Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling koloniaal- en slavernijverleden Den Haag 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling koloniaal- en slavernijverleden Den Haag 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling koloniaal- en slavernijverleden Den Haag 2022 |
Geen
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2023 | wijziging | 19-12-2023 | RIS317396 OCW/10643195 | ||
24-12-2022 | 28-12-2023 | wijziging | 20-12-2022 | RIS314057 OCW/10443855 | |
01-07-2022 | 24-12-2022 | nieuwe regeling | 05-07-2022 | RIS312676 OCW/188135 |
Door middel van de Subsidieregeling koloniaal- en slavernijverleden Den Haag 2022 wordt het mogelijk voor organisaties om herdenkingen te organiseren die gerelateerd zijn aan het Nederlandse koloniale- en slavernijverleden. Deze regeling zorgt voor een koppeling van de herdenkingen met het Haags onderwijs en Haagse culturele instellingen en werkt zo mee aan een gedeeld historisch bewustzijn dat noodzakelijk is om het slavernijverleden en de doorwerking daarvan te zien als een onderdeel van onze gezamenlijke geschiedenis.
Deze subsidieregeling komt voort uit het Initiatiefvoorstel Het Haags koloniaal- en slavernijverleden (RIS305697) dat de Haagse gemeenteraad op 1 juli 2021 heeft aangenomen. Dit voorstel diende als aanvulling op en aanscherping van het eerdere onafhankelijke Advies herdenking slavernij (RIS307282) en het coalitieakkoord 2019-2022 (RIS304121). Deze subsidieregeling is een belangrijke stap in de omgang met een pijnlijk verleden en de erfenis daarvan in het heden.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidieregeling is het faciliteren van herdenkingen in Den Haag die betrekking hebben op het koloniaal- en slavernijverleden van Haagse burgers en het faciliteren van initiatieven die bijdragen aan bewustwording van het koloniaal- en slavernijverleden of de doorwerking daarvan in het heden op Den Haag en haar inwoners.
De achterliggende maatschappelijke doelen zijn:
a. het (h)erkennen van het gedeelde koloniale en slavernijverleden in de geschiedenis van onze voorouders, en deze te verbinden met het heden
b. de kennis over het koloniaal- en slavernijverleden zo te verspreiden dat inwoners van Den Haag elkaar beter begrijpen en beseffen welke doorwerking het koloniaal- en slavernijverleden op inwoners van onze stad heeft;
c. het maken van verbindingen tussen inwoners van Den Haag met diverse culturele achtergronden.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten:
a. gericht zijn op het organiseren van een herdenking van het koloniale- of slavernijverleden ten behoeve van de Surinaamse, Caribische, Afrikaanse, Indische, Indonesische, Molukse of Papua gemeenschappen dan wel andere gemeenschappen uit (voormalige) Nederlandse koloniën die in Den Haag woonachtig zijn; of
b. die toegankelijk zijn voor alle inwoners van Den Haag, die worden georganiseerd door of in samenwerking met nazaten van slachtoffers van het koloniaal- en slavernijverleden en die worden georganiseerd in samenwerking met een in Den Haag gevestigde culturele instelling of waarbij ten minste een in Den Haag gevestigde basisschool, voortgezet onderwijsinstelling, mbo of hbo-instelling of een universiteit bij de uitvoering van de herdenking wordt betrokken.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan in Den Haag gevestigde rechtspersonen zonder winstoogmerk en aan natuurlijke personen.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;
b. de kosten van catering en consumpties tot maximaal 25% van de totale subsidiabele kosten;
c. de kosten die gemaakt worden voor de waardering van de aan de subsidiabele activiteiten verbonden vrijwilligers tot maximaal € 15,- per vrijwilliger;
d. de kosten voor overhead tot maximaal 15% van het subsidiabele bedrag.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 25.000,00 per activiteit per aanvrager.
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV binnen 10 weken na ontvangst van de aanvraag.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, van de ASV weigert het college een subsidie als:
a. naar het oordeel van het college voldoende aannemelijk is dat de subsidie geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt om religieuze, nationalistische of politieke ideeën te uiten;
b. de aanvrager al subsidie ontvangt of heeft ontvangen voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten in hetzelfdekalenderjaar;
c. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college al uitgevoerd worden door anderen of anderszins reeds gesubsidieerd zijn.
d. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die voor het grootste deel plaatsvinden buiten het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag heeft plaatsgevonden.
e. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college inhoudelijk onvoldoende bijdragen aan het doel als bedoeld in artikel 1:3.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betalingen
De subsidie wordt in één keer bevoorschot met 100% van de verleende subsidie.
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV 2020, geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om mee te werken aan een steekproefcontrole conform het steekproefprotocol van het college om te beoordelen of de subsidie rechtmatig is verstrekt.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuurs- of directieverklaring ingediend volgens het door het college vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;
b. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald;
d. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verlengingsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn gehaald, of in welke mate ze hieraan hebben bijgedragen; en
e. indien doelstellingen of resultaten (deels) niet zijn gerealiseerd geeft het verslag de redenen daarvoor.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college evalueert deze subsidieregeling voor 31 december 2024.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022 en vervalt met ingang van 31 december 2026.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling koloniaal- en slavernijverleden Den Haag 2022.