Artikel 1: Begripsbepalingen
- a.
Aanvraag: verzoek om in aanmerking te komen voor een toeslag voor duurzame en toekomstbestendige onderwijshuisvesting;
- b.
Aanvrager: het bevoegd gezag dat een aanvraag indient;
- c.
College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren;
- d.
Bevoegd gezag: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school, die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente;
- e.
School:
- 1.
School voor basisonderwijs: basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;
- 2.
School voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs als bedoeld in de artikelen 1, 2 en 5 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- f.
Verordening: Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2022 gemeente De Fryske Marren;
- g.
Voorziening: voorzieningen in de huisvesting als bedoeld in artikel 2 van de Verordening;
- h.
Renovatie: een levensduur verlengende renovatie waardoor de levensduur van het gebouw met ten minste 25 jaar wordt verlengd;
- i.
IHP: Integraal Huisvestingsplan;
- j.
Duurzaamheidsmaatregel: fysieke maatregel in of aan een schoolgebouw die leidt tot vermindering van de CO2-uitstoot. Bijvoorbeeld: thermische isolatie van de schil van het gebouw (isolatie van dak, vloer, gevel, ramen/kozijnen), groen dak, zonnepanelen, LED-verlichting, warmtepomp, warmte-koude opslag;
- k.
Kwaliteitsniveau toekomstbestendig: het geheel van aanvullende kwaliteitseisen, bovenop het wettelijk minimale niveau van een gebouw, welke is onderverdeeld in kwaliteitsthema’s: duurzaamheid, Frisse Scholen, energie neutraal, exploitatie, ICT, kwaliteit buitenruimte en overige kwaliteitseisen;
- l.
BENG: bijna energie neutrale gebouwen;
- m.
ENG: energie neutraal gebouw;
- n.
Artikel 2: Criteria
- a.
De toeslag kan alleen aangevraagd en toegekend worden in combinatie met een aanvraag van een voorziening voor (vervangende) nieuwbouw of levensduur verlengende renovatie zoals genoemd in artikel 2 onder a lid 1 Verordening of levensduur verlengende renovatie zoals beschreven in het IHP;
- b.
De toeslag voor duurzame en toekomstbestendige onderwijshuisvesting is bedoeld voor fysieke maatregelen in of aan een schoolgebouw die leiden tot vermindering van de CO2-uitstoot. Bijvoorbeeld: thermische isolatie van de schil van het gebouw (isolatie van dak, vloer, gevel, ramen/kozijnen), groen dak, zonnepanelen, LED-verlichting, warmtepomp, warmte-koude opslag;
- c.
Het nieuwe/gerenoveerde schoolgebouw moet voldoen aan het op dat moment geldende Bouwbesluit en wordt minimaal volgens BENG gebouwd. Hiervoor geldt de normvergoeding berekend op basis van de Verordening;
- d.
De toeslag is bedoeld voor investeringen bovenop de eisen uit het Bouwbesluit en BENG. Met de toeslag worden duurzaamheidsmaatregelen gerealiseerd die bijdragen aan ENG of NOM;
- e.
Het is aantoonbaar waarvoor de toeslag wordt ingezet en wat de verwachtte opbrengst is in relatie tot de doelen uit het Klimaatakkoord;
- f.
De maximale toeslag per m2 voor het primair onderwijs is 60% van het verschil tussen het VNG-adviesbedrag (€ 2.700) en het kwaliteitsniveau toekomstbestendig (€ 3.213) uit het Kwaliteitskader Huisvesting van de VNG. Dat komt neer op € 308 per m2 (prijspeil 2022);
- g.
De maximale toeslag per m2 voor het voortgezet onderwijs is 60% van het verschil tussen het VNG-adviesbedrag (€ 2.481) en het kwaliteitsniveau toekomstbestendig (€ 2.807) uit het Kwaliteitskader Huisvesting van de VNG. Dat komt neer op € 195 per m2 (prijspeil 2022);
- h.
Het bevoegd gezag investeert zelf, aantoonbaar, de overige 40% in duurzaamheidsmaatregelen.
Artikel 3: Indexering
De bedragen, zoals genoemd in artikel 2 lid f en g, worden jaarlijks geïndexeerd volgens de systematiek van de prijsbijstelling van de normbedragen onderwijshuisvesting, vastgelegd in bijlage IV deel B van de Verordening.
Artikel 4: De aanvraag
- a.
