Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hendrik-Ido-Ambacht

Beleidsregels handhaving helingbestrijding 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHendrik-Ido-Ambacht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels handhaving helingbestrijding 2022
CiteertitelBeleidsregels handhaving helingbestrijding Hendrik-Ido-Ambacht 2022
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht
  2. artikel 417 van het Wetboek van Strafrecht
  3. artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
  4. artikel 125 van de Gemeentewet
  5. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  6. artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht
  7. Algemene plaatselijke verordening 2021
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-07-2022nieuwe regeling

24-06-2022

gmb-2022-313954

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels handhaving helingbestrijding 2022

 

De burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

 

Gelezen het burgemeestersbesluit van 20 januari 2020, nummer 2412264.

 

Gelet op de artikelen 416, 417, 437 wetboek van Strafrecht, artikel 125 Gemeentewet, artikel 4:81 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2:67 en 2:68 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hendrik-Ido-Ambacht

 

Besluit vast te stellen: de beleidsregels handhaving helingbestrijding.

 

 

1. Inleiding

 

Delicten zoals woninginbraken, diefstal en straatroof kunnen voor veel inwoners vervelende gevolgen hebben. De privacy wordt geschonden, het veiligheidsgevoel wordt aangetast en mensen missen kostbare en dierbare spullen. Dit soort delicten vallen dan ook onder de High Impact Crimes (HIC). Het terugdringen hiervan heeft dan ook hoge prioriteit bij de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente.

Vaak worden de goederen die buit gemaakt zijn bij boven genoemde delicten doorverkocht. Het opkopen van gestolen goederen is echter strafbaar. Dit wordt heling genoemd. Opkopers van gestolen goederen kunnen dus strafrechtelijk worden vervolgd. Er zijn drie vormen van heling:

  • Schuldheling: als iemand had moeten vermoeden dat het een gestolen goed is, bijvoorbeeld wanneer de prijs veel lager ligt dan de originele prijs.

  • Opzetheling: als men het weet dat het een gestolen goed is.

  • Gewoonteheling: als men er een gewoonte van maakt om gestolen goederen op te kopen.

Het tegengaan van heling is een van de actiepunten die is opgenomen in het Beleidsplan Integrale Veiligheid 2022-2025. Het doel van het tegengaan van heling is de afzetmarkt voor gestolen goederen verstoren, de pakkans van woninginbrekers, dieven en helers te vergroten en gestolen goederen zoveel mogelijk op te sporen en terug te bezorgen bij de rechtmatige eigenaar.

In dit kader is voor handelaren het bijhouden van een in-en verkoopregister middels het Digitaal Opkopers Register (DOR) verplicht gesteld.

In deze beleidsregel is aangegeven op welke wijze van de bevoegdheid tot handhaving van de verplichtingen gebruik wordt gemaakt.

 

2. Invoering Digitaal Opkopers Register

 

In het belang van de aanpak van heling van goederen is het gewenst dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen kunnen worden gecontroleerd. Om deze controle mogelijk te maken zijn handelaren verplicht een doorlopend inkoopregister en verkoopregister bij te houden, waarin staat welke gebruikte en ongeregelde goederen worden verworven, voorhanden zijn, worden verkocht of op andere wijze worden overgedragen.

Het inkoopregister is verplicht op grond van artikel 437, eerste lid sub a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

De voor opkopers verplichte registratie van ingekochte goederen vond tot voor kort plaats op papier. In 2011 heeft de politie een digitale variant ontwikkeld die het Digitale Opkopers Register (DOR) wordt genoemd. Het DOR kan worden gekoppeld aan een landelijk systeem waarin gestolen goederen worden geregistreerd. Het systeem geeft dan een melding zodra er sprake is van een gestolen goed. Hierdoor kunnen gestolen goederen snel worden getraceerd en kan heling op effectieve wijze worden tegengegaan.

Het DOR is aangewezen als register zoals bedoeld in artikel 2:67 APV (verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister) en in artikel 2 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht (inkoopregister), zodat handelaren daarin aantekening moeten houden van gebruikte en ongeregelde goederen.

 

3. Handhaving

 

Het toezicht op het bijhouden van het DOR wordt uitgeoefend door de politie en handhaving. Deze beleidsregel wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse verplichtingen. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen de verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister en de verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister.

 

3.1 Inkoopregister

De verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie, BOA's en het Openbaar Ministerie.

 

3.2 Verkoopregister

De verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister en het gedurende een aantal dagen in bewaring houden van goederen zijn opgenomen in de APV. Deze regels kunnen bestuursrechtelijk (bestuursdwang of dwangsom) en strafrechtelijk (via de strafbaarstelling van overtreding van deze APV-regels) worden gehandhaafd. Het hier opgenomen beleid betreft handhaving van de APV-regels en is gebaseerd op artikel 125 Gemeentewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht.

