Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp van de gemeente Amsterdam houdende regels over mandaten aan het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur van het stadsgebied (Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp van de gemeente Amsterdam houdende regels over mandaten aan het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur van het stadsgebied (Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam)
CiteertitelAlgemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-202224-03-2022nieuwe regeling

11-04-2022

gmb-2022-327417

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp van de gemeente Amsterdam houdende regels over mandaten aan het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur van het stadsgebied (Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam)

De bestuurscommissie van stadsgebied Weesp van Amsterdam,

 

gelet op artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 53 van de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 en artikelen 10:3, eerste lid, en 10:9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam

Artikel 1 Mandaatverlening

  • 1.

    De bestuurscommissie verleent mandaat, volmacht en machtiging tot het uitoefenen van haar bevoegdheden aan het dagelijks bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur, zoals weergegeven in het mandatenhedenregister in de bijlage bij dit besluit.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur en de voorzitter oefenen de mandaten uit onder voorwaarde van de in de bijlage genoemde bepalingen en beperkingen.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 24 maart 2022.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Algemeen mandaatbesluit bestuurscommissie stadsgebied Weesp van Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 april 2022.

De voorzitter van de bestuurscommissie

K.F. Hilders-van de Wetering

De bestuurssecretaris

D.P. Struijk

Bijlage: Mandatenregister stadsgebied Weesp

 

Inhoudsopgave

 

Algemene bepalingen en beperkingen

  • 0.

    Algemene bevoegdheden

  • 1.

    Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

  • 2.

    Openbare ruimte, groen en parken

  • 3.

    Afval en grondstoffen

  • 4.

    Monumenten en archeologie

  • 5.

    Wonen

  • 6.

    Economie

  • 7.

    Milieu (VTH)

  • 8.

    Wegen

  • 9.

    Betaald parkeren en parkeergarages

  • 10.

    Gemeentelijk vastgoed

  • 11.

    Waterbeheer

  • 12.

    Sociale Basis

  • 13.

    Samenwerking zorg, werk & inkomen en onderwijs

  • 14.

    Diversiteit

  • 15.

    Kunst en cultuur

  • 16.

    Sport

  • 17.

    Beheer en exploitatie begraafplaatsen en crematoria

  • 18.

    Burgerparticipatie, inspraak en initiatief

  • 19.

    Subsidieverlening

  • 20.

    Veiligheid en leefbaarheid

  • 21.

    Verkieziengen

  • 22.

    Basis- en kernregistraties

  • 23.

    Overige gemandateerde bevoegdheden

Algemene bepalingen en beperkingen

  • 1.

    Voor alle bevoegdheden in dit mandatenregister geldt de beperking dat de gemandateerde hiervan slechts gebruik kan maken voor zover dit plaatsvindt binnen de door de (oorspronkelijk) bevoegde bestuursorganen vastgestelde stedelijke kaders, vastgelegd in verordeningen, reglementen, beleidsregels, beleidsnota’s, beleidsvisies, budgetten etc.

    • a.

      Het dagelijks bestuur kan in aanvulling op een stedelijk kader zelf beleid vaststellen voor zover dat beleid betrekking heeft op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de aan hen opgedragen taken en bevoegdheden. Als in het stedelijk kader uitputtend is vastgelegd hoe het dagelijks bestuur het beleid dient uit te voeren, dan bestaat deze beleidsvrijheid niet.

    • b.

      Ingeval van het opstellen van subsidieregelingen geldt dat het dagelijks bestuur daartoe uitsluitend bevoegd is als die bevoegdheid daartoe expliciet in een stedelijk kader aan het dagelijks bestuur is gegeven (zie onderdeel W.3).

  • 2.

    In aanvulling op de beperking die onder 1. opgenomen is, geldt voor de gemandateerde bevoegdheden het volgende. Bij mandaat blijft het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mandateert voor de bevoegdheid verantwoordelijk. Dit betekent dat het bestuursorgaan dat het mandaat verleent ook altijd de bevoegdheid houdt om deze zelf uit te oefenen. Verder kunnen bij mandaat instructies worden gegeven of voorwaarden worden gesteld. Dit kunnen instructies en voorwaarden zijn die in algemene zin bij het verlenen van het mandaat ten aanzien van de bevoegdheid worden meegegeven, maar ook instructies of voorwaarden in concrete situaties. Deze kunnen bovendien zowel schriftelijk als mondeling worden gegeven. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheid in mandaat uitoefent dient zich ook aan de gestelde instructies en voorwaarden te houden.

  • 3.

    De dagelijks bestuur en de voorzitter betrekken het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij het gebruikmaken van de bevoegdheden indien sprake is van politiek gevoelige onderwerpen. Onder politiek gevoelige onderwerpen wordt in ieder geval verstaan, onderwerpen waarbij:

    • hoge afbreukrisico’s aanwezig zijn;

    • stadsgebiedoverstijgende belangen spelen;

    • uniforme besluitvorming gewenst is;

    • strategische belangen van het stadsbestuur in het geding zijn;

    • expertise nodig is die op stadsgebiedsniveau niet goed is ontwikkeld.

  • 4.

    De behandeling van en de beslissing op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen of op basis van een bevoegdheid die door de bestuurscommissie aan het dagelijks bestuur is gemandateerd, vindt door het dagelijks bestuur plaats overeenkomstig de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester).

  • 5.

    Het dagelijks bestuur betrekt het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij de besluitvorming indien tegen een door het dagelijks bestuur genomen beslissing op een bezwaar beroep of hoger beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter en het bestuursorgaan betrokken was op grond van de overwegingen onder 3. Verder betrekt het dagelijks bestuur het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij de besluitvorming indien zij voornemens is tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te laten stellen. Het beroep en het hoger beroep worden in overeenstemming met de directie Juridische Zaken door het dagelijks bestuur behandeld.

  • 6.

    De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften ingediend tegen besluiten die zijn genomen op grond van een bevoegdheid die door de burgemeester aan de bestuurscomissie en door de bestuurscommissie aan de voorzitter van het dagelijks bestuur is gemandateerd, is in beginsel niet gemandateerd. In de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) wordt nader geregeld in welke situaties welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de beslissing op bezwaar en de beslissing op bezwaar zelf.

  • 7.

    Het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn bevoegd om ten aanzien van de aan hem gemandateerde bevoegdheden ondermandaat te verlenen. Het voorgaande geldt ook als sprake is van volmacht en machtiging.

  • 8.

    Als de wet- en regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust wijzigt, wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de bepalingen uit de gewijzigde wet- en regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het mandatenregister verwerkt.

  • 9.

    Het mandaat voor het uitoefenen van een bevoegdheid omvat tevens alle direct met de gemandateerde bevoegdheid – al dan niet in de Awb opgenomen – samenhangende handelingen en besluiten zoals, maar niet beperkt tot:

    • het verrichten van alle benodigde (feitelijke) voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en voeren van correspondentie;

    • het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;

    • het ondertekenen van de betreffende stukken;

    • het voldoen aan publicatieverplichtingen;

    • het verdagen (verlengen) c.q. opschorten van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving, voor zover niet opgenomen in het mandatenregister;

    • het beslissen op ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Algemene wet bestuursrecht;

    • het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen.

De mandaatverlening omvat in ieder geval de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in dit mandatenregister, verzoeken te weigeren, besluiten in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, verzoeken niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken e.e.a. voor zover niet reeds opgenomen in het mandatenregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt is.

 

Algemene bevoegdheden

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort overdracht

Verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

A.1

besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college

mandaat

DB

  • a.

    geldt niet voor het oprichten of deelneming in een rechtspersoon

  • b.

    financiële dekking moet aanwezig zijn in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost

  • c.

    het aangaan van de rechtshandeling moet voortvloeien uit de aan het dagelijks bestuur expliciet opgedragen taken en bevoegdheden

  • d.

    de rechtshandelingen vinden plaats binnen stedelijke kaders, dit betekent in elk geval in lijn met de nota inkopen en aanbesteden, de aanbestedings-instructies, de nota 10 wegen, het leningen- en garantiebeleid, de nota doelgericht op afstand 2.

  • e.

    het aangaan van een rechtshandeling heeft betrekking op het verhaal van kosten van de grondexploitatie bij een ruimtelijk besluit, als bedoeld in artikel 6.24 Wro.

