Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Voucherregeling investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoetwater

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVoucherregeling investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoetwater
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2013

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-2023Wijziging regeling

21-02-2023

gmb-2023-92522

15-07-202203-02-2023Nieuwe regeling

12-07-2022

gmb-2022-320939

Tekst van de regeling

Intitulé

Voucherregeling investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoetwater

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Schouwen-Duiveland en artikel 28 Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV);

 

Overwegende dat het wenselijk is de innovatiekracht van agrariërs in Schouwen-Duiveland op te schalen en private investeringskracht te bevorderen en daartoe uitvoeringsregels vast te stellen voor de subsidiëring van agrarische ondernemingen en/of consortia van partijen met een agrarische onderneming als penvoerder;

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen de volgende uitvoeringsregeling: Voucherregeling investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoetwater.

Artikel 1 Algemene bepalingen

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. agrarische onderneming: een rechtspersoon, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap, een maatschap of een eenmanszaak die kan worden aangemerkt als een MKB onderneming in de zin van bijlage 1 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV);

b. prestatieafspraak: één of meerdere activiteiten geformuleerd in de subsidieverstrekking, die dienen te

worden gerealiseerd om in aanmerking te komen voor subsidie;

c. prestatiebewijs: een op basis van dit besluit dan wel in de subsidieverlening als zodanig aangeduid

geheel van bewijsmiddelen waarmee onweerlegbaar wordt aangetoond dat de prestatieafspraak is

gerealiseerd;

d. innovatie: technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, productieproces of dienst;

e. financiële verantwoording: een verantwoording over de werkelijke kosten en opbrengsten, die direct

gerelateerd zijn aan de te subsidiëren activiteit en die zijn afgezet tegen de begrote kosten en

opbrengsten;

f. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland;

g. consortium: een (tijdelijke) samenwerking tussen een aantal ondernemingen om een bepaald project te realiseren. De samenwerking moet blijken uit een samenwerkingsovereenkomst;

h. (investering)voucher: een financiële bijdrage als tegemoetkoming voor investeringen in innovatie van

zoetwaterbeschikbaarheid;

i. (subsidie)aanvraag: verzoek aan het college van burgemeester en wethouders om subsidie;

j. subsidie: subsidie exclusief BTW, in de vorm van een eenmalige aanspraak op financiële middelen, verleend voor een eenmalig project van een subsidieaanvrager ten behoeve van de gedeeltelijke dekking van de begroting van dat project;

j. subsidiebesluit: beslissing van het college op een subsidieaanvraag.

 

Artikel 2 Doelstelling en doelgroep

 

Het doel van de regeling is om uitvoering van innovatieve projecten op het gebied van zoetwaterbeschikbaarheid en bodemverbetering op Schouwen-Duiveland mogelijk te maken.

De voucherregeling is bestemd voor de volgende doelgroepen:

• Agrarische onderneming gevestigd op Schouwen-Duiveland (individueel);

• Consortium van twee of meer partijen met tenminste één agrarische onderneming uit Schouwen-Duiveland. Alleen de agrarische onderneming of een gemandateerd intermediair is bevoegd om namens een consortium een aanvraag in te dienen.

 

Artikel 3 Subsidieperiode en subsidieplafond

 

a. Het aanvragen van subsidie is mogelijk vanaf 15 juli 2022;

b. De projectkosten voor onderdeel 1 zijn voor maximaal één jaar subsidiabel en voor onderdeel 2 maximaal twee jaar nadat de beschikking is verleend;

c. De uiterste aanvraagdatum is 30 juni 2023 of eerder, te weten op de dag dat het subsidieplafond wordt

bereikt. Het college kan deze datum met inachtneming van het subsidieplafond aanpassen.

d. Voor onderdeel 1A van de voucherregeling kan max. € 10.000 subsidie aangevraagd worden voor:

- Inkopen van advies of kennis bij kennisinstellingen, adviesbureaus of MKB bedrijven;

- Ondersteuning bij planvorming voor het oplossen van het zoetwatergebrek en het uitwerken van een bedrijfs(water)plan;

- De voorbeelden die zijn opgenomen in de toelichting behorende bij deze regeling.

e. Voor onderdeel 1B van de voucherregeling kan max. € 25.000 (individueel) en € 50.000 (bij samenwerking van 2 of meer partijen) subsidie aangevraagd worden voor:

- Haalbaarheidsonderzoeken;

- Innovatieve investeringen

- Uitvoeren van testen of onderzoeken van alternatieven;

- Opzetten van een project samenwerking tussen twee of meer partijen;

- De voorbeelden die zijn opgenomen in de toelichting behorende bij deze regeling.

f. Voor onderdeel 1C van de voucherregeling kan eenmalig € 5.000 subsidie gevraagd worden voor investeringen in aanschaf van machines ter bevordering van een gewijzigde grondbewerking waardoor er meer water vastgehouden kan worden in de bodem. Het gaat om vernieuwing en niet om vervanging van bestaande maatregelen of machines.

