Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016
CiteertitelBeleidsregels integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageBeleidsplan Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-09-2013nieuwe (geconsolideerde) regeling

24-09-2013

Hilverbode

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016

Inleiding algemeen

 

 

 

 

(behorende bij het Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders op 24-09-2013

Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek;

b. inwoner: de ingezetene, van 18 jaar en ouder, die op grond van de Wet gemeentelijke

basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente is ingeschreven;

c. integrale schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

d. verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor integrale schuldhulpverlening;

e. Problematische schuld: een schuld is problematisch als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

 De som van de geëiste maandelijkse betalingen is hoger dan de volgens de Recofarekenmethode gecalculeerde aflossingscapaciteit en/of er is een bedreigende schuld (dit is een betalingsachterstand van minimaal twee maanden) in een of meer van de categorieën huur, hypotheek, energie, ziektekostenverzekering, WA-verzekering of inboedelverzekering.

 Er is geen bereidheid van schuldeisers om een betalingsregeling te treffen.

 Er is geen mogelijkheid van herfinanciering van de schulden.

 Er is geen vermogen aanwezig dat geliquideerd kan worden.

 

Artikel 2. Doelgroep integrale schuldhulpverlening Alle inwoners van de gemeente Hilvarenbeek van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandigen met een nog functionerende onderneming, kunnen zich tot het college wenden voor integrale schuldhulpverlening. Zelfstandigen met een nog functionerende onderneming kunnen zich tot het college wenden voor informatie, advies en/of een doorverwijzing.

 

Artikel 3. Aanbod integrale schuldhulpverlening 1. Het college verleent aan verzoeker integrale schuldhulpverlening indien het college integrale schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan:

a. het genoemde in de Wet gemeentelijke integrale schuldhulpverlening (Wgs)

b. de uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2013-2016 van de gemeente Hilvarenbeek. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd en kan het college besluiten om geen aanbod te doen.

2. De vorm waarin de gemeente integrale schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere

factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

a. aard en/of hoogte van het inkomen van verzoeker;

b. de regelbaarheid van de schulden;

c. psychosociale situatie van verzoeker;

d. houding, gedrag en motivatie van verzoeker;

e. een eventueel eerder gebruik van integrale schuldhulpverlening door verzoeker;

f. de aanwezigheid van minderjarige kinderen: Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen die zich melden voor integrale schuldhulpverlening worden direct in behandeling genomen, waarbij het eerste gesprek binnen drie werkdagen plaats dient te vinden. Mocht er sprake zijn van lange wachttijden dan krijgt deze groep voorrang. Wanneer de verzoeker op basis van deze beleidsregels wordt uitgesloten voor integrale schuldhulpverlening zal in het geval van inwonende minderjarige kinderen onderzocht worden welke hulpverlening wel geboden kan worden.

Het college toetst of de verzoeker daadwerkelijk in een situatie verkeert waarin hij niet zal kunnen doorgaan met het betalen van zijn verplichtingen of al heeft opgehouden met betalen. Wanneer dit (nog) niet het geval is, de verzoeker niet tot de doelgroep behoort of om een andere reden niet in aanmerking komt voor integrale schuldhulpverlening, kan het college preventieve hulpverlening bieden, zoals een budgetcursus, een adviesgesprek of een doorverwijzing. Wanneer er ook sprake is van immateriële problematiek, verwijst het college de verzoeker door naar de betreffende hulpverlenende organisaties.

Wanneer de verzoeker niet door kan gaan met het betalen van zijn verplichtingen of al heeft opgehouden met betalen en in aanmerking komt voor integrale schuldhulpverlening, toetst het college of er sprake is van een niet problematische schuld of een problematische schuld. De hulpverlening die het college in deze situaties biedt staat omschreven in:

 de Wet integrale schuldhulpverlening

 het beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2013-2016.

Artikel 4. Verplichtingen verzoeker 1. Verzoeker doet aan het college op verzoek of uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van

invloed kunnen zijn op integrale schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het integrale schuldhulpverleningstraject.

