Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen gemeente Westland (helingaanpak) |
Citeertitel | Beleidsregels heling voor handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen gemeente Westland |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2022 | nieuwe regeling | 30-06-2022 |
Dit document betreft het helingsbeleid van de gemeente Westland.
Heling is het kopen, bezitten of verkopen van gestolen artikelen en voertuigen. Heling is een criminele activiteit die een negatieve invloed op het veiligheidsgevoel in de leefomgeving kan hebben en voor maatschappelijke onrust kan zorgen.
Heling maakt het plegen van diefstallen aantrekkelijker. Vermogensdelicten maken veel slachtoffers en de maatschappij betaald mee aan dit probleem door hogere verzekeringspremies.
De aandacht voor de aanpak van heling is sterk toegenomen. Dit komt onder andere doordat er meer middelen beschikbaar zijn om heling effectiever te bestrijden. Denk bijvoorbeeld aan het Digitaal Opkopers Register en Stopheling.nl.
Met name opkopers/handelaren in tweedehands goederen vormen een aantrekkelijke afzetmarkt voor helers. Daarom heeft de gemeente Westland – aanvullend op nationale wetgeving – regels opgenomen over de registratie van gebruikte goederen in de Algemene Plaatselijke Verordening 2019 (hierna APV). Met deze beleidsregel geeft de gemeente verder vorm aan het bestrijden van heling en de bepalingen in de APV (H2). Met deze beleidsregel wil de gemeente stimuleren dat handelaren de geldende wet- en regelgeving naleven, om zo de afzetmarkt voor gestolen goederen te verkleinen. Het ziet daarmee toe op bronbestrijding “zonder heler geen steler”. Ook ondersteunt deze beleidsregel goedwillende ondernemers die oneerlijke concurrentie ondervinden van handelaren die de wet overtreden door gestolen goederen te werven en te verkopen.
Voordat het wettelijk kader in het volgende hoofdstuk wordt toegelicht, is het belangrijk om duidelijk te maken wat de gemeente verstaat onder heling, een opkoper/handelaar en een verkoopregister.
Heling is het kopen, bezitten of verkopen van gestolen artikelen en voertuigen.
Handelaren zijn opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, metalen, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie.
Verkoopregister: het register waarin wordt vastgelegd: de te verkopen of op andere wijze over te dragen tweedehands goederen door opkopers/handelaren.
Ongeregelde goederen: ongebruikte goederen die vanwege de herkomst of staat waarin zij verkeren, tegen een geringere prijs dan de gebruikelijke nieuwwaarde zijn opgekocht.
Opkopers/handelaren hebben op basis van de APV een meldingsplicht en een registratieplicht. De meldingsplicht houdt in dat een opkoper/handelaar de gemeente Westland laat weten dat hij/zij handelt in tweedehands goederen.
Met de registratieplicht wordt het registreren van de in- en verkoop van deze tweedehands goederen bedoeld. Deze regels hebben betrekking op opkopers/handelaren van o.a. de volgende tweedehands goederen:
Door deze regelgeving wordt een beroep gedaan op de opkopers/handelaren om te allen tijde een actieve rol te spelen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, de politie te ondersteunen in de opsporing naar deze goederen en een bijdrage te leveren aan het teruggeven van deze goederen aan de rechtmatige eigenaar.
Artikel 2:68 APV bepaalt dat opkopers/handelaren in gebruikte goederen verplicht zijn om een doorlopend in- en verkoopregister bij te houden van alle gebruikte goederen die zij in- en verkopen of op andere wijze overdragen.
Zoals eerder is aangegeven dienen opkopers/handelaren zich bij de gemeente te melden als opkoper/handelaar. Om opkopers/handelaren hierin te ondersteunen is gemeente Westland aangesloten op het landelijke Digitaal Opkopers Loket (hierna: DOL). Via het DOL kan een opkoper/handelaar zich eenvoudig online bij de gemeente aanmelden. Met de aanmelding voor het DOL voldoen opkopers/handelaren aan hun meldingsplicht zoals beschreven in artikel 2:68, aanhef, onder a van de APV.
Registratieplicht: in- en verkoopregister
In artikel 2:67 en 2:68 van de APV staan de verplichtingen die een opkoper/handelaar heeft als het gaat om het in- en verkoopregister. Dit beleid heeft betrekking op de bestuursrechtelijke handhaving van deze regels. De overtredingen zijn schematisch weergegeven en zijn gekoppeld aan handhavend bestuurlijk optreden door middel van een waarschuwing, last onder dwangsom of het toepassen van bestuursdwang in bijvoorbeeld de vorm van sluiting. Op die manier geeft de burgemeester invulling aan de handhaving van deze wettelijke verplichtingen. Een handhavingsmaatregel wordt gebaseerd op artikel 2:80 van de APV.