A.2

verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (waaronder het ondertekenen van overeenkomsten)

art. 171 Gemeente-wet

burge-meester

volmacht

VZ

zie de bijzonderheden bij A.1 betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen voortvloeiend uit de bevoegdheid bij A.1

A.3

beslissen op aansprakelijk-stellingen van derden, voor zover deze betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

A.4

Beslissen op verzoeken in het kader van de algemene verordening nadeelcompensatie

Art. 2 Algemene verordening nadeelcompensatie

college/

burge-meester

mandaat

DB/

VZ

mandaat geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in mandaat door de het dagelijks bestuur is genomen en er niet wordt afgeweken van het advies van de schadecommissie

A.5

Beslissen op verzoeken om schadevergoeding

art. 8:90, tweede lid Awb

college/

burge-meester

mandaat

DB/

VZ

mandaat geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in mandaat door het dagelijks bestuur is genomen

A.6

besluiten om een derde aansprakelijk te stellen, in gebreke te stellen in het kader van een door het dagelijks bestuur ingestelde (rechts-) vordering, voor zover deze vordering, aansprakelijkstelling, ingebrekestelling betrekking heeft op de taken en bevoegd-heden van het dagelijks bestuur

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

A.7

behandelen en afdoen van klachten als bedoeld in titel 9.1 Awb, voor zover die betrekking hebben op een aangelegenheid opgenomen in de takenlijst en het bevoegdheden-register

titel 9.1 Awb

college en burge-meester

machtiging

DB

de machtiging omvat niet de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige klachtbehandeling. De kaders voor zorgvuldige klachtbehandeling worden vastgesteld in een stedelijke regeling

A.8

besluiten om tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen, incl. het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen

art. 8: 104, lid 1 Awb; art. 8:110, lid 1 Awb

college

mandaat

DB

A.9

vertegenwoordigen van het

college en Bm bij procedures bij de bestuursrechter waarbij besluiten aan de orde zijn die op grond van een gemandateerde bevoegdheid zijn genomen

college/ burge-meester

machtiging

DB

A.10

beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden als bedoeld in art. 6 Wet openbaarheid van bestuur voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden

art. 6 Wob

college/ burge-meester

mandaat

DB

A.11

beslissen inzake het uit eigen beweging verstrekken van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden zoals bedoeld in art. 8 Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden

art. 8 Wob

college/ burge-meester

mandaat

DB

A.12

beslissen op bezwaarschriften tegen in ondermandaat van het DB genomen besluiten

art. 7:11 Awb

college/ burge-meester

mandaat/

ondermandaat

DB

A.13

Vervangen door reproducties, en vervreemden van archiefbescheiden en opmaken van een verklaring van vervanging door reproducties, en vervreemding van archiefbescheiden

art. 7, 8, eerste en tweede lid, Archiefwet art. 6, eerste en tweede lid, 7, eerste en tweede lid, 8, Archiefbesluit

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

A.14

overbrengen en vervroegd over-brengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke

archiefbewaarplaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging

art. 12, eerste lid, art. 13, eerste lid, Archiefwet en art. 9, , Archiefbesluit

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

A.15

verzoeken om een machtiging van Gedeputeerde Staten om overbrenging naar de

gemeentelijke archiefbewaarplaats op te schorten

art. 13, derde en vierde lid, Archiefwet

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

A.16

opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden

art. 8, Archiefbesluit

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

A.17

stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden

art. 15,

eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid, Archiefwet en art. 10, Archiefbesluit

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

A.18

overdragen van archiefbescheiden van een organisatie-onderdeel aan

een ander organisatie-onderdeel

art. 4, onder d, van het Besluit informatie-beheer 2010

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur

A.19

bevoegdheden die verband houden met de uitoefening van de rechten van betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III

Artikelen 12 tot en met 23 Algemene Verordening Gegevens-bescherming

College/

BM

Mandaat/machtiging

DB/VZ

A.20

het doen van een mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene

Artikel 34 Algemene Verordening Gegevens-bescherming

college/BM

mandaat/machtiging

DB/VZ

A.21

het doen van een voorafgaande raadpleging bij de Autoriteit Persoonsgegevens worden voldaan

Artikel 36 Algemene Verordening Gegevens-bescherming

college/BM

mandaat/machtiging

DB/VZ

 

1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

Algemene beperkingen:

  • 1.

    Mandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op de kaartbijlage A van bijlage 3 van de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022. Deze kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college. Een uitzondering hierop vormen de taken en bevoegdheden op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot woonboten en bedrijfsvaartuigen waar een ligplaatsvergunning voor is vereist. Als een ligplaatsvergunningen is vereist, is het dagelijks bestuur wel bevoegd.

  • 2.

    Mandaat is beperkt tot die projecten waarvan het dagelijks bestuur opdrachtgever is. Voor alle nieuwe projecten wordt in de initiatieffase bepaald welk bestuur verantwoordelijk is. Richtlijn daarbij is dat de minder complexe en/of minder risicovolle projecten tot de bevoegdheid van het dagelijks bestuur behoren.

  • 3.

    Als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving niet gemandateerd worden, dan zijn de bevoegdheden genoemd in de onderdelen B.12 tot en met B.17 ook niet gemandateerd.

  • 4.

    Mandaat geldt niet als de vergunningverlening betrekking heeft op tunnels.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

B.1

doen van een kennisgeving van het voornemen een bestemmingsplan voor te bereiden

art. 1.3.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

B.2

plegen van vooroverleg

art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

B.3

plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een wijzigingsplan

art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

B.4

plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een uitwerkingsplan

art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

B.5

besluiten tot het stellen van nadere eisen

art. 3.6, lid 1, aanhef en onder d en lid 4 Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

B.6

beslissen tot het toepassen van de coördinatieregeling

art. 3.30, lid 2 en lid 3 en art. 3.31 Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

soort overdracht is afhankelijk van en volgt de bevoegdheid van de te coördineren bevoegdheden

Voor zover een van de te coördineren besluiten een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan betreft, heeft mandaat uitsluitend betrekking op:

  • de beslissing om de coördinatieregeling toe te passen

  • beslissingen en handelingen die samenvallen/samen-lopen met beslissingen in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan, wijzigings- en uitwerkingsplan

B.7

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergoeding voor planschade (incl. sluiten van een overeenkomst)

art. 6.1 (m.u.v. het bepaalde onder lid 2, aanhef en onder a) en 6.4a Wet ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.1 en 6.1.3.2 Besluit ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is, als het schadeveroorzakend besluit door een voormalige deelgemeente genomen is, is het college bevoegd

B.8

verbinden voorschriften exploitatiebijdrage aan omgevings-vergunning en stellen termijn exploitatie-bijdrage

art. 6.17 Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is

B.9

stilleggen bouw bij niet voldoen betalen exploitatiebijdrage

art. 6.21, lid 1, Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is

B.10

invorderen exploitatiebijdrage bij dwangbevel

art. 6.21, lid 2, Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is

B.11

geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning bij niet betalen van exploitatiebijdrage

art. 6.21, lid 3, Wet ruimtelijke ordening

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is

B.12

het opnemen van de in artikel 6.24 Wro genoemde bepalingen in (anterieure en posterieure) overeenkomsten;

het publiceren van de kennisgeving van de overeenkomst;

het ter inzage leggen van een zakelijke beschrijving van de inhoud van de overeenkomst

art. 6.24 Wet ruimtelijke ordening en art. 6.2.12 Besluit ruimtelijke ordening

college en burge-meester

mandaat en machti-ging

DB

B.13

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het bouwen van een bouwwerk (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, over-dracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder a, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

B.14

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheers-verordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voor-schriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2,23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

B.15

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheers-verordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens art. 4.1, lid 3 of art. 4.3, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan art. 3.7, lid 4, tweede volzin, van die wet (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.12, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23. art. 2.24, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

B.16

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op de brand-veiligheid bij algemene maatregel van bestuur aan-gewezen categorieën gevallen (brandveilig gebruik) (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder d, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

B.17

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

B.18

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder h, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

B.19

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.2, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 21 Erfgoedverordening

college

mandaat

DB

B.20

afhandelen van een sloopmelding en stellen en wijzigen van voorschriften.

