Subsidieregeling belangenbehartiging mantelzorgers en senioren Den Haag 2022

Toelichting 

Subsidieregeling belangenbehartiging mantelzorgers en senioren Den Haag 2022 is gericht op het subsidiëren van organisaties die zich inzetten voor mantelzorgers en senioren in Den Haag. De gemeente Den Haag wil overbelasting van mantelzorgers voorkomen en wil dat zelfstandig wonende senioren een goede kwaliteit van leven ervaren. Doordat organisaties signalen en ervaringen van hun achterban in beeld brengen en expliciet maken en doordat zij zich inzetten voor de belangen van deze doelgroepen wordt de positie van deze doelgroepen versterkt. Op grond van deze subsidieregeling kan subsidie worden aangevraagd voor de belangenbehartiging van één van deze twee doelgroepen.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

gelet op:

• -

  artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

besluit:

• -

  vast te stellen de navolgende Subsidieregeling belangenbehartiging mantelzorgers en senioren Den Haag 2022:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV: Algemene subsidieverordening Den Haag 2020

Awb: Algemene wet bestuursrecht

college: college van burgemeester en wethouders van Den Haag

mantelzorgers: inwoners van Den Haag die onbetaalde zorg en ondersteuning aan iemand verlenen in hun directe sociale omgeving, als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

persoon met een migratieachtergrond: een persoon van wie tenminste een ouder in het buitenland is geboren

senioren: inwoners van Den Haag van 65 jaar en ouder

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

• 1.

  Het doel van de subsidieregeling is:

  • a.

    het versterken van de positie van mantelzorgers in Den Haag;

  • b.

    het versterken van de positie van senioren in Den Haag.

• 2.

  Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is:

  • a.

    het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers;

  • b.

    het bevorderen van een goede kwaliteit van leven van senioren.

Artikel 1:4  Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op het in beeld brengen, expliciet maken en verdedigen van de belangen van mantelzorgers (categorie A):

• a. die bestaan uit het informeren, attenderen en adviseren van de gemeente en andere relevante organisaties in Den Haag; en

• b. die gebaseerd zijn op signalen en ervaringen van mantelzorgers.

• 2.

  Subsidie wordt tevens verstrekt voor activiteiten gericht zijn op het in beeld brengen, expliciet maken en verdedigen van de belangen van senioren (categorie B):

• a. die bestaan uit het informeren, attenderen en adviseren van de gemeente en andere relevante organisaties in Den Haag; en

• b. die gebaseerd zijn op signalen en ervaringen vanuit senioren.

Artikel 1:5  Doelgroep 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die belangenbehartiging hebben opgenomen in hun statuten.

Artikel 1:6  Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

• 2.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  • a. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;

    b. de verrekenbare BTW over de gesubsidieerde kosten;

    c. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;

    d. de kosten die naar het oordeel van het college niet in verhouding staan tot de activiteiten;

    e. de kosten voor catering en consumpties die meer bedragen dan 10% van de totale kosten van de subsidiabele activiteiten of die meer bedragen dan € 5.000,- per aanvraag.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidieverlening bedraagt maximaal:

• a. € 60.000,- voor aanvragen in categorie A;

  b. € 85.000,- voor aanvragen in categorie B.

Artikel 1:8 Subsidieplafond 

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van deze regeling gelden per categorie de volgende subsidieplafonds:

  • a.

    voor categorie A: € 60.000,- per kalenderjaar;

  • b.

    voor categorie B: € 85.000.- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 1:9  Wijze van verdeling subsidies behartiging mantelzorgers (categorie A) 

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgesteld subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Bij de rangschikking van de aanvragen bedoeld voor activiteiten in categorie A kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

  a. de aanvrager heeft minimaal 2 jaar aantoonbare ervaring met het aanbieden van de aangevraagde activiteit: 3 punten;

  b. er wordt aantoonbaar samengewerkt met de volgende partners:

  1o andere belangenbehartigers in Den Haag: 1 punt;

  2o Vereniging Mantelzorg NL gevestigd te Zeist: 1 punt.

  c. de aanvrager heeft een relevant netwerk waarmee hij actief samenwerkt, dit blijkt uit de contacten van de aanvrager met partners die ook hulp en ondersteuning bieden aan de mantelzorgers zoals welzijnsinstellingen, wijkorganisaties of levensbeschouwelijke organisaties, en de actieve wijze waarop de aanvrager invulling geeft aan de samenwerking met die contacten:

