. Sluiting voor 3 maanden

Art. 2:39h APV

  • 1.

    Bij verstoring van de openbare orde gelden dezelfde categorieën als bij onderdeel F (verstoring openbare orde en veiligheid).

  • 2.

    Bij aantreffen soft- en of harddrugs geldt hetgeen bij onderdeel G (artikel 13b Opiumwet) is vermeld.

Verstoring openbare orde

Bij verstoring van de openbare orde geldt hetgeen is bepaald bij onderdeel F (verstoring openbare orde en veiligheid)

Aantreffen soft- en of harddrugs

Bij aantreffen soft- en of harddrugs geldt hetgeen bij onderdeel G (artikel 13b Opiumwet) is vermeld.

[1] Brief Minister V&J van 19 november 2012, kenmerk 321025.

 

K. PROSTITUTIE: EXPLOITATIE ZONDER VERGUNNING

 

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

Exploitatie zonder vergunning in een inrichting

1. Bestuurlijke waarschuwing en exploitant dient het bedrijf onmiddellijk te sluiten (tot vergunning is verleend)

2. Sluiting voor onbepaalde tijd

Art. 3:4, lid 1 APV

Exploitatie zonder vergunning in een woning / lokaal (adressant sekswerker)

  • 1. Schriftelijke waarschuwing

    2. Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,-

Art. 3:4, lid 1 APV

Faciliteren exploitatie zonder vergunning in een woning / lokaal (zie toelichting hieronder) door de pandeigenaar en / of zakelijk gebruiker van het pand die er woont

Betreft de pandeigenaar en / of zakelijk gebruiker van het pand. Betrokkene exploiteert een niet vergunde seksinrichting in een woning of lokaal. Betrokkene faciliteert dit door zijn pand (deels) (onder) te verhuren. Betrokkene woont en verblijft op dit adres. Indien één van de volgende elementen wordt aangetroffen, dan wordt er een last onder dwangsom opgelegd:

a) er wordt voor de activiteiten geadverteerd;

b) prostituee(s) is/zijn volgens de registratie van het bevolkingsregister niet woonachtig op het adres waar de diensten worden aangeboden;

c) het pand van waaruit de diensten worden aangeboden is (deels) ingericht voor de werkzaamheden;

d) de activiteiten geven overlast aan omwonenden.

1. Last onder dwangsom van € 5.000,- per keer met een maximum van € 15.000,-

2. Sluiting voor 3 maanden

Art. 3:4, lid 1 APV

Faciliteren exploitatie prostitutie zonder vergunning in een woning / lokaal (zie toelichting hieronder) door de pandeigenaar en / of zakelijk gebruiker van het pand die er niet woont

Betreft de pandeigenaar en / of zakelijk gebruiker van het pand. Betrokkene exploiteert een niet vergunde seksinrichting in een woning of lokaal. Betrokkene faciliteert dit door het pand (onder) te verhuren. Betrokkene woont niet op dit adres, ondanks dat betrokkene geregistreerd staat als bewoner van het adres.

Indien de volgende elementen a tot en met d wordt aangetroffen, en er staat geen minderjarige op het adres als bewoner geregistreerd volgens het bevolkingssysteem, dan volgt er een spoedsluiting.

a) de pandeigenaar en / of zakelijk gebruiker van het pand bewoont het pand niet, maar verblijft elders;

b) er wordt voor de activiteiten geadverteerd;

c) prostituee(s) is/zijn volgens de registratie van het bevolkingsregister niet woonachtig op het adres waar de diensten worden aangeboden;

d) het pand van waaruit de diensten worden aangeboden is (deels) ingericht voor de werkzaamheden;

e) de activiteiten geven overlast aan omwonenden.

In andere gevallen:

1. Last onder dwangsom van € 5.000,- per keer met een

maximum van € 15.000,-

2. Sluiting voor 3 maanden

Art. 3:4, lid 1 APV

Verzwarende omstandigheden sluiting bij een exploitatie prostitutie zonder vergunning in een woning of lokaal (zie toelichting hieronder)

Sekswerker is jonger dan 18 jaar – sluiting + 6 maanden

Aanwijzingen uitbuiting of andere georganiseerde criminaliteit – sluiting + 6 maanden

Per geval wordt, in lijn met de ernst van de situatie, bepaald welke maatregel vereist is. Een spoedsluiting blijft van kracht totdat de burgemeester een definitief besluit ten aanzien van de sluiting van het pand neemt.

