Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Uitvoeringsplan minima 2022-2023 Het Hogeland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsplan minima 2022-2023 Het Hogeland
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageUitvoeringsplan minima 2022-2023 met inhoudsopgave

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-202201-01-202201-01-2024Nieuwe regeling

27-06-2022

gmb-2022-323493

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsplan minima 2022-2023 Het Hogeland

1. Inleiding 

 

1.1 Aanleiding 

In 2019 is het beleidsplan ‘Minimabeleid het Hogeland 2020 – 2024’ vastgesteld in de gemeenteraad.

In het beleidsplan ‘Minimabeleid’ zijn de volgende doelen en kaders vastgesteld:

  • 1.

    We bieden de randvoorwaarden om de zelfredzaamheid van inwoners te vergroten

  • 2.

    Wij bieden voldoende mogelijkheden om te participeren. Waar mogelijk ondersteunen wij gezinnen met kinderen extra

  • 3.

    Wij bieden maatwerk wanneer inkomensondersteuning nodig is

  • 4.

    Wij bieden ondersteuning bij life-events

Door de Raad is vastgesteld dat de doelgroep van het minimabeleid de inwoners van de gemeente met een inkomen tot en met 120% van de geldende bijstandsnorm is. Het college heeft de bevoegdheid om nadere invulling te geven aan deze doelen. Het vastgestelde minimabeleid loopt tot 2024. Door middel van het uitvoeringsplan ‘Iedereen doet mee in het Hogeland 2019-2020’ is uitvoering gegeven aan het vastgestelde beleid samen met onze partners, collega’s en inwoners.

 

Het invoeren van de MeedoenPas heeft gevolgen voor het aanbod aan regelingen.

Het Hogeland is een uitgestrekte gemeente. De gemeente vindt het belangrijk dat inwoners werk, school, vrienden, familie en voorzieningen goed kunnen bereiken. De Meedoen Pas, waarmee Hogelandsters met een laag inkomen in de daluren en het weekend gratis kunnen reizen met het openbaar vervoer is daarom in 2021 toegevoegd aan het pakket van minimaregelingen. Dit is ten koste gegaan van het beschikbare budget voor het Participatiefonds. Met de Raad is, nadat zij incidenteel € 100.000,- beschikbaar hebben gesteld voor de verlenging van het Participatiefonds tot 1 juli 2022, afgesproken dat de minimaregelingen tegen het licht gehouden worden en indien nodig aan gepast worden binnen de financiële mogelijkheden.

 

1.2 In- en externe ontwikkelingen raken onze inwoners

De wereld staat niet stil. Gemeente het Hogeland en haar inwoners ook niet. De invloed van corona op de mentale en fysieke gezondheid van inwoners en de economie, de inflatie en sterk stijgende energieprijzen zijn voorbeelden van ontwikkelingen die onze inwoners direct of indirect raken.

Ook krijgt de gemeente te maken met een aantal maatschappelijke trends zoals toenemende vergrijzing, schaalvergroting in de zorg en personele krapte. In het in 2021 vastgestelde Koersdocument Transformatie Sociaal Domein stelt tot doel een maatwerkgericht, nuchter en solide sociaal domein te realiseren. Om daar te komen zetten we in op vier strategische doelen:

  • .

    Meer veerkracht

  • .

    Meer preventie

  • .

    Meer maatwerk

  • .

    Meer innovatie

Deze ontwikkelingen, zowel in- als extern zijn nog niet of onvoldoende opgenomen in het gemeentelijke minimabeleid en regelingen. Een actualisatie van het uitvoeringsplan is daarom nodig om onze doelstellingen en ambities te bereiken. We blijven daarbij binnen de door de Raad vastgestelde kaders en doelen.

 

1.3 Focus en verbinding door een nieuw uitvoeringsplan 

Met het uitvoeringsplan minima 2022-2023 brengen we focus aan in onze activiteiten de komende 1,5 jaar én leggen we de verbinding tussen het minimabeleid, het Koersdocument Sociaal Domein en een aantal budgetten (bijzondere bijstand) of beleidsterreinen (wmo en duurzaamheid). Wij gaan verder met de acties en activiteiten uit het uitvoeringsplan 2019-2020 maar nemen ook afscheid van acties die niet bijdragen aan de (strategische) beleidsdoelen of waarvan gebleken is dat ze onvoldoende uitvoerbaar zijn.

Een stevige(re) integrale aanpak is ook nodig. Dit uitvoeringsplan zoekt daarom, binnen de kaders van het door de Raad vastgestelde minimabeleid, nadrukkelijk aansluiting bij het door de gemeente vastgestelde koersdocument Transformatie Sociaal. In de uitvoering zijn er zeer duidelijk en noodzakelijke relaties met de schuldhulpverlening, de dienstverlening van Werkplein Ability, laaggeletterdheid maar ook sport, cultuur en duurzaamheid.

Veel geld zit ‘vast’ in meerjarige afspraken, bijvoorbeeld in de MeedoenPas of in de subsidies. Er is dus geen tot weinig financiële ruimte om de ondersteuning van inwoners in 2022 en 2023 op een andere manier te organiseren. In 2022 en 2023 worden een aantal besluiten genomen over de inzet van structurele middelen en voorzieningen zoals de Collectieve ziektekostenverzekering en de MeedoenPas. Dat betekent dat er met ingang van 2024 eventueel ruimte is om een nieuwe meedoenregeling te introduceren en/of bestaande regelingen uit te breiden.

In het uitvoeringsplan 2022-2023 gaan we daarom:   

  • .

    De losse eindjes van het vorige uitvoeringsplan afhechten.

  • .

    Het minimabeleid verbinden met andere relevante strategische programma’s zoals de Transformatie Sociaal Domein.

  • .

    Starten met de aanpak tegen energiearmoede

  • .

    Een subsidieregeling met bijbehorend subsidieplafond en verdeelregels opstellen.

  • .

    Starten met het continue monitoren en duiden van armoede in onze gemeente

 

1.4 Uitvoering en capaciteit 

Voor het uitvoeren van de acties in het uitvoeringsplan de komende 1,5 jaar is capaciteit nodig. We voelen de impact van Covid nog in onze organisatie en bij onze maatschappelijke partners. Sommige acties zijn niet of later gestart, vrijwilligers zijn afgehaakt en voor bepaalde type functies moeilijker te vinden en men moet elkaar soms weer opnieuw vinden. Dat geldt ook voor onze eigen organisatie.

De acties omschreven in de uitvoeringsagenda zijn deels onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden van de beleids- en uitvoerend medewerkers. Een aantal acties zijn groter en zullen een meer projectmatige en integrale aanpak nodig hebben. Dit vraagt om commitment van de organisatie en het beschikbaar stellen van capaciteit over de verschillende beleidsterreinen heen. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om de aanpak Energiearmoede maar ook om het project om de (financieel) kwetsbare inwoner in beeld te brengen. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit zullen projecten en acties uitgevoerd kunnen worden of niet.

De transformatie Sociaal Domein, de vorming van de integrale sociale teams en het sociaal loket heeft ook zijn impact op de consulenten bijzondere bijstand en minimaregelingen. Er is capaciteit nodig voor het implementeren en uitvoeren van de vroegsignalering, de energietoeslag en ook het plan van aanpak bewindvoering zal mogelijk invloed hebben op de werkzaamheden van de consulenten. Er is nog veel in verandering.

 

2. Voor wie doen we het? 

Voor onze inwoner. Uiteraard. Maar wie is dat dan en waaraan is behoefte? Niet elke inwoner die op of rond het sociaal minimum leeft heeft dezelfde behoeften. Sommigen hebben een ondersteuningsvraag, anderen niet. Voor sommigen zijn er mogelijkheden om de inkomsten te vergroten, voor anderen niet. Categoriale regelingen die alle inwoners over één kam scheren willen we daarom niet meer. We willen geen pleisters meer plakken maar inzetten op preventie en het vergroten van de zelfredzaamheid.