Om invulling te geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de verplichtingen zijn de verschillende mogelijke overtredingen onderstaand schematisch weergegeven en gekoppeld aan handhavend optreden middels een last onder bestuursdwang (sluiting).

 

4. Toepassen bestuursrecht

 

4.1 Tweesporenbeleid

Het tweesporenbeleid houdt in dat bij constatering of overtreding er zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk sancties of maatregelen worden getroffen. Strafrecht is punitief, dat wil zeggen dat er een straf of sanctie volgt bij een overtreding van een wetsartikel. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is meestal een reparatoire maatregel welke als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Strafrecht en bestuursrecht kunnen dus samen worden toegepast. Wanneer er sprake is van heling of dat heling aannemelijk is op basis van de constateringen van de toezichthouders, dan kan de burgemeester besluiten dat de openbare orde en veiligheid wordt aangetast en een maatregel treffen. Daarnaast kan een overtreding leiden tot een strafrechtelijke procedure en sanctie.

 

4.2 Zorgvuldigheid

De eventuele maatregelen die verbonden zijn aan de overtredingen worden met zorgvuldigheid gekozen. Wanneer de burgemeester besluit een sluiting op te leggen, kan de handelaar een zienswijze gesprek aanvragen. Indien de handelaar een gesprek aanvraagt, ontvangt de handelaar uiterlijk twee weken voor de aanvang van het gesprek een schriftelijke uitnodiging. Na dit gesprek weegt de burgemeester de feiten en omstandigheden af ten opzichte van de genoemde wet- en regelgeving en het bestuurlijke handhavingsarrangement. Het besluit van de burgemeester wordt bekend gemaakt aan de handelaar, de handhavingspartners en eventuele andere belanghebbenden, zoals de pandeigenaar. De handelaar heeft het recht om in bezwaar te gaan tegen het besluit. Wanneer een waarschuwing is opgelegd is er geen mogelijkheid tot een zienswijze gesprek.

 

4.3 Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven dan kan de burgemeester (ook ten nadele van belanghebbende(n)) afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan bijvoorbeeld worden besloten om een stap over te slaan en meteen een maatregel treffen en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in het arrangement als stap is opgenomen. In aanvulling op het handhavingsarrangement is aangegeven welke feiten en omstandigheden (niet limitatief) aanleiding kunnen zijn om tot verzwaring over te gaan.

 

5. Handhavingsbeleid

 

 

Overtreding

1e constatering

2e constatering

3e constatering

Niet of onvoldoende kenbaar maken van de uitoefening van het beroep van handelaar (artikel 2:68 sub a. en c. APV)

Waarschuwing

Waarschuwing

Sluiting 2 weken

Verwerven van een goed van een minderjarige (artikel 437bis Sr)

Waarschuwing

Sluiting 2 weken

Sluiting 4 weken

Niet of onvoldoende medewerking verlenen aan toezicht en controle op aanwezige en/of verhandelde goederen

Waarschuwing

Sluiting 2 weken

Sluiting 4 weken

Niet of onvoldoende registreren van de in- en verkoop van goederen (artikel 2, lid 2 Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 lid 1 Sr en artikel 2:67, lid 1 APV)

Waarschuwing

Sluiting 2 weken

Sluiting 4 weken

Niet aanhouden van het bewaartermijn van 3 dagen waarbij het goed in de staat blijft waarin het verkregen is (artikel 2:68 sub d. APV)

Waarschuwing

Sluiting 2 weken

Sluiting 4 weken

Heling (art. 416-417bis Sr)

Sluiting 4 weken

Sluiting 12 weken

Sluiting 24 weken

 

5.1 Geldigheidstermijn overtreding

Voor het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het arrangement wanneer binnen twee jaren na een vorige constatering en/of overtreding (hierna: overtreding) opnieuw een overtreding plaatsvindt. Een overtreding blijft vijf jaar meetellen. Vindt een overtreding binnen vijf jaar na de vorige overtreding plaats, maar is de vorige keer langer dan twee jaren geleden, dan wordt de handhavingsstap herhaald.

 

6. Handhavingsmatrix

 

6.1 Toelichting op de Handhavingsmatrix

Wanneer de politie of buitengewoon opsporingsambtenaar constateert dat de handelaar één of meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement begaat, kan dit leiden tot een sluiting van het pand. Door middel van sluiting wordt getracht de aanzuigende werking van het pand op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de 'stimulans' tot het plegen van dergelijke misdrijven doorbroken. De ondernemer krijgt tijdens de sluiting tevens de gelegenheid zich te beraden op zijn bedrijfsvoering en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Het verband tussen de naleving van de wet- en regelgeving en het beschermen van de openbare orde komt daarmee in het handhavingsarrangement tot uiting.

Naast overtredingen van de APV is ook een aantal overtredingen van het Wetboek van Strafrecht in het arrangement opgenomen die eenzelfde effect hebben op het faciliteren van dergelijke misdrijven. Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht.