2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het integrale schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

a. het nakomen van afspraken;

b. het verbod op het maken van nieuwe schulden;

c. het zich houden aan de bepalingen van de overeenkomsten en het plan van

aanpak die verzoeker in het integrale schuldhulpverleningstraject sluit.

Deze opsomming is niet limitatief. De medewerking van de verzoeker kan ook op andere gebieden gevraagd worden.

 

Artikel 5. Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

1. Indien verzoeker niet of niet in voldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, kan het college besluiten om integrale schuldhulpverlening te

weigeren dan wel te beëindigen.

2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker de mogelijkheid geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

3. Het college maakt gebruik van zijn bevoegdheid om schuldhulp te weigeren als de

inwoner fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en de inwoner in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

 

Artikel 6. Beëindiginggronden Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de integrale schuldhulpverlening indien;

a. de verzoeker niet meer in de gemeente Hilvarenbeek woont;

b. het integrale schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

c. de verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

d. op grond van - zo later is gebleken - onjuiste gegevens integrale schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing was genomen;

e. verzoeker niet meewerkt aan de in artikel 4 lid 2. gestelde verplichtingen

f. verzoeker zich ten opzichte van de medewerkers of vrijwilligers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het integrale schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

g. verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

h. de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is;

i. indien de integrale schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht.

 

Artikel 7. Recidive - hernieuwde aanvraag

1. Indien minder dan een jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is

ingediend door verzoeker een traject schuldregeling is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag integrale schuldhulpverlening worden geweigerd. Er kan wel informatie, advies gegeven worden en/of een doorverwijzing.

2. Indien minder dan twee jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend:

a. een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

b. ingevolge artikel 5 lid 1 van deze beleidsregels een traject integrale schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd wegens schending van verplichtingen zoals omschreven in artikel 4 leden 1 en 2 of

c. integrale schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub c, d, e,f van deze beleidsregels kan een aanvraag integrale schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering

van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

 

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

1. Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;

2. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college. Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 26 september 2013 en worden aangehaald als "Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening gemeente Hilvarenbeek".

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking per 7 november 2013 en worden aangehaald als “Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016”.

 

Toelichting

Op 26 september 2013 heeft de gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek het Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2013-2016 vastgesteld. In dit beleidsplan is de visie van de gemeente neergelegd op het terrein van integrale schuldhulpverlening. Achterliggende gedachte is dat de gemeente Hilvarenbeek heldere spelregels wil hanteren. Hierdoor weet de burger wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de integrale schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en weet de gemeente welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de integrale schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. De Wet gemeentelijke integrale schuldhulpverlening valt onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is dus van belang om regels met betrekking tot toelating tot de integrale schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp vast te leggen in beleidsregels

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke integrale schuldhulpverlening.

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke integrale schuldhulpverlening

Conform het beleid van de gemeente, is in dit artikel geregeld dat de gemeentelijke integrale schuldhulpverlening breed toegankelijk is, omdat het niet kunnen voldoen aan betalingsverplichtingen een belangrijke belemmerende factor is voor participatie. Er worden dus geen groepen op voorhand uitgesloten. Een uitzondering hierop zijn zelfstandigen met een nog functionerende onderneming en dak- en thuislozen.

Indien het voortbestaan van een onderneming in gevaar is vanwege te hoog oplopende schulden, zal de zelfstandige veelal bij een bank aankloppen voor extra krediet. Indien het niet mogelijk is het benodigde extra krediet bij een bank te verkrijgen, kan een zelfstandige een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De gemeente doet dan onderzoek naar de schuldensituatie van de zelfstandige en naar de levensvatbaarheid van de onderneming. Indien de onderneming levensvatbaar is kan besloten worden tot het verstrekken van (extra) bedrijfskapitaal, waarmee de schulden worden geherfinancierd. Integrale schuldhulpverlening vanwege problematische schulden is dan niet meer aan de orde. Indien de onderneming niet levensvatbaar is, zal voor de zelfstandige vaak geen andere mogelijkheid resten dan het staken van de onderneming. In het geval dat de zelfstandige besluit te stoppen met de onderneming kan hij zich wenden tot de gemeente voor integrale schuldhulpverlening. Als iemand zich meldt en niet tot de doelgroep behoort, kan wel informatie en advies gegeven worden en kan de persoon, waar mogelijk, doorverwezen worden.