Art. 3:4, lid 1 APV

Gemeente geeft de informatie door aan de Sociale Dienst en de verhuurder van het pand.

L.  PROSTITUTIE: EXPLOITATIE IN STRIJD MET DE VERGUNNING

Overtredingen

Bestuurlijke maatregelen

Openbaar Ministerie

Wettelijke grondslag

Handelen in strijd met gedragseisen, zoals aangegeven in artikel 3:5 van de APV, bijvoorbeeld:

  • 1.

    niet onder curatele

  • 2.

    niet in enig opzicht van slecht levensgedrag

  • 3.

    niet 21 jaar of ouder

  • 4.

    bepaalde vrijheidsstraffen

  • 5.

    bepaalde overtredingen uit de Drank- en

  • 6.

    Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen

 

Indien het de enige exploitant is:

- exploitatievergunning intrekken

Indien er meerdere exploitanten zijn:

- exploitatievergunning intrekken

Indien het een beheerder betreft:

- schrappen van de desbetreffende beheerder van de vergunning

Art. 3:5 jo 3:13a APV

Aanwezigheid prostituee(s) in strijd met de Vreemdelingenwet

1. Sluiting voor 6 maanden

2. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning

Gemeente geeft informatie door aan de Inspectie SZW en Belastingdienst

Artikel 3:8, lid 2, onder b jo art. 3:7, lid 1 onder b. APV of art. 3:13a APV

Aanwezigheid prostituee(s) jonger dan 21 jaar

  • 1. Sluiting voor 1 maand

    2. Sluiting voor 3 maanden

    3. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning

Art. 3:8, lid 2, onder a. en c. jo art. 3:7, lid 1, onder b. APV of art. 3:13a APV

Aanwezigheid prostituee(s) jonger dan 18 jaar

1. Sluiting voor 6 maanden

2. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning

Art. 3:8, lid 2, onder a. en c. jo art. 3:7, lid 1 onder b. APV of art. 3:13a APV

Plegen of gedogen van mensenhandel

1. Sluiting voor 6 maanden

2. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning.

Art. 3:8, lid 2, onder a. en c. jo art. 3:7, lid 1 onder b. APV of art. 3:13a APV

Overtreding van de bij of krachtens de APV geldende regels, zoals:

- Niet aanwezig zijn van de exploitant of beheerder

- Overtreding sluitingstijden

- Aanwezigheid prostituees buiten de openingstijden van de inrichting

- Administratie van de afgelopen 3 maanden niet aanwezig in de inrichting

- Bedrijfsplan (compleet) niet aanwezig in de inrichting

- Niet voldoen aan de voorschriften exploitatievergunning

- Prostituee is niet in het bezit van een BSN-nummer

- Prostituee staat niet geregistreerd of is niet in het bezit van een geldig registratienummer in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

1. Schriftelijke waarschuwing

2. Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 3.000,-

3. Sluiting voor 1 maand

4. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning

Art. 3:6 APV, art. 3:8 APV, art. 3:8a APV jo art. 3:7, lid 1 onder b. APV of art. 3:13a APV

Het niet tijdig indienen van het hygiënerapport.

Het niet voldoen aan de voorschriften blijkend uit het jaarlijks in te leveren hygiënerapport.

1. Schriftelijke waarschuwing

2. Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 3.000,-

3. Sluiting voor 1 maand

4. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning.

Art. 3:3, art. 3:7, lid 1 onder b. APV of art. 3:13a APV

Wijziging van de inrichting zonder voorafgaande toestemming (bijvoorbeeld meer werkplekken of nieuwe beheerder) zodat het niet meer voldoet aan de eisen zoals beschreven in de exploitatievergunning.