art. 1.27 t/m 1.30 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

B.21

intrekken van een omgevings-vergunning

art. 2.33, art. 3.23, art. 5.19 Wabo

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.22

beslissen tot het nemen van verhaal op de krachtens art. 4.1 Wabo gestelde financiële zekerheid bij niet-nakoming verplichting (incl. invorderen bij dwangbevel)

art. 4.1, lid 3 Wabo

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.23

beslissen op verzoeken tot toekennen van een naar billijkheid te bepalen vergoeding in de gevallen genoemd in art. 4.2, lid 1 Wabo

art. 4.2 Wabo

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.24

afhandelen gebruiksmelding alsmede stellen en wijzigen nadere voorwaarden

art. 1.20 t/m 1.22 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.25

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder bij bouw- en sloopwerkzaam-heden

Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.26

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing trillings-hinder bij bouw- en sloopwerkzaam-heden

Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.27

beslissen dat het uiterlijk van de bouwwerken genoemd in artikel 12, lid 1, aanhef en onder a en b

in ernstige mate in strijd is in met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria opgenomen in de welstandsnota, bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet

art. 12, lid 1, en 12a, eerste lid, onderdeel b

Woningwet

college

mandaat

DB

B.28

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van in het Bouwbesluit gegeven voorschriften omtrent het slopen of het uitvoeren van bouw- of sloop-werkzaamheden, voor zover dat bij of krachtens Bouwbesluit is toegestaan

art. 6, lid 2, art. 2, lid 2 en 3 Woningwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.29

verlenen van de verklaring (als bedoeld in art. 2.4 Wabo) waarin wordt verklaard dat de omgevings-vergunning voor bouwen wordt verleend als de ontheffing van het Bouwbesluit door de minister wordt verleend

art. 7, lid 2 Woningwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.30

het bij omgevings-vergunning expliciet toestaan een bouwwerk te bouwen, dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften in de Bouwverordening omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem alsmede de bouwverordening kan voorschriften bevatten van stedenbouwkundige aard.

art. 7b, lid 1 en 2 art 8, lid 2 en lid 5 Woningwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend

B.31

vaststellen standplaatsen en ligplaatsen en afbakenen standplaatsen en ligplaatsen

art. 6, lid 2 en lid 3, Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) en art. 7, lid 1, aanhef en onder c, Verordening basisinformatie 2018.

college

mandaat

DB

B.32

aanwijzingen geven voor het aanbrengen van naamborden

art. 8 Verordening basisinformatie 2018

college

mandaat

DB

B.33

aanwijzingen geven voor het aanbrengen van (huis)nummerborden op objecten door rechthebbenden

art. 9 Verordening basisinformatie 2018.

college

mandaat

DB

B.34:

aanbrengen, onderhouden, wijzigen of verwijderen peilmerken aan een bouwwerk of gebouw en het daarmee uitvoeren van metingen voor de Registratie meetbouten

art. 23 Reglement basisinformatie 2018

college

mandaat

DB

 

2. Openbare ruimte, groen en parken

Algemene beperking: mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van het stadsgebied voordoen.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

C.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)

art. 2.2, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1, art. 3.2, art. 3.4 , art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 3, eerste lid Bomenverordening 2014

college

mandaat

DB

  • zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

C.4a

alle overige besluiten ter uitvoering van de Bomenverordening, met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders

Bomenverordening 2014

college

mandaat

DB

C.5

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing om voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst

art. 4.2, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.6

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning om voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten

art. 4.3, lid 1, APV

college

mandaat

DB

C.7

het stellen van nadere regels en het aanwijzen van wegen en weggedeelten als bedoeld in art. 4.5 APV

art. 4.5, lid 2 en lid 3, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.8

  • 1.

    aanwijzen van aanplakobjecten voor het aanbrengen van meningsuitingen die geen reclame zijn;

  • 2.

    stellen van nadere regels voor het gebruik van de aangewezen aanplakobjecten

art. 4.8, lid 1 en lid 4, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.9

  • 1.

    beoordelen van mededelingen inzake de toelaatbaarheid van reclame aan onroerende zaken;

  • 2.

    vaststellen van de vereisten waaraan een mededeling moet voldoen

  • 3.

    stellen van nadere regels over de toelaatbaarheid van reclame aan roerende zaken;

art. 4.10 APV,

art. 4.11 lid 2 sub a APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.10

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg

art. 4.11, lid 3, APV

college

mandaat

DB

C.11

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het verspreiden van voorwerpen voor reclamedoeleinden

art. 4.12, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.12

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor werkzaamheden op of in de weg

art. 4.13, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.13

aangeven van de afmetingen waarbinnen beplantingen op of in de weg moeten worden teruggebracht

art. 4.14, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.14

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van voertuigen van autobedrijven e.d.

art. 4.20, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.15

  • 1.

    aanwijzen van weg of weggedeelten waarop het verboden is voertuigen te koop aan te bieden;

  • 2.

    beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het te koop aanbieden van voertuigen

art. 4.21, lid 2 en 3, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.16

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van reclamevoertuigen

art. 4.23, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.17

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen

art. 4.24, lid 3, APV

college

mandaat

DB

C.18

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van caravans e.d.

art. 4.25, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.19

uitoefenen bevoegdheden inzake het parkeren van fietsen, bromfietsen en gehandicapten-voertuigen

art. 4.27, lid 1 t/m 4 APV

college

mandaat

DB

C.20

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het gebruik van explosieven

art. 5.4, lid 1, APV

college

mandaat

DB

C.21

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor veroorzaken hinder door toestellen, geluidsapparatuur en machines in werking te hebben of andere handelingen te verrichten

art. 5.5, lid 2, APV

college

mandaat

DB

C.22

aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen lichthinder-voorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten en activiteiten binnen een inrichting voor sportactiviteiten niet van toepassing zijn

art. 5.6, lid 3 onder b, APV

burge-meester

mandaat

VZ

mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van

inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo

C.22a

aanwijzen van ten hoogste twee dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor horeca-activiteiten niet van toepassing zijn.

art. 5.6, lid 2 onder c, APV

burge-

meester

mandaat

VZ

C.22b

aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor sport- en recreatie-inrichtingen niet van toepassing zijn.

art. 5.6 lid 2 onder d, APV

burge-meester

mandaat

VZ

mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van

inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo

C.23

  • 1.

    aanwijzen van plaatsen waar met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd mag worden gehouden;

  • 2.

    stellen van regels over het gebruik van de onder punt 1 bedoelde plaatsen

art. 5.8, lid 2, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.24

  • 1.

    aanwijzen van groenvoorzieningen waarin het verboden is zich daarin te bevinden;

  • 2.

    beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor gebruik groen-voorzieningen

art. 5.9, lid lid 2 en lid 5, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.25

aanwijzen van plaatsen waarop de opruimplicht voor uitwerpselen van honden niet van kracht is

art. 5.12, lid 2, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.26

aanwijzen van plaatsen waar het aanlijngebod voor honden niet van kracht is

art. 5.13, lid 2, APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.27

aanwijzen van plaatsen waar het verboden is voor honden

art. 5.14 APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

C.28

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor de verkoop van duivenvoer

art. 5.16, lid 3, APV

college

mandaat

DB

C.29

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte (incl. aanhouden, intrekken en overschrijven)

art. 9, lid 1, art. 12, art. 13, art. 16 en art. 18

Verordening werken in de openbare ruimte

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op de Plus- en hoofdnetten Infrastructuur

C.30

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit voor het uitvoeren van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels

Telecom-municatiewetartikel 1.1 onder kabels

art. 5.4, lid 1 en lid 4

Verordening werken in de openbare ruimte:

artikel 1

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op de Plus- en hoofdnetten Infrastructuur

C.31

  • 1.

    aanwijzen van wegen waarop het verboden is zich op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête;

  • 2.

    beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het aanbieden van diensten op de openbare weg

art. 2.50, lid 3 en lid 4 APV

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

 