De minimale investering dient € 10.000 te zijn. Voorbeelden zijn opgenomen in de toelichting behorende bij deze regeling.

g. Het beschikbare budget voor onderdeel 1 gezamenlijk bedraagt € 300.000,-.

h. Het beschikbare budget voor onderdeel 2 van de voucherregeling is € 700.000,-. Subsidie kan aangevraagd worden voor:

- Innovatieprojecten om technieken op grotere schaal toe te passen;

- Dat kan individueel, maar bij voorkeur vanuit een samenwerkingsverband;

- Een bedrag van maximaal € 150.000,- subsidie per aanvraag;

- Investeringen in zoetwaterbeschikbaarheid (zowel zoetwateropvang, -opslag, -opwerking als vermindering van zoetwater verbruik).

i. Het totale subsidiebedrag (subsidieplafond) is € 1.000.000,- onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het college kan besluiten om de verdeling van het totale subsidiebedrag over de voucherregeling te wijzigen, als daartoe aanleiding is.

j. Het bereiken van het subsidieplafond wordt bekendgemaakt op www.schouwen-duiveland.nl. Aanvragen die na deze bekendmaking worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

 

Artikel 4 Subsidiecriteria

 

a. Subsidie kan alleen worden aangevraagd door een agrarische onderneming die gevestigd is in de

gemeente Schouwen-Duiveland.

b. Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor investeringen in zoetwater beschikbaarheid (onder andere opvang, -opslag, -opwerking, waterbesparing, bodemverbetering).

c. Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor aankopen en activiteiten vanaf de datum van indiening van de aanvraag.

d. Subsidie kan alleen voor projecten worden aangevraagd indien de agrarische onderneming vanuit deze voucherregeling of een andere subsidieregeling niet eerder subsidie heeft ontvangen voor hetzelfde project, dan wel een project in een eerdere fase van deze regeling heeft afgerond en verantwoord. Er kan maar een aanvraag per agrarische onderneming behandeld worden. Agrarische ondernemingen die in een consortium van minimaal vier agrarische ondernemingen een aanvraag hebben gedaan, mogen daarnaast ook een zelfstandige aanvraag indienen.

e. De in rekening te brengen BTW die kan worden teruggevorderd of op enige wijze wordt terugbetaald, komt niet voor subsidie in aanmerking;

f. Subsidie wordt alleen verstrekt voor activiteiten die op het grondgebied van de gemeente Schouwen-Duiveland plaatsvinden.

g. Alleen voor innovatieve projecten waarvoor nog geen andere subsidies zijn aangevraagd en toegekend, kan in deze regeling een aanvraag gedaan worden.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden

 

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd, indien:

a. de aankoop of activiteit voor de datum van indiening van de aanvraag is aangeschaft en/of uitgevoerd;

b. er geen gebruik wordt gemaakt van de door het college vastgestelde wijze van aanvragen;

c. er voor hetzelfde project al eerder subsidie is ontvangen;

d. het subsidieplafond is bereikt of door toekenning van de subsidie zou worden overschreden;

e. in het kader van de aanvraag de aanvrager onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de

verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben of heeft geleid;

f. de activiteiten in het project op het moment van ontvangst van de aanvraag voor de subsidie is

gerealiseerd;

g. de gevraagde subsidie lager dan € 5.000 bedraagt;

h. de subsidie is aangemerkt als ontoelaatbare staatssteun;

i. tegen de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

j. de aanvrager in financiële moeilijkheden verkeert.

 

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten en subsidiebedragen

 

a. Indien subsidie wordt aangevraagd via de voucherregeling investeringen zoetwater bedraagt de maximumbijdrage vanuit deze regeling 50%, met een maximumbedrag van:

- Onderdeel 1A: € 10.000 (individueel)

- Onderdeel 1B: € 25.000 (individueel) en € 50.000 (samenwerking)

- Onderdeel 1C: € 5.000 (individueel)

- Onderdeel 2: € 150.000 (individueel en samenwerking)

b. Er wordt in deze regeling derhalve een eigen bijdrage van 50% voorzien. Cumulatie met andere subsidieregelingen is niet toegestaan.

 

Artikel 7 Aanvraag

 

a. Een subsidieaanvraag kan worden ingediend via het door het college

vastgestelde (digitale) formulier (www.schouwen-duiveland). De aanvraag bestaat tenminste uit:

• volledige gegevens van de aanvrager;

• datum van de aanvraag;

• een concrete beschrijving van de activiteiten en het te verwachten resultaat;

• een uiteenzetting van de wijze waarop de activiteit bijdraagt aan de doelstelling van deze

voucherregeling;

• indien van toepassing beschrijving van het samenwerkingsverband, met de verdeling van de

verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen bevattende de baten en de lasten van de deelnemende partijen (de samenwerkingsovereenkomst);

• de projectduur en de duur van de verschillende activiteiten;

• het geografisch gebied waarop de activiteit betrekking heeft;

• een sluitende begroting van de activiteiten met onderbouwing van de kosten door een of meerdere offertes;

• bewijsstukken voor de financiering (zoals bankverklaring, afschrift rekening);

• eventueel benodigde vergunningen

• ondertekening door de aanvrager.

 

Artikel 8 Behandeling van en besluiten op aanvragen

 

a. Subsidieaanvragen voor onderdeel 1 worden behandeld op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen.