  1° de aanvrager heeft een erg relevant netwerk en werkt actief samen: 6 punten;

  2°de aanvrager heeft een gemiddeld relevant netwerk of werkt gemiddeld actief samen: 3 punten;

  3° de aanvrager heeft een beperkt relevant netwerk of werkt beperkt samen: 0 punten;

  d. de aanvrager heeft een aanpak om de bekendheid onder mantelzorgers te vergroten:3 punten;

  e. de aanvrager richt zich op mantelzorgers die over het algemeen lastig te bereiken zijn door belangenbehartigers, zoals mantelzorgers jonger dan 27 jaar, mantelzorgers die elders in betaald dienstverband werken voor minimaal 24 uur per week, mantelzorgers die zorgen voor een naaste met GGZ problematiek of mantelzorgers met een migratieachtergrond. Dit blijkt uit de aanpak die de aanvrager toepast om die mantelzorgers op meerdere, langdurige, en proactieve manieren te bereiken en de mate waarin de activiteiten van de aanvrager op de behoeften van die mantelzorgers aansluiten:

  1° de aanvrager richt zich erg op deelnemers uit lastig te bereiken doelgroepen: 6 punten;

  2° de aanvrager richt zich gemiddeld op deelnemers uit lastig te bereiken doelgroepen: 3 punten;

  3° de aanvrager richt zich beperkt of niet op deelnemers uit lastig te bereiken doelgroepen: 0 punten;

  f. ervaringsdeskundigen zijn betrokken bij de uitvoering van de activiteiten: 3 punten;

  g. de effectiviteit en impact van activiteiten worden door de subsidieaanvrager geëvalueerd om waar nodig bij te kunnen sturen:

  1° op meerdere momenten in het jaar worden activiteiten geëvalueerd en de activiteiten worden aan de hand daarvan gedurende het jaar aangepast: 6 punten;

  2° activiteiten worden jaarlijks geëvalueerd: 3 punten;

  3° activiteiten worden minder dan eenmaal per jaar geëvalueerd: 0 punten.

• 3.

  Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgestelde subsidieplafond, verleent het college de subsidie in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 4.

  Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast aan de hand van de aangevraagde subsidie waarbij het laagste bedrag voor gaat.

Artikel 1:10  Wijze van verdeling subsidies behartiging senioren (categorie B)

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgesteld subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Bij de rangschikking van de aanvragen bedoeld voor activiteiten in categorie B kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

  a. de aanvrager heeft minimaal 2 jaar aantoonbare ervaring met het aanbieden van de aangevraagde activiteit: 3 punten;

  b. er wordt aantoonbaar samengewerkt met de volgende partners:

  1o ouderenbonden die actief zijn in Den Haag: 1 punt;

  2o andere belangenbehartigers in Den Haag: 1 punt;

  3° een belangenbehartiger voor senioren in Nederland buiten Den Haag: 1 punt;

  c. de aanvrager heeft een relevant netwerk waarmee hij actief samenwerkt, dit blijkt uit de contacten van de aanvrager met partners die ook hulp en ondersteuning bieden aan senioren zoals welzijnsinstellingen, wijkorganisaties of levensbeschouwelijke organisaties en de actieve wijze waarop de aanvrager invulling geeft aan de samenwerking met die contacten:

  1° de aanvrager heeft een erg relevant netwerk en werkt actief samen: 6 punten;

  2° de aanvrager heeft een gemiddeld relevant netwerk of werkt gemiddeld actief samen: 3 punten;

  3° de aanvrager heeft een beperkt relevant netwerk of werkt beperkt samen: 0 punten;

  d. de aanvrager heeft een aanpak om de bekendheid onder senioren te vergroten:3 punten;

  e. de aanvrager richt zich op senioren die over het algemeen lastig te bereiken zijn door belangenbehartigers, zoals senioren met een laag inkomen en senioren met een migratieachtergrond. Dit blijkt uit de aanpak die aanvrager toepast om die senioren op meerdere, langdurige en proactieve manieren te bereiken en de mate waarin de activiteiten van de aanvrager op de behoeften van die senioren aansluiten:

  1° de aanvrager richt zich erg op deelnemers uit lastig te bereiken doelgroepen: 6 punten;

  2° de aanvrager richt zich gemiddeld op deelnemers uit lastig te bereiken doelgroepen: 3 punten;