3. Afval en grondstoffen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

D.1

stellen van regels over de inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen

art. 3 lid 2

Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 3 lid 2 oud)

college

mandaat

DB

D.2

aanwijzen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld dan wel de aanwijzing daarvan achterwege laten en het vaststellen van een omschrijving van deze afvalstoffen

art. 3 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 3 oud)

college

mandaat

DB

D.3

aanwijzen met behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of met behulp van welke inzamel-voorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt

art. 4 lid 2 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 4 lid 4 oud)

college

mandaat

DB

D.4

aanwijzen van plaatsen voor inzamelvoorzieningen ten behoeve van groepen percelen en stellen van regels ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via deze voorzieningen moeten worden aangeboden

art. 4 lid 3 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 8 lid 4 oud)

college

mandaat

DB

D.5

besluiten dat de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel plaatsvindt

art. 4 lid 4 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 4 lid 2 oud)

college

mandaat

DB

D.6

besluiten dat huishoudelijke afvalstoffen minder vaak dan 1 keer per week worden ingezameld

art. 4 lid 5 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 4 lid 3 oud)

college

mandaat

DB

D. 7

vaststellen van de inzamelfrequentie

art. 5 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

college

mandaat

DB

D.8

stellen van regels omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel en van regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden

art. 10 lid 3 en lid 4 Afvalstoffenverordening (nieuw)

(art. 8 lid 3 en lid 4 oud)

college

mandaat

DB

D.9

aanwijzen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen die zonder inzamelmiddel kunnen worden aangeboden

art. 10 lid 5 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 8 lid 5 oud)

college

mandaat

DB

D.10

vaststellen van de dagen en tijden waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden

art. 11 lid 1 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 9 lid 1 oud)

college

mandaat

DB

D.11

stellen van regels omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars

art. 12 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 10 lid 1 oud)

college

mandaat

DB

D.12

aanwijzen van categorieën bedrijfsafvalstoffen die door de inzameldienst worden ingezameld

art. 13 lid 1 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 13 oud)

college

mandaat

DB

D.13

stellen van regels omtrent het inzamelen en ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

art. 13 lid 5 en art. 13a lid 2 Afvalstoffen-verordening (nieuw)

(art. 14 lid 3 en art. 15 lid 1 oud)

college

mandaat

DB

 

4. Monumenten en archeologie

Algemene beperking: als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het college.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

E.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht

(Rijksmonumenten)

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo

college

mandaat

DB

E.2

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk monument op een dusdanige wijze waardoor het wordt ontsierd of de monumentale waarden in gevaar worden gebracht

art. 2.2, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 10 Erfgoedver-ordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.3

intrekken van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of gemeentelijke monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht

art. 2.33, art. 5,19 Wabo en art.14 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.4

toepassen van de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb ten behoeve van een door de minister te nemen besluit op een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een archeologisch monument dan wel een vergunning voor het herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het archeologisch monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht van een archeologisch monument

Erfgoedwet art. 14a en Monumentenwet 1988

college

mandaat

DB

E.5

aanwijzen, intrekken en wijzigen van een aanwijzing van een gemeentelijk monument

art. 3, lid 1, art. 8, lid 1 en art. 9, lid 1, Erfgoedver-ordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.6

bepalen dat een beschrijving wordt opgesteld van het beoogde aan te wijzen gemeentelijk monument

art. 3, lid 4, Erfgoedver-ordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.7

bepalen dat een gemeentelijk monument gedocumenteerd moet worden

art. 9, lid 5,

Erfgoedver-ordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.8

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van nadeelcompensatie

art. 25 Erf-goedver-ordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.9

registreren van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten op de lijst van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten

art. 17 Erf-goedver-ordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.10

reageren op een voornemen tot aanwijzing van stads- en dorpsgezichten als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht of wijziging van een aanwijzing als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht

art. 16 en 18 Erfgoedver-ordening Amsterdam

Raad

het college vraagt het DB daarbij om advies

E.11

het nemen van een selectiebesluit conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

art. 24, lid 1 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

deze taak wordt door het bevoegd gezag door-gemandateerd aan het afdelingshoofd Monumenten en Archeologie.

De afdeling Monumenten en Archeologie van de directie R&D stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van het team Archeologie van de afdeling Monumenten en Archeologie. De afdeling Monumenten en Archeologie stelt aan de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op

E.12

het vaststellen van een programma van eisen conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

art. 24, lid 3 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

Deze taak wordt door het bevoegd gezag door- gemandateerd aan het afdelingshoofd Monumenten en Archeologie. De afdeling Monumenten en Archeologie van de directie R&D stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van het team Archeologie van de afdeling Monumenten en Archeologie. De afdeling Monumenten en Archeologie stelt aan de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op.

E.13

het vaststellen of een bouwhistorisch onderzoek of rapport voldoet aan de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek

art. 1, lid 1 en artikel 3, lid 4 Erfgoedverordening Amsterdam

college

mandaat

DB

E.14

het handhaven op het niet voldoen aan de in E.1 en E.2 genoemde aanvragen. Waarbij zonder of in afwijking van een vergunning een monument verstoord wordt.

Artikelen genoemd bij E.1 en E.2

art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art 2.2, lid 1 en onder b, art. 10 Erfgoedverordening Amsterdam, artikel 125 Gemeentewet en 5:21. 5:31 Awb

college

mandaat

DB

 

5. Wonen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort overdracht

Verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

F.1

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een onttrekkingsvergunning voor sloop of voor ander gebruik, (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel a, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet en de Awb wordt niet gemandateerd

F.2

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een Bed & Breakfast (incl. voorbereidingshandelingen en intrekken)

Artikel 21, artikel23c, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling III, paragraaf 7 tot en met 9 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

a. de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet en de Awb wordt niet gemandateerd

b. ingevolge de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 is er geen bevoegdheid om deze vergunning over te schrijven of om aanvullende voorwaarden en/of voorschriften te stellen

F.3

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor vakantieverhuur (incl. voorbereidingshandelingen en intrekken)

Artikel 21, artikel 23c, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling III, paragraaf 7 tot en met 9 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

a. de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet en de Awb wordt niet gemandateerd

b. ingevolge de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 is er geen bevoegdheid om deze vergunning over te schrijven of om aanvullende voorwaarden en/of voorschriften te stellen

F.4

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een samenvoegings-vergunning (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel b, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet en de Awb wordt niet gemandateerd

F.5

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omzettingsvergunning (incl. voorbereidingshandelingen, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel c, artikel 25 en artikel 26 van de Huisvestingswet 2014en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

a. de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet en de Awb wordt niet gemandateerd

b. ingevolge de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 is er geen bevoegdheid om ten aanzien van een omzettingsvergunning aanvullende voorwaarden en/of voorschriften te stellen

F.6

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor woningvorming (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 21, eerste lid, onderdeel d, artikel 24 tot en met artikel 26 van de Huisvestings-

wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

de bevoegdheid om te handhaven met bestuurlijke sancties op grond van de Huisvestingswet en Awb wordt niet gemandateerd

F.7

Het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning (incl. voorbereidingshandelingen, het stellen van aanvullende voorwaarden en/of voorschriften, overschrijven op een nieuwe eigenaar en intrekken)

art. 22, artikel 24 tot en met artikel 26 Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 3, afdeling II, paragraaf 4 tot en met 6 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

college

mandaat

DB

 

6. Economie

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort overdracht

Verleend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

G.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing die betrekking heeft op de openingstijden van een winkel c.a.

alle ontheffings-mogelijk

heden genoemd in art. 6 Winkel-tijdenwet, het Vrijstellingen

besluit Winkeltijdenwet en de Verordening Winkeltijden Amsterdam 2017

College

Mandaat

DB

mandaat heeft geen betrekking op het stellen van regels ten aanzien van de verdeling van avondwinkels (art. 5, lid 4 Verordening Winkeltijden Amsterdam 2010) wellicht nadere regels in kader scherper alcoholbeleid en 24-uurseconomie

G.2

uitvoering geven aan de Marktverordening

art. 3.1,

art. 3.3, lid 1

art. 3.6, onder d, e, g, h, i en j

art. 3.7

art. 3.8

art. 3.9

art. 3.10

art. 3.11

art. 3.12

art. 3.13

art. 3.14

art. 3.15

art. 3.16

art. 3.19

art. 3.20

art. 3.22

art. 3.24

art. 3.25

art. 3.26

art. 3.27

art. 3.29

art. 4.1

art. 4.5

art. 6.1

art. 6.2, lid 1

art. 6.2, lid 2, onder f, h, i en j

art. 7.4 (mbt 3.15)

College

Mandaat

DB

De bevoegdheid op grond van artikel 4.5 beperkt zich tot verboden die worden ingesteld om het karakter van een markt op afstand te bepalen en te garanderen.

