Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sluis

Beleidsregels aanleggen uitweg gemeente Sluis

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels aanleggen uitweg gemeente Sluis
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR397155

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2015nieuwe regeling

01-01-2015

gmb-2022-322020

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels aanleggen uitweg gemeente Sluis

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    APV: Algemene plaatselijke verordening gemeente Sluis

  • b.

    Bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan het college van Gedeputeerde Staten de grenzen heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet;

  • c.

    Breedte: bij de breedte van een uitweg wordt in deze regels de effectieve breedte bedoeld, welke uitmondt op de rijbaan;

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis;

  • e.

    Uitweg: een uitweg is een verbinding tussen particuliere percelen en de openbare weg.

  • f.

    Met "uitwegen" worden in deze notitie ook "in- en uitritten", "opritten" evenals de verbreding van "uitwegen", "inritten" en "opritten" bedoeld;

  • g.

    Weg: een weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet.

Artikel 2 lndieningsvereisten

  • 1.

    Een melding voor het maken of veranderen van een uitweg wordt ingediend middels een meldingsformulier;

  • 2.

    De melding en eventuele bijlagen bevatten in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de naam en het adres van de melder;

  • b.

    de naam en adres van de eigenaar van het perceel waar de uitweg is voorzien;

  • c.

    de dagtekening van de melding;

  • d.

    een situatieschets en foto van de gewenste uitweg;

  • e.

    de afmeting in lengte en breedte van de uitweg;

  • f.

    het type verkeer waarvoor de uitweg geschikt dient te zijn;

  • g.

    of ter realisatie van de uitweg één of meer van de volgende werkzaamheden noodzakelijk zijn:

  • het kappen van bomen;

  • het (ver)plaatsen van afwateringskolken;

  • het ruimen of verplaatsen van groenvoorzieningen;

  • het (gedeeltelijk) dempen van een watergang of sloot;

  • het plaatsen van een duiker;

  • het verplaatsen van een lichtmast, verkeersbord, nutsvoorzieningen of ander straatmeubilair.

  • 3.

    Bij nieuw- of verbouw dient de melding tegelijkertijd ingediend te worden met de aanvraag om omgevingsvergunning voor de nieuw- of verbouw.

Hoofdstuk 2. Algemene voorschriften

Artikel 3 Algemene bepalingen

  • 1.

    De aanleg van een nieuwe uitweg en de verandering van een bestaande uitweg wordt toegestaan onder de volgende voorschriften:

  • a.

    Er mag geen sprake zijn van strijdigheid met het vigerende bestemmingsplan van zowel de private als de openbare ruimte.

  • b.

    Een uitweg komt altijd op de openbare weg uit. Het verlaten of indraaien van een uitweg zal het begin of het eind zijn van actief deelnemen aan het verkeer.

  • c.

    Uit het oogpunt van verkeersveiligheid is maar één uitweg per perceel toegestaan.

  • d.

    De gewenste uitweg ten behoeve van een woning mag worden gerealiseerd mits de uitweg niet breder wordt dan 3.00 meter gemeten langs de openbare weg. Verbreding tot maximaal 6.00 meter is mogelijk in uitzonderlijke gevallen. Een voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van een dubbele garage. Als er sprake is van een uitzonderlijk geval, dan moet dat in de melding beargumenteerd worden. Dit wordt per geval getoetst.

  • e.

    Een dubbele uitweg ten behoeve van twee woningen mag worden gerealiseerd mits de uitweg niet breder wordt dan 6.00 meter. Het samenvoegen van twee naast elkaar gelegen maar aparte uitwegen tot één uitweg is dus alleen mogelijk indien de totale breedte van de (gezamenlijke) uitweg maximaal 6.00 meter bedraagt.

  • f.

    De gewenste uitweg ten behoeve van een niet in een (voormalige) woning gevestigd bedrijf is niet breder dan 7.00 meter.

  • g.

    De gewenste uitweg ten behoeve van een in een (voormalige) woning gevestigd bedrijf is niet breder dan 3.00 meter.

  • h.

    De gewenste uitweg op een bedrijventerrein is niet breder dan 12 meter.

  • i.

    De gewenste uitweg van een niet bebouwd perceel is niet breder dan 3.00 meter.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen meerdere uitwegen per perceel worden aangelegd wanneer er uit verkeerskundig oogpunt geen bezwaar is tegen de aanleg van de uitweg, en:

  • a.

    het betreft uitwegen ten behoeve van de ontsluiting van percelen van bedrijven of grote wooncomplexen waarbij de verkeersdruk op het betrokken perceel beduidend hoger is dan op een perceel met een enkele woning;

  • b.

    één uitweg problemen geeft voor de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling op het of nadelen heeft voor de bedrijfsvoering.