Voor onderdeel 2 stelt het college de volgende beoordelingsmomenten open:

- Van inwerkingtreding tot 1 oktober 2022

- Van 1 oktober tot 31 december 2022

- Van 31 december tot 1 april 2023

Het college behoudt de mogelijkheid om in 2023 nog één of meerdere beoordelingsmomenten open te stellen.

b. De selectiecriteria voor onderdeel 2 zijn:

a. de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats Zoetwater, te waarderen met maximaal 4 punten;

b. de mate van innovatie, of te wel de mate waarin technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen worden verwacht, te waarderen met maximaal 4 punten;

c. de mate van kosteneffectiviteit die met de investeringen in het project bereikt worden, te waarderen met maximaal 4 punten;

d. de mate waarin de activiteiten in het project haalbaar worden geacht, te waarderen met maximaal 4 punten.

De selectiecriteria hebben de volgende wegingsfactoren:

a. heeft een wegingsfactor van 2;

b. heeft een wegingsfactor van 3;

c. heeft een wegingsfactor van 2;

d. heeft een wegingsfactor van 1.

In de bijlage van deze voucherregeling is een uitgebreide opzet opgenomen van de beoordelingsproces.

c. Bij onvolledig of onjuist ingediende aanvragen wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag te corrigeren of aan te vullen. De datum waarop alle gevraagde informatie is ontvangen geldt daarbij als datum van binnenkomst.

d. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de complete aanvraag. De beslissing kan met maximaal vier weken worden verlengd voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft. Uit overschrijding van deze termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd. Overschrijding van deze termijn leidt evenmin tot toekenning van rechtswege.

e. Indien de aanvraag niet binnen de in artikel 8, lid b genoemde termijn volledig is gemaakt, stelt het college deze als gevolg daarvan binnen vier weken buiten behandeling en doet daarvan mededeling aan de aanvrager.

f. Het college neemt een besluit tot verlening van de subsidie indien uit de bij de aanvraag ingediende informatie en eventuele aanvullende informatie blijkt dat voldaan wordt aan de voorwaarden en bepalingen van deze regeling.

Het besluit tot verlening van de subsidie wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de aanvrager. Daarbij wordt in elk geval het bedrag van de subsidie, de uitvoeringstermijn, de resultaatsverplichtingen en de activiteiten waarvoor subsidie is toegekend, vermeld.

 

Artikel 9 Verantwoording prestatieafspraken en prestatiebewijzen

 

1. Subsidies tot € 10.000,- worden bij de subsidieverlening direct uitbetaald. Bij de overige subsidies wordt 75 % van het verleende bedrag uitbetaald. Het college houdt zich het recht voor om hier gemotiveerd van af te wijken.

2. Bij verleende subsidies tot € 10.000,- vraagt het college onderbouwing van de besteding van middelen door middel van het overleggen van facturen en betaalbewijzen.

3. Bij verleende subsidies tot € 50.000,- vraagt het college onderbouwing van de besteding van middelen door middel van het overleggen van alle facturen en betaalbewijzen. Daarnaast dient er een kort verslag van de bereikte resultaten en prestatieafspraken opgesteld te worden. Op basis van correcte aanlevering stelt het college de subsidie vast en wordt het laatste deel van de subsidie van maximaal 25% uitbetaald.

4. Bij verleende subsidies tot € 150.000,- vraagt het college de volledige onderbouwing van de besteding van middelen bestaande uit een overzicht van de gemaakte kosten met facturen en

betaalbewijzen. Daarnaast dient er een uitgebreid verslag van de bereikte resultaten en prestatieafspraken opgesteld te worden. Op basis van correcte aanlevering stelt het college de subsidie vast en wordt het laatste deel van maximaal 25% uitbetaald. Indien de verleende subsidie niet volledig is aangewend, kan het college de te veel betaalde subsidie terugvorderen.

5. De vastgestelde subsidie wordt uiterlijk binnen zes weken na verzending van het subsidievaststellingsbesluit uitbetaald.

 

Artikel 10 Kennisdeling

 

Deze regeling maakt deel uit van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Doelstelling van de Broedplaats is onder meer kennisdeling. De aanvrager verklaart zich met het indienen van een aanvraag bereid om de opgedane kennis die mede tot stand is gekomen door middel van deze regeling te delen onder de voorwaarden zoals die zijn afgesproken binnen de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland (Zoetwateracademie).

 

Artikel 11 Staatssteun

 

Deze regeling voorziet in steun voor agrarische ondernemingen. Bij de toepassing van deze regeling zijn de voorwaarden zoals die voortvloeien uit artikel 28 Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) leidend.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

 

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregeling, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 13 Mandatering

 

Het college mandateert de besluitvorming die op basis van deze regeling plaatsvindt aan het afdelingshoofd Ruimte en Milieu en, ingeval van afwezigheid, zijn plaatsvervanger. Deze mandatering ziet niet op voorgenomen besluiten welke afwijken van ingezette beleid, richtlijnen of voorschriften. Deze mandatering is beperkt tot het toewijzen van subsidieaanvragen. Het afwijzen van een subsidieaanvraag blijft een exclusieve bevoegdheid van het college.

 

Artikel 14 Citeertitel, inwerkingtreding en duur van de regeling

 

1. Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als voucherregeling investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoetwater.