1. Schriftelijke waarschuwing

2. Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 3.000,-

3. Sluiting voor 1 maand

4. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning

Art. 3:4. Art. 3:15 jo art. 3:7, lid 1 onder b. APV of art. 3:13a APV

Schijnbeheer

1. intrekken exploitatievergunning

Art. 3:4 APV jo art. 3:7 lid 1 onder b. of art. 3:13a APV

Het niet toelaten van preventiemedewerkers of hulpverleners

1. Schriftelijke waarschuwing

2. Last onder dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 3.000,-

3. Sluiting voor 1 maand

4. Sluiting voor onbepaalde tijd van de inrichting en intrekken exploitatievergunning.

Art. 3:3, jo 3:7 lid 1 onder b. of 3:13a APV

Toezicht en Handhaving

Het toezicht en de handhaving op de vergunde prostitutiesector wordt uitgevoerd door de gemeente. Het toezicht en de handhaving op de niet-vergunde prostitutiesector wordt uitgevoerd door politie en de gemeente. De gemeentelijk toezichthouders verrichten het bestuurlijk toezicht; de controle op naleving van de vergunningsvoorwaarden. De politie richt zich op handhaving van de openbare orde en opsporingstaken. Er vindt structureel overleg plaats en er wordt informatie gedeeld.

Intrekking exploitatievergunning op grond van bijzondere omstandigheden

Indien het bestuursorgaan op grond van bijzondere omstandigheden, zoals verwijtbaar handelen door de exploitant, iedere vertrouwen op een goede exploitatie heeft verloren, kan het ook na het eerste incident overgaan tot een (tijdelijke) intrekking van de exploitatievergunning.

Schijnbeheer

Er is sprake van schijnbeheer als degene die zich voordoet als exploitant of beheerder van de seksinrichting niet de feitelijke exploitant of beheerder is. Bijvoorbeeld in het geval van de situatie waarbij een persoon niet als exploitant of beheerder op de vergunning staat vermeld, maar wel in deze functie optreedt omdat men zelf bijvoorbeeld vanwege antecedenten niet in aanmerking komt voor een exploitatievergunning.

In dit geval wordt niet voldaan aan de vergunningsvoorwaarden en/of is de exploitatievergunning ten gevolge van onjuiste gegevens verleend in welk geval de burgemeester de vergunning zal intrekken.

Bibob toetsen exploitatievergunning

Het bevoegd gezag gaat bij een toegepaste tijdelijke sluiting onderzoeken of de weigerings- of intrekkingsgronden uit artikel 3 van de Wet BIBOB van toepassing zijn.

Toelichting intrekkingsduur van de exploitatievergunning

De termijnen van tijdelijke sluiting zijn 1, 3 of 6 maanden. Per overtreding zal aan de hand van de informatie uit het dossier een besluit worden genomen over de termijn van sluiting. Bij de besluitvorming hierover spelen ernst van de situatie en herhaling van de overtreding een rol.

Bedrijfsplan

Het bedrijfsplan bevat het bedrijfsbeleid op de bescherming van de positie van prostituees en op de zorg voor de werkomstandigheden. In het plan staat beschreven hoe het toezicht in het prostitutiebedrijf is geregeld, de maatregelen die de exploitant en beheerder nemen om de zelfredzaamheid van de prostituees te waarborgen en welke arbeids- en verhuurvoorwaarden in een prostitutiebedrijf worden gehanteerd.

Bedrijfsadministratie

De exploitant van de seksinrichting is verplicht de actuele bedrijfsadministratie bij te houden. In de administratie zijn in ieder geval gegevens opnemen van de in het bedrijf werkzame prostituees en de verhuuradministratie. De bedrijfsadministratie moet van de afgelopen drie maanden in het bedrijf beschikbaar moet zijn voor toezichthouders en opsporingsambtenaren.

Verbod op aanwezigheid buiten openingstijden van de seksinrichting

Prostituees mogen zich buiten de openingstijden niet in de seksinrichting begeven.

Leeftijdsgrens

De leeftijdsgrens om als prostituee te werken is 21 jaar. Het is voor personen onder de 21 jaar verboden om in de gemeente Leeuwarden in de prostitutie te werken.

Woning/lokaal

Een woning hoeft zich niet per sé in een woonhuis te bevinden. In Nederland zijn we ook bekend met andersoortige woningen (een woning, mits als zodanig in gebruik, in de zin van artikel 12 Grondwet) zoals woonboten en woonwagens. Delen van een schip kunnen zijn ingericht om te bewonen, net zoals een tent, een caravan, een keet of een barak, Ook een kamer van een kamerbewoner en onder omstandigheden een vakantiehuis en hotelkamer, kunnen worden aangemerkt als woning. Het dient dus in ieder geval te gaan om een van de buitenwereld afgesloten plaats waar het privéleven van iemand plaats vindt of placht plaats te vinden. De rechtmatigheid van het bewonen speelt daarbij geen rol. Een kraakpand kan dus onder artikel 12 Grondwet worden aan gemerkt als woning.