Artikel 4 Bepalingen over een veilig en doelmatig gebruik van de weg

  • 1.

    De uitweg is gelegen op een afstand van 5 meter van een kruispunt, rotonde, splitsing van wegen, opstelstroken dan wel voorsorteervakken.

  • 2.

    De uitweg is gelegen op een afstand van 5 meter van een voetganger- of fietsoversteekplaats;

  • 3.

    De uitweg is gelegen op een afstand van 5 meter van een plaats waar bromfietsers op de rijbaan worden geleid;

  • 4.

    De uitweg ligt niet ter hoogte van en over de lengte van op de rijbaan aangebrachte opstelstroken c.q. voorsorteervakken.

  • 5.

    De uitweg belemmert het zicht niet.

  • 6.

    De uitweg sluit niet aan op een gebiedsontsluitingsweg.

  • 7.

    Door de aanleg van de uitweg mogen er geen onoverzichtelijke en/of onveilige situaties ontstaan.

  • 8.

    Door de aanleg van de uitweg behoeft geen verlichting of bebording te worden verplaatst hetgeen uit oogpunt van een veilig gebruik van de weg niet verantwoord is.

  • 9.

    De aanleg van de uitweg belemmert de verkeersdoorstroming niet.

  • 10.

    De aanleg van de uitweg gaat, in beginsel, niet ten koste van een openbare parkeerplaats.

Artikel 5 Bepalingen aangaande de groenvoorzieningen in de gemeente

  • 1.

    Een uitweg wordt niet aangelegd indien hiervoor bomen gekapt moeten worden die zijn opgenomen in de lijst met waardevolle en monumentale bomen en/of er van gemeentewege aangelegd (afschermend) groen moet worden verwijderd;

  • 2.

    De verharding van de uitweg is op meer dan twee meter afstand van de stamvoet van een boom (met een diameter van tenminste 10 cm) geprojecteerd.

Artikel 6 Tijdelijke uitwegen

  • 1.

    Een tijdelijke uitweg kan worden aangelegd in geval er op het perceel tijdelijk extra werkzaamheden worden verricht, zoals verbouwingen.

  • 2.

    Een tijdelijke uitweg heeft, na de aanleg ervan, een gebruiksduur van korter dan een jaar. Zodra de werkzaamheden waarvoor de tijdelijke uitweg is aangelegd zijn beëindigd, moet de tijdelijke uitweg verwijderd worden en blijven.

Hoofdstuk 3. Eigendom gemeente

Artikel 7 Aanleg, materialen en onderhoud

De aanleg van het deel van de uitweg dat zich op gemeentegrond bevindt, vindt plaats door of namens het college. Het college bepaalt welke materialen gebruikt (moeten) worden, waarbij zoveel mogelijk aansluiting bij de omliggende materiaalsoorten wordt gezocht.

Artikel 8 Kosten

  • 1.

    Alle kosten die gepaard gaan met de aanleg, verandering of verwijdering van de uitweg komen voor rekening van degene die melding heeft gemaakt van de voorgenomen aanleg van een uitrit.

  • 2.

    Onder die kosten vallen in ieder geval de kosten voor:

  • a.

    het verplaatsen van kolken, verlichting, bebording, nutsvoorzieningen of andere zaken;

  • b.

    de compensatie van vervallen openbare parkeerplaatsen en openbaar groen;

  • c.

    het aanleggen, wijzigen of veranderen van het deel van de uitweg dat zich op gemeentegrond bevindt;

  • d.

    het plaatsen, wijzigen of verwijderen van een duiker;

  • e.

    het schoonhouden en het bouwkundig onderhoud van de duiker;

  • f.

    het onderhoud van de uitweg.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 9 Termijn uitvoeren werkzaamheden

Met de uitvoering van de feitelijke werkzaamheden wordt in ieder geval gewacht totdat vier weken na ontvangst van de melding zijn verstreken en gebleken is dat de melding in overeenstemming met artikel 2 is ingediend en voldoet aan de vereisten welke zijn gesteld in deze beleidsregels en derhalve als ontvankelijk aan te merken is. Melder ontvangt vervolgens van het college een overzicht van de kosten welke het aanleggen van de uitweg met zich meebrengt, zodat melder weet welke financiële verplichting op hem rust. Melder dient zich voor aanleg van de uitweg schriftelijk akkoord te verklaren met deze financiële verplichting middels de bij deze beleidsregels gevoegde akkoordverklaring, waarna de uitweg van gemeentewege aangelegd zal worden.

Artikel 10 Mogelijkheden om af te wijken van de gestelde beleidsregels

In die gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar ons oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, kan ten gunste van de melder daarvan worden afgeweken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels aanleggen uitweg gemeente Sluis".