De aanvraag voor de toeslag voor duurzame en toekomstbestendige onderwijshuisvesting moet uiterlijk 31 januari van het jaar, waarin de aanvraag van de bijbehorende onderwijshuisvestingsvoorziening wordt behandeld, zijn ontvangen;
- b.
Aanvragen die na deze datum worden ontvangen, neemt het college niet in behandeling;
- c.
Per school wordt een aanvraag ingediend;
- d.
In de aanvraag staan de volgende gegevens:
- 1.
De naam en het adres van de aanvrager;
- 2.
- 3.
De naam van de school en, als dit van toepassing is, het gebouw waarvoor de voorziening is bestemd;
- 4.
Een beschrijving van de gewenste duurzaamheidsmaatregelen;
- 5.
Een onderbouwing van de per maatregel verwachte milieuwinst ten opzichte van de eisen uit het Bouwbesluit en de doelen uit de Europese Klimaatwet (in minder kg CO2 uitstoot per jaar);
- 6.
Een begroting onderbouwd met offertes;
- 7.
Het bedrag dat het schoolbestuur zelf investeert;
- 8.
De geplande datum van uitvoering van de werkzaamheden;
- 9.
Ondertekening door het bevoegd gezag.
- e.
Het college stelt de aanvrager voor 15 februari, van het jaar waarin de aanvraag van de bijbehorende onderwijshuisvestingsvoorziening wordt behandeld, schriftelijk op de hoogte als gegevens als bedoeld in lid d ontbreken. De aanvrager heeft tot 15 maart, van datzelfde jaar, de gelegenheid de ontbrekende gegevens aan te vullen. Als dit niet gebeurt, neemt het college de aanvraag niet in behandeling.
Artikel 5: Opgave ingediende aanvragen
Het college verstrekt aan de bevoegde gezagsorganen voor 15 mei, van datzelfde jaar, een opgave van de aanvragen die overeenkomstig deze beleidsregel zijn ingediend en geeft daarbij aan welke niet in behandeling worden genomen.
Artikel 6: Weigeringsgronden
Het college kan een aanvraag voor een Toeslag voor duurzame en toekomstbestendige onderwijshuisvesting weigeren als er redenen bestaan om aan te nemen dat:
- a.
De investering in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;
- b.
De aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor een bijdrage in de investeringen in aanmerking te komen;
- c.
De te treffen voorzieningen en/of maatregelen behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager;
- d.
De voorzieningen en/of maatregelen niet of onvoldoende passen in het beleid van de gemeente;
- e.
De gevraagde onderwijshuisvestingsvoorziening, waarvoor de toeslag wordt aangevraagd, wordt afgewezen.
Artikel 7: Uitvoering
- a.
De duurzaamheidsmaatregelen worden gelijktijdig met de (vervangende) nieuwbouw of levensduur verlengende renovatie uitgevoerd;
- b.
Uitvoering vindt plaats overeenkomstig paragraaf 2.3 en 2.4 van de Verordening.
Artikel 8: Overgangsregeling
- a.
Voor nog uit te voeren goedgekeurde voorzieningen geldt de mogelijkheid om voor 1 september 2022 een aanvraag voor de toeslag voor duurzame en toekomstbestendige huisvesting met terugwerkende kracht in te dienen;
- b.
Voor aangevraagde voorzieningen voor het programma 2023 geldt de mogelijkheid om voor 1 september 2022 een aanvraag voor de toeslag voor duurzame en toekomstbestendige huisvesting met terugwerkende kracht in te dienen;
- c.
Het college stelt de aanvrager voor 15 september 2022 schriftelijk op de hoogte als gegevens als bedoeld in artikel 4 lid d ontbreken. De aanvrager heeft tot 15 oktober 2022 de gelegenheid de ontbrekende gegevens aan te vullen. Als dit niet gebeurt, neemt het college de aanvraag niet in behandeling;
- d.
Het college verstrekt aan de bevoegde gezagsorganen voor 31 december 2022 een opgave van de aanvragen die overeenkomstig deze beleidsregel zijn ingediend en geeft daarbij aan welke niet in behandeling worden genomen.
Artikel 9: Slotbepalingen
- a.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: “Beleidsregel Toeslag voor duurzame en toekomstbestendige onderwijshuisvesting“;
- b.
In de gevallen waarin deze beleidsregel ten aanzien van de te treffen voorzieningen en/of maatregelen niet voorziet, is het bepaalde in de Verordening onverminderd van toepassing;
- c.
Voor de overige gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet beslist het college;
- d.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.