2. De uitvoeringsregeling treedt in werking op 15 juli 2022.

3. Deze uitvoeringsregeling vervalt op 31 december 2024.

4. Deze uitvoeringsregeling blijft van toepassing op subsidies die krachtens deze regeling zijn

aangevraagd of verstrekt.

 

 

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland in hun vergadering van 19 april 2022 en gewijzigd vastgesteld op 12 juli 2022.

De loco-secretaris, de burgemeester,

G.J. Benou J.Chr. van der Hoek MBA

Toelichting behorende bij de Voucherregeling investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoetwater

 

Gemeente Schouwen-Duiveland is volop bezig met de transitie naar een klimaatbestendig zoetwatersysteem in het landelijk gebied, want Schouwen-Duiveland heeft in toenemende mate te kampen met verzilting, mogelijke bodemdaling, meer extreme neerslag en langere perioden van droogte door klimaatverandering. Om in de toekomst onder een veranderend klimaat en verdere verzilting een vitaal en leefbaar platteland te behouden is een transitie naar een klimaatbestendig en zelfvoorzienend watersysteem nodig.

 

Stimulering transitie met voucherregeling

Kansrijke oplossingen om water te bergen en toe te passen ten behoeve van duurzame landbouw en natuurbeheer wil de gemeente stimuleren middels een voucherregeling. De innovatievouchers sluiten aan op de lopende projecten in de Broedplaats Zoetwater Schouwen-Duiveland zoals de fieldlabs Zoet Water, de quickscans en haalbaarheidsstudies in het POP-3 project rond ondergrondse toepassing van zoetwater. Naast de ondernemers uit genoemde lopende projecten kunnen ook andere agrariërs uit Schouwen-Duiveland gebruiken maken van de regeling. Het budget voor deze voucherregeling is mogelijk gemaakt met subsidie vanuit het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (financiering broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland vanuit het Ministerie van LNV, Provincie Zeeland, Waterschap Scheldestromen en gemeente Schouwen-Duiveland).

 

Het subsidieplafond

Deze voucherregeling is opgezet om de innovatiekracht van agrariërs in Schouwen-Duiveland te versterken en private investeringskracht te bevorderen om klimaat robuuste maatregelen te treffen. De vouchers dragen bij aan het opschalen van de innovaties die plaatsvinden op het gebied van zoet water voor de agrarische sector. Gemeente Schouwen-Duiveland zal het investeringsfonds voor de innovatievouchers organiseren en beheren.

 

Alleen voor toekomstige kosten

Een project wordt enkel subsidiabel geacht als er een stimulerend effect te verwachten is. De hoofdregel is dat de begunstigde, in dit geval de agrariër, niet met de werkzaamheden aan het project of de activiteit mag zijn begonnen, voordat de aanvraag tot steunverlening is ingediend. Daarmee zijn alleen de kosten subsidiabel die na het indienen van de steunaanvraag (voucheraanvraag) gemaakt worden.

 

Niet te samen met andere subsidies en alleen voor MKB-ondernemingen

De voucherregeling is opgesteld binnen de kaders die artikel 28 Algemene Groepsvrijstellingsverordening (hierna AGVV, Europese regels m.b.t. innovatiesteun aan het MKB) biedt. Het college zal de inwerkingtreding van deze regeling ook aan de Europese Commissie melden conform de Europese regels. Het is binnen deze regeling niet toegestaan om een subsidie uit deze regeling aan te vullen met andere subsidies. De kaders van artikel 28 AGVV houden onder meer in dat:

 

- De regeling alleen openstaat voor MKB-ondernemingen, zoals omschreven in Bijlage 1 van de AGVV. Dit betekent dat alleen ondernemingen met maximaal 250 personen personeel en een jaaromzet van minder dan € 50.000.000, of een balanstotaal van minder dan € 43.000.000,- een aanvraag mogen indienen. Aanvragers dienen dat bij de aanvraag te verklaren.

- De ondernemer maximaal € 200.000,- over een periode van drie jaar aan steun voor innovatieadviesdiensten en diensten inzake innovatieondersteuning mag ontvangen.

- Ondernemingen die eerder onrechtmatige steun hebben verkregen, worden uitgesloten van deze regeling.

- Ondernemingen die in financiële moeilijkheden zitten, worden uitgesloten van deze regeling.

 

De voucherregeling bestaat uit een viertal onderdelen met de volgende maximum subsidiebijdragen:

 

• Onderdeel 1A (kennis): max. € 10.000 (individueel) ten behoeve van:

Inkopen van advies of kennis bij kennisinstellingen, adviesbureaus of MKB bedrijven

Ondersteuning bij planvorming voor het oplossen van het zoetwatergebrek of het opstellen en uitwerken van een bedrijfs(water)plan

 

• Onderdeel 1B (onderzoek): max. € 25.000 (individueel) en € 50.000 (bij samenwerking, 2 of meer) voor:

Haalbaarheidsonderzoeken

Innovatieve investeringen

Uitvoeren van testen of onderzoeken van alternatieven

Opzetten van een project samenwerking tussen twee of meer partijen

 

• Onderdeel 1C (aanschaf): Eenmalig € 5.000 bij een minimale investering van € 10.000 in:

Aanschaf van machines ter bevordering van een gewijzigde grondbewerking waardoor er meer water vastgehouden kan worden in de bodem. Het gaat om vernieuwing en niet om vervanging van bestaande maatregelen of machines.