Onder lokaal wordt verstaan: een voor het publiek toegankelijk pand met bijbehorende erven zoals een winkel of horecabedrijf, of een niet voor publiek toegankelijk pand met bijbehorend erf, zoals een loods, kantoor, magazijn, bedrijfsruimte, garagebox, opslagbox enzovoorts.

Sluiting

De burgemeester kan tot sluiting van een pand overgaan zonder voorafgaande last zoals is bedoeld in artikel 5:30, lid 1 Algemene wet bestuursrecht.

Verzwarende omstandigheden sluiting

In het geval van verzwarende omstandigheden, kan gekozen worden voor het opleggen van een zwaardere maatregel. De volgende factoren spelen daarbij een rol:

De mate waarin het pand betrokken is bij uitbuiting

Signalen die daarop kunnen duiden zijn de constatering van minderjarigheid van de sekswerker, illegaliteit, de aard van de aangeboden dienst (alles bespreekbaar, geen voorbehoedsmiddelen, lage tarieven) of andere zaken waardoor de sekswerkers in een kwetsbare situatie verkeren. Regelmatig zijn tussenpersonen actief die sekswerkers aan een woning helpen en de telefoon van de sekswerkers opnemen om vervolgens de klanten naar een bepaald adres te laten komen. De enkele aanwezigheid van een tussenpersoon hoeft nog niet tot de conclusie te leiden dat er sprake is van mensenhandel, maar is wel een belangrijke aanwijzing daarvoor. (Tussen)personen die betrokken zijn bij de exploitatie van onvergunde seksinrichtingen zijn vaak ook op andere terreinen crimineel actief.

De mate waarin het pand betrokken is bij andere georganiseerde criminaliteit

De aanwezigheid van drugs, wapens, valse identiteitsbewijzen of grote sommen cashgeld zijn signalen die kunnen duiden op criminele activiteiten. Ook de mate van professionaliteit van de aangeboden dienst kan een signaal zijn. Om de mate van professionaliteit vast te kunnen stellen, kan gekeken worden naar de inrichting van het pand, de wijze van adverteren en de communicatie met de klanten.

Het woon- en leefklimaat in de omgeving

Hierbij kan gedacht worden aan de buurt waar het pand zich bevindt en de overlast die wordt ervaren door de aanwezigheid van de seksinrichting. De aanwezigheid van een seksinrichting in woonwijken geeft omwonenden een onprettig en onveilig gevoel vanwege de toeloop van klanten op het adres.

Per geval wordt, in lijn met de ernst van bovengenoemde situaties, bepaald of sprake is van een dermate bijzondere situatie waarbij (onmiddellijk) optreden vereist is.

Afzien van verdere verzwarende omstandigheden sluiting

Heeft de pandeigenaar vervolgens eigen maatregelen getroffen om de negatieve effecten te herstellen, dan kan worden afgezien van het opleggen van een verlenging van de bestuursdwang.

M. PROSTITUTIE: EXPLOITATIE IN STRIJD MET ARTIKEL 273f WETBOEK VAN STRAFRECHT

Strafrechtelijke handhaving heeft hoge prioriteit bij het OM. Overtreding van dit artikel (mensenhandel, prostitutie door minderjarigen) wordt in opdracht van het OM nauwgezet opgespoord en vervolgd. De gemeente wordt hierover geïnformeerd zodat tijdig bestuurlijke maatregelen genomen kunnen worden. Bij het nemen van deze bestuurlijke maatregelen (veel tijdelijke sluiting) hoeft de uitkomst van de strafrechtelijke procedure niet te worden afgewacht.

N. PROSTITUTIE: ERNSTIG GEVAAR VOOR DE VERSPREIDING INFECTIEZIEKTEN

De burgemeester heeft op grond van artikel 47 van de Wet op de Publieke Gezondheidszorg maatregelen nemen om het gevaar van verspreiding van infectieziekten te voorkomen. In het geval van een besmetting kan de burgemeester voorschriften van technisch-hygiënische aard geven en/of besluiten tot ontsmetting. De burgemeester kan in het geval van een besmetting waarbij ernstig gevaar dreigt voor de volksgezondheid besluiten tot sluiting van de inrichting.

 

Bijlage 1 Grafisch overzicht handhaving prostitutie in woning of lokaal zonder vergunning