In het beleidsplan staat, op basis van cijfers van het CBS uit 2018, dat er 4.600 inwoners in het Hogeland wonen die tot de doelgroep van het minimabeleid horen. Hiervan zijn 1.000 inwoners 18 jaar of jonger. Ook staat er dat landelijk kinderen, zelfstandigen, bijstandsontvangers en niet-westerse migranten een bovengemiddeld risico op armoede hebben. Deze cijfers worden niet verder uitgesplitst of geduid naar de Hogelandse situatie.

 

2.1 Huishoudens tot en met de 120% grens 

In het proces om tot een nieuw uitvoeringsplan te komen hebben we daarom nog eens goed naar deze cijfers gekeken. Om ons beleid, sociaal domein breed, door te kunnen ontwikkelen is het belangrijk om te weten of en in hoeverre inwoners met een bovengemiddeld risico op armoede in het Hogeland wonen. We kunnen dan onze communicatie gerichter inzetten, beter monitoren welke inwoners we wel of niet bereiken en onze regelingen toespitsen op de behoeften van onze individuele inwoners.

In 2019 (meest recente cijfers van het CBS) bevonden 2.600 huishoudens in de gemeente zich in de situatie dat ze rond moesten komen van een inkomen tot en met 120% van de geldende bijstandsnorm.   

Voor deze groep geldt dat[1: Zie bijlage 1 voor een nadere specificatie van de huishoudens. Bron CBS: Statline]:

  • .

    in 40% van de gevallen de inwoners 65 jaar of ouder zijn;

  • .

    het in 66% van de gevallen om een eenpersoonshuishouden gaat;

  • .

    in 26% van de gevallen een bijstandsuitkering de voornaamste bron van inkomen is;

  • .

    in 88% van de gevallen om autochtone Nederlanders gaat;

  • .

    er 800 kinderen opgroeien in deze groep huishoudens.

Dit zegt iets over welke inwoners mogelijk ondersteuning nodig hebben. Maar niet alles. Uitgaven en noodzakelijke kosten van bestaan verschillen per levensfase. Net als het risico op een bestaan in armoede.

 

2.1.2 Een grotere groep huishoudens loopt risico

Met de stijgende inflatie en verminderde koopkracht loopt bovendien een grotere groep inwoners risico om niet (meer) volledig mee te kunnen doen. Het gaat dan niet alleen om inwoners met een uitkering. Het Nibud signaleert dat vooral huishoudens met een laag (flexibel) inkomen en hoge huur, hoge energie- of zorgkosten het financieel gezien zwaar hebben.

Een laag inkomen alleen is meestal niet de oorzaak van een arm bestaan of sociale uitsluiting. Veel mensen redden zich (al dan niet tijdelijk) met een inkomen op of rond het sociaal minimum. Maar als mensen te lang op een dergelijk niveau leven wordt er ingeteerd op hun reserves. Bij bijzondere life-events (gezondheid, echtscheiding, ontslag) neemt dan het risico op hoge kosten en schulden toe. Hierdoor kan men de grip op de situatie verliezen

In 2022-2023 en verder kijken we daarom dieper naar de achterliggende cijfers. We duiden de landelijke cijfers over armoede van het CBS, CPB en SCP en maken een actuele analyse van de verschillende risicogroepen in het Hogeland. We betrekken hierbij ook de cijfers over de schuldhulpverlening, bijzondere bijstand en andere minima regelingen. Deze informatie gebruiken we om ons beleid, communicatie en regelingen aan te scherpen om de inwoner zo optimaal mogelijk te ondersteunen.

 

2.2 Het bereik van onze regelingen

In het beleidsplan is vastgelegd dat we inzicht willen krijgen in het gebruik van onze regelingen. Zo moet inzichtelijk zijn welke personen gebruik maken van één of meerdere regelingen. Ook kunnen we dan zien welke personen géén gebruik maken van een regeling ondanks dat zij er recht op zouden hebben. Hiervoor moeten de administratieve processen op orde zijn. Er zijn in het beleidsplan geen streefcijfers opgenomen voor het bereik van onze regelingen.

In het eerste kwartaal van 2022 hebben we een onderzoek gedaan naar het bereik van onze regelingen.[2] Harde conclusies over het bereik kunnen we op basis van dit eerste onderzoek niet trekken. Er is gewerkt met een peildatum waardoor we geen trends of bewegingen kunnen zien. Cijfers zijn over de jaren bovendien niet met elkaar te vergelijken omdat de regelingen, bijvoorbeeld het Participatiefonds en de CER tussentijds gewijzigd zijn. Ook zeggen de beschikbare cijfers niet altijd iets over de bijdrage aan het beoogde doel. Het aantal verstrekte Meedoen Passen zegt bijvoorbeeld niets over het gebruik van de pas en het verminderen van de mobiliteitsarmoede.

Wat we wel zien:

  • .

    we met het Participatiefonds vooral onze inwoners met een bijstandsuitkering bereiken. Dit terwijl het grootste gedeelte van onze doelgroep géén uitkering heeft;

  • .

    ouderen (65+) voornamelijk gebruik maken van de Compensatie Eigen Risico en de Collectieve Ziektekostenverzekering;

  • .

    de MeedoenPas nog niet wordt geregistreerd als voorziening wat risico’s met zich meebrengt rondom de doel- en rechtmatigheid van de regeling;

  • .

    onze maatschappelijke partners niet eenduidig rapporteren over het aantal inwoners dat zij helpen en ondersteunen.

Het registreren en monitoren van het gebruik van de regelingen is en blijft daarmee een belangrijk aandachtspunt voor de komende periode.

 

3. Wat doen we?

Veel. Dit uitvoeringplan richt zich alleen op de acties die (gedeeltelijk) bekostigd worden uit de financiële middelen voor minimabeleid en/of die (grotendeels) uitgevoerd worden door de consulenten, beleidsadviseurs, beleidsuitvoerend medewerkers met het minimabeleid in het takenpakket.

 

3.1 Randvoorwaardelijke acties 

Een aantal acties zijn randvoorwaardelijk voor het bereiken van niet alleen de beleidsdoelstellingen uit het minimabeleid maar vooral voor de transformatie sociaal domein. De inwoner moet centraal staan, niet de verschillende budgetten of beleidsterreinen.

Deze acties hebben dan ook een hoge prioriteit en worden met voorrang uitgevoerd.

 

Integraal werken en van buiten naar binnen

De minimaregelingen die we hebben zijn vooral gebaseerd op participatie. Ze komen helaas vaak pas in beeld als de inwoner het (tijdelijk) financieel lastig heeft. Generieke regelingen zoals de Meedoen Pas en het Kindpakket zijn helaas nodig en hebben een dempende werking op de gevolgen van armoede. Wat ze niet doen, is het doorbreken van de status quo. We willen meer aan de voorkant komen. Het accent leggen op activering en perspectief bieden.   

Dat kan niet alleen vanuit het voor minimabeleid beschikbaar gestelde budget of beleidsterrein. Hier ligt een duidelijke link naar de transfomatie Sociaal Domein en het integraal werken. Maar ook bijvoorbeeld economische zaken waar het gaat om het aantrekken van werkgevers, duurzaamheid en milieu voor de energieopgave en onderwijs als het gaat om kansen voor kinderen zouden betrokken moeten zijn. We moeten onze mindset veranderen en domein overstijgend samenwerken.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    We gaan samen werken aan gedeelde opgaven: dat betekent dat onze mindset moet veranderen.

  • .

    Actief benaderen en bevragen van collega’s, ketenpartners en inwoners over ontwikkelingen, zorgen, oplossingen en mogelijk samenwerkingen.

Hier hebben we continue aandacht voor.

 

Inzicht in de doelgroep, behoeften en gebruik

Zoals eerder aangegeven is het van belang om de doelgroep in kaart te brengen om onze inwoners zo goed en efficiënt mogelijk te kunnen ondersteunen. We zijn hier al mee begonnen en zullen dit zo snel mogelijk afronden.

Wat gaan we doen?

  • .