 

• Onderdeel 2 (toepassing): max. € 150.000 (Dat kan individueel, maar bij voorkeur vanuit een samenwerkingsverband)

Innovatieprojecten om technieken op grotere schaal toe te passen

Min . € 50.000 en max. €150.000 subsidie per aanvraag

Investeringen in zoetwaterbeschikbaarheid (onder andere zoetwateropvang, -opslag, -opwerking als waterbesparing).

 

Het subsidieplafond is vastgesteld op € 1.000.000 onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Deze goedkeuring staat gepland voor september 2022. Bij aanvang van de regeling is het totale bedrag onderverdeeld naar € 300.000 voor onderdeel 1 en € 700.000 voor onderdeel 2. Het college kan besluiten om de verdeling van het totale subsidiebedrag over de voucherregeling te wijzigen, als daartoe aanleiding is.

 

Voor de regeling geldt een maximale subsidiebijdrage van 50%, de minimale bijdrage is vastgesteld op € 5.000. Het aanvragen van subsidie is mogelijk vanaf 15 juli 2022, waarbij de agrarische onderneming hoofdaanvrager dient te zijn. De uiterste aanvraagdatum is 30 juni 2023 of eerder, te weten op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt. Het college kan deze datum met inachtneming van het subsidieplafond aanpassen.

Subsidie kan worden aangevraagd door één agrarische onderneming gevestigd op Schouwen-Duiveland of een consortium van meerdere bedrijven en instellingen met tenminste één agrarische onderneming uit Schouwen-Duiveland. Deze agrarische onderneming dient ook de subsidie aan te vragen en kan daarbij ondersteund worden door een gemandateerd intermediair. De activiteiten dienen plaats te vinden in de gemeente Schouwen-Duiveland. De maximale looptijd van de projecten in onderdeel 1 zijn één jaar en in onderdeel 2 is dat maximaal twee jaar, daarna dient de subsidieontvanger het project acht weken te verantwoorden.

 

Subsidieaanvragen voor onderdeel 1 worden behandeld op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen. Er geldt hiervoor een continue openstelling totdat het subsidie plafond voor dit onderdeel bereikt is.

 

In het geval van onderdeel 2 stelt het college meerdere beoordelingsmomenten vast. De opgenomen beoordelingsmomenten zijn

• Van inwerkingtreding tot 1 oktober 2022

• Van 1 oktober tot 31 december 2022

• Van 31 december tot 1 april 2023

 

Het college behoudt de mogelijkheid om in 2023 nog één of meerdere beoordelingsmomenten open te stellen als het subsidieplafond niet bereikt is.

Voor onderdeel 2 maakt het college B&W van de gemeente Schouwen-Duiveland voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende selectiecriteria:

a. de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats Zoetwater, te waarderen met maximaal 4 punten;

b. de mate van innovatie, of te wel de mate waarin technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen worden verwacht, te waarderen met maximaal 4 punten;

c. de mate van kosteneffectiviteit die met de investeringen in het project bereikt worden, te waarderen met maximaal 4 punten;

d. de mate waarin de activiteiten in het project haalbaar worden geacht, te waarderen met maximaal 4 punten.

De selectiecriteria hebben de volgende wegingsfactoren:

a. heeft een wegingsfactor van 3;

b. heeft een wegingsfactor van 2;

c. heeft een wegingsfactor van 2;

d. heeft een wegingsfactor van 1.

 

In de bijlage Selectiecriteria voucherregeling-onderdeel 2 behorende bij de voucherregeling en deze toelichting is een uitgebreide opzet opgenomen van de beoordelingsproces.

Middels deze aanvraagprocedure streeft de gemeente ernaar om de beste projecten per openstelling te honoreren en hiermee worden onvolledige of onjuiste aanvragen in de gelegenheid gesteld de aanvraag te corrigeren of aan te vullen. Een volledige aanvraag kan worden ingediend door gebruik te maken van het digitale aanvraagformulier van de gemeente Schouwen-Duiveland met de benodigde vereiste informatie conform artikel 7 van de voucherregeling.

 

Besluitvorming vindt bij onderdeel 1 plaats door het hoofd van de afdeling Ruimte & Milieu, hiertoe gemandateerd door het college van burgemeester en wethouders. Deze mandatering is beperkt tot het toewijzen van subsidieaanvragen. Het afwijzen van een subsidieaanvraag blijft de exclusieve bevoegdheid van het college.

Voor onderdeel 2 wordt een adviescommissie van tenminste vier personen samengesteld met vertegenwoordigers van de gemeente Schouwen-Duiveland, Provincie Zeeland, Waterschap Scheldestromen en ZLTO. Naar aanleiding van de beoordeling van deze adviescommissie vindt de besluitvorming over de subsidieaanvraag plaats.

 

AddVision Projectontwikkeling -en Management heeft de opdracht gekregen om namens de gemeente Schouwen-Duiveland aanvragers te ondersteunen bij het aanvraagtraject, om tot een optimaal resultaat te komen.