G3

uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

art. 3.1

art. 3.4

art. 3.7

art. 3.8

art. 3.9

art. 3.11

art. 4.5

art. 6.1, lid 1

art. 6.1, lid 2

art. 6.1, lid 5, onder h.1t/m3 en 5

art. 7.4 (mbt art. 3.7)

College

Mandaat

DB

G4

uitvoering geven aan de Marktverordening

art. 3.3, lid 2

art. 5.1

art. 5.2

art. 5.3

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

G5

uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

art. 5.1

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

G6

instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen

art. 160, lid 1, aanhef en onder h Gemeentewet

college

mandaat

DB

 

7. Milieu (VTH)

Algemene beperking:

als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo, worden de bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning niet gemandateerd.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

H.1

beslissen op aanvragen voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo, voor andere activiteiten die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving

art. 2.1, lid 1, onder i, Wabo, art. 2.2a Bor

college

mandaat

DB

H.2

alle voorbereidingsbesluiten en –handelingen ten behoeve van het vaststellen van hogere geluidwaarden

art. 45 e.v, art. 55, lid 4, art. 110a t/m art. 110c Wet geluidhinder

college

mandaat

DB

mandaat voor het voorbereiden van besluit hogere waarden volgt de bevoegdheidsverdeling van de besluiten waarop voor het besluit hogere waarde ziet

H.4

voorbereiden en opstellen van milieueffecten-beoordelingen en besluit betreffende (aanmeld)notitie vormvrije mer-beoordeling

art. 7.2, lid 1 onder b en 7.16 en 7.17 Wet milieubeheer en Besluit milieu-effecten-rapportage

college

mandaat

DB

bevoegd gezag hangt af van besluit waarvoor de al dan niet vormvrije beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt verricht.

mandaat tot het voorbereiden van de al dan niet vormvrije beoordeling van de milieu-effectenrapportage volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor de beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt opgesteld.

H.5

voorbereiden en opstellen van het milieu-effectenrapportage

art. 7.2, 7.2a, 7.7, 7.16 t/m 7.19, 7.22, 7.24, 7.25, 7.27 Wet milieubeheer en Besluit milieueffec-tenrapportage

college

mandaat

DB

bevoegd gezag: hangt af van besluit waarvoor milieueffectenrapportage wordt opgesteld.

mandaat van de voorbereiding van het milieueffectenrapportage: volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor het milieu-effectenrapportage wordt opgesteld.

mandaat ziet niet op het advies omtrent reikwijdte en detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieu-effecten-rapportage als bedoeld in art. 7.24, lid 2 en 3, art .7.27, lid 2 Wet milieubeheer

H.6

uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer

Activiteiten-besluit milieu-beheer en Activiteiten-regeling milieu-beheer

college

mandaat

DB

mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen

  • waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en

  • waarbij geen sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking

H.7

uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels

Wet milieu-beheer

college

mandaat

DB

voor zover de taken en bevoegdheden betrekking hebben op inrichtingen, heeft het mandaat uitsluitend betrekking op inrichtingen

  • waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en

  • waarbij geen sprake is van vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking

H.8

uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen

college

mandaat

DB

met uitzondering van bevoegdheden en taken die betrekking hebben op

  • het lozen van grondwater bij bodemsaneringen en proefboringen als bedoeld in artikel 3.1;

  • het lozen van grondwater bij ontwateringen als bedoeld in artikel 3.2

 

8. Wegen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

I.1

nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden op het onderliggende wegennet en Plusnet ov bus, Plusnet fiets en overige wegen

art. 15 en art. 18 Wegen-verkeerswet

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet indien sprake is van een door het college aan te wijzen grootstedelijk opgave dan wel een stadsgebiedloverschrijdend belang betreft

I.2

besluiten over ontheffingverlening

art. 87 Reglement Verkeers-regels en Verkeers-tekens 1990

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van het stadsgebied voordoen

I.3

dagelijks beheer en onderhoud

art. 15 Wegenwet

college

mandaat

DB

mandaat is beperkt tot de wegen en werkzaamheden die tot de taken van het dagelijks bestuur behoren (zie de overzichtskaarten opgenomen in bijlage 3 van de verordening)

I.4

ter inzage leggen en mededeling daarvan doen van een afschrift van een uitspraak in beroep waarbij een weg aan het openbaar verkeer wordt onttrokken

art. 12 Wegenwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de weg onderdeel uitmaakt van hoofdnet auto, plusnet /corridor auto, hoofdnet tram en plusnet tram.

I.5

het onderhoud van een binnen de gemeente liggende weg ten laste van de gemeente brengen; het opleggen van de verplichting tot afkoopbare jaarlijkse uitkeringen aan degene, die van het onderhoud of het geven van bijdragen tot het onderhoud bevrijd worden.

Art. 20 Wegenwet

college

mandaat

DB

mandaat geldt niet als de weg onderdeel uitmaakt van het hoofdnet auto, plusnet /corridor auto, hoofdnet tram en plusnet tram.

 

9. Betaald parkeren en parkeergarages

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

J.1

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart alsmede het beperken van de geldigheidsduur, het verstrekken van een duplicaat en het ongeldig verklaren van een dergelijke kaart

art. 49, 51, 52 en 53 BABW en de Regeling gehandi-captenparkeerkaart

college

mandaat

DB

 

10. Gemeentelijk vastgoed

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

K.1

verhuren, ontruimen, kopen en verkopen en het vaststellen van huurprijzen van gemeentelijk vastgoed dat is opgenomen in een door het college goedgekeurd gebiedsplan

art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeente-wet

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

door goedkeuring van het gebiedsplan verkrijgt het dagelijks bestuur het “economisch eigendom” van het betreffende gemeentelijk vastgoed

 

11. Waterbeheer

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

L.1

beschikkingen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010, met uitzondering van beschikkingen op grond van:

  • -

    artikel 2.1.1 en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

  • -

    artikel 2.1.2 en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

  • -

    artikel 2.1.4, eerste lid, aanhef, onder a, en tweede lid, en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

  • -

    artikel 2.1.5;

  • -

    het verlenen van ontheffing of vrijstelling van artikel 2.1.7 op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

  • -

    artikel 2.1.9 en het verlenen van ontheffing hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste lid;

  • -

    artikel 2.1.12;

  • -

    het verlenen van ontheffing of vrijstelling van artikel 2.3.5 op grond van artikel 2.6.1, eerste en vijfde lid;

  • -

    artikel 2.3.6, tweede lid, aanhef, onder b, c en d;

  • -

    artikel 2.4.1, tenzij de exploitatie op een afgesloten water in het stadsgebied plaatsvindt, en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

  • -

    artikel 2.4.2;

  • -

    artikel 2.4.3;

  • -

    artikel 2.4.4;

  • -

    artikel 2.4.5;

  • -

    artikel 2.4.6;

  • -

    artikel 2.4.7;

  • -

    artikel 2.5.1 en het verlenen van ontheffing of vrijstelling hiervan op grond van artikel 2.6.1, eerste en tweede lid;

  • -

    hoofdstuk 3, met uitzondering van artikel 3.2.4.

Verordening op het binnenwater 2010

college

mandaat

DB

de bevoegdheid besluiten van algemene strekking te nemen (o.a. nadere regels) is niet gemandateerd.

L.2

intrekken of wijzigen van verleende ontheffingen of vergunningen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010 (binnen de beperkingen van onderdeel L.1)

art. 1.2.8 Verordening op het binnenwater 2010

college

mandaat

DB

 

12. Sociale Basis

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

M.1

zorgdragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning op het gebied van wijkgericht welzijnswerk (opbouwwerk), activering en participatie, ondersteuning bewonersinitiatieven, bestrijden armoede en ocialive en signalering rond de aandachtsgebieden gezondheid, ocial isolement/eenzaamheid en armoede

Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en ASA

college

mandaat

DB

Zie W2 voor ASA

M.2

waarborgen van de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke zorg op de onder M.1 genoemde gebieden, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht

Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en ASA

college

mandaat

DB

Zie W2 voor ASA

 

13. Samenwerking zorg, werk & inkomen en onderwijs

Geen bevoegdheden.

 

14. Diversiteit

Geen bevoegdheden.