    Samen met het Gegevenshuis de monitor sociaal domein doorontwikkelen voor het onderdeel Participatie / armoede waarin periodiek de meest recente cijfers van het CBS / CPB en de gemeentelijke administratie met elkaar vergeleken worden. We sluiten aan bij de Monitor Sociaal Domein.

  • .

    Voorzieningen die nog niet opgenomen staan in de gemeentelijke administratie hier in opnemen, zoals de MeedoenPas.

  • .

    De verschillende risicogroepen in kaart brengen in aantallen en kenmerken en afzetten tegen het bereik van de verschillende regelingen.

  • .

    Deze monitor uitbreiden en voorzieningen uit andere beleidsterreinen hierin opnemen om bijvoorbeeld een integrale afweging te kunnen maken over vervoer en mobiliteit en de ondersteuning van inwoners met een hoge zorgvraag.

Dit willen we in 2023 afgerond hebben.

 

Indicatoren ontwikkelen

Op dit moment zijn er geen indicatoren opgesteld op grond waarvan we meten of en in hoeverre ons beleid werkt. In de monitor Sociaal Domein rapporteren we over het aantal verstrekte voorzieningen. Dit zegt niets over de impact van het beleid of de mate waarin bijvoorbeeld de zelfredzaamheid is toegenomen.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Indicatoren opstellen om het effect van ons beleid te meten. Deze indicatoren sluiten zoveel mogelijk aan bij of zijn aanvullend op de indicatoren uit het beleidsplan sociaal domein.

    Dit willen we in 2022 afgerond hebben.

     

Inventarisatie voorliggend veld, algemene voorzieningen en gesubsidieerde organisaties

Het voorliggend veld zijn alle voorzieningen die algemeen toegankelijk zijn zonder indicatie. Dit kunnen de door ons gefinancierde voorzieningen zijn zoals de welzijnsorganisatie, maar ook vrijwilligersorganisaties. We willen dubbel of ontbrekend aanbod voorkomen. Voor zowel inwoners als professionals moet duidelijk zijn welke ondersteuningsmogelijkheden er allemaal zijn in de gemeente.

Vanuit het minimabeleid gaat het bijvoorbeeld om organisaties zoals Humanitas en Stichting Leergeld. Er is (nog) geen subsidieregeling voor organisaties die een bijdrage willen en kunnen leveren aan de doelstellingen van het armoedebeleid. Deze moet er wel komen om de subsidies recht- en doelmatig te kunnen verstrekken. Een aantal partijen, zoals de Voedselbank, Stichting Leergeld en Jeugdfonds Sport en Cultuur, en Humanitas voeren een hele specifieke activiteit uit die niet of beperkt door een ander kan worden uitgevoerd. Er zijn ook andere organisaties die van oudsher subsidie ontvangen vanuit de armoedegelden maar waarvan de doelstellingen of activiteiten niet of onvoldoende lijken aan te sluiten bij de doelstellingen van het minimabeleid.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Meewerken aan het onderzoek of het voorliggend veld een dekkend aanbod biedt dat aansluit op de vraag van de inwoners

  • .

    Een subsidieregeling opstellen voor organisaties die zich jaarlijks of projectmatig inzetten voor inwoners die te maken hebben met armoede en/of schulden.

  • .

    Halfjaarlijks in gesprek met organisaties die gesubsidieerd activiteiten uitvoeren ter ondersteuning van inwoners met financiële problemen en/of schulden zoals de Voedselbank, Humanitas Thuisadministratie en Stichting Leergeld. We bespreken de samenwerking tussen organisaties, signalen over toe-, af- of veranderende problematiek bij de inwoners, en de uitvoering.

Dit willen we in 2022 afgerond hebben. De subsidieregeling zal in werking treden per 2024 omdat de aanvragen voor 2023 al voor 1 juni 2022 ingediend zijn.

 

Onderzoek taakstelling bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand is een open einde regeling. In de gemeente komen inwoners met een inkomen tot en met 120% van de geldende bijstandsnorm in aanmerking voor bijzondere bijstand. Dit is dezelfde doelgroep als het minimabeleid. Op de bijzondere bijstand zit een taakstelling. Dat betekent dat we in principe moeten bezuinigen. De mogelijkheden om te bezuinigen zijn beperkt, de bijzondere bijstand gaat immers om situaties waarin zich daadwerkelijk kosten voor doen, die voorkomen uit bijzondere omstandigheden en die niet uit inkomen of vermogen betaald kunnen worden. Het geld komt dus juist daar terecht waar mensen zich niet zelf kunnen redden.

De kinderopvang op Sociaal Medische Indicatie en de Individuele Inkomenstoeslag zijn onderdeel van het budget bijzondere bijstand. Het is gezien de huidige situatie (onzekerheid, stijgende energielasten, hoge inflatie) niet wenselijk om hier op te bezuinigen. Een groot onderdeel van de bijzondere bijstand is de beschermingsbewind, deze kosten lopen op. Er is mogelijk een inverdieneffect te behalen op deze kostensoort.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Het college voorstellen om de taakstelling op de bijzondere bijstand te verwijderen danwel naar beneden bij te stellen.

Dit willen we in 2022 afgerond hebben.

 

Implementatie vroegsignalering schulden

Het duurt vaak jaren voordat mensen met schulden de stap naar hulpverlening durven te zetten. Een simpele betalingsachterstand kan hierdoor uitgroeien tot een problematische schuld. Een wijziging in de wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet dit helpen voorkomen. Deze aanpassing geeft gemeenten de mogelijkheid om gegevens over betalingsachterstanden te ontvangen van woningcorporaties, energie- en drinkwaterbedrijven en de zorgverzekering. Zo kan de gemeente beginnende schulden beter signaleren en bijvoorbeeld schuldhulpverlening, budgetcoaching of thuisadministratie aanbieden voordat mensen zelf aan de bel trekken.

We hebben een systeem aangeschaft en convenanten ondertekend waarmee we signalen van bijvoorbeeld energieleveranciers, woningbouwverenigingen en zorgverzekeraars ontvangen. We zijn bezig met het implementeren van de wet en geven de uitvoering vorm.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Opstellen en uitvoeren werkproces en beleid

  • .

    Evalueren opbrengsten: hoeveel signalen ontvangen we, wat betekent dit voor de inzet van Mensenwerk het Hogeland, Humanitas en de GKB / VKB? Wat is de financiële impact?

Dit willen we in 2022 afgerond hebben.

 

3.2 Zelfredzaamheid versterken

De gemeente vindt het belangrijk om de zelf- en samenredzaamheid van inwoners te versterken. Dat kan ervoor zorgen dat inwoners de stap naar werk (al dan niet betaald) of participatie kunnen zetten. We willen minder (tijdelijke) pleisters plakken maar zorgen dat de wond geneest of niet ontstaat!

Inzetten basisondersteuning Mensenwerk het Hogeland: Alle inwoners die dit nodig hebben kunnen bij Mensenwerk het Hogeland terecht voor maatschappelijk werk en welzijnswerk, jeugd- en jongerenwerk, mantelzorgondersteuning en individuele cliëntondersteuning. Ook inwoners met (tijdelijke) financiële problemen kunnen bij Mensenwerk het Hogeland terecht voor hulp.

Inzetten budgetcoaching en thuisadministratie:Door vroegtijdig budgetcoaching in te zetten, voorkomen we zoveel mogelijk dat inwoners in de schuldhulpverlening terecht komen. Mensenwerk het Hogeland (Budgetmaatjes) en Humanitas (Thuisadministratie) worden door de gemeente gesubsidieerd om op een laagdrempelige manier inwoners met financiële vragen te ondersteunen.

 

De volgende acties en projecten willen we de komende 1,5 jaren uitvoeren of extra op inzetten om de zelfredzaamheid van onze inwoners te vergroten.

 

Communicatie in- en extern

Je kunt pas meedoen als je weet hoe. Dat betekent dat we de informatie over onze regelingen, ondersteuning en aanbod zo duidelijk en toegankelijk mogelijk moeten maken. Uit het klanttevredenheidsonderzoek en de evaluatie blijkt dat hier nog een slag te slaan is. Met onze regelingen bereiken we voornamelijk uitkeringsgerechtigden. We willen ons daarom inzetten om ook de werkenden, ZZP’ers of arbeidsongeschikte inwoners met een inkomen rond het sociaal minimum te bereiken.   

Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat 67% van de respondenten tevreden is over de communicatie vanuit de gemeente. De informatie die we verstrekken is voor 72% van de respondenten duidelijk. Dat willen we verbeteren. Bovendien zien we dat veel inwoners niet of onvoldoende bekend zijn met de minimaregelingen. Vooral ouderen zijn vaak onbekend met de minimaregelingen of denken dat ze er geen recht op hebben. De afgelopen periode hebben er geen seniorenvoorlichtingen plaatsgevonden in verband met corona. Dit wordt weer opgepakt. Ook de inloopspreekuren zullen weer doorgang gaan vinden. Uit het klanttevredenheidsonderzoek is naar voren gekomen dat het voor inwoners niet altijd duidelijk is waar bijzondere bijstand voor aangevraagd kan worden, ook dit pakken we op.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Informeren seniorenvoorlichters over beschikbare regelingen voor ouderen;

  • .

    Verbeteren folders, website en communicatie in samenwerking met de ervaringsdeskundigen van Mensenwerk Hogeland, met speciale aandacht voor de bijzondere bijstand;

  • .

    Organiseren inloopspreekuren over life-events en financiën;

  • .

    In de pilot Dorpsbezoeken armoede, schulden en minimabeleid als gespreksonderwerp meenemen om op te halen wat er onder inwoners en in de dorpen leeft op dit vlak;

  • .

    Vergroten kennis over de minima-regelingen en de doelgroep intern, bij onze partners maar ook bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken bij bedrijven, onderwijsinstellingen

Dit doen we doorlopend.

 

Verbeteren dienstverlening

We willen onze dienstverbetering continue verbeteren. Daarom bevragen we onze inwoner wat er beter kan. Is hij voldoende geholpen met onze diensten? Zou het anders, beter kunnen? We hebben in 2020 en 2022 een klanttevredenheidsonderzoek over de minimaregelingen laten uitvoeren. Dit heeft waardevolle inzichten opgeleverd of en in hoeverre onze dienstverlening bijdraagt aan de zelfredzaamheid van onze inwoners. In 2020 was de gemiddelde waardering voor het minimabeleid nog een 7.1. In 2022 is dat gestegen naar een 7.6. Daar zijn we erg blij mee! We willen deze stijgende lijn blijven doorzetten.

We willen zoveel mogelijk drempels wegnemen. Als iemand hulp nodig heeft om mee te kunnen doen moet hij of zij niet allerlei ingewikkelde formulieren in hoeven te vullen. Het moet voor een inwoner ook niet ingewikkeld zijn om te bepalen of hij recht heeft op een voorziening of niet.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Jaarlijks inzetten van klanttevredenheidsonderzoeken, al dan niet integraal (SD-breed).

  • .

    Een tool ontwikkelen waar mensen hun situatie invullen en kunnen zien of en voor welke (gemeentelijke) regelingen zij in aanmerking komen.

  • .

    Het digitaal aanvragen van de minima-regelingen mogelijk maken.

  • .

    Besluit nemen over de inzet van de voorzieningenwijzer samen met de woningcorporaties in het kader van de prestatieafspraken

Hier hebben we blijvend aandacht voor. De digitalisering van aanvragen en de implementatie van de tool hebben we medio 2023 afgerond.

 

Ondersteuning inwoners met een hoge zorgvraag

Nederlanders worden steeds gezonder. Maar dat geldt niet voor iedereen. Mensen die in armoede leven hebben meer lichamelijke en psychische klachten. Ook is hun leefstijl minder gezond. Daarom is een integrale aanpak van armoede, schulden en gezondheid belangrijk. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat 12% van de respondenten aangeeft dat zij zichzelf goed kunnen verzekeren. Slechts 17% geeft aan niet bang te zijn om gebruik te maken van zorg. Deze percentages vinden wij te laag.

Van het CAK ontvangen we signalen dat inwoners in toenemende mate betalingsachterstanden op de eigen bijdrage Wmo hebben. We willen voorkomen dat inwoners met een laag inkomen en een chronische zorgvraag zorg gaan mijden vanwege financiële overwegingen.

Wij bieden op het moment aan onze inwoners de collectieve ziektekostenverzekering van Menzis aan. Dit is een uitgebreide en daarmee dure aanvullende verzekering. Uit de evaluatie blijkt dat een grote groep inwoners niet of nauwelijks gebruik maakt van de aanvullende dekking. Landelijk onderzoek laat bovendien zien dat ouderen en relatief gezonde minima een prijsnadeel van de collectieve ziektekostenverzekering hebben. De collectieve ziektekostenverzekering blijven we in 2022 en 2023 aanbieden om continuïteit aan onze inwoners te bieden zolang er nog geen besluit over een alternatief is genomen. Ook continueren we de regeling waarmee we een aanvullende die niet bij Menzis is afgesloten vergoeden tot een maximum van € 7,00 per maand.

We zijn bezig met het opstellen van een advies om inwoners met een hoge zorgvraag en een laag inkomen gerichter en naar behoefte te kunnen ondersteunen. Dat betekent dat:

  • .

    We in gesprek zijn met Menzis om voor 2023 de collectieve ziektekostenverzekering meer modulair te kunnen maken zodat inwoners zich alleen extra kunnen verzekeren voor tandzorg zonder aan een uitgebreide aanvullende verzekering vast te zitten. Mocht hier geen ruimte zijn dan stellen we voor het contract met Menzis te beëindigen per 1 januari 2024.

  • .

    We onderzoeken wat de gevolgen zijn om de eigen bijdrage Wmo voor de doelgroep van het minimabeleid niet op te leggen. De eigen bijdrage Wmo is onderdeel van de dekking van de collectieve ziektekostenverzekering. Ongeveer 100 mensen declareren jaarlijks deze kosten. Bij het beëindigen van de collectieve ziektekostenverzekering komen deze inwoners mogelijk voor hogere kosten te staan als er geen vervangende regeling voor opgesteld wordt.

  • .

    We met de Taalhuizen en andere partners een project willen starten om jaarlijks aandacht te besteden aan het digitaal vergelijken van zorgverzekeringen. Dit project heeft tot doel om inwoners zelfredzamer te maken door ze te ondersteunen in het maken van een eigen keuze.

  • .

    De huidige regeling Compensatie eigen risico, die tot 2021 geldig was, verlengd wordt tot in ieder geval 2024. We geven hiermee een stuk zekerheid aan de inwoners. Dit betekent dat we inwoners die de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag het eigen risico volledig verbruikt hebben compenseren met een bedrag van € 265,-. We onderzoeken wel of de regeling in de huidige vorm nog passend is.

In 2022 nemen we een besluit over het continueren van de Collectieve Ziektekostenverzekering en het inzetten van een alternatief product. In dit besluit worden ook de regeling Compensatie eigen risico en de eigen bijdrage Wmo meegenomen.

 

Integrale aanpak energiearmoede

De energietransitie, het verduurzamen van woningen en het voorkomen van energiearmoede. Dit zijn grote, integrale opgaven. Nu extra urgent vanwege de inflatie, de sterk gestegen energieprijzen en de onzekerheid die het conflict tussen Oekraïne en Rusland met zich meebrengt. 94% van de respondenten uit het klanttevredenheidsonderzoek geeft aan zich zorgen te maken over de energierekening.

In het nieuwe coalitieakkoord komt het begrip energie en energiearmoede vaak terug. Uit onderzoek weten we bijvoorbeeld dat in het Hogeland er veel woningen staan met een lage energiekwaliteit waarvan de eigenaren onvoldoende kapitaal hebben om te verduurzamen. We kijken of de verzilverlening hiervoor ingezet kan worden. Eenpersoonshuishoudens en eenouder gezinnen zijn sterk oververtegenwoordigd in de groep energiearme huishoudens. Zij geven gemiddeld 13-20% van hun inkomen uit aan energie.

