Standplaatsenbeleid Soest 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• a.

  Vaste standplaats: een standplaats die in principe het gehele jaar door, wekelijks, maandelijks of met een andere vaste regelmaat, op vaste dagen en tijden en op een vaste locatie, wordt ingenomen;

• b.

  Tijdelijke standplaats of dagplaats: een standplaats voor één of een beperkt aantal (vooraf vastgestelde) dagen;

• c.

  Stand plaatsgebied: een gebied bestaande uit een straat dan wel meerdere aansluitende straten, waarbinnen één of meer standplaatsen zijn aangewezen (zie bijlage: indeling standplaatsgebieden);

• d.

  Ideële standplaats: een standplaats op het gebied van maatschappelijk/sociaal-culturele activiteiten of activiteiten op het gebied van volksgezondheid, alle met een niet-commercieel karakter (verkoop van producten is in principe uitgesloten).

Artikel 2 Algemene bepalingen

• 1.

  Op dagen dat de weekmarkt plaatsvindt, wordt, tot een uur na het einde van de markt, geen standplaats uitgegeven op het marktterrein.

• 2.

  Voor het innemen van een standplaats is een vergoeding verschuldigd ingevolge de Verordening Standplaatsgeld, zoals deze jaarlijks wordt gewijzigd.

• 3.

  Om voor een standplaatsvergunning in aanmerking te komen dient men een kopie te overleggen van het bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel.

• 4.

  Indien het middel waarmee standplaats zal worden ingenomen (bijvoorbeeld een kraam of voertuig) langer dan een kalendermaand onafgebroken op de locatie aanwezig zal zijn, dient de vergunning voor het innemen van de standplaats minimaal zes maanden voordat men de standplaats wil innemen te worden aangevraagd.

• 5.

  Indien standplaats wordt ingenomen met een bakwagen dient, alvorens vergunning kan worden verleend, de bakwagen te zijn goedgekeurd door de Veiligheidsregio Utrecht. In verband daarmee dient de aanvrager de volgende documenten, behorend bij de betreffende bakwagen, te overleggen:

  • •

    een algemeen keuringsbewijs en

  • •

    een beproevingsbewijs afpersing gasleidingen.

Artikel 3 Vaste standplaatsen

• 6.

  Een vaste standplaats kan alleen worden ingenomen op een plaats die is aangegeven in bijgevoegde bijlage (indeling standplaatsgebieden).

• 7.

  Eén plaats in Soest Zuid (zie bijlage; indeling standplaatsgebieden) is aangewezen als zogenaamde ideële standplaats. Dit betekent dat eventuele verkoop aldaar een aantoonbaar ideëel motief dient te hebben.

• 8.

  Een vaste standplaats wordt geacht geen grotere omvang te hebben dan een aaneengesloten oppervlak van achttien vierkante meter (zes bij drie meter). Indien een standplaats groter is, wordt deze, afhankelijk van de omvang, beschouwd als twee of meer standplaatsen. Dit geldt niet voor de bestaande standplaatsen die reeds ruimtelijk afgebakend zijn met bijvoorbeeld paaltjes.

• 9.

  Binnen een standplaatsgebied kan per dag en per productsoort slechts één standplaatsvergunning worden afgegeven.

• 5.

  Een standplaatsvergunning kan voor een halve of hele dag worden verleend. Een dag duurt van 7.30-18.30 uur; een halve dag duurt van 7.30-12.30 uur of van 13.30-18.30 uur.

• 1.

  Het opbouwen mag niet eerder beginnen dan 07.00 uur. Om 19.00 uur dient het afbouwen gereed te zijn en dient men de standplaats verlaten te hebben. Indien vergunning voor een halve dag is verleend, dient het afbouwen gereed te zijn respectievelijk het opbouwen te beginnen om 13.00 uur.

• 2.

  Indien gedurende een periode van meerdere opeenvolgende dagen standplaats wordt ingenomen, gelden de op- en afbouwtijden genoemd in het vorige lid voor de eerste respectievelijk de laatste dag van die periode.

Artikel 4 Tijdelijke standplaatsen/dagplaatsen

• 3.

  Tijdelijke standplaatsen worden niet beperkt naar plaats of aantal. Zij kunnen in beginsel overal worden ingenomen, mits wordt voldaan aan hoofdstuk 5, afdeling 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Soest.

• 4.

  Gedurende de tijd dat op enige plaats een evenement of vergelijkbare activiteit plaatsvindt, wordt geen standplaats uitgegeven in een straal van 500 meter van die locatie, tenzij blijkens de schriftelijke aanvraag of andere schriftelijke verklaring van de organisator van het evenement of de vergelijkbare activiteit, de in te nemen standplaats gezien moet worden als onderdeel van het evenement of de vergelijkbare activiteit.

Artikel 5 Uitzonderingsgevallen en onvoorziene situaties

• 5.

  Burgemeester en wethouders kunnen van dit beleid afwijken, indien naar hun oordeel strikte toepassing van dit beleid in redelijkheid zou leiden tot onbillijke situaties.

• 6.

  In situaties waarin dit beleid niet voorziet, besluiten burgemeester en wethouders zo veel mogelijk met inachtneming van (de strekking van) dit beleid.

Artikel 6 Handhaving

Het innemen van een standplaats zonder vergunning dan wel in strijd met een vergunning is strafbaar op grond van artikel 6:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Soest en kan, afhankelijk van de aard van de overtreding en de omstandigheden, tevens bestuursrechtelijk worden gehandhaafd door middel van bestuursdwang, dwangsom of intrekking van de verleende vergunning.

Artikel 7 Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling

• 1.

  Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Standplaatsenbeleid Soest 2015".

• 2.

  Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking van dit besluit en vervangt al het eerder vastgestelde beleid, onder welke naam ook, met betrekking tot standplaatsen.

• 1.

  Op vergunningen die zijn verleend voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel is, gedurende de looptijd van die vergunning, het beleid van toepassing dat gold op het moment van verlening van de vergunning.