De wet schrijft voor dat dak- en thuislozen opgevangen worden door de centrumgemeenten. In ons geval is dat Tilburg. De dak- en thuislozen worden daarom doorverwezen naar de gemeente Tilburg (centrumgemeente).

 

Artikel 3. Aanbod integrale schuldhulpverlening

Het college verleent integrale schuldhulpverlening indien integrale schuldhulpverlening noodzakelijk en mogelijk wordt geacht. Op deze manier wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat is om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Daarnaast wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat integrale schuldhulpverlening niet in alle gevallen mogelijk is en selectief en gericht ingezet dient te worden. Dit artikel toont de kern van integrale schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van integrale schuldhulpverlening. De vorm waarin integrale schuldhulpverlening wordt aangeboden is maatwerk. De inzet van producten en het moment waarop dit gebeurt kan per situatie verschillen.

- In lid twee van dit artikel worden factoren genoemd die bepalen in welke mate de

gemeente een of meerdere producten integrale schuldhulpverlening aanbiedt.

- Punt f: De wet schrijft in artikel 2 lid 4.d. voor dat in het beleidsplan in ieder geval wordt aangegeven hoe integrale schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. Dit is een belangrijke en kwetsbare doelgroep. Het is altijd onwenselijk dat een huisuitzetting of energieafsluiting plaatsvindt, maar de gevolgen bij deze groep zijn groter.

 

Artikel 4. Verplichtingen verzoeker

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Lid 2 noemt een aantal verplichtingen, dit is geen limitatieve opsomming. Artikel 5. Weigeren - beëindigen - hersteltermijn Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om integrale schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is bewust niet genoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichtingen niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de integrale schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

In principe komen mensen die fraude hebben gepleegd, met als gevolg een financiële benadeling van het bestuursorgaan, niet voor integrale schuldhulpverlening in aanmerking. Het college kan een individuele afweging maken of deze mensen in aanmerking komen voor integrale schuldhulpverlening.

 

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde "kan" bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Artikel 6. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer integrale schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat de werking van artikel 5 onaangetast. Van de negen gronden zoals genoemd, verdienen de gronden onder d. en e. bijzondere aandacht. Verzoeker heeft een inlichtingen- en medewerkingsplicht en dient altijd de juiste gegevens aan te leveren. De toelating en het aanbod voor integrale schuldhulpverlening is onder andere afhankelijk van de gegevens die de verzoeker aanlevert. Indien achteraf blijkt dat toelating tot integrale schuldhulpverlening op grond van onjuiste gegevens is toegekend, kan integrale schuldhulpverlening worden beëindigd. Beëindiging wordt aan verzoeker kenbaar gemaakt met een gemotiveerde beschikking.

 

Artikel 7 Recidive - hernieuwde aanvraag

Dit artikel formuleert de regels over de weigering van een aanbod integrale schuldhulpverlening in relatie tot een eerder opgestart traject integrale schuldhulpverlening. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Een nieuw verzoek van iemand voor wie eerder (binnen een jaar voorafgaand aan het moment waarop een nieuw verzoek wordt ingediend) al een schuldregelingstraject is opgestart, kan worden afgewezen. Er kan wel informatie en advies gegeven worden en/of doorverwijzing. De startdatum van een eerder opgestart schuldregelingstraject is hierbij het uitgangspunt. Het maakt niet uit of dat traject wel of niet succesvol is afgerond. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van een schuldregelingstraject telt een eerder opgestart traject vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

 

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze beleidsregels.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking per 7 november 2013 en worden aangehaald als “Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Hilvarenbeek 2013-2016”.