  3° de aanvrager richt zich beperkt of niet op deelnemers uit lastig te bereiken doelgroepen: 0 punten;

  f. ervaringsdeskundigen zijn betrokken bij de uitvoering van de activiteiten: 3 punten;

  g. de effectiviteit en impact van activiteiten worden door de subsidieaanvrager geëvalueerd om waar nodig bij te kunnen sturen:

  1° op meerdere momenten in het jaar worden activiteiten geëvalueerd en de activiteiten worden aan de hand daarvan gedurende het jaar aangepast: 6 punten;

  2° activiteiten worden jaarlijks geëvalueerd: 3 punten;

  3° activiteiten worden minder dan eenmaal per jaar geëvalueerd: 0 punten;

• 3.

  Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgesteld subsidie plafond, verleent het college de subsidie in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 4.

  Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast aan de hand van de aangevraagde subsidie waarbij het laagste bedrag voor gaat.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen 

Artikel 2:1  Aanvraag subsidie 

• 1.

  Subsidie wordt jaarlijks aangevraagd per categorie A of B, bedoeld in artikel 1:4.

• 2.

  Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • a.

    een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

  • b.

    de statuten van de rechtspersoon;

  • c.

    gegevens met betrekking tot de criteria als genoemd in artikel 1:4, op basis waarvan een beoordeling gemaakt kan worden ten behoeve van de toekenning van een subsidie;

• d. gegevens met betrekking tot de criteria als genoemd in artikel 1:9 of 1:10, op basis waarvan een beoordeling gemaakt kan worden ten behoeve van de toekenning van een subsidie.

• 3.

  De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier en het bijbehorende begrotingsformat.

Artikel 2:2  Aanvraagtermijn 

• 1.

  In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV worden aanvragen om subsidie ingediend in het tijdvak gelegen tussen 6 en 19 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd zullen plaatsvinden.

• 2.

  De subsidie wordt toegekend voor een periode van een kalenderjaar.

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10 eerste lid van de ASV, uiterlijk op 14 november.

Hoofdstuk 3  Verplichtingen en betaling 

Artikel 3:1  Verplichtingen

• 1.

  Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de  volgende verplichtingen:

• a. de subsidieontvanger monitort en evalueert minimaal jaarlijks de effectiviteit en impact van de activiteiten;

• b. de subsidieontvanger meldt de activiteit aan op www.socialekaartdenhaag.nl;

• c. de subsidieontvanger levert de juiste informatie ten behoeve van de bekendmaking van de activiteiten op de website www.denhaagmantelzorg.nl.

Artikel 3:2  Bevoorschotting

• 1.

  Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  a. subsidieverleningen tot en met € 5.000,--: 100% van de verleende subsidie in één keer;

  b. subsidieverleningen boven € 5.000,--: 90% van de verleende subsidie in één keer en de resterende 10% na vaststelling van de subsidie.

2.  Indien de realisatie van de activiteiten een andere bevoorschotting vereist kan het college bij verleningsbesluit van het eerste lid afwijken.

Hoofdstuk 4  Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf 

Artikel 4:1  Wijze van verantwoorden 

• 1.

  De aanvraag tot vaststelling bevat:

  a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

  b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV;

  c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

• 2.

  Het inhoudelijk verslag bevat in ieder geval:

  a. een overzicht van de met deze subsidie gerealiseerde activiteiten en een beknopt fotoverslag van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten;

  b. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald;

  c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn behaald.

• 3.

  Het financieel verslag bevat in ieder geval:

  a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten en de begroting;

  b. een zichtbare vermelding van de BTW in de financiële verantwoording.

Hoofdstuk 5  Overige bepalingen 

Artikel 5:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikelen 1:2 en 1:3, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5:2 Evaluatie 

Het college evalueert de Subsidieregeling belangenbehartiging mantelzorgers en senioren Den Haag 2022 in elk geval 2 jaar na inwerkingtreding en vervolgens elke 2 jaar.

Artikel 5:3 Inwerkingtreding 

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5:4 Intrekking

De Subsidieregeling belangenbehartiging mantelzorgers of senioren 2021 wordt ingetrokken.

Artikel 5:5 Citeertitel 

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling belangenbehartiging mantelzorgers en senioren Den Haag 2022.

Den Haag, 5 juli 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de locoburgemeester,

Kavita Parbhudayal