Voor een goed functionerende regeling is het van belang richtlijnen mee te geven aan de aanvragers. Derhalve wordt er voor inspiratie verwezen naar het Zeeuws Deltaplan Zoetwater, het gebiedsplan IBP Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta en het Agrarisch Masterplan Zoetwater voor Zeeland.

In deze voucherregeling richten we ons op duurzame zoetwateroplossingen voor de kortere termijn die de agrariër zelf, al dan niet met vergunning of melding van het Waterschap Scheldestromen, Provincie Zeeland of gemeente Schouwen-Duiveland, kan realiseren. Onderzoek en maatregelen ten behoeve van een aanvoersysteem van zoetwater van buiten Schouwen-Duiveland laten we in deze regeling buiten beschouwing.

 

Regulier onderhoud is niet subsidiabel binnen deze innovatieregeling.

 

Mogelijke activiteiten voor de zoetwater vouchers zijn:

 

Onderdeel 1A: Inkopen van advies of kennis en ondersteuning bij het uitwerken van plannen:

 

• Ondersteuning bij het uitwerken en onderbouwen van plannen voor innovaties in de beschikbaarheid van zoetwater met een nadrukkelijke doorkijk naar de toekomstbestendigheid van het agrarisch bedrijf;

• Inkoop van (technische) kennis of adviezen kan in overleg bij kennisinstellingen, adviesbureaus of andere MKB bedrijven;

• Ondersteuning bij planvorming voor het oplossen van het zoetwatergebrek of het opstellen en uitwerken van een bedrijfswaterplan;

• Analyses van knelpunten in bijvoorbeeld de bodem of het watersysteem kunnen een richting geven om te innoveren, zoals

- Analyse waterbehoefte in relatie tot teeltplan;

- Bodemanalyse;

- Grondwateranalyses;

- Analyse zoute kwel en grondwater;

- Aanwezigheid van zoetwaterlenzen in de ondergrond;

- Advies waterbeheervoorzieningen;

- Advies duurzaam bodembeheer;

- Landbouwkundig advies.

 

Deze lijst is niet limitatief en er kunnen geen rechten aan worden ontleend, maar dient alleen om richting te geven aan projectideeën die in aanmerking komen voor subsidie.

 

Onderdeel 1B. Haalbaarheidsonderzoeken, uitvoeren van testen t.b.v. zoetwatervoorziening en innovatieve investeringen:

 

Denk hierbij aan kleinere haalbaarheidsonderzoeken en kleinschalige testen van bestaande technieken op een wat grotere schaal. Of het onderzoeken van alternatieve nieuwe technieken en andere mogelijkheden om tot oplossingen voor zoetwater beschikbaarheid te komen. Ook het opzetten van een samenwerkingsverband met duidelijke afspraken behoort tot de mogelijkheden van dit onderdeel van de voucherregeling.

 

Voor het kleinschalig testen in deze haalbaarheidsprojecten kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de volgende onderwerpen:

 

• Peil gestuurde-, antiverzilting-, regelbare-, dubbele of combinatie drainage systemen

• Aanleg diepe drains

• Monitoringsystemen met data analyse

• Mogelijkheden tijdelijke opslag gecombineerd met opwerking van zoetwater

• Scheiding zoet en brakwater

• Mogelijkheden tegengaan van verzilting en zoute kweldruk

• Mogelijkheden Irrigatiesystemen zoals druppelirrigatie

• Kreekrug infiltratie systemen

• Kleinschalige waterconserveringsstuwen

 

Deze lijst is niet limitatief en er kunnen geen rechten aan worden ontleend, maar dient alleen om richting te geven aan projectideeën die in aanmerking komen voor subsidie.

 

 

Onderdeel 1C: Aanschaf van machines ter bevordering van een gewijzigde grondbewerking waardoor er meer water vastgehouden kan worden in de bodem. Het gaat om vernieuwing en niet om vervanging van bestaande maatregelen of machines.

Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:

• Machines waardoor grondbewerking en zaaien in één werkgang uitgevoerd kan worden

• Een frontmaaier of een eco-frees;

• Een woeler;

• Een eco-ploeg en het ombouwen van een gangbare ploeg naar een eco-ploeg

 

Deze lijst is niet limitatief en er kunnen geen rechten aan worden ontleend, maar dient alleen om richting te geven aan projectideeën die in aanmerking komen voor subsidie.

 

Onderdeel 2. Investeren in innovatieve omvangrijke investeringsprojecten

 

Hierbij gaat het bijvoorbeeld om projecten die voortborduren op de onderbouwde kennis uit de plannen, testen en haalbaarheidsstudies uit de andere onderdelen van deze regeling. Door dit deel van de voucherregeling aan te vragen wordt het mogelijk om technieken op grotere schaal toe te passen en worden de daarvoor benodigde investeringen voor een groot deel gedekt. Het overige deel van de benodigde financiering van de projecten zal uit andere private bronnen dienen te komen.

 

Ook in deze regeling geldt dat projecten buitenom de genoemde voorbeelden van technieken en projecten in zoetwater beschikbaarheid mogelijk zijn, mits ze bijdragen aan de gestelde doelstellingen om doormiddel van investeringen in innovatieve technieken te werken aan een klimaatbestendig zoetwatersysteem op Schouwen-Duiveland.

 

De mogelijkheid bestaat om subsidie aan te vragen als individuele agrarische onderneming maar de voorkeur gaat uit naar projecten waarin samengewerkt wordt met tenminste twee partijen. Hier is ook rekening mee gehouden in het maximale bedrag dat per project kan worden toegekend.

 

De activiteiten van de projecten dienen op het grondgebied van de gemeente Schouwen-Duiveland plaats te vinden.

 

Bijlage Selectiecriteria voucherregeling – Onderdeel 2

 

(bijlage bij Voucherregeling en toelichting investeringen in innovaties van beschikbaarheid van zoet water)

College B&W van de gemeente Schouwen-Duiveland maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende selectiecriteria:

 

a. de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats Zoetwater, te waarderen met maximaal 4 punten;

 

b. de mate van innovatie, of te wel de mate waarin technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen worden verwacht, te waarderen met maximaal 4 punten;

 

c. de mate van kosteneffectiviteit die met de investeringen in het project bereikt worden, te waarderen met maximaal 4 punten.

 

d. de mate waarin de activiteiten in het project haalbaar worden geacht, te waarderen met maximaal 4 punten.

 

Toelichting Selectiecriteria

 

1. College van B&W hanteren voor de rangschikking voor onderdeel 2 van de voucherregeling de volgende selectiecriteria:

o a. de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats Zoetwater

o b. de mate van innovatie van het project;

o c. de kosteneffectiviteit van de investeringen;

o d. de haalbaarheid van de projectactiviteiten.

 

2. Voor ieder criterium, bedoeld in het eerste lid, kan een tot en met vier punten worden behaald.

 

3. De criteria hebben de volgende wegingsfactoren:

o a. het criterium bedoeld in het eerste lid, onder a, heeft een wegingsfactor van 3;

o b. het criterium bedoeld in het eerste lid, onder b, heeft een wegingsfactor van 2;

o c. het criterium bedoeld in het eerste lid, onder c, heeft een wegingsfactor van 2;

o d. het criterium bedoeld in het eerste lid, onder d, heeft een wegingsfactor van 1.

 

4. Om voor een voucher in aanmerking te komen moet je voor ieder van de bovengenoemde criteria een minimaal aantal punten behalen (zie 5.). Daarnaast moet je na de doorberekening van de weging (zie 3.) een minimale score van 19 halen. Indien een aanvraag minder dan 19 punten van de maximaal 32 punten behaalt, wordt de aanvraag niet gehonoreerd.

 

5. Voor criterium a dient minimaal 2 punten te worden behaald door te voldoen aan de minimale vereiste van doelstelling 1, duurzame zoetwaterbeschikbaarheid. Voor criteria b en c dient minimaal 1 punt te worden behaald. Voor criterium d dient minimaal 2 punten te worden behaald. Bij lagere scores wordt de aanvraag niet gehonoreerd.

6. Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd.

 

7. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

 

8. Indien de aanvragen, bedoeld in het zesde lid, een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt de subsidie verleend op basis van de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen.

 

 

Toelichting beoordeling criteria

 

Criterium a: de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats Zoetwater

De gesubsidieerde activiteiten dragen bij aan de doelstellingen die hieronder staan opgesomd. Met dit criterium wordt gekeken naar de effectiviteit van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Een bijdrage dient geleverd te worden aan de volgende doelstellingen:

1. Duurzame zoetwaterbeschikbaarheid voor een vitale landbouw onder een veranderend klimaat (minimale vereiste)

2. Versterken van de biodiversiteit en natuurwaarden

3. Versterken van de economische vitaliteit van het gebied (landbouw, nieuwe economische dragers en andere verdienmodellen)

 

In het kort: hoe groter de bijdrage aan de doelstellingen hoe beter de aanvraag gekwalificeerd wordt op effectiviteit.

- 0 punten worden toegekend als niet voldaan wordt aan doelstelling 1 (minimale vereiste);

- 2 punten worden toegekend indien aan doelstelling 1 wordt voldaan (minimale vereiste);

- 1 punt wordt toegekend indien aan doelstelling 2 wordt voldaan;

- 1 punt wordt toegekend indien aan doelstelling 3 wordt voldaan.

 

Criterium b. de mate van innovatie van het project

Met dit criterium wordt bekeken in welke mate de het project innovatief is. Een investering die net is ontwikkeld en getest in een proeftuin wordt als innovatiever gezien dan een investering die al enige tijd beschikbaar is. Ook de mate waarin en de locatie waar de investering wordt toegepast is van belang. Betreft de activiteit het doen van een investering die nog beperkt wordt toegepast in Zeeland Nederland, dan wordt dat als innovatiever gezien dan het doen van een investering die nog beperkt in Schouwen-Duiveland wordt toegepast.

Om de mate van innovativiteit te beoordelen wordt in samenhang gekeken naar:

• de aard van de innovatie;

• het vernieuwende karakter van de innovatie.

 

Op basis van bovenstaande punten wordt de mate van innovatie als onvoldoende, matig, voldoende en goed gekwalificeerd.

Onvoldoende: De innovatie is reeds wijd verspreid in Nederland

Matig: De innovatie is reeds wijd verspreid in Nederland, maar nog niet in Schouwen-Duiveland

Voldoende: De innovatie is redelijk vernieuwend

Goed: De innovatie is zeer vernieuwend

- 1 punt wordt toegekend indien de kwalificatie onvoldoende is.