Samen met onze collega’s van duurzaamheid en de woningbouwcorporaties gaan we kijken wat we voor deze inwoners kunnen doen. Hierbij kijken we ook naar mogelijkheden om inwoners met een inkomen boven de 120% van de bijstandsnorm te helpen.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Uitbetalen eenmalige energietoeslag € 800,-

  • .

    Integrale aanpak energiearmoede

    • .

      Inzet verschillende budgetten (minima, incidenteel overschot begroting, specifieke uitkering) om tot een aanpak met duurzaam effect te komen voor de meest kwetsbare inwoners met oa:

      • .

        Witgoed inruilregeling

      • .

        Inzet klussendienst voor kleine aanpassingen woning in eigendom

      • .

        Vergroten opdracht energiecoaches

      • .

        Verstrekken vouchers tbv aanschaf energiebesparende producten of maatregelen

Medio 2023 willen we dat alle inwoners die de energietoeslag van € 800,- hebben ontvangen een aanbod hebben gekregen op maat, waarmee zij hun energierekening structureel naar beneden hebben gebracht.

 

Kansen voor Kinderen

We willen meedoen aan het project ‘Kansen voor Kinderen Groningen’. Dit is een project medegefinancierd door het Nationaal Programma Groningen dat gericht is op het structureel terugdringen van armoede door middel van de inzet van een innovatieve aanpak. Er wordt maatwerk geboden en een ervaringsdeskundige buddy ingezet.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Het college voor te stellen om deel te nemen aan Kansen voor Kinderen. Bij akkoord:

    • .

      Lokaal uitvoeringsplan ‘Kansen voor kinderen’ opstellen

    • .

      Ondersteuning aan 50 gezinnen bieden middels oa een buddy

    • .

      Evalueren en leren van de inzet van de Doorbraakmethode

In 2022 gaan we besluiten of we deel nemen aan het project ‘Kansen voor Kinderen Groningen’.

 

Project kwijtschelding en aangifte inkomstenbelasting

Uit het klanttevredenheidsonderzoek maar ook uit gesprekken met de Adviesraad, partners en inwoners blijkt dat mensen het aanvragen van kwijtschelding van de gemeentelijke belasting maar ook het doen van de aangifte inkomstenbelasting soms lastig vinden.

Wij subsidiëren Humanitas Thuisadministratie voor de ondersteuning van inwoners met hun administratie. In een aantal gemeenten voert Humanitas een project uit rondom de kwijtschelding van de gemeentelijke belasting en de aangifte inkomstenbelasting. De ervaringen hiermee zijn goed. Het aantal aanmeldingen voor ondersteuning in deze gemeenten stijgt door het hulpaanbod te koppelen aan een jaarlijks terugkerende verplichting. Dat betekent dat meer inwoners grip op hun administratie krijgen en indien nodig vroegtijdig doorverwezen kunnen worden naar andere hulp.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Samenwerking opzetten rondom:

    • .

      Project kwijtschelding gemeentelijke belastingen en aanvraag inkomensbelasting

In 2022 besluiten we of we dit in 2023 en verder gaan uitvoeren.

 

Pilot gratis bellen naar instanties

Instanties zich steeds vaker fysiek terug. Er moet meer digitaal of telefonisch geregeld worden. Niet iedereen kan een mobiel abonnement afsluiten met voldoende belminuten of data om zijn of haar zaken te regelen. Consulenten worden vaak gevraagd of er tijdens een afspraak even gebruik gemaakt kan worden van de telefoon van het gemeentehuis. Sommige inwoners zijn afhankelijk van het kopen van losse belminuten, dit is relatief duur.

Onder andere gemeente Groningen heeft een voorziening voor inwoners waarmee zij gratis naar instanties kunnen bellen. Dit werkt via een app. De kosten hiervan bedragen op basis van 400 actieve gebruikers ongeveer € 400,- per maand en eenmalig € 2.000,- aan implementatiekosten. De ervaringen hiermee zijn goed.

 

Wat gaan we doen:

  • .

    Besluiten of we een pilot willen opzetten voor inwoners die bijvoorbeeld een traject bij de VKB/GKB hebben.

In 2022 besluiten we of we de pilot gaan opzetten, voor wie en voor welke periode.

 

3.3 Participatie, waar nodig ondersteunen we kinderen extra 

Iedereen doet mee, zo heet het beleidsplan minima. Ook in het coalitieakkoord 2022-2026 komt dit terug als kernpunt. Veel inwoners doen al mee. Sommigen (nog) niet. We willen graag inwoners die wel mee willen doen maar (tijdelijk) niet weten hoe ondersteunen. We zoeken hier nadrukkelijk ook de verbinding met de domeinen sport en cultuur.

 

Participatie voor kinderen

Wij zetten ons in voor kinderen die opgroeien in armoede. Stichting Leergeld en het Jeugdfonds Sport en Cultuur vragen jaarlijks subsidie aan bij de gemeente voor het laten participeren van kinderen. De gemeente het Hogeland biedt kinderen die opgroeien in een huishouden met een inkomen tot en met 120% het volgende in natura aan:   

  • .

    Startpakket onderwijs (vanaf groep 7)

    • .

      Fiets, laptop, schoolspullen etc

  • .

    Vergoeding zwemdiploma A en B

  • .

    Vergoeding zwemabonnementen

  • .

    Sportabonnementen of sportkleding

  • .

    Cultuurabonnementen

  • .

    Huiswerktraining

Stichting Leergeld en Jeugdfonds Sport en Cultuur bereiken erg veel kinderen (650 in 2020) in de gemeente het Hogeland die vanwege onvoldoende financiële middelen niet of onvoldoende kunnen meedoen.

 

De MeedoenPas – gratis Openbaar Vervoer in de Daluren

De gemeente het Hogeland is uitgestrekt. Voorzieningen verdwijnen en/of centraliseren zich. Inwoners moeten soms ver of steeds verder reizen voor een afspraak bij de huisarts, de gemeente of naar de supermarkt. Mobiliteit is een voorziening die steeds meer onder druk komt te staan. In 2020 zijn we gestart met de MeedoenPas. Minima kunnen in de daluren en de weekenden gratis met het openbaar vervoer reizen in de provincie Groningen. Deze pas bieden we aan tot in ieder geval 2024.

 

De volgende acties en projecten willen we de komende 1,5 jaren uitvoeren of extra op inzetten om de zelfredzaamheid van onze inwoners te vergroten.

 

Participatie voor kinderen

We willen voorkomen dat kinderen niet in armoede hoeven op te groeien. Dit is een multidimensionaal vraagstuk. De gemeente heeft geen of weinig invloed op een groot gedeelte van de oorzaken, bijvoorbeeld de hoogte van het minimumloon en de bijstandsnormen. Wel kunnen we er voor zorgen dat kinderen mee kunnen doen, ongeacht de financiële situatie in het huishouden.

Per 1 augustus 2021 is de wet Vrijwillige Ouderbijdrage in werking getreden. Dat houdt in dat de ouderbijdrage, waarmee bijvoorbeeld schoolreizen en andere sociaal, maatschappelijke of culturele activiteiten (grotendeels) van bekostigd worden, niet meer opgelegd kan worden. Kinderen waarvan de ouders de ouderbijdrage niet betalen mogen niet uitgesloten worden van deelname aan activiteiten. De vrijwillige ouderbijdrage is daarom uit het kindpakket gehaald. We monitoren, samen met de beleidsadviseurs van onderwijs de impact en gevolgen op het aanbod van scholen. We willen voorkomen dat het aanbod op scholen verschraalt of dat er tussen scholen verschillen ontstaan afhankelijk van de mate waarin ouders de vrijwillige ouderbijdrage kunnen of willen betalen.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Naast het kindpakket aanbieden van (culturele) uitjes en (sportieve) activiteiten in natura via Stichting Leergeld, ter compensatie van het Participatiefonds.

  • .

    In overleg met de schoolbesturen gaan over de impact van de Wet vrijwillige ouderbijdrage op het aanbod van activiteiten.   

