Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening gemeente Stein 1999 |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening Stein 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
CAR/UWO-verordening gemeente Stein, art. 3:1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2000 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 20-01-2000 Gem. blad afd. A 2000, no. 2 | Gem. blad afd. A 2000, no. 2 |
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 oktober 1999 (Gem. blad Afd. A 2000, no. 2);
gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg;
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR/UWO-verordening gemeente Stein;
vast te stellen de navolgende Bezoldigingsverordening gemeente Stein 1999.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. ambtenaar:1. de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a. van de CAR/UWO-verordening;2. de werknemer in de zin van artikel 2:5:1, eerste lid van de CAR/UWO-verordening;b. salaris:het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR/UWO-verordening;c. uurloon:het uurloon als bedoeld in artikel 1:1 , eerste lid onder o van de CAR/UWO-verordening;d. schaal:de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a van de CAR/UWO-verordening opgenomen in de bijlagen II en IIa van die verordening;e. maximumsalaris:het hoogste bedrag van een salarisschaal;f. bezoldiging:de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c van de CAR/UWO-verordening, alsmede de inconveniëntentoelage en de wachtdienstvergoeding; g. betrekking:de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR/UWO-verordening;h. conversie:de vertaling van de op systematische wijze in rangorde geplaatste organieke functies, naar salarisschalen.i. volledige betrekking:de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR/UWO-verordening;j. overwerk:het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR/UWO-verordening.
Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalen¬derdagen van die maand.
Artikel 4 Onvolledige betrekking
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krach-tens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR/UWO-verordening, of indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag.
Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van de door burgemeester en wethouders d.d. 24.09.1996 vastgestelde Nota Beloningsbeleid en Belonings-differentiatie, genoemde criteria.
Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:a. Voor de ambtenaar als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de CAR/UWO-verordening, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;b. Voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de CAR/UWO-verordening, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Paragraaf III INSTRUMENTEN VAN FLEXIBELE BELONING
Artikel 11 Nadere regels instrumenten flexibele beloning
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning.
[In de Nota Beloningsbeleid en Beloningsdifferentiatie, vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d.24.09.1996, zijn de lokaal geldende instrumenten, gronden en criteria voor toepassing van het flexibel beloningsbeleid, nader uitgewerkt en toegelicht.]
Paragraaf IV OVERIGE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, [besluit burgemeester en wethouders d.d. 25.02.1992] wordt in geval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO-verordening.
Het bepaalde in de "Beleidsregels voor de vergoeding van overwerk" vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d.25.02.1992 en de "Uitvoeringsregeling overwerk parttime personeel" vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d.19.01.1999, zijn onverminderd het bepaalde in het eerste lid, van toepassing.
Artikel 15 Toelage onregelmatige dienst
De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;b. 40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;c. 45% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;d. 65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid van de CAR/UWO-verordening, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van salarisschaal 6 van bijlage II en IIA van de CAR/UWO-verordening.
Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 15 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door het bestuursorgaan een aflopende toelage toegekend, indien:a. die blijvende verlaging tenminste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelagen bedoeld in artikel 11;enb. de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 14, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 15, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 15 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij, onmid-dellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 15 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Paragraaf v OVERIGE BEPALINGEN
Indien in de salarissen van het personeel in de sector gemeenten een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wordt door burgemeester en wethouders met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, een over-eenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.
Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.