- 2 punten worden toegekend indien de kwalificatie matig is.

- 3 punten worden toegekend indien de kwalificatie voldoende is.

- 4 punten worden toegekend indien de kwalificatie goed is.

 

Criterium c. de kosteneffectiviteit van de investeringen;

Met dit criterium wordt gekeken naar de kosten van de investering in relatie met de effectiviteit van de investering. Hierbij wordt getoetst aan de volgende criteria:

- De kosten van de investering in verhouding met het beoogde resultaat;

- De kosten van de investering in verhouding met de beoogde bijdrage aan de doelstellingen van de broedplaats;

- Met de investering worden private investeringen bevorderd.

De kosten van een investering kunnen zeer hoog zijn, maar tegelijk kan de investering ook heel effectief zijn (het beoogde resultaat dat voorzien wordt is hoog, de beoogde bijdrage aan de doelstellingen van de broedplaats is groot en er worden naar verhouding meer private investeringen losgetrokken).

Zijn de kosten van de investering relatief hoog ten opzichte van het effect (het gaat om een relatief kostbare investering met bijvoorbeeld een beperkt effect op resultaat en doelstellingen en er wordt in beperkt mate private middelen losgetrokken), dan al de kosteneffectiviteit matig zijn.

- 1 punt wordt toegekend indien de totale subsidiabele kosten zeer hoog zijn ten opzichte van het effect op genoemde criteria voor onderdeel c.

- 2 punten worden toegekend indien de totale subsidiabele kosten hoog zijn ten opzichte van het effect op genoemde criteria voor onderdeel c.

- 3 punten worden toegekend indien de totale subsidiabele kosten redelijk zijn ten opzichte van het effect op genoemde criteria voor onderdeel c.

- 4 punten worden toegekend indien de totale subsidiabele kosten zeer redelijk zijn ten opzichte van het effect op genoemde criteria voor onderdeel c.

 

Criterium d. de haalbaarheid van de projectactiviteiten

Met dit criterium wordt naar de haalbaarheid gekeken van de investeringen uit het project.

De invulling van dit criterium hangt af van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd. Wordt subsidie gevraagd voor een innovatieproject waarbij het risico van mislukken reëel is, dan zijn primair de kwaliteiten van de aanvrager(s) van belang. Voor de haalbaarheid worden de volgende doelstellingen in samenhang bezien:

• het project kent een realistische planning, opzet en begroting;

• het projectplan is van goede kwaliteit. Een kwalitatief goed projectplan is een plan dat realistisch is, waarin risico’s zijn geïdentificeerd, beheersbaar zijn gemaakt en zijn gereduceerd;

• het project wordt in samenwerking uitgevoerd (individueel mag, in samenwerking is een pré)

• De relevante partijen zijn betrokken bij de investering.

 

In het kort: hoe groter de bijdrage aan de doelstellingen hoe beter de aanvraag gekwalificeerd wordt op haalbaarheid.

- 1 punt wordt toegekend indien aan éen doelstelling wordt voldaan;

- 2 punten worden toegekend indien aan twee doelstellingen wordt voldaan;

- 3 punten worden toegekend indien aan drie doelstellingen wordt voldaan;

- 4 punten worden toegekend indien aan alle doelstellingen wordt voldaan.

 

Toelichting wegingsfactoren

 

De selectiecriteria kunnen een wegingsfactor van 1, 2 of 3 hebben.

Het doel van de voucherregeling is om te stimuleren dat er investeringen gedaan worden die bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats zoetwater:

- Duurzame zoetwaterbeschikbaarheid voor een vitale landbouw onder een veranderend klimaat (minimale vereiste).

- Versterken van de biodiversiteit en natuurwaarden

- Versterken van de economische vitaliteit van het gebied (landbouw, nieuwe economische dragers en andere verdienmodellen)

Het criterium ‘a. de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de broedplaats Zoetwater’ is dan ook het belangrijkste selectiecriterium en heeft een wegingsfactor van 3.

Het criterium ‘b. de mate van innovatie van het project’ is tevens van belang voor het doel van de voucherregeling investeringen in zoetwater. De broedplaats richt zich namelijk op innovatie in de landbouw. De mate van innovatie heeft daarom een wegingsfactor van 2.

Het criterium ‘c. de kosteneffectiviteit van de investeringen‘ is minder van belang voor het doel van de deze voucherregeling, maar is van belang voor een goede besteding van de subsidies (value for money) en heeft een wegingsfactor van 2.

Het criterium ‘d. de haalbaarheid van de projectactiviteiten’ heeft een wegingsfactor van 1 en is daarmee het selectiecriterium met de laagste wegingsfactor. Het doel van deze regeling is innovatie in de landbouw te stimuleren. In het geval de gevraagde subsidie betrekking heeft op de bredere uitrol van innovaties is haalbaarheid minder van belang. De innovatieve investering heeft zich namelijk al eens bewezen. Het criterium ‘haalbaarheid’ heeft bij deze regeling dus de functie van een extra onderscheidend criterium. Het is een pre voor de aanvraag als de haalbaarheid als zeer goed te kwalificeren is.