 

15. Kunst en cultuur

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

S.1

uitvoeren van het beleid in het kader van het Kunstenplan 2021 – 2024

ASA

college

mandaat

DB

mandaat geldt tot 1 januari 2025 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen

 

16. Sport

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

T.1

besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen

college

mandaat

DB

zie onderdeel 0. Algemeen. Vanaf 1 januari 2015 geldt het mandaat niet voor de inkoop die aan sport-accommodaties verbonden is alsmede het bepalen van de tarieven voor de verhuur. Vanaf 1 juli 2015 geldt het mandaat niet voor de verhuur van sport-accommodaties

 

17. Beheer en exploitatie begraafplaatsen en crematoria

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

U.1

nemen maatregelen ten behoeve van de identificatie en opsporing, voordat een graf van een onbekende wordt geruimd

art. 31, lid 5 Wet op de lijkbezorging

burge-meester

mandaat

VZ

U.2

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om ontleding van een stoffelijk overschot

art. 68 Wet op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

U.3

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik nemen van een bewaarplaats voor urnen buiten een crematorium of begraafplaats

art. 64 Wet op de lijkbezorging

college

mandaat

DB

U.4

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het bestemmen van een terrein om permanent as te verstrooien

art. 66b Wet op de lijkbezorging

College

mandaat

DB

U.5

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om verkorting of verlenging van de termijn voor lijkbezorging

art. 17 Wet op de lijkbezorging

burge-meester

mandaat

VZ

U.6

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om opgraving van een lijk

art. 29 Wet op de lijkbezorging

burge-meester

mandaat

VZ

U.7

in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om een laissez-passer

art. 11 Besluit op de lijkbezorging

burge-meester

mandaat

VZ

U.8

uitvoeren van de beheers-verordening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam

Beheers-verordening gemeentelijke begraaf-plaatsen en crematoria Amsterdam

college

mandaat

DB

U.9

Uitvoering van artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging (eenzame uitvaarten)

Art.21, lid 1 Wet op de lijkbezorging

burgemeester

mandaat

VZ

Begraafplaatsen en crematoria vallen onder de Nieuwe Ooster

 

18. Burgerparticipatie, inspraak en initiatief

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

V.1

uitvoeren van de Algemene Inspraakverordening bij het verlenen van inspraak van beleidsvoornemens van het DB

Algemene inspraak-verordening

college en burge-meester

mandaat

DB

 

19. Subsidieverlening

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

W.1

uitvoeren ASA en titel 4.2 Awb binnen taken, bevoegdheden en budgetten bestuurs-commissies

ASA en titel 4.2 Awb

college

mandaat

DB

W.2

uitvoeren van subsidieregelingen

diverse subsidieregelingen.

college

mandaat

DB

mandaat geldt alleen als uit beleidskaders blijkt dat het dagelijks bestuur een uitvoerende rol heeft bij de betreffende subsidieregeling

W.3

vaststellen subsidieregelingen

Art. 3, 2e lid ASA

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

delegatie geldt alleen als uit beleidskaders blijkt dat het dagelijks bestuur de bevoegdheid heeft nadere regels vast te stellen en uit te voeren

 

20. Veiligheid en leefbaarheid

Voor alle taken en bevoegdheden die op grond van de takenlijst en dit register zijn gemandateerd geldt dat de bevoegdheid om toezicht te houden of te handhaven onderdeel van het mandaat is tenzij anders is bepaald.

Mandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij de kaartbijlage A van bijlage 3 van de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022. Deze kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college.

Verder geldt in het algemeen de beperking voor de bevoegdheden in dit hoofdstuk dat vergunningverlening, toezicht en handhaving alleen geldt in relatie tot de overige (gedelegeerde en) gemandateerde bevoegdheden met de daarbij vastgelegde beperkingen en met dien verstande dat de handhavingscapaciteit van het dagelijks bestuur en de organisatieonderdelen flexibel ten behoeve van stedelijke handhavingsprioriteiten zal worden ingezet conform de bestuurlijk afspraken.

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

X.1

geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de uitvoering van de toezichttaken die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd (andere doeleinden dan strafvordering)

art. 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnentreden

burge-meester

mandaat

VZ

ondermandaat is niet toegestaan

X.2

geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de toepassing van bestuursdwang ten aanzien van de taken en bevoegdheden die aan de bestuurs-commissies zijn gemandateerd of gedelegeerd (andere doeleinden dan strafvordering)

art. 5:27, lid 2 Algemene wet bestuursrecht en art 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnentreden

college

(voor delegatie bevoegdheid) en burgemeester

mandaat

DB en VZ

de bevoegdheid wordt gedelegeerd voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gedelegeerd. De bevoegdheid wordt gemandateerd voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd. Voor de bevoegdheid kan, zowel bij de gedelegeerde als de ge mandateerde bevoegdheden alleen ondermandaat worden verleend aan de voorzitter

X.3

opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd

art. 125, lid 1 en lid 2, Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb,

titel 4.4 Awb

college

(voor delegatie bevoegdheid)

machti-

ging

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.4

opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd

art. 125, lid 1 en lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb

college

mandaat en machti-

ging

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.5

opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd

art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb,

titel 4.4 Awb

college

(voor delegatie bevoegdheid)

mandaat

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.6

opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd

art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb,

titel 4.4 Awb

college

mandaat en machti-

ging

DB

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.7

opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd

art. 125, lid 3 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb,

titel 4.4 Awb

burge-meester

mandaat en machti-

ging

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.8

opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd

art. 125, lid 3 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb,

titel 4.4 Awb

burge-meester

mandaat en machti-

ging

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.9

handhaven van redelijke eisen van welstand in het kader van de excessen-regeling als bedoeld in 3.4 van de welstandsnota bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet

art. 12, lid 1 Woningwet

college

mandaat

DB

X.10

opleggen van de verplichting tot het laten opstellen van een onderhoudsplan door een deskundig persoon of een deskundige instantie

aan een vereniging van eigenaars ten behoeve van een bij haar in beheer zijnd gebouw

art.12d Woningwet

college

mandaat

DB

X.11

opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen van voorzieningen waardoor de staat van dat gebouw of dat bouwwerk komt te liggen op een niveau dat hoger is dan het niveau dat overeenkomt met de voorschriften, bedoeld in artikel 1b, tweede lid,

art. 13, art.1b, lid,2 art. 12d, lid 1 Woningwet

college

mandaat

DB

X.12

opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen tot het treffen van voorzieningen vanwege redelijke eisen van welstand

art. 13a, Woningwet

college

mandaat

DB

X.13

beslissen tot het in gebruik geven c.q. beheer geven van een gebouw, open erf of terrein dat op grond van artikel 17 Woningwet , artikel 174a van de Gemeentewet, een verordening als bedoeld in artikel 174 van die wet of artikel 13b van de Opiumwet is gesloten

art. 13b en art. 14 Woningwet 174,174a Gemeente-wet, art. 13b van de Opiumwet

college/ burge-meester

mandaat

DB

X.14

besluit tot sluiten van gebouw, open erf of terrein, indien overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk I, II, of III Woningwet gegeven voorschriften met betrekking tot de staat of het gebruik van een gebouw, open erf of terrein gepaard gaat met een bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de veiligheid of de gezondheid, en er een klaarblijkelijk gevaar is op herhaling van de overtreding

art. 17 Woningwet

college

mandaat

DB

X.15

bestuursrechtelijk toezicht en handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III Woningwet, het Bouwbesluit en Bouwverordening

art. 92 Woningwet, Bouwbesluit 2012 en Bouwverordening

college

mandaat

DB

X.16

beslissen tot verkoop in het openbaar van de overblijvende materialen indien toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften leidt tot het slopen van een bouwwerk, , tenzij, naar redelijkerwijs is te verwachten, bij onderhandse verkoop een hogere opbrengst kan worden verkregen

art. 104 Woningwet

college

mandaat

DB

X.17

toezicht en handhaving schade en hinder door voorwerpen

art. 4.6 APV

college

mandaat

DB

X.18

toezicht en handhaving illegaal aangebrachte aanplakbiljetten, afbeeldingen of teksten

art. 4.7, lid 1 APV

college

mandaat

DB

X.19

toezicht en handhaving veroorzaken hinder door motorvoertuigen en bromfietsen

art. 5.7 APV

college

mandaat

DB

X.20

toezicht en handhaving hinderlijk gebruik alcohol op de openbare weg

art. 2.17 APV

burge-meester

mandaat

VZ

X.21

hinderlijk gedrag in of bij gebouwen

art. 2.18 APV

burge-meester

mandaat

VZ

X.22

toezicht en handhaving verbod doen van natuurlijke behoefte buiten een urinoir c.a.

art. 5.11 APV

college

mandaat

DB

X.23

toezicht en handhaving bespiedingsverbod

art. 2.25, lid 2 APV

burge-meester

mandaat

VZ

X.24

toezicht en handhaving

meldingsplicht sensoren

art.2.25a, lid 2 APV

college

mandaat

DB

X.25

toezicht en handhaving Colportagewet

Colportage-wet

college

mandaat

DB

X.26

toezicht en handhaving gevaarlijke honden

art. 5.15 APV

college

mandaat

DB

X.27

toezicht en handhaving gebruik gedenktekens

art. 4.16 APV

college

mandaat

DB

X.28

toezicht en handhaving verontreiniging van de weg en het water

art. 4.17 APV

college

mandaat

DB

X.31

toezicht en handhaving speelcasino-vergunning

art. 27h Wet op de Kansspelen

college

mandaat

DB

X.32

toezicht en handhaving plaatsing bewakingsapparatuur

art. 2.25, lid 1 APV

burge-meester

mandaat

VZ

X.33

toezicht en handhaving over het bezigen van vuurwerk

art. 5.3 APV

college

mandaat

DB

uitvoering decentraal, aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

X.34

toezicht en handhaving parkeeroverlast

Wegenverkeerswet, Wet Mulder

college

mandaat

DB

wegsleep: beleid en uitvoering toenemend centraal, vraag decentraal

X.35

toezicht en handhaving bestemmingsplannen, grond-exploitatieplannen en omgevings-vergunningen

Wet ruimtelijke ordening en Wabo

college

mandaat

DB

dit mandaat geldt alleen als de primaire bevoegdheid door het college aan het dagelijks bestuur is gemandateerd.

X.37

toezicht en handhaving inrichtingen die geen bouwwerk zijn

Brand-beveiligingsveror-dening

college

mandaat

DB

X.39

toezicht en handhaving blokkeren parkeerruimte voor reservering

Art. 4.26 APV

college

Mandaat

DB

X.40

het aanwijzen van gebieden waar het verboden is om te barbecueën

Art. 5.8A APV

college

mandaat

DB

X.41

het aanwijzen van gebieden waar het verboden is dieren te voeren

Art. 5.18 APV

college

mandaat

DB

 

21. Verkiezingen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

Y.1

aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen van het proces-verbaal met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 en artikel N 9 Kieswet

art. N 11 Kieswet

burge-meester

mandaat

VZ

betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Y.2

aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen en aftekenen van ondersteuningsverklaringen

art. H 4 Kieswet

burge-meester

mandaat

VZ

betreft overige verkiezingen en referenda ;wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Y.3

behandelen van aanvragen voor het verkrijgen van een vervangende stempas

art. J 8 Kieswet

burge-meester

mandaat

VZ

betreft overige verkiezingen en referenda;wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

 

22. Basis- en kernregistraties

De bevoegdheden bij deze taak zijn opgenomen onder “B” Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer.

 

23. Overige gemandateerde bevoegdheden

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

Bevoegd bestuurs-orgaan

Soort over-dracht

Ver-leend aan

Bijzonderheden en beperkingen volgens de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022

Z.1

aanwijzen van wegen of weggedeelten waar het verboden is alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flesjes, blikjes e.d. alsmede het aanwijzen van plaatsen en tijden waarop het verbod niet geldt

art. 2.17, lid 2 en lid 4 APV

burge-meester

mandaat

VZ

Z.2

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor slapen op of aan de weg

art. 2.20, lid 2 APV

college

mandaat

DB

Z.3

aanwijzen van wegen en tijden waarop het verbod om fietsen te verkopen op of aan de weg niet geldt

art. 2.22, lid 3 APV

burge-meester

mandaat

DB

Z.4

mededeling doen van het oprichten c.a. van een inrichting voor het aanbieden van nachtverblijf en het vaststellen van een model-nachtregister

art. 2.26, lid 2 en lid 3 APV

burge-meester

mandaat

DB

Z.5

vaststellen model-verkoopregister; waarmerken opkoopregister; ontvangen mededeling van een handelaar dat hij van het opkopen zijn beroep of gewoonte maakt; verlengen van de termijn waarbij het verboden is een door opkoop verworven zaak over te dragen of daaraan wijzigingen aan te brengen

art. 2.28 t/m 2.30 APV en art. 2 uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, Wetboek van Strafrecht

burge-meester

mandaat

DB

Z.6

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning of vrijstelling voor het houden van een openbare inzameling (collectevergunning)

art. 2.52. lid 1 en lid 4 APV

college

mandaat

DB

Z.7

aanwijzen van wegen of gedeelten daarvan, waarop het verboden is geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen te verspreiden, aan te bieden of bekend te maken alsmede het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van dit verbod voor bepaalde dagen of uren

art. 2.53, lid 1 en lid 2 APV

college

mandaat

DB

Z.8

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een loterijvergunning

art. 3, lid 1 Wet op de kansspelen

college

mandaat

DB

Z.9

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een evenement en het stellen van een andere termijn voor het indienen van een aanvraag

art. 2.40, lid 1 en lid 3 APV

burge-meester

mandaat

VZ

dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven

Z.10

verbieden van een evenement als hiertegen bezwaren bestaan

art. 2.41, lid 5 APV

burge-meester

mandaat

VZ

dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven

Z.11

aanwijzen van gebieden en periodes waarvoor beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen

art. 2.41, lid 6 APV

burge-meester

mandaat

VZ

dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven

Z.12

aanwijzen van plaatsen waarvoor de vergunningplicht voor het houden van evenementen niet geldt

art. 2.42, lid 1 APV

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.13

verbinden van voorschriften en beperkingen aan een evenementen-vergunning alsmede het bepalen dat een borgsom wordt betaald in het belang van deze voor-schriften een en ander voor zover het evenement binnen het stadsgebied plaatsvindt

art. 2.44, lid 1 en lid 2 APV

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.14

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een voor publiek toegankelijk evenement in een gebouw of vaartuig

art. 2.47, lid 1 APV

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.15

aanwijzen van wegen en tijden waar niet als straatartiest mag worden opgetreden of waar geen muziek ten gehore mag worden gebracht en het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning als straatartiest of voor het ten gehore brengen van muziek

art. 2.49, lid 1 en lid 2 APV

burge-meester

mandaat

VZ

Z.16

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf

art. 3.8, lid 1 APV

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria stedelijke regie (horecahandhaving en alcoholbeleid)

Z.17

beperken van de openingstijden van horecabedrijven en het ingeval van bijzondere omstandigheden of van bijzondere horecabedrijven verruimen van de openingstijden

art. 3.15, lid 1 en lid 3 APV

burge-meester

mandaat

VZ

Z.18

wijzigen of intrekken van een exploitatie-vergunning voor een horecabedrijf

art. 3.24 APV

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.19

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras alsmede het aanwijzen van wegen waar geen terras mag worden geëxploiteerd alsmede het vaststellen van beleidsregels ten aanzien van de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras

art. 3.17 en art. 3.18 APV

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.20

beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een prostitutiebedrijf

art. 3.3, art. 3.27, eerste lid en art. 3.32 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.21

beperken van de openingstijden van een prostitutiebedrijf

art. 3.35 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.22

intrekken van een vergunning voor een prostitutiebedrijf

art. 3.36 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.23

beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een escortbedrijf

art. 3.40 en 3.43 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.24

beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een escortbedrijf dat niet in een voor publiek toegankelijk gebouw is gevestigd

art. 3.2, 3.40 en 3.43 APV

college

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.25

intrekken van een vergunning voor een escortbedrijf

art. 3.44 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.26

intrekken van een vergunning voor een escortbedrijf dat niet in een voor publiek toegankelijk gebouw is gevestigd

art. 3.2 en 3.44 APV

college

mandaat

DB

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.27

beslissen op een aanvraag voor een seksinrichting

art. 3.3, art. 3.47 en art. 3.49 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.28

intrekken van de vergunning voor een seksinrichting

art. 3.52 APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.29

meedelen dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van zaken, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken, afbeeldingen van erotisch-porno-grafische aard de openbare orde of het leefklimaat in gevaar brengt

art. 3.53, eerste lid APV

burge-meester

mandaat

VZ

aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.30

verlenen van een gedoogverklaring inzake de verkoop van softdrugs aan horecabedrijven bedoeld in het besluit van de burge-meester van 4 april 1995, nr. 953306

burge-

meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in ieder geval maatwerk bij te verplaatsen en te sluiten coffeeshops; nauwe samenwerking transformatie en transitie en uitvoering nieuwe screening Bibob)