 

6.2 Het verwerven van een goed van een minderjarige

Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Om voor de groep barrières op te werken tegen het plegen van High Impact Crimes is het inkopen van goederen die door minderjarigen worden aangeboden wettelijk niet toegestaan en tevens opgenomen in het arrangement. Hiermee wordt de afzetmarkt voor de buitgemaakte goederen verkleint en daarmee wordt succesbeleving met het plegen van misdrijven een halt toe geroepen.

 

6.3 Niet goed bijhouden opkoopregister (waaronder identificatieplicht)

Een belangrijke voorzorgsmaatregel die een handelaar kan nemen ter voorkoming van handel in gestolen goederen is het op juiste wijze registeren van goederen die de handelaar verkrijgt en verkoopt. Dit begint met de registratie in het inkoopregister bij het verkrijgen van het goed. Door het goed op de juiste wijze te registeren worden de aangeboden goederen en de personen die deze goederen aanbieden, traceerbaar voor de politie. Hiermee draagt de handelaar bij aan het opsporingsonderzoek van de politie, werpt de handelaar een barrière op voor (potentiële) delict plegers en draagt de handelaar daarmee in zijn algemeenheid bij aan de aanpak van High Impact Crimes.

 

6.4 Heling

De overtredingen van de APV die in de Handhavingsmatrix zijn opgenomen, zijn als zodanig niet als heling aan te merken. Maar ze kunnen wel een aanwijzing zijn dat er sprake is van heling of het faciliteren van het verhandelen van goederen die door een misdrijf zijn verkregen.

Wanneer daadwerkelijk sprake is van heling, of wanneer het aannemelijk is dat de handelaar zich hieraan schuldig maakt, is er sprake van een (vermoedelijk) misdrijf. De ernst hiervan komt in dit Handhavingsarrangement tot uitdrukking door als bestuursrechtelijke sanctie op te nemen dat reeds bij eerste constatering tot sluiting van het pand wordt overgegaan.

 

6.5 Belangenafweging en verzwarende omstandigheden

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat direct sprake is van een overtreding door de handelaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen, spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.

Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoekplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent.

Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

 

6.6 'Recidive' en andere verzwarende factoren

Voor het beantwoorden van de vraag of sprake is van ‘recidive’, worden alle typen overtredingen uit de Handhavingsmatrix meegenomen. Indien een handelaar bijvoorbeeld bij een eerdere controle niet heeft voldaan aan de registratieverplichting en later blijkt van een minderjarige goederen te hebben opgekocht, kan de burgemeester de eerdere constatering bij de toepassing van de handhavingsmatrix meetellen als voorgaande overtreding.

Bij het bepalen van de hoogte van de sanctie kunnen ook andere factoren een rol spelen. Als ‘verzwarend’ gelden onder andere (niet limitatief):

  • meerdere, al dan niet gelijktijdige, overtredingen uit de Handhavingsmatrix, ook indien daartegen niet eerder bestuurlijk is opgetreden;

  • de constatering van andere strafbare feiten die aan de handelaar of het pand zijn gerelateerd;

  • het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf;

  • omvang en eventuele gevolgen van de overtreding;

  • aanwijzingen of vermoedens van verwijtbaar gedrag van de handelaar of degenen die voor hem werken.

 

6.7 Sluiting pand

De eigenaar van het pand zal eerst een voornemen tot sluiting ontvangen van de gemeente. Pas nadat de eigenaar van het pand de gelegenheid heeft gehad om schriftelijk of mondeling te reageren op het voornemen, wordt het definitieve besluit genomen.

Gebaseerd op artikel 2:81 APV kan de burgemeester een sluiting opleggen voor een publiek toegankelijk gebouw. Ter bescherming van de openbare orde, of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- en of leefklimaat is het mogelijk op de sluiting op te leggen.

Zodra het definitieve besluit is genomen zal de gemeente het pand komen sluiten. Dit kan door middel van het veranderen van de sloten van het pand en het verzegelen van de toegangsdeur. Het doorbreken van het zegel levert een strafbaar feit op de grond van artikel 199 Wetboek van Strafrecht op. Verder dient een pand zichtbaar gesloten te worden, middels een aanplakbiljet of een bord voor het pand.

 

7. Openbaar Ministerie strafvorderingen

 

Naast de gemeentelijke maatregelen die hierboven beschreven staan heeft het OM sancties die gelijktijdig met de bestuurlijke sancties kunnen plaats vinden. De strafrechtelijke richtlijn van het OM genaamd 'strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen' kenmerkt in hoofdstuk '5.10 Recidiveregeling feitcodes D 521a -D 524, overtreding 437 Sr jo. Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 Sr' de sancties die verbonden zijn aan de overtredingen met betrekking tot het opkopers register.

 

Citeertitel

 

Dit besluit wordt aangehaald als 'Beleidsregels handhaving helingbestrijding Hendrik Ido Ambacht 2022'.

Aldus besloten door de burgemeester van Hendrik-Ido-Ambacht d.d. 24 juni 2022

De burgemeester,