Registreren in het Digitaal Opkopers Register (DOR)
Voor de ontwikkeling van het DOR konden opkopers/handelaren goederen uitsluitend op papier registreren. Het DOR ondersteunt opkopers/handelaren bij het registreren van de goederen die zij opkopen en verkopen. In het DOR registreert de opkoper/handelaar a) de datum van verkrijgen van het goed; b) een zo specifiek mogelijke omschrijving van het goed; c) de prijs; d) de naam en het adres van de aanbieder van het goed (legitimatieplicht). Het DOR is gekoppeld aan (politie)registers van gestolen goederen. Dit biedt de mogelijkheid om automatisch, bijvoorbeeld aan de hand van een serienummer, te controleren of een goed als gestolen geregistreerd staat. Wanneer dit het geval is, is er sprake van een match en ontvangt de politie hiervan een melding. In Westland heeft de burgemeester het DOR als enig register aangewezen (7 maart 2022).
Het tweede lid van artikel 2:67 van de APV geeft de burgemeester de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van (een deel van) de in het eerste lid bedoelde verplichtingen. Deze vrijstellingsmogelijkheid kan onder meer worden ingezet om opkopers/handelaren tegemoet te komen voor wie het verplichte gebruik van het digitale register onevenredig bezwarend is. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een zeer beperkte omvang van de handelsactiviteiten en/of andere bijzondere omstandigheden. Aan een eventuele vrijstelling kunnen wel voorschriften worden verbonden, zodat de doelstelling van de registratieplicht – heling tegengaan – wel wordt bereikt. De burgemeester kan dan een papieren register waarmerken dat door de betreffende handelaar moet worden gebruikt.
Wat betekent dit voor handelaren?
Kort samengevat brengt de bestaande wetgeving de volgende inhoudelijk verplichtingen voor – in Westland gevestigde – opkopers/handelaren in gebruikte goederen met zich mee:
De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente Westland. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij horende bevoegdheden zijn voornamelijk vastgelegd in de Gemeentewet. De burgemeester beschikt over diverse bestuursrechtelijke instrumenten om de openbare orde en veiligheid te waarborgen. Eén daarvan is de mogelijkheid die artikel 2:80 van de APV biedt, om over te gaan tot gehele of gedeeltelijke sluiting van gebouwen die open zijn voor publiek en overlast geven en die door hun bedrijfsactiviteiten de openbare orde verstoren en druk op de leefbaarheid veroorzaken. Winkelpanden behoren ook tot deze categorie gebouwen. En ingeval van heling – of een bedrijfsuitoefening die heling kan faciliteren – is aantasting van de openbare orde en veiligheid aan de orde. Dit komt onder andere door de misdrijven die aan heling voorafgaan. Gestolen koopwaar bedrijfsmatig innemen of te koop aan te bieden, al dan niet in een voor publiek toegankelijke plaats, is een vorm van ondermijning. Indien de feiten en omstandigheden daar aanleiding voor geven dan kan de burgemeester ook besluiten een bestuurlijke waarschuwing of een last onder dwangsom op te leggen.
Bepaalde constateringen of overtredingen kunnen zowel op basis van strafrecht als bestuursrecht tot een sanctie of maatregel leiden. Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft kent een reparatoire karakter en heeft als doel de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord en/of een herhaling van een overtreding te voorkomen. Bestuursrecht en strafrecht kunnen naast elkaar worden toegepast. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij de constatering van heling. Wanneer sprake is van heling of wanneer heling aannemelijk is op basis van constateringen van de politie en/of toezichthouder, kan de burgemeester besluiten dat er sprake is van een aantasting van de openbare orde. Hierop kan de burgmeester een bestuurlijke maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast in een strafrechtelijke procedure leiden tot een strafrechtelijke sanctie. De hoeveelheid gestolen goederen of het aantal zaken die eerder binnen dezelfde inrichting hebben plaatsgevonden zijn bepalend voor de zwaarte van de opgelegde maatregel.
De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester – ook ten nadele van belanghebbende(n) – afwijken van deze uitgangspunten. Dit betekent dat de burgemeester bijvoorbeeld kan besluiten om een stap van het handhavingsarrangement over te slaan en over te gaan tot sluiting. In aanvulling op het handhavingsarrangement is aangegeven welke feiten en omstandigheden (niet limitatief) aanleiding kunnen zijn om af te wijken van een stap in het handhavingsarrangement (zie pagina 8). Deze afwijkingsbevoegdheid kan ook worden aangewend ten gunste van de belanghebbende(n), indien beschikken overeenkomstig het handhavingsarrangement onredelijk bezwarend is. Dat betekent dat er niet overeenkomstig het handhavingsarrangement zal worden opgetreden in het geval dat uit feiten en omstandigheden blijkt dat dit niet noodzakelijk en niet evenredig is.
Met dit handhavingsbeleid kunnen de afzetmogelijkheden voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf worden verkleind, met als beoogd effect een vermindering van High Impact Crimes. Het uiteindelijke doel is dan ook om hiermee de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat voor alle inwoners van Westland te beschermen. Een ander doel is het voorkomen van precedentwerking.