Z.31

vaststellen van een formulier voor de aanvraag voor een gedoogverklaring als bedoeld in Y.30

art. 4:4 Awb

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.32

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het houden van openbare vermakelijkheden op zondag voor 13.00 uur

art. 4, lid 3 Zondagswet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.33

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf (incl. het verbinden van voorschriften en het beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholische drank)

art. 3, lid 1 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in kader van scherper alcoholbeleid)

Z.34

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van de bij of krachtens artikel 4 Alcoholwet gestelde regels met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen

art. 4, lid 4 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.35

raadplegen van het register als bedoeld in artikel 8, lid 5 van de Alcoholwet bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet

art. 8, lid 5, aanhef en onder a Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.36

de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 18, tweede liden die in een periode van 12 maanden drie maal artikel 20, eerste lid, heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden

art. 44, lid 1 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.37

opleggen van een last onder bestuurs-dwang ter handhaving van een krachtens artikel 44 Alcoholwet opgelegde ontzegging

art. 44, lid 1 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.38

in ontvangst nemen van de melding van een wens van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 30a, lid 1 Alcoholwet, bevestigen van de melding en het weigeren van de wijziging van het aanhangsel

art. 30a Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.39

intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3Alcoholwet

art. 31 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.40

schorsen van een vergunning voor een periode van ten hoogste 12 weken in de gevallen bedoeld in artikel 31, lid 2 en lid 3 Alcoholwet

art. 32 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

Z.41

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcohol-houdende drank bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen en de mogelijkheid om voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcohol-houdende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon

art. 35 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.42

toegang ontzeggen aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met de Alcoholwet alcoholhoudende drank wordt verstrekt

art. 36 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.43

opleggen van een bestuurlijke boete ter zake van overtreding binnen het stadsgebied van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, lid 3, lid 4 en lid 5, 12 tot en met 19, 20, lid 1 t/m 3, 22 lid 1, lid 2, 24 en 25, behoudens het gestelde in lid 3, 25a t/m 25d, 29, lid 3, 35, lid 2 en lid 4 of 38 van de Alcoholwet

art. 44a Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.44

afwijken van artikel 10, lid 2, eerste zin, Alcoholwet, indien er sprake is van een lokaliteit die gevestigd is in een beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet

art. 10, lid 2 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.45

toepassen van bestuursdwang ter handhaving van een krachtens artikel 44 Alcoholwet opgelegde ontzegging

art. 44, lid 4 Alcoholwet

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.46

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanwezig hebben van een speelautomaat met inachtneming van hetgeen in de artikelen 2 en 3, lid 1 en lid 2 van de Verordening kansspeelautomaten en speelautomatenhallen

, incl. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan een vergunning, het weigeren en intrekken van een vergunning.

art. 30b, art. 30c, art. 30d, art. 30e en art. 30f Wet op de kansspelen

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.47

afhandelen melding klein kansspel en verbieden klein kansspel

art. 7c Wet op de kansspelen

college

mandaat

DB

Z.48

opleggen van een bestuurlijke boete

art. 35c Wet op de kansspelen

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.49

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal (incl. wijzigen en intrekken)

art. 4 en art. 9 Verordening speelautomaten(hallen)

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.50

opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatie-registers op grond van de artikelen 9 tot en met 13 van de wet en van artikel 13 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van:

  • het nemen van besluiten op grond van de Wet op de kansspelen;

  • ten behoeve van het nemen van besluiten op grond van de Alcoholwet

  • ten behoeve van het nemen van besluiten voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seks-inrichting of een speelautomatenhal

art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

als het mandaat betrekking heeft op prostitutie-bedrijven of seks-inrichtingen geldt het mandaat alleen voor de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum

Z.51

opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van:

  • artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en de APV (het nemen van besluit voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seks-inrichting of een speelautomaten-hal);

  • artikel 27, derde lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob;

  • artikel 31, tweede en derde lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob;

  • artikel 30c, eerste lid onder c, artikel 30e, derde lid, artikel 30f, derde lid en artikel 30k, vierde lid Wet op de Kansspelen juncto artikel 3 Wet Bibob.

art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.52

opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van:

  • artikel 2.20, lid 1 en lid 2 Wabo;

  • artikel 2.20, lid 1 en lid 2 Wabo juncto artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo

art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

college

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.53

vragen van politiegegevens in verband met de beoordeling van het levensgedrag als bedoeld in de artikelen:

  • 3.10, eerste lid, onder b;

  • 3.11, derde lid, onder e;

  • 3.24, aanhef en onder b;

  • 3.29, eerste lid, onder b van de APV 2008 en;

  • 4, lid 1, onder b van het Speelautomatenbesluit 2000

Wet politiegegevens, Besluit politiegegevens

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.54

vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in:

  • artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en artikel 4 Besluit Bibob;

  • artikel 27, derde en vierde lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob;

  • artikel 31, tweede lid Alcoholwet juncto artikel 3 Wet Bibob

art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l, Besluit politiegegevens

burge-meester

mandaat

VZ

nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie

Z.55

vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in:

  • artikel 2.20, lid 1 Wabo

  • artikel 2.20, lid 1 juncto artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo

art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l van het Besluit politiegegevens

college

mandaat

VZ

Z.59

verkorten van de aanmeldingstermijn voor een optocht, het geven van voorschriften en het verbieden van een optocht

art. 2.34, lid 3, 2.35, 2.36, lid 1 APV

burge-meester

mandaat

VZ

Z.60

beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een geschiktheids-verklaring voor een pand als prostitutiebedrijf

Bijlage 6 behorend bij de Bouwverordening Amsterdam 2013 (hoofdstuk 6A Bouw-verordening Amsterdam 2003 Gebruiksbepaling prostitutiebedrijven)

college

mandaat

DB

 

Toelichting

Volgens de insteek van het bestuurlijk stelsel voor stadsgebied Weesp, zoals opgenomen van de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022, is het de bedoeling dat de bestuurscommissie de bevoegdheden welke zij gemandateerd of gedelegeerd heeft gekregen in de verordening ondermandateert (of ondervolmacht of ondermachtigt) aan het dagelijks bestuur (ten aanzien van collegebevoegdheden) of aan de voorzitter van het dagelijks bestuur (ten aanzien van burgemeestersbevoegdheden) van het stadsgebied.

 

In het mandaatbesluit is opgenomen dat de bestuurscommissie – ten aanzien van de meeste bevoegdheden – toestaat dat het dagelijks bestuur of de voorzitter de bevoegdheden verder ondermandateren. Het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen vervolgens bepalen of zij de verkregen bevoegdheid zelf wensen uit te voeren of op hun beurt weer wensen onder te mandateren. Naar verwachting zullen zij dat doen, omdat de afspraak is dat de afdeling Vergunningen, handhaving en toezicht (VTH) van stadsdeel Zuidoost de meeste bevoegdheden op dit werkterrein uitoefent. Daarnaast is de afspraak dat bepaalde teams/functionarissen werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van stadsdeel Oost de bevoegdheden uitoefenen voor andere bevoegdheden welke normaliter binnen stadsdeelorganisaties worden uitgevoerd en overige bepaalde bevoegdheden door directeuren van directies buiten de ambtelijke organisaties van de stadsdelen. Die directeuren kunnen vervolgens de bevoegdheden wederom op hun beurt weer ondermandateren binnen de organisatie van hun directies.

 

In het onderhavige mandaatbesluit is opgenomen dat de bestuurscommissie terugwerkende kracht toekent aan het besluit tot en met 24 maart 2022. Op deze wijze wordt het mandaat voor bevoegdheden die de betreffende teams/functionarissen sinds 24 maart 2022 uitoefenen voor stadsgebied Weesp juridisch gerepareerd.