Dit willen we in 2022 en 2023 doen.

 

Fashioncheque

Uit de evaluatie van het minimabeleid is gebleken dat de ervaringen met de Fashioncheque gemixt zijn. De doelgroep is in 2020 aangepast naar enkel kinderen en ook het bedrag is gehalveerd. Inwoners, consulenten en andere partners geven aan dat de € 25,- onvoldoende toereikend is. Voor 2023 verhogen we daarom, mede gezien de inflatie en onzekere omstandigheden, het bedrag eenmalig naar € 50,-. Dit past binnen de beschikbare financiële middelen.

Uit onderzoek weten we dat gezinnen met schoolgaande kinderen moeilijk rond kunnen komen. Tegelijkertijd is de overgang van de basis- naar de middelbare school voor kinderen een belangrijke stap waarbij Voor 2024 en verder kijken we daarom of en hoe we de Fashioncheque willen continueren waarbij een van de mogelijkheden is om het bedrag te verhogen maar de doelgroep verder te verkleinen naar kinderen tussen bijvoorbeeld de 12 en 16 jaar.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    In 2022 kennen we ambtshalve of op aanvraag een Fashioncheque van € 25,- toe aan kinderen woonachtig in de gemeente het Hogeland die onder de doelgroep vallen.

  • .

    In 2023 kennen we ambtshalve of op aanvraag een Fashioncheque van € 50,- toe aan kinderen woonachtig in de gemeente het Hogeland die onder de doelgroep vallen.

     

Participatiefonds

Tot 1 juli 2022 heeft de gemeente het Participatiefonds. Dit was een van de oudere regelingen, bedoeld om inwoners de vrije keuze te geven aan welke sociaal- culturele activiteiten men deel wilde nemen. Met de komst van de MeedoenPas is besloten om het Participatiefonds te versoberen en/of aan te passen naar een voorziening in natura. Het blijkt niet mogelijk om met het op dit moment beschikbare budget een voorziening te realiseren in natura waar we de doelgroep mee kunnen bedienen. Dat betekent dat het Participatiefonds na 1 juli 2022 ophoudt te bestaan. Er kan tot 1 augustus 2022 een aanvraag ingediend worden voor het Participatiefonds.   

Volwassenen:

Alleenstaand: € 125,-

Samenwonend: € 75,-

Kinderen € 50,-

 

Individuele keuzebudget voor een aanbod in natura

Het coalitieakkoord zet in op het structureel verlagen van de vaste lasten van inwoners en de zelfredzaamheid van inwoners. Met lagere lasten houden inwoners meer over om van te participeren. De komende 1,5 jaar zetten wij het restant van de begrote middelen voor het Participatiefonds daarom in voor de aanpak energiearmoede. We gebruiken deze periode om een integrale afweging te maken over de wenselijkheid van een breed, digitaal platform waar minima, uit aanbod in natura kunnen kiezen.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Onderzoeken of een digitaal platform met een individueel budget in natura binnen de beschikbare of beschikbaar komende financiële middelen te realiseren is en of dit aansluit bij de behoeften van onze inwoners.

  • .

    Actief aansluiting bij de herijking van de cultuurvisie zoeken om te waarborgen dat iedereen mee moet kunnen doen aan cultuur.

In 2023 willen we een besluit nemen over een individueel keuzebudget voor een aanbod in natura.

 

Integrale aanpak mobiliteitsvoorziening

Om mee te kunnen doen in de samenleving is het noodzakelijk dat je van A naar B kunt komen. Nu worden er nog vanuit de verschillende doelgroepen gedacht die gebruik moeten maken van publiek vervoer. Zoals minima, re-integratie, ouderen, dagbesteding, school (leerlingenvervoer). Dit wordt uit verschillende potje gefinancierd met per doelgroep een eigen regeling of vervoerpas. Vanuit minima beleid hebben we in 2020 de MeedoenPas geïntroduceerd. Een voorziening waarmee inwoners in daluren gratis gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer in de Provincie Groningen.

Sommige inwoners kunnen niet of moeilijk reizen met het openbaar vervoer en andere inwoners zijn vanwege hun werktijden gebonden aan de fiets of auto omdat er geen openbaar vervoer rijdt op passende tijden. Niet voor iedereen is de MeedoenPas daarom een oplossing. We pleiten voor een integrale aanpak van vervoer voor diverse doelgroepen in samenhang met het OV te ontwikkelen. Noodzakelijk in een groot geografisch gebied, waar niet alle voorzieningen in de buurt zijn.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Een besluit nemen over het verlengen van de MeedoenPas voor de periode 2024 en verder.

  • .

    Voorkomen dat inwoners meerdere passen, abonnementen en vervoersvoorzieningen hebben door bijvoorbeeld:

    • .

      met Arriva afspraken maken over de technische mogelijkheden om meerdere producten op één pas te laden.

    • .

      gecombineerd vervoer te organiseren voor verschillende doelgroepen.

  • .

    Een netwerk van vervoersvoorzieningen in samenhang met het openbaar vervoer, publiek vervoer, vrijwilligers en andere voorzieningen opbouwen en onderhouden

In 2023 willen we dit afgerond hebben.

 

Armoedeplatform

Gemeenten doen veel werk op het gebied van voorkomen en bestrijden van armoede. Ook veel maatschappelijke organisaties, sociale ondernemers, vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven houden zich hiermee bezig. In veel gevallen werken we samen. Niet altijd. Dat hoeft ook niet. De sociale kracht van het Hogeland is sterk, er is bijvoorbeeld een rijk verenigingsleven. Waar inwoners zelf- of samenredzaam zijn juichen we dat toe.

Wel willen we waar het nodig is of gevraagd wordt de samenredzaamheid versterken. Het is daarbij wel belangrijk dat verwachtingen, visies en ambities duidelijk geformuleerd zijn. In het Hogeland hebben organisaties die zich inzetten voor inwoners die het om wat voor reden dan ook financieel moeilijk hebben zich verenigd in het Armoedeplatform. Het Armoedeplatform wordt aangestuurd door de Stichting Eigen Kracht Noord-Groningen.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    De doorontwikkeling van het Armoedeplatform faciliteren door samenwerking, overleg en verbinding te organiseren

  • .

    De gemeentelijke communicatiekanalen in te zetten ter promotie van het platform en haar activiteiten

  • .

    In de subsidieregeling armoede en minima een bedrag beschikbaar te stellen voor eenmalige activiteiten en projecten bijvoorbeeld ter promotie van organisaties, het versterken van de samenwerking en/of het vergroten van het bereik van organisaties.

Hier besteden we doorlopend aandacht aan.

 

Samen gezond en betaalbaar koken

De provincie Groningen en de gemeente Westerkwartier hebben de afgelopen twee jaren een onderzoeksproject uitgevoerd naar de verkleining van gezondheidsverschillen tussen sociaal economische groepen. Dit heeft geleid tot een kookboek waarin gezonde recepten staan met producten die vaak bij de Voedselbank verkrijgbaar zijn. Dit kookboek wordt regionaal beschikbaar gesteld.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Samen met de Voedselbank het Hogeland, de Voedseltuin en de Taalhuizen een project opzetten rondom samen gezond koken, waarin er aandacht is voor:

    • .

      Recepten lezen

    • .

      Workshops koken met ‘onbekende en seizoensproducten’

Dit project voeren we in de tweede helft van 2022 uit en wordt gefinancierd uit de GIDS-middelen.

 

3.4 Maatwerk 

Het leveren van maatwerk betekent vooral iets voor onze eigen organisatie. Het betekent dat we nog meer dan we al doen moeten kijken naar wat de inwoner nodig heeft. Hierbij laten we ons niet leiden door de schotten van wetten of begrotingen. Het maatwerkbudget (Ruimtebudget) dat we sinds 2019 hebben is hier een voorbeeld van. Een groot deel van de acties die in paragraaf 3.2 ‘Randvoorwaardelijk’ staan dragen bij aan maatwerk. Zonder integraliteit, inzicht in de doelgroep, risicofactoren en het brede aanbod van de gemeente in kaart te brengen is er geen maatwerk mogelijk.

 

Opstellen persona’s om de armoedeval in kaart te brengen

Armoedeval betekent dat ontvangers van een uitkering die aan het werk gaan, financieel niet beter af zijn maar er op achteruit gaan. Het betreft vaak bijstandsgerechtigden die net iets meer (kunnen) verdienen dan het bijstandsniveau. Dat komt omdat zij andere toeslagen en vormen van inkomensondersteuning kwijt raken.

Mensen die al jarenlang van een laag inkomen leven, kunnen zich geen inkomensachteruitgang permitteren. Uit onderzoek weten we dat het hanteren van dezelfde inkomensgrens voor diverse regelingen de armoedeval kan vergroten wanneer inwoners aan het werk gaan. Vooral echtparen met kinderen en alleenstaanden zijn vatbaar voor de armoedeval. De inkomensgrens in het Hogeland ligt voor vrijwel alle regelingen en de bijzondere bijstand op 120%.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    De armoedeval in kaart brengen voor inwoners met een bijstandsuitkering die uitstromen naar werk, eventueel via een Minima Effect Rapportage.

Dit willen we in 2023 afgerond hebben.

 

3.5 Life-events

Ingrijpende gebeurtenissen in het leven van mensen, zoals werkloosheid, overlijden en scheiding, maar ook het uit huis gaan van een kind of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en het bereiken van de leeftijd van 18 of 21 bij inwonende kinderen, brengen een versterkt risico op armoede en schulden met zich mee. Deze gebeurtenissen kunnen er voor zorgen dat iemand opeens (veel) minder te besteden heeft. Uit oogpunt van zowel activering als preventie willen we onze inwoners ondersteunen bij deze ‘life-events’.

 

Aanbod sport en cultuur tot 21 jaar

Deelname een sport- en cultuurlessen vinden wij belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. We weten dat het voor jongeren die 18 worden lastig is of kan zijn om deze kosten zelf te moeten dragen. Dat betekent dat zij soms moeten stoppen met bijvoorbeeld voetbal of orkest en daarmee een gedeelte van hun netwerk kwijt raken in een vormende periode.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Samen met Stichting Leergeld de (financiële) impact onderzoeken van het verhogen van de leeftijdsgrens naar 21 voor het kindpakket.

     

Ontwikkelen kaart 18- / 18+

Wanneer een inwoner bijna 18 wordt, stuurt de Rijksoverheid informatie toe met alles waar je aan moet denken, zoals het aanvragen van zorgtoeslag en dergelijke. Van onze inwoners horen wij dat deze informatie te laat komt. De informatie over gemeentelijke regelingen staat bovendien niet op de kaart, maar is ook van invloed op de financiële situatie in het huishouden. Bijvoorbeeld door het wegvallen van de ondersteuning van het Jeugdsportfonds en Stichting Leergeld.

 

Wat gaan we doen?

  • .

    Een kaart ontwikkelen met gemeentelijke informatie over de impact van het bereiken van de 18-jarige leeftijd op financieel gebied, maar ook met informatie over het inschrijven bij lokale woningcorporaties en zorgvoorzieningen.

     

4. Financiën 

In dit uitvoeringsplan is zoveel mogelijk toegewerkt naar een optimale verdeling van het budget over de inwoners die, vanwege financiële redenen, ondersteuning nodig hebben. We hebben hierbij de wensen van inwoners (via de Adviesraad Het Hogeland en het klanttevredenheidsonderzoek) en maatschappelijke partners zoveel mogelijk meegenomen.

 

Stelpost energie

Het Participatiefonds komt met ingang van 1 juli 2022 te vervallen. De voor dit onderdeel begrootte middelen worden tijdelijk op een stelpost gezet om toegevoegd te kunnen worden aan de integrale opgave energiearmoede.

 

Verdeling budget 2022 en verder

Een groot gedeelte van het door de Raad toegekende budget ligt ‘vast’ vanwege meerjarige contracten (MeedoenPas) of structurele aanspraken op subsidie. Er ligt nog een taakstelling op de bijzondere bijstand en het is nog niet duidelijk of er toereikende middelen zijn voor de implementatie van de Wet vroegsignalering.

We hebben daarom ervoor gekozen om géén nieuwe aspecten toe te voegen aan ons beleid en niet om extra middelen te vragen maar ons te focussen op het in kaart brengen van de inwoner en zijn/haar behoeften. De komende periode neemt het college besluiten over onder andere:

  • .

    De subsidieregeling minima en armoede

  • .

    De implementatie van de wet vroegsignalering

  • .

    De taakstelling op de bijzondere bijstand

  • .

    De collectieve ziektekostenverzekering en het gericht ondersteunen van inwoners met een hoge zorgvraag.

Deze besluiten zijn van invloed op de verdeling en beschikbaarheid van financiële middelen. De in de begroting beschikbare middelen worden in 2022 en 2023 als volgt ingezet. Afhankelijk van de door het College genomen keuzes kan het budget minima er vanaf 2024 en verder als volgt uit komen te zien:

  • 2022

    2023

    2024

    2025

    Participatiefonds / voorziening in natura

    150.000

    250.000

    250.000

    Stelpost energiearmoede

    51.250

    101.250

    Meedoen Pas

    279.250

    290.650

    300.000

    300.000

    Subsidies Sociale Partners

    363.000

    351.600

    250.000

    250.000

    Collectieve Ziektekostenverzekering

    90.000

    90.000

    0

    0

    Compensatie eigen risico/

    98500

    98500

    50000

    50000

    Aanvullende Zorgverzekering

    10000

    10000

    48000

    48000

    Eigen bijdrage WMO

    50000

    50000

    Ruimtebudget

    25.000

    25.000

    25.000

    25.000

    Beleidsbudget

    Pm

    pm

    15.000

    15.000

Eventuele onderbesteding op de post Subsidies Sociale Partners in 2022 en 2023 in verband met lagere subsidieaanvragen dan begroot kan worden ingezet, voor het opvangen van de indexering op het contract voor de MeedoenPas en/of om flexibel in te kunnen springen op de verminderende koopkracht van een steeds groter wordende groep Hogelanders. Pilots rondom het gratis bellen of het project om de zelfredzaamheid van inwoners rond het kiezen van een zorgverzekering te vergroten kunnen hier ook mee bekostigd worden.

Uitsplitsing Subsidies Sociale Partners in 2022 en 2023 op basis van toegekende en aangevraagde subsidiebedragen:

  • 2022

    2023

    Fashioncheque

    25.000

    40.000

    printkosten

    1.400

    1.400

    klanttevredenheidsonderzoek

    5.000

    5.000

    Aanvragen subsidiepartners

    Humanitas thuisadministratie

    14.685

    9.500

    Jeugdsportfonds

    52.000

    52.000 (nog niet ontvangen)

    SUN

    8.615

    8.642

    Voedselbank

    20.000

    20.000

    Voedseltuin

    20.000

    20.000

    Stichting Eigen Kracht

    1.500

    1.500

    Stichting Present

    12.000

    12.000

    Stichting Leergeld

    127.000

    115.000

    Computerbank

    2.500

    2.500

    Kledingbank Maxima

    17.571

    18.011

    budgetmaatjes Mensenwerk

    11.507

    12.042

    Speelgoedbank

    4.500

    5.000

    Voorlopig subtotaal

    323.278

    322.595

    Begroting

    363.000

    351.600

    Beschikbaar

    39.722

    29.005

[1] Zie bijlage 1 voor een nadere specificatie van de huishoudens. Bron CBS: Statline

[2] In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van het bereik van de regelingen in 2021.

 

Winsum, 27 juni 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland,

H.J. Bolding, burgemeester

P.P.M van Vilsteren, secretaris

Bijlage 1 Inzicht in de doelgroep

Om zicht te krijgen op het bereik van onze regelingen en de cijfers uit het beleidsplan 2020-2024 nader te duiden zijn bij het Gegevenshuis en het CBS een aantal kerncijfers opgevraagd. Onderstaande figuren laten zien wie in het Hogeland (met peildatum 1 januari 2020) de doelgroep van het minimabeleid is.

Uit bovenstaande figuur blijkt dat het merendeel van onze doelgroep (inwoners met een inkomen t/m 120%) een eenpersoons huishouden is. Met name de groep inwoners die langere tijd moet rondkomen van een laag inkomen is grotendeels alleenstaand (72%).

Wanneer we kijken naar de achtergrond van onze huishoudens met een (tijdelijk) laag inkomen zien we dat het voornamelijk huishoudens zijn zonder migratieachtergrond. Naarmate huishoudens langer met een laag inkomen moeten rondkomen zien we dat het aandeel huishoudens met een migratieachtergrond toeneemt.

Het is om te bepalen hoe wij onze communicatie in kunnen of moeten zetten om het bereik te vergroten en/of om te bepalen wat voor type regelingen er nodig zijn ter ondersteuning interessant om naar het inkomen van huishoudens te kijken. We zien dat in het Hogeland een groot deel van onze doelgroep een pensioen heeft. Dat betekent dat er veel ouderen rond komen van een laag inkomen. We weten ook dat deze doelgroep vaak niet of laat aan de bel trekt. Relatief weinig huishoudens hebben een bijstandsuitkering. Dat betekent dat we het grootste deel van onze doelgroep buiten de reguliere gemeentelijke kanalen moeten zoeken.

Dat er veel ouderen met een laag inkomen woonachtig zijn in het Hogeland zien we ook terug in bovenstaande figuur. Met name huishoudens die langere tijd rond moeten komen van een inkomen t/m 120% zijn grotendeels 65 jaar of ouder. Dit is zorgelijk omdat deze doelgroep niet of weinig mogelijkheden meer heeft om het inkomen te vergroten. Wat niet is meegenomen in deze cijfers is het vermogen van huishoudens. In een verdiepende analyse wordt hier nader naar gekeken.

De gemeente zet zich in op het voorkomen van armoede bij kinderen. Het is dan noodzakelijk om te weten in wat voor huishoudens kinderen zich bevinden om de communicatie en regelingen hierop af te kunnen stemmen. Iets meer dan de helft van de kinderen zijn te vinden in een gezin met een bijstandsuitkering, deze zijn relatief makkelijk te bereiken. Voor de overige 400 kinderen geldt dat niet. Stichting Leergeld en Jeugdfonds Sport en Cultuur ondersteunen jaarlijks ongeveer 650 kinderen. Dat betekent dat we nog niet iedereen in beeld hebben.

 

Bijlage 2 Bereik gemeentelijke regelingen

In onderstaande tabel is kort weergegeven wat het bereik van een bepaalde regeling is. Op grond van deze cijfers kunnen geen harde conclusies getrokken worden. De cijfers zijn momentopnames en niet alle voorzieningen staan op eenzelfde manier geregistreerd. Dit maakt dat we niet kunnen zeggen hoeveel inwoners we bereiken met onze minimaregelingen.

In onderstaande tabel is het bereik weergegeven van organisaties die de afgelopen jaren subsidie hebben ontvangen van de gemeente ter ondersteuning van de doelgroep die het financieel (tijdelijk) moeilijk heeft.

 

Bijlage 3 Totaaloverzicht ondersteuning minima 2022-2023

Structureel

Inkomen t/m 120%

Kinderen 0-18

 

  • 1.

    Kindpakket (+/- € 250 per kind beschikbaar)

    • 1.

      Startpakket onderwijs (vanaf groep 7)

      • 1.

        Fiets, laptop, schoolspullen.

    • 2.

      Vergoeding zwemdiploma A en B

    • 3.

      Vergoeding zwemabonnementen

    • 4.

      Sportabonnementen of sportkleding

    • 5.

      Cultuurabonnementen

    • 6.

      Huiswerktraining

    • 7.

       

  • 1.

    MeedoenPas (vanaf 12 jaar)

  • 2.

    Fashioncheque

    • 1.

      2022: € 25,-

    • 2.

      2023: € 50,-  

Volwassenen

  • 1.

    MeedoenPas

  • 2.

    Collectieve ziektekostenverzekering

  • 3.

    Compensatie eigen risico (265,- in het derde jaar dat het eigen risico is verbruikt)

  • 4.

    Aanvullende verzekering Niet Menzis

Incidenteel

Kinderen 0-21

  • 1.

    Aanbod extra uitjes in natura via Stichting Leergeld

  • 2.

    Pilot Kindpakket verlengen tot 21 jaar

Volwassenen

  • 1.

    Energietoeslag

  • 2.

    Aanpak energiearmoede, bijdrage in natura

Overige inkomensondersteunende regelingen

Volwassenen

  • 1.

    Kwijtschelding gemeentelijk belastingen (inkomen 100% bijstandsnorm)

  • 2.

    Individuele inkomenstoeslag (3 jaar inkomen op 105% bijstandsnorm)

  • 3.

    Individuele studietoeslag

  • 4.

    Bijzondere Bijstand (120% bijstandsnorm)

Gesubsidieerde instellingen / projecten 2022 - 2023

  • 1.

    Voedselbank

  • 2.

    Kledingbank Maxima

  • 3.

    Stichting Urgente Noden

  • 4.

    Voedseltuin

  • 5.

    Stichting Present

  • 6.

    Humanitas Thuisadministratie

  • 7.

    Budgetmaatjes Mensenwerk het Hogeland

  • 8.

    Stichting Eigen Kracht

  • 9.

    Computerbank

  • 10.

    Speelgoedbank SAM

Bijlage 4 Overzicht acties

Actie

Prioriteit

Deadline

Rand voorwaardelijk

Integraal werken

Hoog

Inzicht in de doelgroep, behoefte, gebruik van de regelingen

Hoog

2023

Indicatoren ontwikkelen

Hoog

2022

Inventarisatie voorliggend veld, algemene voorzieningen en gesubsidieerde organisaties

Hoog

2022

Onderzoek taakstelling bijzondere bijstand

Hoog

2022

Implementatie vroegsignalering schulden

Hoog

2022

Zelfredzaamheid

Communicatie in- en extern

Hoog

Verbeteren dienstverlening

Hoog

Ondersteuning inwoners met een hoge zorgvraag

Hoog

2022

Integrale aanpak energiearmoede

Hoog

2023

Kansen voor Kinderen

2022

Project kwijtschelding en aangifte inkomstenbelasting

2023

Pilot gratis bellen naar instanties

2022

Participatie

Participatie voor kinderen (extra)

Hoog

2022

Fashioncheque

2023

Individueel keuzebudget voor een aanbod in natura

2023

Integrale aanpak mobiliteitsvoorziening

Hoog

2023

Armoedeplatform

Samen gezond en betaalbaar koken

2022

Maatwerk

Opstellen persona’s om de armoedeval in kaart te brengen

Hoog

2023

Life-events

Aanbod Sport en cultuur tot 21 jaar

2023

Ontwikkelen kaart 18- / 18+

2022

Deze tabel geeft alle acties weer die in 2022 en 2023 worden uitgevoerd. Reguliere werkzaamheden zijn hierin niet meegenomen tenzij zij belangrijk zijn voor bijvoorbeeld de transformatie Sociaal Domein.

Dit uitvoeringsplan blijf binnen de kaders van het vastgestelde beleid. Vanwege de ontwikkelingen rondom de energietoeslag, de inflatie en de transformatie Sociaal Domein is veel in beweging en daarmee onzeker. Ook de impact die dit heeft op de personele capaciteit.

Er is in overleg met collega’s daarom een prioritering in werkzaamheden aangebracht. Reguliere werkzaamheden, veranderingen in de organisatie en urgente vraagstukken maken het mogelijk dat acties niet uitgevoerd kunnen worden.

Voor een deel van de acties is extra capaciteit en/of budget nodig om deze tot uitvoer te brengen. Het college zal hier afzonderlijk over beslissen. Waar dit van toepassing is dit in het uitvoeringsplan opgenomen.