Het handhavingsarrangement voorziet in:
Toelichting op het Handhavingsbeleid
Wanneer de politie (of anderszins bevoegd toezichthouder) constateert dat de opkoper/handelaar één of meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement begaat, rapporteren zij binnen twee weken aan de burgemeester. Dit kan leiden tot, afhankelijk van omvang van de overtreding en het aantal overtredingen, een sluiting van het pand. Met deze sluiting wordt onder meer geprobeerd een eventuele aanzuigende werking van het pand op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen en diefstal ten behoeve van heling onaantrekkelijk te maken. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de 'stimulans' tot het plegen van dergelijke misdrijven doorbroken. De ondernemer krijgt tijdens de sluiting ook de gelegenheid zich te beraden op zijn bedrijfsvoering en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Het verband tussen de naleving van de wet- en regelgeving en het beschermen van de openbare orde en veiligheid komt daarmee in het beleid tot uiting. Naast overtredingen van de APV is ook een aantal overtredingen van het Wetboek van Strafrecht in het beleid opgenomen. Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht.
Een belangrijke voorzorgsmaatregel die een opkoper/handelaar kan nemen om handel in gestolen goederen te voorkomen is het op juiste wijze registeren van goederen die de opkoper/handelaar opkoopt en verkoopt. Behalve als bijdrage aan de veiligheid, doet de opkoper dit ook uit zelfbescherming. Dit begint met de registratie in het inkoopregister bij het verkrijgen van het goed. Het op juiste wijze registreren maakt dat de aangeboden goederen en de personen die deze goederen aanbieden traceerbaar zijn voor de politie. Hiermee draagt de handelaar bij aan het opsporingsonderzoek van de politie en werpt de handelaar een barrière op voor (potentiële) delict-plegers.
Het verwerven van een goed van een minderjarige
Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Om voor deze groep barrières op te werpen tegen het plegen van criminaliteit is het wettelijk niet toegestaan om een goed in te kopen van een minderjarige. Daarnaast verkleint deze specificering de afzetmarkt voor gestolen goederen. Dit is ook opgenomen in het handhavingsarrangement van dit beleid.
De overtredingen van de APV die in het beleid zijn opgenomen, zijn als zodanig niet als heling aan te merken, maar ze kunnen wel een aanwijzing zijn dat er sprake is van heling of het faciliteren hiervan. Wanneer daadwerkelijk sprake is van heling of wanneer het aannemelijk is dat de opkoper/handelaar zich hieraan schuldig maakt, is sprake van een (vermoedelijk) misdrijf. De ernst hiervan komt in dit handhavingsarrangement tot uitdrukking door als bestuursrechtelijke sanctie op te nemen dat bij eerste constatering tot sluiting van het pand wordt overgegaan.
Geldigheidstermijn overtreding
Voor het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het arrangement wanneer binnen een jaar na een vorige constatering en/of overtreding (hierna: overtreding) opnieuw een overtreding plaatsvindt, of een eerder opgelegde bestuurlijke maatregel is uitgewerkt.
Belangenafweging en verzwarende omstandigheden
De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen het belang van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen, spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde en veiligheid een belangrijke rol. Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich meebrengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.
'Recidive' en andere verzwarende factoren
Voor het beantwoorden van de vraag of er sprake is van ‘recidive’, worden alle typen overtredingen uit de handhavingsmatrix meegenomen. Als een opkoper/handelaar bijvoorbeeld bij een eerdere controle niet heeft voldaan aan de registratieverplichting en later blijkt dat de opkoper/handelaar goederen van een minderjarige heeft opgekocht, dan kan de burgemeester de eerdere constatering bij de toepassing van de handhavingsmatrix meetellen als voorgaande overtreding. Bij het bepalen van de hoogte van de sanctie kunnen ook andere factoren een rol spelen. Als ‘verzwarend’ gelden onder andere (niet limitatief):
Bijlage 1. Aanwijzingsbesluit Digitaal Opkopers Register (DOR) Westland
[Dit aanwijzingsbesluit is bekendgemaakt op 12 juli 2022 in Gemeenteblad 2022, 316433 en beschikbaar gesteld in het regelingenbestand op overheid.nl.]
Verplichtingen handelaren Algemene Plaatselijke Verordening 2019
In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
Artikel 437, lid 1, Wetboek van Strafrecht
Ingevolge deze bepaling uit het Wetboek van Strafrecht wordt een handelaar in voormelde zin met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie gestraft, die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf:
aan een hem schriftelijk uitgereikt last van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, tot het gedurende een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven gaande, bewaren of in bewaring geven van een goed dat hij voorhanden heeft, of aan een hem bij die last gegeven aanwijzing, geen gevolg geeft, of
Artikel 2, lid 2, van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 Wetboek van Strafrecht
De handelaar, aangewezen in artikel 1 van dit besluit, voldoet aan de verplichting ingevolge artikel 437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht tot het aantekening houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven of voorhanden heeft indien hij een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt en daarin onverwijld vermeldt:
Artikel 437bis, lid 1, Wetboek van Strafrecht
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de handelaar die op grond van artikel 437 bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen en in de oefening van zijn beroep of bedrijf: