Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-04-2023 | paragraaf 5.6, 6.13, artikel 2.2.6, 2.5.6, 2.5.8, 2.5.12, 2.5.26, 2.7.6, 2.10.3, 2.11.8, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.5, 3.2.6, 3.6.5, 3.6.6, 3.8.6, 3.8.7, 3.12.3, 3.12.6, 3.12.7, 3.13.8, 3.15.6, 4.2.1, 4.2.7, 4.5.6, 4.5.15, 4.6.6, 4.6.11, 4.7.6, 4.9.6, 4.9.10, 4.10, 4.11.7, 4.15.6, 4.16.10, 4.17.3, 4.17.6, 4.17.7, 4.17.8, 4.18.6, 4.19.6, 4.21.7, 4.21.10, 5.1.8, 5.1.9, 5.4.9, 5.5.6, 5.6.1, 5.6.2, 5.6.3, 5.6.4, 5.6.5, 5.6.6, 5.6.7, 5.6.8, 5.6.9, 5.6.10, 5.6.11, 5.6.12, 5.10.6, 6.3.9, 6.5.6, 6.5.9, 6.5.11, 6.6.6, 6.5.9, 6.5.11, 6.6.6, 6.9.5, 6.10.2, 6.10.7, 6.10.11, 6.12.2, 6.13.1, 6.13.2, 6.13.3, 6.13.4, 6.13.5, 6.13.6, 6.13.7, 6.13.8, 6.13.9, 6.13.10, 6.13.11, 6.13.12, 7.2.8, 7.3.6, 7.3.8, 7.4.8, 7.4.9, 7.5.7, 7.9.6, 7.11.1, 7.11.4, 7.11.7, 7.11.6, 7.12.6, 7.14.6, 7.18.6 7.18.8 bijlage 1A, 1B | 25-04-2023 | 2023-003818 | ||
01-03-2023 | 29-04-2023 | paragraaf 7.11, artikel 7.11.1, 7.11.2, 7.11.3, 7.11.4, 7.11.5, 7.11.6, 7.11.7, 7.11.8, 7.11.9, 7.11.10 | 31-01-2023 | 2023-000582 | |
04-02-2023 | 01-03-2023 | paragraaf 6.3, artikel 1.1, 1.2.10, 1.2.17, 2.3.6, 2.5.2, 2.5.3, 2.5.4, 2.5.5, 2.5.6, 2.5.8, 2.5.12, 2.11.6, 2.11.7, 3.5.6, 3.10.9, 4.5.1, 4.5.6, 4.5.10, 4.8.8, 4.8.9, 4.8.10, 4.8.11, 4.8.12, 4.8.13, 4.13.10, 4.13.12, 4.14.1, 4.14.2, 4.14.3, 4.14.4, 4.14.5, 4.14.6, 4.14.7, 4.14.8, 4.14.9, 4.14.10, 4.14.11, 4.17.1, 4.17.2, 4.17.3, 4.17.5, 4.17.6, 4.17.7, 4.17.8, 6.2.1, 6.2.3, 6.2.7, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5, 6.3.6, 6.3.7, 6.3.8, 6.3.9, 6.3.10, 6.3.11, 6.3.12, 6.3.13, 6.8.1, 6.8.2, 6.12.2, 6.12.5, 7.6.12, 7.7.2, 7.7.4, 7.11.7, 7.15.1, 7.15.5, 7.15.6, 7.15.11, 7.18.3, 7.18.4, 7.18.6, 7.18.7, 7.18.8, 7.18.10, bijlage 1A, 1B, puntentabel 1, 2 | 31-01-2023 | 2023-000582 | |
13-01-2023 | 04-02-2023 | paragraaf 2.5, artikel 2.5.1, 2.5.2, 2.5.3, 2.5.4, 2.5.5, 2.5.6, 2.5.7, 2.5.8, 2.5.9, 2.5.10, 2.5.11, 2.5.12, 2.5.13, 2.5.14, 2.5.15, 2.5.16, 2.5.17 | 01-11-2022 | 2022/0020682, 2022/0153994, 2022/0169890 | |
23-12-2022 | 11-07-2022 | 23-12-2022 | paragraaf 3, 7, artikel 3.6.3, 3.6.5, 3.6.6, 7.14.1, 7.14.2, 7.14.3, 7.14.4, 7.14.5, 7.14.6, 7.14.7, 7.14.8, 7.14.9, 7.14.10, 7.14.11, 7.14.12 | 20-12-2022 | 2022-015251 |
23-12-2022 | 05-11-2022 | 23-12-2022 | paragraaf 7.11, artikel 7.11.2, 7.11.3, 7.11.5, 7.11.7, 7.11.8 | 20-12-2022 | 2022-015251 |
23-12-2022 | 13-01-2023 | paragraaf 2.10, 2.11, 4.21, 7.15, artikel 1.1.3, 2.4.2, 2.4.5, 2.4.7, 2.4.8, 2.4.12, 3.11.3, 3.11.4, 3.12.7, 3.12.8, 3.12.9, 3.12.10, 3.12.11, 3.13.8, 4.3.5, 4.5.12, 4.7.1, 4.7.2, 4.7.3, 4.7.5, 4.7.6, 4.7.7, 4.7.8, 4.17.2, 4.17.3, 4.17.4, 4.17.9a, 7.3.1, 7.3.3., 7.3.4, 7.3.8. 7.7.3, 7.7.7., 7.8.3, bijlage 1a, 1b | 20-12-2022 | 2022-015251 | |
05-11-2022 | 23-12-2022 | paragraaf 3.1, 3.12, 3.13, 6.12, 7.8, 7.11, artikel 2.2.7, 2.14.12, 2.7.1, 2.7.2, 2.7.3, 2.7.5, 2.7.6, 2.12.11, 3.1.3, 3.1.6, 3.1.7, 3.1.8, 3.1.9, 3.1.10, 3.1.11, 3.2.8, 3.2.11, 3.3.3, 3.3.4, 3.3.6, 3.3.8, 3.6.1, 3.6.3, 3.6.5, 3.6.6, 3.6.7, 3.12.1, 3.12.2, 3.12.3, 3.12.4, 3.12.5, 3.12.6, 3.12.7, 3.12.8, 3.12.9, 3.12.10, 3.12.11, 3.13.1, 3.13.2, 3.13.3, 3.13.4, 3.13.5, 3.13.6, 3.13.7, 3.13.8, 3.13.9, 3.13.10, 3.13.11, 3.13.12, 3.13.13, 3.16.7, 3.16.8, 3.16.11, 3.17.9, 3.17.11, 3.18.9, 3.18.13, 3.18.14, 3.19.7, 3.19.8, 3.19.11, 4.3.3, 4.3.5, 4.3.7a, 4.3.8, 4.5.10, 4.5.11, 4.7.3, 4.7.5, 4.8.3, 4.17.8, 4.17.11, 4.18.13, 5.5.3, 5.5.8, 5.5.11, 5.9.9, 5.9.12, 5.10.1, 5.10.2, 5.10.3, 5.10.4, 5.10.6, 5.10.8, 5.10.9, 5.10.12, 5.11.3, 5.11.6, 5.11.9, 5.11.10, 5.11.12, 6.12.1, 6.12.2, 6.12.3, 6.12.4, 6.12.5, 6.12.6, 6.12.7, 6.12.8, 6.12.9, 6.12.10, 6.12.11, 6.12.12, 7.2.13, 7.7.7, 7.8.1, 7.8.2, 7.8.3, 7.8.4, 7.8.5, 7.8.6, 7.8.7, 7.8.8, 7.8.9, 7.8.10, 7.8.11, 7.11, 7.11.5, 7.11.6, 7.11.7, 7.11.8, 7.11.9 | 01-11-2022 | 2022/0169890 | |
01-10-2022 | 05-11-2022 | paragraaf 4.2, 4.8, 4.17, 6.11, 7.1, artikel 1.2.22, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.6, 2.2.7, 2.2.10, 2.3.6, 2.3.7, 2.4.10, 2.7.10, 2.12.2, 3.1.1, 3.1.12, 3.4.6, 3.6.5, 3.7.2, 3.10.5, 3.11.4, 3.16.3, 4.3.6, 4.3.8, 4.5.4, 4.5.10, 4.5.15, 4.6.3, 4.6.4, 4.7.5, 4.7.8, 4.7.11, 4.8.3, 4.8.6, 4.8.8, 4.9.1, 4.9.1, 4.9.3, 4.9.4, 4.9.6, 4.9.7, 4.9.9, 4.10.3, 4.10.6, 4.11.3, 4.12.1, 4.12.2, 4.12.3, 4.12.7, 4.13.2, 4.15.10, 4.16.1, 4.16.5, 4.16.7, 4.17.1, 4.17.6, 4.17.7, 4.18.3, 4.18.4, 4.18.6, 4.18.13, 5.10.3, 5.11.1, 6.6.4, 6.7.7, 6.8.2, 6.9.2, 6.9.4, 6.10.2, 6.11.2, 6.11.6, 6.11.7, 6.11.8, 6.11.10, 7.1.6, 7.2.7, 7.3.3, 7.3.9, 7.6.1, 7.7.5, 7.9.6, 7.11.2, 7.13.10, 7.14.1, 7.16.1, 7.16.3, 8.3.2, 8.5.2 | 27-09-2022 | 2022/0153994 | |
11-07-2022 | 01-10-2022 | nieuwe regeling | 28-06-2022 |
Gedeputeerde Staten van Overijssel delen het volgende mee:
De subsidieregelingen van het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 zijn, voor zover ze doorlopen, ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022.
Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 is vastgesteld, dat als volgt luidt:
1.1 Inhoud, geldigheid en begrippen
Artikel 1.1.2 Geldigheid van de regels in het Uitvoeringsbesluit
Voor alle overige provinciale subsidies gelden de voorwaarden uit Hoofdstuk 1 en de aanvullende of afwijkende voorwaarden die in de betreffende subsidieregeling zijn genoemd. Daarnaast gelden ook de voorwaarden uit de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Overijssel 2005 en Europese regels op het gebied van staatssteun.
Voor subsidies die verleend zijn volgens het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007, 2011 en 2017 blijft de versie gelden op de datum van de subsidieaanvraag. Voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten 2022 en de Productieregeling cultuur Overijssel blijft het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 (Ubs 2017) in combinatie met hoofdstuk 1 van dat Ubs 2017 tijdens de indieningstermijn 2022 nog gelden.
Artikel 1.1.3 Betekenis van begrippen
In dit artikel zijn veel voorkomende begrippen in dit Uitvoeringsbesluit uitgelegd. Als een begrip niet is uitgelegd, geldt de algemeen gangbare uitleg van het begrip.
Provinciaal Programma Landelijk gebied (PPLG): de provinciale uitwerking van het hoofddoel van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In het PPLG Overijssel zal de provincie uiterlijk 1 juli 2023 aan het Rijk aangeven hoe zij samen met haar partners invulling geeft aan het toekomstbestendig ontwikkelen van het landelijk gebied.
Subsidieperiode: de periode waarbinnen de gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd worden. De startdatum van de subsidieperiode is de ontvangstdatum van de aanvraag. Als de aanvrager een latere startdatum invult op het aanvraagformulier dan is dat de geldige startdatum. De einddatum staat in het subsidiebesluit: op deze dag moeten alle gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd zijn.
Algemene Groepsvrijstellingsverordening, hierna AGVV: de verordening van de Europese Commissie waarmee het mogelijk wordt om subsidie als toegestane staatssteun te verlenen. Het is de Verordening (EG) van 17 juni 2014 met nummer 651/2014 en publicatienummer L187/1, en alle daaropvolgende wijzigingen.
Algemene subsidieverordening Overijssel 2005, hierna Asv: de verordening op basis waarvan Gedeputeerde Staten subsidies kunnen verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan provinciale doelen of die passen binnen de programmabegroting. De Asv is de wettelijke basis van alle door of namens Gedeputeerde Staten verleende subsidies.
De-minimisverordening Landbouw: de verordening van de Europese Commissie, waarmee het mogelijk wordt om subsidie te verlenen aan landbouwondernemingen, zonder dat het staatssteun oplevert. Het is de Verordening (EU) van 18 december 2013, met nummer 1408/2013 en publicatienummer L 352/9 en alle daaropvolgende wijzigingen.
De-minimisverordening Visserij: de verordening van de Europese Commissie, waarmee het mogelijk wordt om subsidie te verlenen aan ondernemingen in de Visserij, zonder dat het staatssteun oplevert. Het is de Verordening (EU) van 27 juni 2014 met nummer nr. 717/2014 en publicatienummer L 190/45 en alle daaropvolgende wijzigingen.
Landbouwvrijstellingsverordening, hierna LVV: de verordening van de Europese Commissie waarmee het mogelijk wordt om subsidie als toegestane staatssteun te verlenen aan landbouwondernemingen. Het is de Verordening (EU) van 14 december 2022 met nummer 2022/2472 en publicatienummer Pb L 327/1, en alle daaropvolgende wijzigingen.
Samenwerkingsverband: een groep zonder rechtspersoonlijkheid waarin meerdere aanvragers samenwerken bij de uitvoering van subsidiabele activiteiten. Een samenwerkingsverband bestaat uit minimaal 2 aanvragers die juridisch en financieel onafhankelijk zijn van elkaar. Bij een samenwerkingsverband zijn alle deelnemers aanvrager. Alle deelnemers zijn voor het eigen deel verantwoordelijk voor de subsidie.
Grote onderneming: een onderneming die 250 of meer werknemers heeft. De jaarlijkse omzet is € 50 miljoen of meer en het jaarlijks balanstotaal is € 43 miljoen of meer. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een onderneming een grote onderneming is, wordt gebruik gemaakt van de definitie die in bijlage 1 van de AGVV of de LVV staat.
Experiment: het verzamelen, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke kennis en vaardigheden, om nieuwe of flink verbeterde producten, processen of diensten te ontwikkelen. Een experiment wordt ook wel een pilot of proefproject genoemd. Een gebruikelijke, beperktere wijziging van bestaande producten, productieprocessen of diensten is geen experiment.
Artikel 1.2.2 Incidentele activiteitensubsidie
De subsidie heeft de vorm van een incidentele activiteitensubsidie. Een incidentele activiteitensubsidie is een subsidie om activiteiten van eenmalige, incidentele aard uit te voeren.
Artikel 1.2.3 Subsidie heeft een stimulerend effect
De subsidie heeft een stimulerend effect op het gaan uitvoeren van de subsidiabele activiteiten. Dit betekent dat de activiteiten op het moment van de ontvangst van de subsidieaanvraag nog niet zijn gestart.
Subsidiabele kosten, begroting en dekking
Artikel 1.2.6 Personeelskosten
Personeelskosten van de aanvrager en samenwerkingsverband worden berekend door het aantal uren die besteed worden aan de activiteit te vermenigvuldigen met één van de volgende uurtarieven:
een uurtarief tot maximaal € 130,- dat als volgt is berekend: bruto jaarloon, gedeeld door 1.836 uur, vermeerderd met een opslag van 50% voor indirecte kosten. Dit is een uurtarief dat wordt gebruikt voor ureninzet van personen die in loondienst zijn. Indirecte kosten zijn de overheadskosten inclusief huisvestingskosten. Bij een parttime dienstverband worden de personeelskosten naar verhouding berekend;
Staatssteun is overheidssteun, zoals subsidie, die mogelijk voor verstoring van de concurrentie op de Europese markt kan zorgen. Om te bepalen of sprake is van staatssteun, wordt een aanvraag getoetst aan de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) met publicatienummer PbEU 2010, C 83/47.
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening of De-minimisverordening Landbouw of De-minimisverordening Visserij. De aanvrager en zijn moeder-, zuster- en dochterondernemingen mag dan samen in de afgelopen 2 jaar en het jaar van indiening van de aanvraag maximaal de volgende financiële bijdrage van medeoverheden ontvangen:
Als sprake is van subsidieverlening op basis van de AGVV of LVV dan maakt de provincie binnen 6 maanden na subsidieverlening de volgende gegevens bekend: de naam van de subsidieontvanger, de verleende subsidie, de vorm en het bedrag per eindbegunstigde, de datum waarop de subsidie is verleend, of het gaat om een Mkb-onderneming of grote onderneming, de regio waarin de subsidieontvanger is gevestigd en de voornaamste economische sector waarin de subsidieontvanger actief is.
Artikel 1.2.12 Verplicht gebruik van het aanvraagformulier
De aanvrager maakt gebruik van het beschikbaar gestelde digitale aanvraagformulier dat bij de Asv-aanvraag of de betreffende subsidieregeling hoort.
Artikel 1.2.13 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Als sprake is van een subsidieregeling waarvoor de De-minimisverordening geldt, bevat de aanvraag aanvullend de volgende informatie: het totaal aan ontvangen De-minimissteun in de afgelopen 2 jaar en het jaar van indiening van de aanvraag. In de betreffende subsidieverlening of regeling van de verlenende medeoverheid is opgenomen of sprake is van De-minimissteun.
Hoogte subsidiebudget en wijze van verdeling
Artikel 1.2.15 Beschikbaar budget voor een Asv-aanvraag
Een Asv-subsidie kan worden verleend als in een vastgestelde provinciale begroting geld beschikbaar is voor de subsidiabele activiteiten van de aanvrager.
Hoogte van de subsidie en betaling
Artikel 1.2.18 Betaling en bevoorschotting
Bij een subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening wordt de subsidie in één keer uitbetaald. Dit geldt niet als het een voorwaarde is dat eerst de benodigde vergunningen zijn ontvangen. In dat geval wordt de subsidie uitbetaald nadat de subsidieontvanger gemeld heeft dat de benodigde vergunningen is ontvangen.
Subsidieverlening en subsidievaststelling
Artikel 1.2.21 Subsidies vanaf € 125.000,-
De subsidie wordt vastgesteld op de werkelijke kosten als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan. Als de subsidie een percentage van de begrote subsidiabele kosten is, dan wordt de subsidie vastgesteld op hetzelfde percentage van de werkelijke subsidiabel kosten ook voor de subsidievaststelling. De subsidie wordt nooit hoger vastgesteld dan het verleende bedrag.
Artikel 1.2.22 SiSa-verantwoording
Als een gemeente of een provincie subsidie ontvangt die afkomstig is van een SPUK, dan verloopt de financiële verantwoording van de subsidie via de SiSa-verantwoording. Artikel 17a van de Financiële verhoudingswet is van toepasing. Bij sommige SPUK’s geldt de SiSa-verantwoording ook voor een waterschap.
Artikel 1.2.23 Beslistermijn op een aanvraag
De beslistermijn op een subsidieaanvraag, wijziging van een subsidieverlening of een aanvraag voor subsidievaststelling is 13 weken vanaf de ontvangst van de aanvraag.
Artikel 1.2.25 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
Met de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) kunnen Gedeputeerde Staten onderzoeken of de aanvrager aan wie zij een subsidie wil verlenen betrouwbaar en integer is. De door Gedeputeerde Staten vastgestelde Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob 2019 is van toepassing.
1.3 Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 1.3.2 Op tijd uitvoeren van de activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger verplichten om vóór een bepaalde datum met de activiteiten te beginnen. Die datum ligt na de start, maar voor het einde van de subsidieperiode.
Artikel 1.4.1 Beheersmaatregelen misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidie
Om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan kunnen Gedeputeerde Staten aanvullende voorwaarden of verplichtingen opleggen dan wel andere maatregelen nemen. Deze aanvullende voorwaarden, verplichtingen of andere maatregelen worden beheersmaatregelen genoemd.
Hoofdstuk 2 Ruimtelijke ordening en waterbeheer
Artikel 2.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Toekomstplan: een toekomstplan is een compleet plan voor een dorp of gebied, dat in beeld brengt welke fysieke maatregelen en ideeën voor lokale initiatieven mogelijk zijn om een gebied of dorp leefbaar te houden in de toekomst. Het plan brengt de huidige situatie en de kansen voor de toekomst in beeld. Het bevat haalbare en gedragen maatregelen, ideeën en oplossingen.
Artikel 2.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een toekomstbestendig platteland. Dit door het uitwerken of uitvoeren van toekomstplannen te stimuleren zodat dorpen en gemeenschappen weten hoe ze er nu voorstaan en wat nodig is voor de toekomst.
Artikel 2.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 2.2.7 Bijdrage gemeente
De gemeente draagt een geldbedrag bij aan de dekking van de kosten van het onderzoek, de procesondersteuning of de fysieke maatregelen uit het projectplan. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage is minimaal een tiende deel van de hoogte van de gevraagde subsidie op basis van deze subsidieregeling.
Artikel 2.2.11 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 2.2 Leefbaar Platteland 3.0:
Artikel 2.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het voorbereiden van Overijssel op de gevolgen van het veranderende klimaat. Dit door plannen van gemeenten en waterschappen te ondersteunen.
Artikel 2.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 2.3.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen.
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 2.3.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2021 tot en met 2023.
Artikel 2.3.9 Geen staatssteun
De subsidie van de provincie aan de gemeente of waterschap levert geen staatssteun op.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 2.3 Klimaatadaptatie:
2.4 Flexpools versnellen woningbouw
Artikel 2.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het toekomstbestendig maken van de woningvoorraad. Dit door de voorbereiding van woningbouwprojecten te helpen versnellen.
Artikel 2.4.2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het woningbouwproject voldoet aan de volgende voorwaarde: het is een woningbouwproject dat door de provincie aangemerkt is als een sleutelproject zoals opgenomen in de Regionale Woonagenda’s en Woondeals West Overijssel en Twente. De Regionale Woonagenda’s en Woondeals zijn te raadplegen via www.aanjaagteamwoningbouwoverijssel.nl. Sleutelprojecten zijn projecten met een betekenisvol effect op de betreffende stad of kern. Een sleutelproject draagt bij aan de doelen uit de woonagenda’s en aan de versnelling van de woningbouw door te starten met de bouw voor 2026.
Het in te huren tijdelijke personeel of de in te huren deskundige wordt ingezet voor één of meerdere van de volgende activiteiten:
het sluiten van een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en marktpartijen. In de anterieure overeenkomst staan afspraken over de grond, de kosten voor het wijzigen van een bestemmingsplan en de kosten die gemaakt worden om het bouwproject in de bestaande situatie in te passen. In de overeenkomst staat ook wie de kosten betaalt;
het ondersteunen van de gemeente om lokale of regionale integrale woonzorgvisies te realiseren. De woonzorgvisies gaan over betaalbare woningen met passende zorg en ondersteuning voor aandachtgroepen. De aandachtgroepen zijn statushouders, arbeidsmigranten, dak- en thuislozen, mensen met sociale of medische urgentie, mensen die uitstromen uit een intramurale zorginstelling, uitwonende studenten, woonwagenbewoners en ouderen.
Artikel 2.4.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 2.4.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijn die genoemd is in artikel 2.4.7 lid 1.
2.5 Deltaprogramma zoetwater regio Oost 2022-2027
Artikel 2.5.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Bestuursovereenkomst: de bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Oost-Nederland, tussen partijen die betrokken zijn bij het programma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland 2e fase. De bestuursovereenkomst is te vinden op: www.zoetwatervoorzieningoostnederland.nl.
Werkprogramma: het door de partijen opgestelde Werkprogramma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland 2022-2027 met als titel ‘Wel goed water vasthouden; werken aan een nieuwe balans’. Het werkprogramma is bestuurlijk vastgesteld op 18 juni 2021 en herzien op 1 oktober 2021. In het werkprogramma zijn het regionale bod en het bijbehorende maatregelenpakket uitgewerkt. Het werkprogramma vormt de basis voor de Bestuursovereenkomst. Het werkprogramma is te vinden op: Werkprogramma-ZON-oktober-2021.pdf (zoetwatervoorzieningoostnederland.nl).
Artikel 2.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling willen provincies, waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven, terreinbeheerders en de land- en tuinbouworganisatie bijdragen aan het vergroten van grondwatervoorraden, het optimaliseren van watersystemen en zorgen voor een efficiënt gebruik van water.
Artikel 2.5.9 Beschikbaar budget voor de regeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2027.
Artikel 2.5.12 Voortgangsrapportage
De subsidieontvanger dient jaarlijks voor 1 februari een voortgangsrapportage in bij het programmabureau. Het programmabureau is ondergebracht bij de provincie Overijssel en wordt aangestuurd door Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Oost. Het programmabureau heeft de leiding over de uitvoering van het Werkprogramma.
Artikel 2.5.13 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de maatregelen uiterlijk 31 december 2027 uitgevoerd te hebben.
Artikel 2.5.14 Sisa-verantwoording
De financiële verantwoording van gemeenten en provincies loopt via de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code E87-B.
Artikel 2.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 2.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het toekomstbestendig maken van de woningvoorraad door het realiseren van tijdelijke en flexibele woonvormen.
Artikel 2.7.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening te realiseren.
Artikel 2.7.10 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
De aanvrager levert een volledig ingevuld Bibob-formulier subsidies in als het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft.
2.8 Vitaliteit van steden (stadsarrangementen)
Artikel 2.8.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het levendig houden van de binnenstad en toekomstbestendige steden door in te zetten op complexe gebiedsontwikkeling, versnellen van de woningbouw, compacte binnensteden en detailhandel.
Artikel 2.8.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De aanvrager is een Overijsselse gemeente. Er geldt een uitzondering voor Stadsarrangement A. Voor Stadsarrangement A geldt dat de aanvrager een Overijsselse gemeente is of een andere organisatie in de binnenstad die genoemd is in het stadsarrangement.
Artikel 2.8.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn niet van toepassing.
Artikel 2.8.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie is het bedrag dat opgenomen in het stadsarrangement van de betreffende gemeente.
2.10 Klimaatadaptatiemaatregelen werkregio RIVUS
Artikel 2.10.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Projectenlijst: een overzicht van projecten en maatregelen waarvoor het Rijk bij besluit van 15 maart 2022 een rijksbijdrage heeft verleend voor projecten van de werkregio RIVUS voor de periode 2021-2027. Provincie Overijssel is de kassier voor deze rijksbijdrage. Een overzicht van de projecten is te vinden op www.regelen.overijssel.nl.
Rijksregeling: de Tijdelijke Impulsregeling klimaatadaptatie 2021-2027 van 16 oktober 2020 van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Deze regeling heeft als doel om maatregelen voorklimaatadaptatie 2021-2027 te versnellen. De Tijdelijke Impulsregeling klimaatadaptatie 2021–2027 is te vinden op www.overheid.nl.
werkregio RIVUS: samenwerkingsverband voor de afvalwaterketen en voor klimaatadaptatie in West Overijssel. Het samenwerkingsverband bestaat uit de volgende partners: de gemeenten Dalfsen, Deventer, Kampen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwartewaterland, Zwolle, provincie Overijssel en Waterschap Drents Overijsselse Delta. Bij de afvalwaterketen gaat het om alle activiteiten tussen drinkwaterwinning en rioolwaterzuivering.
Artikel 2.10.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het voorbereiden van Overijssel op de gevolgen van het veranderende klimaat door een klimaatadaptieve inrichting van de provincie in 2050. Dit door via deze regeling de rijksbijdrage in te zetten om plannen van gemeenten en waterschappen te ondersteunen voor de opgaven van het werkgebied RIVUS.
Artikel 2.10.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2023 tot en met 2027.
Artikel 2.10.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten vóór 31 december 2027 uitgevoerd te hebben.
Artikel 2.10.11 Sisa-verantwoording
De financiële verantwoording van de gemeente loopt volgens de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code E44B.
2.11 Klimaatadaptatiemaatregelen 2021-2027
Artikel 2.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Projectenlijst: een overzicht van projecten waarvoor het Rijk bij besluit van 15 maart 2022 een rijksbijdrage heeft verleend voor projecten van de werkregio RIVUS voor de periode 2021-2027. Provincie Overijssel is penvoerder voor deze rijksbijdrage. Een overzicht van de projecten is te vinden op www.regelen.overijssel.nl.
Rijksregeling: de Tijdelijke Impulsregeling Klimaatadaptatie 2021-2027 van 16 oktober 2020 van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Deze regeling heeft als doel om maatregelen voor klimaatadaptatie 2021-2027 te versnellen. De Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie 2021–2027 is te vinden op overheid.nl.
Artikel 2.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het voorbereiden van Overijssel op de gevolgen van het veranderende klimaat door een klimaatadaptieve inrichting van de provincie in 2050. Dit door subsidie te verlenen aan projecten van gemeenten en waterschappen, waarvoor ook een Rijksbijdrage is verleend. Het gaat om de provinciebijdrage die is opgenomen in de aanvraag voor de Rijksbijdrage.
Artikel 2.11.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten vóór 31 december 2027 uitgevoerd te hebben.
2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
Artikel 2.12.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie eigenaren van een erf met gebouwen in het buitengebied, met name voormalige agrariërs, ondersteunen bij het voorbereiden op de toekomst.
Artikel 2.12.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of een derde.
Artikel 2.12.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening te starten met het door de erfcoach geadviseerde vervolgtraject.
3.1 Energiebesparing Overijssel 2.0
Artikel 3.1.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Cultureel erfgoed: Overijsselse gebouwen en bouwwerken, zoals kerken, kloosters, molens, boerderijen, die vanuit het verleden zijn overgebleven, het waard zijn om te behouden en bijdragen aan een karakteristieke identiteit van het gebied. Het kan daarbij gaan om een rijksmonument of een gemeentelijk monument of een gebouw/bouwwerk waar de gemeente een verklaring voor heeft afgegeven dat het van cultuurhistorische waarde is.
Primaire energie: de energie-inhoud van fossiele grondstoffen zoals olie, kolen en gas vóór technische omzetting naar elektriciteit. Bij het rendement op primaire fossiele grondstoffen wordt uitgegaan van de laatste cijfers van het CBS volgens de integrale methode. Hierin wordt rekening gehouden met de groei van hernieuwbare elektriciteit in de elektriciteitsmix. Dit betekent dat voor 1 kWh van de Nederlandse elektriciteitsmix 1.77 kWh primaire energie nodig is geweest. Er gaat namelijk energie verloren tijdens de omzetting van fossiele grondstoffen naar elektriciteit. Het nieuwste cijfer is te vinden op http://www.cbs.nl/.
Artikel 3.1.2 Doel van deze subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de investering in energiebesparende maatregelen en de productie van warmte opgewekt door middel van een zonnecollector.
Artikel 3.1.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verleend voor investeringen in:
technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij gebouwen. Het moet gaan om voorzieningen die zijn opgenomen in de Energielijst onder categorie A en die voldoen aan de technische eisen die bij deze categorie horen. Als wordt aangevraagd onder een generieke code, dan moeten de individuele maatregelen voldoen aan de technische eisen van de eigen code;
technische voorzieningen voor energiebesparing in bestaande of nieuwe bedrijfsprocessen. Het moet gaan om voorzieningen die zijn opgenomen in de Energielijst onder categorie B en die voldoen aan de technische eisen die bij deze categorie horen. Als wordt aangevraagd onder een generieke code, dan moeten de individuele maatregelen voldoen aan de technische eisen van de eigen code;
Voor de aanschaf van technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij gebouwen gelden de volgende extra voorwaarden:
voor technische voorzieningen bij nieuwbouw geldt:
er wordt aan minimaal de BENG-eisen voldaan. Aanvullend daarop geldt dat de maximale energiebehoefte en het maximale primaire fossiele energiegebruik in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar, 20% minder bedraagt dan toegestaan is op basis van de BENG en dat het minimale aandeel hernieuwbare energie 25% meer bedraagt dan vereist is op basis van de BENG;
Artikel 3.1.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten van de aanvrager en de loonkosten van derden voor de installatie van de technische voorziening zijn subsidiabel. Voor de personeelskosten van de aanvrager geldt een vast uurtarief van € 40,-. Artikel 1.2.6 lid 1 onderdeel a is van toepassing. Voor de loonkosten van derden geldt het uurtarief voor derden. Artikel 1.2.7 lid 6 is van toepassing.
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
als sprake is van technische voorzieningen zoals genoemd in artikel 3.1.2 onderdeel a:
bij nieuwbouw voor utiliteitsgebouwen waarbij geen BENG-eis geldt: een energiebalans berekening uitgedrukt in MJ/m2, waarbij het energiegebruik per gebruiksfunctie binnen het utiliteitsgebouw is aangegeven én het gangbare energiegebruik behorende tot de gebruiksfunctie volgens het geldende bouwbesluit. De berekening en de voorgenomen verbetering is van toepassing op het totale bruto vloeroppervlak (BVO) van het utiliteitsgebouw;
bij bestaande bouw met de status van cultureel erfgoed: energielabels van de oude situatie en de nieuwe situatie die inzichtelijk maken hoe de aanvullende subsidiabele technische voorzieningen gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van het energielabel of een berekening waaruit blijkt dat in de nieuwe situatie wordt voldaan aan de energieprestatie-eis uit het geldende bouwbesluit;
Artikel 3.1.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Artikel 3.1.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de technische voorzieningen te hebben aangeschaft, geïnstalleerd en in gebruik te hebben genomen binnen 2 jaar na subsidieverlening.
Bij de aanvraag voor subsidievaststelling levert de aanvrager aanvullend ook een ingevuld format Subsidieregeling Energiebesparing Overijssel 2.0 aan. De format is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 3.1.12 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
De aanvrager levert een volledig ingevuld Bibob-formulier subsidies in als het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft. Artikel 1.2.25 is van toepassing.
3.2 Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie
Artikel 3.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie aanmoedigen. Dit door initiatiefnemers te ondersteunen bij het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek.
Artikel 3.2.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Artikel 3.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen.
Artikel 3.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De uitgevoerde energiebesparende maatregelen voldoen aan de volgende voorwaarden:
de uitgevoerde energiebesparende maatregelen hebben per aanvraag in totaal minimaal € 4.000,- gekost. Om aan de minimale kosten van € 4.000,- te kunnen voldoen, is het mogelijk om de energiebesparende maatregelen van meerdere vestigingen of aanvragers samen in één aanvraag op te nemen. Een van de aanvragers vraagt de subsidie aan en zorgt voor de onderlinge verdeling van de subsidie.
De volgende energiebesparende maatregelen komen niet in aanmerking voor de subsidie:
energiebesparende maatregelen die verplicht zijn onder de Wet Mileubeheer. Hierin staat dat er bij een jaarverbruik van meer dan 50.000kWh elektriciteit of 25.000m3 gas maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder wettelijk verplicht zijn. Hieronder vallen in ieder geval de erkende maatregelen.
Het energieonderzoek voldoet aan volgende voorwaarden:
door een gecertificeerd energie-adviseur met aantoonbare ervaring in het Mkb. De ervaring van de energie-adviseur kan aangetoond worden door verwijzing naar referentieprojecten. Voorbeelden van certificatie zijn EPA of EPA-U. EPA-U staat voor Energie Prestatie Advies voor bestaande utiliteitsgebouwen. Voorbeeld van een certificerende instantie is FeDec;
energiebesparende maatregelen die staan op de energie- en milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met bedrijfsmiddelen die voor de fiscale Energie Investering Aftrekregeling (EIA) in aanmerking komen. Deze lijst wordt elk jaar geactualiseerd en is te vinden op de website van de RVO.
De energiekosten van de aanvrager waren in 2020 of 2021 minder dan € 30.000,- per jaar. Dit geldt niet voor aanvragers uit de cultuursector met SBI-code 90 en 91, omdat deze instellingen hoge energiekosten per jaar hebben.
Voor alle aanvragers die in 2022 zijn opgericht geldt dat de energiekosten voor 2022 naar verwachting niet meer dan € 60.000,- zijn.
Minimaal 75% van de subsidiabele kosten van de uitgevoerde energiebesparende maatregelen worden betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 3.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie het verwijderen van asbestdaken en het opwekken van eigen energie stimuleren.
Artikel 3.4.4 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Artikel 3.4.7 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
Artikel 3.4.8 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger
De aanvrager is verplicht de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening uitgevoerd te hebben.
3.5 Opruiming drugsafval Overijssel 2021-2024
Artikel 3.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het beschermen van de biodiversiteit door vervuilde bodem en vervuild oppervlaktewater in geval van dumping van drugsafval te saneren.
Artikel 3.5.6 Hoogte van de subsidie
De aanvrager mag voor dezelfde dumping maximaal 1 keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling. Dit geldt niet voor subsidieontvangers die in 2021 of 2022 een subsidie hebben ontvangen op basis van deze subsidieregeling en de subsidiabele kosten van het gedumpte drugsafval meer bedroegen dan € 24.999,-. Deze subsidieontvangers mogen in 2023 een aanvraag indienen voor de nog niet gesubsidieerde kosten van het in 2021 of 2022 gedumpte drugsafval. De in 2021 of 2022 ontvangen subsidie wordt dan in mindering gebracht op de te verlenen subsidie in 2023.
De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Opruiming drugsafval 2021-2024. Het formulier is te vinden op https://www.bij12.nl/onderwerpen/subsidieregeling-opruiming-drugsafval/aanvragen-subsidie.
Artikel 3.5.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Als de te verlenen subsidie hoger is dan het resterende budget van het subsidieplafond, dan wordt het overgebleven budget verdeeld door middel van loting. Artikel 1.2.16 lid 2 is niet van toepassing. De loting wordt uitgevoerd onder de op die dag ingediende complete aanvragen. De aanvragen worden van hoog naar laag geplaats in de volgorde van de trekking. De loting wordt uitgevoerd in aanwezigheid van een notaris en minimaal twee onafhankelijke waarnemers.
3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0
Artikel 3.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Energiebesparende maatregelen: maatregelen die leiden tot minder gebruik van energie bij huishoudens. Het gaat om kleine maatregelen die door het huishouden, de energiecoach of de energiefixer binnen uiterlijk 4 weken, na het gesprek met de betreffende energiebespaarcoach of energiefixer, uitgevoerd kunnen worden.
Energiebespaarcoach: een vrijwilliger die huishoudens informeert over energiebesparing door gedragsaanpassing en die een algemeen beeld geeft welke energiebespaar- en energieopwekmogelijkheden er in de woning zijn door isolatie, gebruik van bestaande installaties en apparaten, en opwekking van energie.
Artikel 3.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door Lokale energie-initiatieven te ondersteunen.
Artikel 3.6.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor een of meerdere van de volgende activiteiten:
uit te voeren energiebesparende maatregelen bij huishoudens in Overijssel. Dit door met minimaal 100 huishoudens actief contact te zoeken en ze te bewegen om energiebesparende maatregelen te treffen. Als hierbij vrijwilligers worden ingezet dan moeten die deskundig zijn en kennis hebben over het realiseren van eenvoudige energiebesparende maatregelen bij huishoudens;
Artikel 3.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Lid 1 geldt niet voor het oprichten van een LEI, het opleiden van vrijwilligers tot energiebespaarcoach of energiefixer. Voor deze activiteiten zijn de artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 niet van toepassing. Voor het opleiden van vrijwilligers tot energiebespaarcoach of energiefixer geldt een vast bedrag per vrijwilliger. Voor het oprichten van een LEI geldt een vast bedrag per LEI.
Artikel 3.6.6 Hoogte van de subsidie
het uitvoeren van een energiebesparende maatregelen bij huishoudens is 100% van de subsidiabele kosten en maximaal € 10.000,- per aanvraag. Hiervan mag maximaal € 2.000,- worden gebruikt voor organisatiekosten. Het overige deel wordt besteed aan de energiebesparende maatregelen bij huishoudens. Hierbij kan uitgegaan worden van een vast bedrag van € 100,- per huishouden. Bij geringe aantal deelnemende huishoudens, kan een LEI hiervan afwijken;
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten van een energieopwekproject wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden. Dit geldt niet voor het oprichten en inrichten van de LEI.
3.7 Energiezuinige voedselbanken
Artikel 3.7.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door voedselbanken te stimuleren om te investeren in maatregelen gericht op energiebesparing.
3.8 Geschakelde asbestleidaken
Artikel 3.8.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.8.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van het verwijderen van asbestdaken.
Artikel 3.8.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per m2 voor het verwijderen en afvoeren van de geschakelde asbestleidaken en het aanbrengen van nieuwe dakbedekking. Artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9. zijn niet van toepassing.
Artikel 3.8.6 Hoogte van de subsidie
Een extra subsidie van € 12,- subsidie per m2 verwijderd en afgevoerd geschakeld asbestleidak als de aanvrager op hetzelfde dak ook zonnepanelen plaatst. Deze extra subsidie is maximaal € 1.000,- per aanvrager. De zonnepanelen moeten binnen 12 maanden nadat het asbest is verwijderd geïnstalleerd zijn.
De aanvrager levert aanvullend ook een offerte voor de aankoop en aansluiting van de zonnepanelen waaruit in ieder geval blijkt hoeveel kWh elektriciteit wordt opgewekt. De offerte is niet ouder dan 3 maanden op het moment van de subsidieaanvraag. Dit geldt alleen al de aanvrager een extra subsidie van € 12,- per m2 verwijderd en afgevoerd geschakeld asbestleidak vraagt omdat de aanvrager ook zonnepanelen plaatst.
3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Artikel 3.10.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.10.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie samen met maatschappelijke partners uitvoering geven aan het programma Nieuwe Energie Overijssel.
De aanvrager is een maatschappelijke partner van het Energieprogramma. Dit zijn Natuur en Milieu Overijssel, VNO-NCW en het Bio-energiecluster Oost-Nederland.
3.11 Kleine mestvergister op boerderijen
Artikel 3.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt vaker een voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het vergroten van de productie van biogas of groen gas afkomstig uit mestvergisters.
Een landbouwonderneming kan geen aanvraag indienen. De landbouwonderneming die de mestvergister in eigendom heeft mag geen aanvraag indienen. Er moet een aparte onderneming worden opgericht voor de productie en levering van biogas of groen gas. Deze onderneming heeft geen juridische en financiële verbondenheid met een landbouwonderneming en voert een gescheiden financiële administratie.
Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of van derden.
Artikel 3.11.11 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
De aanvrager levert een volledig ingevuld Bibob-formulier subsidies in, als het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft. Artikel 1.2.25 is van toepassing
3.12 Zonne-energie op bedrijfsdaken
Artikel 3.12.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.12.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie de ontwikkeling van zonne-energie op bedrijfsdaken ondersteunen.
Artikel 3.12.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 3.12.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
De subsidie is een vast bedrag per kWp aan capaciteit van de geïnstalleerde zonnepanelen. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Artikel 3.12.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
Artikel 3.12.9 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger
voordat de zonnepanelen in productie worden genomen een verzoek in te dienen bij CertiQ via www.certiq.nl. CertiQ stelt vast of de geïnstalleerde zonnepanelen voldoen aan de voorwaarden die genoemd zijn in artikel 3.12.3 lid 3;
Artikel 3.12.10 Vaststelling van de subsidie
De subsidie wordt vastgesteld op de werkelijk geïnstalleerde kWp aan capaciteit van de zonnepanelen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gegevens die aangemeld zijn bij CertiQ. Als de geïnstalleerde zonnepanelen een totale capaciteit van minder 15 kWp hebben, wordt de subsidie op nihil vastgesteld.
Artikel 3.12.11 Geen staatssteun
Als de aanvrager geen De-minimisruimte meer heeft, dan kan de subsidie voor de aanschaf van lichtgewicht zonnepanelen verleend worden als het voldoet aan hoofdstuk 1 en artikel 41 van de AGVV. De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten van de aanschaf van lichtgewicht zonnepanelen is niet meer dan:
3.13 Zonne-energieleverende parkeerterreinen Overijssel
Artikel 3.13.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie de ontwikkeling van zonne-energie op parkeerterreinen ondersteunen.
Artikel 3.13.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 55% van de subsidiabele kosten van de realisatie van het energieleverende parkeerterrein worden betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 3.13.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
Artikel 3.13.10 Aanvullende verplichtingen
De aanvrager is verplicht de zonnepanelen binnen 24 maanden na subsidieverlening te installeren en in gebruik te nemen.
Als de aanvrager geen De-minimisruimte meer heeft, dan kan de subsidie voor het realiseren van een batterij voor lokale tijdelijke opslag verleend worden als het voldoet aan hoofdstuk 1 en artikel 41 van de AGVV. De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten van de realisering van de batterij voor lokale tijdelijke opslag is niet meer dan:
3.15 Intensivering energietoezicht
Artikel 3.15.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.15.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie stimuleren.
Artikel 3.15.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden, namelijk de personeelskosten van de Omgevingsdienst zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
De gemeente brengt zelf middelen in bij de Omgevingsdienst IJsselland of de Omgevingsdienst Twente om jaarlijks bij minimaal 5% van de energierelevante bedrijven energietoezicht uit te voeren.
3.16 Stimuleren energie-innovatie
Artikel 3.16.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Energie-innovatie: een idee voor een nieuw product of nieuwe productieprocessen. Het gaat hierbij om het geheel van menselijke handelingen gericht op vernieuwing van producten of productieprocessen op het gebied van energiebesparing en energieopwekking met als doel bijdragen aan vergroting van het aandeel duurzame energie of CO2-reductie.
Ideefase: de beginfase van het ontwikkelen van een nieuw product of productieproces. Het geeft antwoord op een vooraf gestelde hulpvraag. In deze fase wordt een idee nader onderzocht en uitgewerkt. Het doel van deze fase is om het idee uit te werken in een projectplan. Verder wordt er gekeken wie het project zou kunnen uitvoeren, welke partij(en) betrokken zouden moeten zijn bij het project en of er voldoende draagvlak is voor het project bij betrokkenen.
Artikel 3.16.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie aanmoedigen. Dit door Overijsselse Mkb-ondernemers te helpen met een idee voor een energie-innovatie, zodat innovaties op het gebied van energie op gang komen en de regionale economie gestimuleerd wordt.
Artikel 3.16.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Als er sprake is van een aanvraag voor subsidie van € 5.000,- of meer, dan wordt het energie-innovatie-initiatief voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, besproken met het Supportteam energie-innovatie. Naar het oordeel van het Supportteam energie-innovatie is er sprake van energie-innovatie-initiatief dat mogelijk in aanmerking kan komen voor een bijdrage op basis de subsidieregeling 6.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten, EFRO of REACT.
Artikel 3.16.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten voor 31 maart 2023 uitgevoerd te hebben.
3.17 Energiezuinige terrasverwarming via kussens
Artikel 3.17.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.17.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen.
Minimaal 70% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
3.18 Investeringssubsidie warmtenetprojecten
Artikel 3.18.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Productielocatie: alle installaties die onderdeel zijn van de centrale warmte-installatie waar warmte wordt opgewekt of in het geval van restwarmte wordt afgevangen en integraal onderdeel zijn van de warmte-infrastructuur, zoals warmtekrachtkoppelingen, warmtepompconfiguraties, warmtewisselaars bij de basislast of warmtewisselaars tussen distributienet en verwarmingsnet, niet zijnde onderdelen van het distributienet.
Stadsverwarming en –koeling: systeem voor distributie van thermische energie in de vorm van stoom, warm water of gekoelde vloeistoffen vanuit een centrale productie-installatie via een netwerk dat verbonden is met meerdere gebouwen of locaties, voor het verwarmen of koelen van ruimten of processen als bedoeld in artikel 2, lid 19 Richtlijn 2010/31/EU betreffende energieprestatie van gebouwen.
Warmte-infrastructuur: systeem voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling dat voldoet aan de in de punten 41 en 42 van artikel 2 van Richtlijn 2012/27/EU gegeven definitie van een efficiënt systeem van stadsverwarming en –koeling. Onder deze definitie vallen de productielocatie bestaande uit verwarmings-/koelingsinstallaties en het distributienet met inbegrip van de daarmee verband houdende faciliteiten, die nodig zijn om de warmte/koeling van de productie-eenheden tot bij de locatie van de eindgebruikers te brengen.
Artikel 3.18.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door de totstandkoming van warmtenetten voor gebruik van restwarmte, aardwarmte en aquathermie als alternatief voor aardgas te ondersteunen.
Artikel 3.18.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor een warmtenetproject. De volgende investeringen voor nieuw te installeren warmte-infrastructuur komen in aanmerking voor de subisdie:
bijkomende investeringen voor de productielocatie als deze bijkomende investeringen in vergelijking met een conventionele productielocatie nodig zijn voor de bouw, uitbreiding en renovatie van één of meer productie-eenheden om deze als een energie-efficiënt stadsverwarmings- of stadskoelingssysteem te kunnen exploiteren.
De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor de subsidie:
activiteiten waarvoor al een financiële bijdrage is gegeven door de Europese Commisse, de Rijksoverheid, een provincie, het Energiefonds Overijssel, een gemeente, een waterschap, een samenwerking van overheden op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, of een andere bij een overheid behorende organisatie.
Artikel 3.18.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Bijkomende investeringskosten voor de productielocatie zijn kosten die in vergelijking met een conventionele productielocatie nodig zijn voor de bouw, uitbreiding en renovatie van één of meer productie-eenheden om deze als een energie-efficient stadsverwarmings- of stadskoelingssysteem te kunnen exploiteren.
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager. Deze geldbijdrage is niet een ontvangen subsidie van bijvoorbeeld van de Rijksoverheid, Europese instanties of waterschappen.
Artikel 3.18.11 Bevoorschotting
Het voorschot wordt uitbetaald op basis van in de beschikking nader te bepalen voorwaarden. Dit is een afwijking van artikel 1.2.18 lid 2.
3.19 Inkoopacties energiemaatregelen Overijssel
Artikel 3.19.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.19.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een versnelling van de energietransitie. Met behulp van inkoopacties worden particuliere woningeigenaren gestimuleerd om energiemaatregelen te nemen.
Artikel 4.1.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan faunabeheer.
De aanvrager is Stichting Faunabeheereenheid Overijssel. Dit is een samenwerkingsverband van vertegenwoordigers van agrariërs, jachthouders, terrein beherende organisaties en maatschappelijke organisaties met als doelstelling uitvoering te geven aan een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd faunabeheerplan.
Artikel 4.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Houtwal: een zelfstandig liggend, lijnvormig landschapselement bestaande uit een beplanting van streekeigen en inheemse bomen en struiken, eventueel met hakhout. Een houtwal/singel kan een aarden wal hebben en kan aan één- of beide kanten begrensd worden door een greppel. Een houtwal is minimaal 25 meter lang en maximaal 20 meter breed.
Kaart: zoekgebiedenkaart behorende bij de bossenstrategie. De kaart is te vinden op Bossenstrategie Overijssel (arcgis.com)
Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000: gebieden waar maatregelen genomen moeten worden om natuurwaarden in het nabijgelegen Natura 2000-gebieden te beschermen. Het gebied is als een gebiedscategorie of deelgebied NNN aangegeven op de kaarten die bij de Omgevingsverordening Overijssel 2017 tot en met de Tussentijdse Actualisatie Omgevingsverordening 2020/2021 horen. De kaarten zijn te vinden op: viewer (tercera-ro.nl).
Artikel 4.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan 10% meer bos in Overijssel zoals bedoeld in de Bossenstrategie.
Artikel 4.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Het inrichtingsplan en het beplantingsplan voldoen aan de volgende voorwaarden
de plannen voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in bijlage 1. Bijlage 1 is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie;
Artikel 4.2.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Voor de realisatie van bos, houtwal of erfbos inclusief het opstellen van een inrichtingsplan, beplantingsplan en een beheerplan zijn de werkelijke personeelskosten, kosten van derden, gebruik van machines en aanschafkosten van materiaal subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing. Paragraaf 4.3 van het hoofddocument van de Catalogus Groenblauwe Diensten is van toepassing. Dit hoofddocument is te vinden op Catalogus raadplegen - BIJ12
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
het nummer van het kadastrale perceel of de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft of een screenprint van de digitale kaart die gemaakt is op de site Bossenstrategie Overijssel (arcgis.com). De aanvrager geeft op de kaart aan waar de realisatie plaats vindt, geeft dit projectgebied een eigen nummer, maakt daar een print screen van en stuurt deze mee bij de aanvraag.
Artikel 4.2.8. Pretoets en taxatie
De aanvrager legt het plan om bos, erfbos of houtwal te realiseren voor aan de provincie zodat die vooraf kan toetsen of de realisatie op de betreffende grond past binnen de Bossenstrategie en de geldende Omgevingsverordening Overijssel. Een verzoek voor een pretoets bevat de gegevens van aanvrager, kadastrale percelen waar ingeplant wordt, totale oppervlakte van in te planten bos, type bos wat gerealiseerd wordt. Op www.overijssel.nl staat hoe een verzoek voor een pretoets ingediend kan worden.
Als de subsidieaanvraag is ingediend laat de provincie de waarde van de grond taxeren door een onafhankelijke taxateur. De provincie meldt de aanvrager wat het getaxeerde waarde van de grond is. De aanvrager kan dan besluiten de aanvraag in te trekken. De al gemaakt kosten komen niet voor de subsidie in aanmerking. Artikel 4.2.5 lid 4 is van toepassing.
Artikel 4.2.10 Aanvullende verplichtingen
Als sprake is van functieverandering dan is de subsidieontvanger ook verplicht:
bij de verandering van landbouwgrond in bos, houtwal of erfbos nadelige milieueffecten te voorkomen. Tot dan moeten de landbouwgronden voldoen aan de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van de grond. Deze normen staan in Titel VI, hoofdstuk I, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en de toepasselijke uitvoeringsbepalingen.
Artikel 4.2.11 Bevoorschotting
Een voorschot wordt pas verleend nadat het inrichtingsplan, beplantingsplan en beheerplan zijn ingeleverd en goedgekeurd door de provincie.
Artikel 4.2.12 Het bekend maken van gegevens
De volgende gegevens worden bekend gemaakt: naam van de subsidieontvanger, de verleende subsidie, de vorm en het bedrag per eindbegunstigde, de datum waarop de subsidie is verleend, of sprake is van een Mkb-onderneming of grote ondernememing, de regio waarin de subsidieontvager is gevestigd, en de voornaamste economische sector waarin de subsidieontvanger actief is.
Artikel 4.2.13 Sisa-verantwoording
Als sprake is van een subsidie aan een gemeente dan loopt de financiële verantwoording volgens de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code L16B.
Artikel 4.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd:
Artikel 4.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het versterken van de relatie tussen natuur en mensen. Het gaat daarbij om de betekenis van natuur als bedoeld in de Omgevingsvisie.
Artikel 4.3.3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
De activiteiten die genoemd zijn in lid 1 onderdeel c voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
de fysieke vergroening vindt zoveel mogelijk plaats op een plek die vrij toegankelijk of beleefbaar is. Er geldt een uitzondering voor zorginstellingen. Zorginstellingen kunnen de vergroening realiseren op een plek die niet vrij toegankelijk of beleefbaar is, als maximaal wordt ingezet op toegankelijkheid voor zoveel mogelijk gebruikers.
De activiteiten die niet voor de subsidie in aanmerking komen zijn:
investering in gebouwen of schoolpleinen, speeltoestellen, beweegtoestellen, verharde wegen, paden en bruggen, boerderijdieren of verblijven voor boerderijdieren. Aanleg van natuurlijke spelaanleidingen zoals heuvels, wilgentenen speelhuisjes, klimbomen of waterelementen kunnen komen wel voor subsidie in aanmerking;
Artikel 4.3.7a. Bevoorschotting
Voor subsidies van meer dan € 25.000,- waarbij alleen een schetsontwerp is ingediend wordt een eerste voorschot van maximaal 35% van de verleende subsidie verstrekt. Een volgend voorschot wordt verstrekt nadat het ingediende beplantingsplan positief is beoordeeld. Dit is in afwijking van artikel 1.2.18 lid 1.
4.4 Advies en ondersteuning Agro&food in Overijssel
Artikel 4.4.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Agro&food sector: alle ondernemingen of organisaties in de voedselketen, waarbij de plantaardige en dierlijke economische ketens centraal staan, inclusief de voor de voedingsmiddelen bestemde logistiek, handel, financiële dienstverlening en onderzoek en ontwikkeling. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een aanvrager onder de Agro&food sector valt, wordt gekeken naar de Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset van het CBS.
Artikel 4.4.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan vernieuwing en verduurzaming van de Agro&food sector.
Artikel 4.4.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 4.4.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
De aanvrager levert aanvullend een ondertekende offerte in. De offerte is ondertekend door de aanvrager en door de persoon of organisatie die wordt ingezet voor de beantwoording van het vraagstuk, die het onderzoek uitvoert of het bedrijfsplan opstelt. De offerte mag ondertekend zijn onder voorbehoud van het verkrijgen van de subsidie. De aanvrager hoeft geen begroting in te dienen.
4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0
Artikel 4.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Aangekleed erf: een erf aanpassing met onder andere inheemse bomen, fruitbomen, struiken, heggen/houtwallen, bloemrijke randen, takkenrillen, water. Een aangekleed erf is een goed leefgebied (foerageer-, rust- en broedgebied) voor kerkuil, boerenzwaluw, huiszwaluw, grauwe vliegenvanger, ringmus of patrijs. Een kaart met een voorbeeld van een aangekleed erf is te vinden op regelen.overijssel.nl:https://regelen.overijssel.nl/Producten_en_diensten/Subsidies/Aanvragen_mogelijk/Verbeteren_condities_voor_aandachtsoorten_5_0. Van deze inrichting zullen ook veel andere soorten profiteren.
Leefgebied/biotoop: een door specifieke abiotische en biotische factoren bepaald milieu waarin de soort tenminste tijdens één van de fasen van zijn biologische cyclus leeft. Hieronder worden ook de gebieden verstaan waar de soort vroeger voorkwam en nu niet meer, maar waar de soort mogelijk terug kan keren.
Artikel 4.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie de leefgebieden van de aandachtsoorten verbeteren.
Artikel 4.5.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verstrekt voor:
maatregelen Bosranden: het creëren van bosranden met mantels en zomen ten behoeve van Klein wintergroen, Klein glidkruid, Anemonenbekerzwam, Kleine ijsvogelvlinder, Sleedoornpage, Bruine eikenpage, Ranonkelbij, Gewone kleine wespbij, Kauwende metselbij, Stronkmier, Boomkikker, Geelgors, Zomertortel, Kerkuil, Hermelijn, Das, Franjestaart, Bosvleermuis, Baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, Brandts vleermuis, Rosse vleermuis of Gewone grootoorvleermuis;
het beschikbaar stellen van grond: het beschikbaar stellen van grond om aan de herbeplantingsverplichting, als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Wet Natuurbescherming te kunnen voldoen om heide te verbinden. Dit geldt alleen als de herbeplantingsverplichting niet ingevuld kan worden door spontane bosontwikkeling, maar elders gerealiseerd moet worden;
Artikel 4.5.4 Voorwaarden voor alle maatregelen
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
het beheer en onderhoud van de maatregelen is voor minimaal zes jaar geregeld met uitzondering van instandhoudingsmaatregelen voor bloemrijke akkerrandenranden langs akkers en weilanden. Deze randen moeten tijdens de beheerperiode van 6 jaar gedeeltelijk gefreesd en opnieuw ingezaaid worden om het bloemrijke karakter van de randen te behouden;
Artikel 4.5.5 Extra voorwaarden voor Poelen
De maatregelen Poelen voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
in de directe omgeving van een poel is een geschikt landbiotoop aanwezig of deze wordt met het treffen van de maatregelen gerealiseerd. Het landbiotoop kan bestaan uit: ruigte of kruidenrijk grasland en houtwallen, heggen, hakhoutbosjes of stobbenwallen (winterbiotoop). Als de poel specifiek voor Boomkikkers wordt aangelegd, moet in het landbiotoop ook braamstruweel aanwezig zijn;
Artikel 4.5.6 Extra voorwaarden voor de maatregelen Erven
De maatregelen Erven voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
er is een ruimtelijke of organisatorische samenhang tussen de deelnemende erven. Bij ruimtelijke samenhang gaan meerdere deelnemende erven lokaal samen aan de slag om de kwaliteit van de erven te verbeteren. Bij organisatorische samenhang maken erven van bedrijven deel uit van een organisatie die een biodiversiteitsdoelstelling nastreeft;
de maatregelen op ieder erf sluiten aan bij nabijgelegen bestaande natuur of agrarisch natuurbeheer, of waar deze verbonden gaan worden bij de betreffende erven, bij natuurvriendelijk ingerichte oevers en natuurvriendelijk beheerde bermen, bij het landschapselement, houtwal, singel, bosje of, als het wordt aangelegd in het leefgebied van de Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad, een poel; Voor activiteiten die bijdragen aan beheer en behoud van waardevolle en karakteristieke landschappen is ook subsidie beschikbaar via de Subsidieregeling Streekeigen Landschapsbeheer. Verenigingen, coöperaties en stichtingen kunnen daarvoor een aanvraag indienen.
landbouwbedrijven met veel gebouwen of sleufsilo’s en verharding, waar nauwelijks groen aanwezig is, komen niet in aanmerking voor subsidie. Dit geldt niet als hiervoor een aanliggende huiskavel als een aangekleed erf wordt ingericht en de toevoegingen bijdragen aan het versterken van het leefgebied van de erfvogels.
Artikel 4.5.7 Extra voorwaarden voor de maatregelen Bosranden
De maatregelen Bosranden voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
de maatregelen vinden plaats door de bosrand over een lengte van minimaal 1.000 m terug te zetten. De bosrand is voldoende breed om zonlicht toe te laten en variërend in breedte en begroeiing om te komen tot een kruidenrijke en structuurrijke rand. De voorgenomen kap van bomen is goed onderbouwd en er heeft vooraf overleg over plaatsgevonden met omwonenden en de provincie Overijssel;
als uitlopen, natuurlijke opslag of variatie in bomen achterwege blijft, dan is inplanten met inheemse soorten in de mantel noodzakelijk. Om te voldoen aan de Wet Natuurbescherming moet de bosrand op een bosbouwkundig verantwoorde wijze worden herbebost. Als uitlopen natuurlijke opslag of variatie in bomen niet in voldoende mate plaatsvindt is inplanten in de mantel met inheemse soorten die passen bij de regio noodzakelijk;
Artikel 4.5.8 Extra voorwaarden maatregelen Heide
De maatregelen Heide voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
de maatregelen dragen bij aan de versterking van het leefgebied van de Blonde zegge, Blauwe knoop, Heidekartelblad, Vetblad, Melkviooltje, Draadgentiaan, Kleine tijm, IJslands mos, Bruine eikenpage, Bruine vuurvlinder, Kommavlinder, Gentiaanblauwtje, Zilveren maan, Aardbeivlinder, Ericabij, Heidewespbij, Gewone kleine wespbij, Ranonkelbij, Paardenbloembij, Stronkmier, Adder, Tapuit of Veldleeuwerik;
het verbinden van heideterreinen of heischrale graslanden die op korte afstand van elkaar zijn gelegen. Waardoor het leefgebied wordt vergroot en versterkt en uitwisseling van deelpopulaties mogelijk wordt. De te realiseren verbinding bestaat uit droge- of vochtige heide of droog of nat heischraal grasland. Voldaan moet worden aan de herplantplicht indien van toepassing;
het kruidenrijker maken van heideterreinen door kruidenrijke randen of kleine veldjes (akkertjes) met een mengsel van granen en inheemse akkerkruiden in te zaaien direct naast of op bestaande heideterreinen, nadat de aanwezige vegetatie zeer diep is weggemaaid of gechopperd en daarna gefreesd. De randen of veldjes mogen niet groter zijn dan 10 are;
De aanvrager is een particulier, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een maatschap, een ZZP’er, een v.o.f., een eenmanszaak of een kerkgenootschap.
Artikel 4.5.12 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een overzichtskaart op minimaal schaal 1:25.000 waarop de ligging van het gebied waar de maatregelen worden uitgevoerd is aangegeven op minimaal schaal 1:25.000 en detailkaarten dan wel luchtfoto’s op minimaal schaal 1:2.500 waarop de huidige en toekomstige situatie is aangegeven. Voor de maatregelen Erven wordt een detailkaart per erf aangeleverd;
als sprake is van maatregel Heide en waardedaling van de grond dan levert de aanvrager aanvullend een taxatie van de waardedaling in. De waardedaling is gebaseerd op het verschil in marktwaarde voor en na de voorgenomen maatregel en inrichting tot bosgrond. De taxatie wordt door een onafhankelijke deskundige uitgevoerd;
4.6 Stimulering toekomstbestendige verduurzaming Agro&food sector
Artikel 4.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Agro&food sector: alle ondernemingen of organisaties in de voedselketen, waarbij de plantaardige en dierlijke economische ketens centraal staan, inclusief de voor de voedingsmiddelen bestemde logistiek, handel, financiële dienstverlening en onderzoek en ontwikkeling. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een aanvrager onder de Agro&food sector valt, wordt gekeken naar de Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset van het CBS.
Artikel 4.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bevordering van de transitie naar kringlooplandbouw.
De subsidie voor demonstraties, praktijkleertrajecten of kennisdeling wordt aangevraagd door degene die de demonstraties, praktijkleertrajecten of kennisdeling levert aan de ondernemingen. Deze moet aantoonbaar voldoende gekwalificeerd zijn en kan aantonen dat er een concrete vraag is vanuit de primaire agrarische sector.
Artikel 4.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Een aanvraag voor subsidie van € 10.000,- of meer kan worden voorgelegd aan de Adviescommissie agro&food. De commissie geeft advies of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden zoals die genoemd zijn in artikel 4.6.3 lid 2 en artikel 4.6.4 lid 2.
De subsidie voor demonstraties, praktijkleertrajecten en kennisdeling over kringlooplandbouw voldoet aan artikel 21 lid 3 van de LVV. De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de subsidiabele kosten inclusief de subsidie van de provincie is maximaal 100%. Voor demonstratieprojecten geldt aanvullend dat de totale overheidsbijdrage voor de dekking van de subsidiabele kosten inclusief de subsidie van de provincie maximaal € 100.000,- is voor een periode van maximaal 3 jaar.
De subsidie voor de ontwikkeling en het uitvoeren van een methode of aanpak om meerdere landbouwondernemers te stimuleren om de ecosysteemdiensten op het landbouwbedrijf te verbeteren of uit te breiden levert geen staatssteun op, tenzij sprake is van een investering bij een landbouwonderneming of maatwerkadvies aan een landbouwonderneming. In dat geval voldoet:
4.7 Samenwerking Provinciaal Programma Landelijk gebied Overijssel
Artikel 4.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Gebiedsprojecten: projecten die het initiatief zijn van één of meerdere gebiedspartners, die bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het PPLG. Dit kan gaan om koploperprojecten, ondersteuning van (deel-)gebiedsprocessen, het ontwikkelen van instrumentarium en incidentele uitvoeringsmaatregelen.
Gebiedsteams: de werkorganisatie van de gebiedsgerichte aanpak voor het PPLG. Het gebiedsteam verzamelt onder andere de benodigde informatie en analyseert deze, bereidt de gebiedstafels voor, verzorgt de communicatie, organiseert participatie en ondersteunt bij de uitvoering van gebiedsprojecten. Een gebiedsteam bestaat uit:
Artikel 4.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie samen met inwoners, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties op zoek gaan naar oplossingen voor de transitie van het landelijk gebied die passen bij de PPLG-deelgebieden.
Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Natuur en Milieu Overijssel, Landschap Overijssel, Overijssels Particulier Grondbezit, LTO Noord afdeling Overijssel, Coöperatieve Agrarisch Natuur Collectief Midden Overijssel, Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A., Coöperatieve Agrarisch Natuur Collectief Noordwest Overijssel U.A.;
Artikel 4.7.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.
Artikel 4.8.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 4.8.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het versterken van de relatie tussen natuur en mensen. Dit door basisscholen te ondersteunen bij het aanleggen van groene schoolpleinen.
Artikel 4.8.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De aanvrager is een basisschool in Overijssel of een koepelorganisatie in Overijssel die aanvraagt voor een basisschool.
Artikel 4.8.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per schoolplein en een vast bedrag per aangeplante boom. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Bijlage 1 Omschrijving van een groen schoolplein, bij 4.8 Groene schoolpleinen:
Een groen schoolplein is een natuurlijke speel- en leeromgeving met veelal de volgende kenmerken:
De beplanting op een groen schoolplein is bij voorkeur inheems, geschikt bij de natuurlijke omstandigheden van die plek en biedt seizoensvariatie. Waar mogelijk biedt de beplanting en inrichting mogelijkheden voor verbeteren van condities voor aandachtsoorten van Overijssel. Overzicht van de aandachtsoorten is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Kinderen kunnen zowel met abiotische natuur (zoals zand en water) als met levende natuur spelen. Hierdoor ontstaan er mogelijkheden om in het spel te exploreren, te vernieuwen, te verbeelden en te creëren. De aanwezigheid van los natuurlijk materiaal is hiervoor een voorwaarde (denk aan zand, takken, stenen, en dergelijke).
4.9 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen
Artikel 4.9.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 4.9.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bescherming van de natuurwaarden in de Natura 2000 gebieden.
Artikel 4.9.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
De landbouwonderneming heeft grond in gebruik voor akkerbouw of veeteelt, dat voor een deel gelegen is binnen het Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000. Ook landbouwondernemingen die buiten het Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000 liggen, kunnen verplaatst worden als de verplaatsing een essentiële bijdrage levert aan de Ontwikkelopgave Natura 2000 en in die zin een sleutelpositie inneemt in het kader van de grondverwerving ten behoeve van de Ontwikkelopgave Natura 2000;
De aanvrager is degene die, op het moment van het sluiten van de verplaatsingsovereenkomst met de provincie, het eigendom, regulier pachtrecht of erfpachtrecht heeft van grond behorend bij een landbouwonderneming.
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een topografische kaart met een schaal van 1:10.000 waarop de ligging en oppervlakte van de te verplaatsen onderneming en de bijbehorende gronden, en ook de plaats van hervestiging zijn aangegeven. Als deze plaats ten tijde van de aanvraag nog niet bekend is, stuurt de aanvrager de provincie Overijssel per ommegaande een topografische kaart met een schaal van 1:10.000 waarop de plaats van hervestiging is aangegeven
Artikel 4.9.9 Aanvullende verplichtingen
Als door aantoonbare overmacht de opbouw van een volwaardig bedrijf op de nieuwe locatie binnen de in de verleningsbeschikking opgenomen termijn niet mogelijk is kan de termijn voor opbouw verlengd worden met maximaal 24 maanden. De opbouw zal na verlenging nooit later zijn dan 16 maanden na het krijgen van de benodigde vergunningen voor de opbouw van het landbouwbedrijf. Onder overmacht wordt in ieder geval verstaan:
Als de verplaatsing van het landbouwbedrijfsgebouw bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande voorzieningen, mag de steunintensiteit niet hoger zijn dan 100% van de reële kosten van die werkzaamheden. Wanneer de verplaatsing naast het bedoelde demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande voorzieningen leidt tot een modernisering van deze voorzieningen of een verhoging van de productiecapaciteit, gelden voor de kosten van de modernisering van de voorzieningen of de verhoging van de productiecapaciteit de steunintensiteiten voor investeringen als bedoeld in artikel 14, leden 12 tot en met 15, van de LVV. Voor de toepassing van dit lid geldt dat alleen de vervanging van een bestaand gebouw of van bestaande voorzieningen door een nieuw, modern gebouw of nieuwe, moderne voorzieningen waarbij de betrokken productie of technologie in de basis niet wordt gewijzigd, niet wordt gezien als modernisering.
4.11 Stimuleren kleinschalig Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Landschapselement: landschappelijke beplantingen, routes, waterlopen, reliëfs en andere onderdelen van het landschap die bijdragen aan de karakteristieke kenmerken van een landschap. De oorspronkelijke functie van bijvoorbeeld perceelbegrenzing, houtproductie of vee drinkplaats heeft het veelal geheel of deels verloren. Het vormt nog steeds een belangrijke habitat voor soorten waaronder veel vogels, insecten en amfibieën en is voor de biodiversiteit van grote meerwaarde.
Artikel 4.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie vrijwilligers op een passende wijze aanmoedigen om op eigen niveau aan de slag te gaan met landschapsbeheer.
Artikel 4.11.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor de subsidie
Het landschapsbeheer voldoet aan de volgende voorwaarden:
de landschapscoördinator van Landschap Overijssel is betrokken bij de activiteiten en adviseert positief over de aanvraag. De landschapscoördinator geeft procesmatige ondersteuning, adviseert de initiatiefnemers bij landschapsbeheer, legt verbindingen met Streekeigen landschapsbeheer en maakt koppelingen met andere opgaven in Overijssel.
Het landschapsbeheer III voldoet aan de volgende extra voorwaarden :
naast landschapsbeheer worden activiteiten uitgevoerd om de kennis van de vrijwilligers te vergroten en de organisatie te versterken. Het gaat om een of meer van de volgende activiteiten:
het opstellen of verbeteren van een eenvoudig beheerplan voor een periode van 5 tot 15 jaar. In dit plan wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor het landschapsbeheer. Het plan beschrijft de wensen en eisen van, voor en door het gebied voor het landschapsbeheer. Het beheerplan past in het gemeentelijke landschapsontwikkelingsplan (LOP) of de Catalogus gebiedskenmerken van de provincie;
De aanvrager voor de subsidie voor Landschapsbeheer II of III levert aanvullend de volgende stukken in:
een Plan van aanpak. Het is verplicht om het beschikbare format te gebruiken. In het Plan van aanpak is een duidelijke motivering opgenomen waaruit blijkt dat het beheer voor een periode van minimaal 5 jaar is geregeld, door middel van overeenkomsten die afgesloten worden tussen de beheerders en grondeigenaren.
Het verzoek tot subsidievaststelling voor landschapsbeheer III bevat aanvullend ook een overzicht van de overeenkomsten die tussen beheerders en grondeigenaren zijn gesloten. In de overeenkomsten is het landschapsbeheer voor 5 tot en met 15 jaar vastgelegd. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.20 lid 3.
4.12 Ecologisch bermbeheer gemeenten
Artikel 4.12.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Ecologisch bermbeheer: het beheren van bermen met als doel het in stand houden of verbeteren van de natuurkwaliteit en -kwantiteit van inheemse flora en fauna, met nakoming van de verkeersveiligheid. Onder ecologisch bermbeheer valt in etappes maaien, afvoeren van maaisel, niet klepelen en flexibel aanpassen van moment van uitvoering. Bodemverstoring en bodemverdichting wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Inheemse flora en fauna: soorten die van nature in het wild in Nederland voorkomen. Op de website www.nederlandsesoorten.nl is te raadplegen welke soorten in Nederland inheems zijn. Kamer-, tuin- en kasplanten zijn vaak geen inheemse planten maar exoten.
Artikel 4.12.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie het ecologisch beheren van bermen door gemeenten in Overijssel stimuleren.
Artikel 4.12.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 4.12.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
de resultaten van de monitoring in de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) te zetten of via www.waarneming.nl in te voeren en te delen met de provincie Overijssel.
4.13 Iedereen een boom- grootschalige boomaanplant
Artikel 4.13.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 4.13.2 Doel van de regeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie initiatiefnemers stimuleren om bomen aan te planten op de aangeboden provinciale aanplantpercelen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de opgave om 1,1 miljoen bomen aan te planten.
De aanvrager is een persoon een organisatie of een bedrijf die het recht toegezegd heeft gekregen om binnen een afgesproken periode een aanplantperceel te kopen voor de prijs die met de provincie is afgesproken.
Artikel 4.13.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie is € 0,75 per vierkante meter te realiseren nieuw bos.
4.14 Gemeentelijk soortenmanagementplan voor woningverduurzaming
Artikel 4.14.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Beschermde soorten: vogels en in het wild levende dieren die op grond van de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming beschermd zijn. Deze wet moet ervoor zorgen dat de verschillende planten- en diersoorten in de natuur blijven bestaan. Provincies bepalen voor hun gebied wat wel en niet mag in de natuur. Dat doen zij aan de hand van nationale en internationale regels. Provincies geven ook subsidie voor activiteiten in de buurt van natuurgebieden.
Gebiedsontheffing: door Gedeputeerde Staten te verstrekken ontheffing van de verboden, die in de artikelen 3.1, 3.2, zesde lid, 3.5, 3.6, tweede lid en 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming genoemd zijn. Het gaat om een ontheffing voor overtredingen in een (groter) plangebied, waarbij maatregelen worden getroffen om het functioneel leefgebied van de beschermde soorten te versterken. Voor meer informatie: Handreiking Soortenbescherming in Overijssel, te vinden op regelen.overijssel.nl onder Vergunningen: Loket - Loket provincie Overijssel.
Soortenmanagementplan (hierna: SMP): een plan van de gemeente waarin zowel de activiteiten staan omschreven waarvoor de provincie ontheffing kan verlenen als de maatregelen die over het verbeteren van de staat van instandhouding van beschermde soorten gaan. Dit plan bevat ook de ecologische onderbouwing voor een gebiedsontheffing op grond van de Wet natuurbescherming.
Pre-SMP-methodiek: een werkwijze die voorziet in de bescherming van groepen gebouw bewonende soorten met de bijbehorende compenserende maatregelen en natuurvriendelijk isoleren van particuliere woningen gedurende het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP). Een pre-SMP kan gebruikt worden als ecologische onderbouwing voor een tijdelijke gebiedsontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming. De methodiek is uitgewerkt in het provinciaal Beleidskader Natuurvriendelijk isoleren van particuliere woningen onder het pre-soortenmanagementplan. Dit beleidskader is te vinden op www.overijssel.nl/natuurvriendelijkisoleren.
Natuurvriendelijk isoleren van particuliere woningen: het isoleren van en plaatsen van zonnepanelen op particuliere woningen volgens de handreiking ‘Natuurvriendelijk isoleren onder het pre-soortenmanagementplan’ die te vinden is op www.overijssel.nl/natuurvriendelijkisoleren.
Artikel 4.14.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bevorderen dat gemeenten een soortenmanagementplan opstellen. Hiermee kan de gewenste samenhangende aanpak voor het behoud van de beschermde flora en fauna worden gerealiseerd. De na-isolatie van bestaande particuliere woningen kan daarmee ook op een natuurinclusieve manier worden gerealiseerd. Dit draagt bij aan behoud en versterking van de biodiversiteit.
Artikel 4.14.3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het SMP voldoet aan de volgende voorwaarden:
Deze punten worden in hoofdstuk 12 van de Handreiking soortenbescherming Overijssel toegelicht. Deze is te vinden op regelen.overijssel.nl onder Vergunningen: Loket - Loket provincie Overijssel.
Artikel 4.14.7 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een kaart van het gebied waar het SMP betrekking op heeft. Als het een digitale kaart is dan moet het bestand voldoen aan de voorwaarden als opgenomen in de Eisen van Levering Geografische Informatie die te vinden is op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel
Artikel 4.14.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
binnen uiterlijk 2 jaar na subsidieverlening het SMP vast te stellen en op basis daarvan een aanvraag in te dienen voor een gebiedsontheffing voor alle particuliere woningen in de hele bebouwde kom van de betreffende gemeente. De termijn die is gesteld in de gebiedsontheffing die is verleend op grond van de pré-SMP is leidend en kan dus leiden tot een kortere periode dan 2 jaar;
de voor het SMP verzamelde ecologische gegevens in te voeren in de Nationale Databank Flora en Fauna. Deze is te vinden op Nationale Databank Flora en Fauna (ndff.nl).
4.15 Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Artikel 4.15.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP-VP): samenwerkingsafspraken ‘Naar een Vitaal Platteland’ die in juli 2018 getekend zijn door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen (Kamerstukken II 2018/19, 33 576, NR. 137) en de activiteiten op grond van die afspraken;
Artikel 4.15.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het welzijn en de welvaart in het landelijk gebied.
De aanvrager is de aanvrager van het desbetreffende project zoals dat is opgenomen in de Projectenlijst.
Artikel 4.15.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de subsidieaanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit zijn uitgevoerd na 1 maart 2019 en voor 31 december 2023 voor het IBP-VP-gebiedsplan Veedicht gebied Salland-Twente, deelgebied Twente, dan wel 31 december 2025 voor het IB-VP-gebiedsplan Veenweide Noordwest-Overijssel. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassingDe.
Artikel 4.15.9 Bevoorschotting
Het voorschot is maximaal 80% van de verleende subsidie. Dit is een afwijking van artikel 1.2.18 lid 1.
Artikel 4.15.10 Sisa-verantwoording
De financiële verantwoording van gemeenten en openbare lichamen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen loopt volgens de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code L7B als het gaat om IBP-VP-gebiedsplan Veenweide Noordwest Overijssel en L7-2B als het gaat om Veedicht gebied Salland-Twente.
Artikel 4.15.11 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om in het geval een project gaat wijzigen ten opzichte van de Projectenlijst dit vooraf ter advisering voor te leggenaan het Programmateam van het IBP-VP-gebiedsplan Veenweide Noordwest Overijssel, of het Ambtelijk Kernteam van het IVP-VP-gebeidsplan Veedicht gebied Salland-Twente, deelgebied Twente.
4.16 Iedereen een boom - kleinschalige aanplant
Artikel 4.16.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie het bewustzijn van inwoners van het belang van bomen bevorderen en partners en maatschappelijke initiatieven stimuleren om bomen te planten, als uitvoering van het actieplan 1,1 miljoen bomen.
Artikel 4.16.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 4.16.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening of De-minimisverordening Landbouw.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Bijlage 1 Bomenlijst, bij 4.16 Iedereen een boom kleinschalige boomaanplant:
Streekeigen en inheemse bomen Overijssel
Streekeigen en inheemse bomen zijn soorten die van nature in een gebied voorkomen (standplaats) en soorten die hieraan zijn toegevoegd vanuit cultuurhistorisch perspectief (streekeigen). Onderstaande tabel laat een overzicht zien van streekeigen en inheemse bomen die in aanmerking komen voor de subsidieregeling ‘Iedereen een boom Kleinschalige boomaanplant’. Voor de volledigheid zijn in de lijst zowel inheemse als streekeigen soorten voor Overijssel opgenomen. De te planten soorten moeten de potentie hebben om tot 4 meter te kunnen uitgroeien.
4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0
Artikel 4.17.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Hybriden: vruchtbare kruisingen van invasieve exoten met inheemse soorten, waardoor oorspronkelijke eigenschappen van inheemse soorten verdwijnen. Enkele voorbeelden zijn kruisingen tussen een Edelhert en een Sikahert, een kruising tussen een Witkopeend en een Rosse stekelstaart en een kruising tussen een Italiaanse kamsalamander en een Kamsalamander.
Artikel 4.17.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel de verwijdering van aangewezen invasieve exoten stimuleren.
Artikel 4.17.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De verwijdering van een invasieve exoot of hybride daarvan voldoet aan de volgende voorwaarden:
het gebeurt zonder biologische of chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij Gedeputeerde Staten vinden dat er geen andere verwijderingsmethoden kunnen worden toegepast. Daarbij moet de aanvrager aantonen dat de inzet van deze biologische of chemische middelen binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders valt;
De aanvrager is een gemeente, een waterschap, een stichting of een vereniging, een BV, een NV, maatschap, vof of een particuliere grondeigenaar.
Artikel 4.17.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie is voor de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden van invasieve exoten die worden verwijderd binnen of buiten het NNN, maar buiten de begrenzing van de N2000-gebieden en invloedsgebieden van N2000. Het gaat hier dus om de activiteiten die zijn opgenomen in artikel 4.17.3 lid 1 onderdelen a en b. Daarvoor bedraagt de subsidie:
De subsidie voor de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden van invasieve exoten die worden verwijderd binnen de begrenzing van de N2000-gebieden en binnen de invloedsgebieden van N2000. Het gaat hierbij om de activiteiten als genoemd in artikel 4.17.3 lid 1 onderdeel c. Daarvoor bedraagt de subsidie:
Artikel 4.17.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplichtde activiteiten binnen 6 maanden na subsidieverlening te starten.
Artikel 4.17.9a Sisa-verantwoording
Als sprake is van een subsidie aan een gemeente voor beheersing en bestrijding binnen N2000, dan loopt de financiële verantwoording volgens de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code L16B.
Artikel 4.17.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Bijlage 1A. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel buiten NNN en buiten de begrenzing van de N2000-gebieden en invloedsgebieden van N2000-gebieden. Het gaat hierbij dus om de activiteiten die zijn opgenomen in artikel 4.17.3. lid 1 onderdeel a, voor onderstaande soorten en hybriden van deze soorten:
Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar volksgezondheid): | |
Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit): | |
Toelichting categorieën: G=gras, L=klimplant, K=kruidachtige plant (1-/2-jarigen), H=houtachtige plant (heester of boom)
Toelichting categorieën: O=oeverplant, W=waterplant
De Beverrat en Muskusrat ontbreken in deze lijst van invasieve zoogdieren, omdat de bestrijding van deze beide soorten onder verantwoording valt van de waterschappen en hiervoor geen provinciale subsidie aangevraagd kan worden.
|
|
|
Amerikaanse stierkikker (Lithobates catesbeianus, syn. Rana catesbeiana) |
Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit): |
De invasieve uitheemse aquatische invertebraten van de Unielijst zijn in deze bijlage niet vermeld, omdat de bestrijding van deze soorten onder verantwoording van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (op basis van de Visserijwet) en niet van de provincie en hiervoor geen subsidie aangevraagd kan worden. Het gaat om: Gouden mossel (Limnoperna fortune), Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinensis) en zes Amerikaanse rivierkreeften: Californische rivierkreeft (Pacifastacus leniusculus), Marmerkreeft (Procambarus virginalis), Rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii), Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (Faxonius limosus), Roestbruine Amerikaanse rivierkreeft (Faxonius rusticus) en Geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft (Faxonius virilis).
Bijlage 1B. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel binnen NNN (inclusief N2000-gebieden en de invloedsgebieden van N2000). Dat wil zeggen voor de activiteiten als genoemd in artikel 4.17.3 lid 1 onderdeel b (NNN) en onderdeel c (N2000 en invloedsgebieden van N2000)
Bijlage 1B omvat alle soorten als genoemd in bijlage 1A, inclusief onderstaande soorten en hun hybriden:
NB. De exotische duizendknopen staan niet op de lijst als soorten waarvan de verwijdering door de provincie Overijssel gesubsidieerd wordt. Reden hiervoor is dat nog onvoldoende zicht is op een juiste wijze van verwijdering. Hier wordt nog veel onderzoek naar verricht. Bovendien verspreiden deze soorten zich langzaam met zaadverspreiding. Het grootste gevaar in verspreiding huist in maaien: dit stimuleert de wortelstokken tot snellere groei in ondergrondse biomassa en afgemaaide stukjes kunnen voor verspreiding van de soorten zorgen. Daarnaast is ook vanwege de hoge kosten van afgraving ervoor gekozen om de prioriteit bij de bestrijding bij bovengenoemde soorten te leggen en de aanpak van exotische duizendknopen in een later stadium te subsidiëren.
Bijlage 2. Natura 2000-gebieden in Overijssel
4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.18.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Beheerovereenkomst: overeenkomst tussen de subsidieontvanger en eigenaar van een landschapselement waarin de voorwaarden en uitgangspunten van de subsidieregeling Uitvoeren streekeigen landschapsbeheer zijn opgenomen. In de beheerovereenkomst staat vast dat de genoemde activiteiten ook daadwerkelijk plaatsvinden. De beheerovereenkomst voor langjarig beheer voorziet in periodes van 7 jaar waarbij uitbetaling plaatsvindt voor de gedane werkzaamheden in diezelfde periode. Na 7 jaar is het mogelijk om de vergoeding opnieuw vast te stellen op basis van het dan geldende prijspeil.
Landschapselement: Landschapselementen: groene of blauwe elementen, zoals een houtwal, singel, solitaire boom, poel of wandelpad, die in het landschap aanwezig zijn en iets vertellen over het ontstaan van het landschap. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe onze voorouders het landschap hebben gebruikt. Hun oorspronkelijke functie van perceel begrenzing, houtproductie of vee drinkplaats hebben ze deels verloren, maar ze vormen nog steeds een belangrijke leefomgeving voor bijvoorbeeld vogels, insecten en amfibieën;
Artikel 4.18.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het behoud en beheer van waardevolle en karakteristieke landschapselementen in agrarische cultuurlandschappen in de provincie Overijssel.
Artikel 4.18.10 Voorwaarden actieve landbouwer als eindbegunstigde
Als de eindbegunstigde een actieve landbouwer is gelden de volgende extra voorwaarden:
als en hetzij het onder een verbintenis vallende volledige areaal, of een deel ervan, hetzij het gehele bedrijf aan een andere persoon wordt overgedragen tijdens de looptijd van die verbintenis, kan de verbintenis of het deel ervan dat met de areaaloverdracht overeenstemt, voor de resterende looptijd door die andere persoon worden overgenomen of kan zij vervallen, en wordt geen terugbetaling verlangd voor de periode waarin de verbintenis daadwerkelijk is nagekomen;
als een eindbegunstigde een aangegane verbintenis niet verder kan nakomen omdat zijn bedrijf of een deel daarvan wordt herverkaveld of binnen een ruilverkaveling van overheidswege of een door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde ruilverkaveling valt, neemt de subsidieontvanger de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de verbintenis aan de nieuwe bedrijfssituatie worden aangepast.
Artikel 4.18.11 Wijzigingen subsidieverlening
De subsidieverlening wordt ambtshalve ingetrokken of de subsidie wordt verlaagd als de subsidieontvanger de in de voorgaande leden bedoelde aanpassingen niet aanvaardt. De subsidie wordt ambtshalve verlaagd tot het bedrag dat overeenstemt met de periode tot het einde van de looptijd van de beschikking.
Artikel 4.18.13 Het bekend maken van gegevens
De volgende gegevens worden bekend gemaakt: de naam van de subsidieontvanger, verleende subsidie, de vorm en het bedrag per eindbegunstigde, de datum waarop de subsidie is verleend, Mkb-onderneming of grote ondernememing, de regio waarin de subsidieontvager is gevestigd, en de voornaamste economische sector waarin de subsidieontvanger actief is.
Deze subsidieregeling en de Dienstenbundel zijn gebaseerd op en getoetst aan de Catalogus Groenblauwe Diensten. De algemene voorwaarden en verplichtingen uit de Catalogus zijn ook op deze subsidieregeling van toepassing. Hiermee is de verleende subsidie toegestane staatssteun, omdat het past binnen de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020:
verordening 1305/2013: Verordening (EU) 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
verordening 1306/2013: Verordening (EU) 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
verordening 1307/2013: Verordening (EU) 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L 347).
4.19 Procesondersteuning Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.19.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Landschapselementen: groene of blauwe elementen, zoals een houtwal, singel, solitaire boom, poel of wandelpad, die in het landschap aanwezig zijn en iets vertellen over het ontstaan van het landschap. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe onze voorouders het landschap hebben gebruikt. Hun oorspronkelijke functie van perceel begrenzing, houtproductie of vee drinkplaats hebben ze deels verloren, maar ze vormen nog steeds een belangrijke leefomgeving voor bijvoorbeeld vogels, insecten en amfibieën.
Artikel 4.19.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan natuurbeheer. Dit door georganiseerde groepen inwoners of ondernemers te ondersteunen bij landschapsbeheer.
Artikel 4.19.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor ondersteunende activiteiten voor de uitvoering van een plan voor Streekeigen Landschapsbeheer, ook wel bidbook genoemd. Voorbeelden van ondersteunende activiteiten zijn: het houden van informatiebijeenkomsten, het voeren van keukentafelgesprekken, contractbeheer, financiële administratie, monitoring en rapportages.
De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat uiterlijk binnen twee weken na het indienen van de subsidieaanvraag ook een subsidieaanvraag voor subsidie is ingediend voor de uitvoering van het plan voor Streekeigen Landschapsbeheer op basis van subsidieregeling 4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer.
Artikel 4.19.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2021 tot en met 2023.
4.20 Uitvoering ontwikkelopgave Natura 2000
Artikel 4.20.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 4.20.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de uitvoering van het Natuurnetwerk Nederland en de realisatie van natuurherstelmaatregelen voor de instandhouding van de Natura 2000-gebieden.
Artikel 4.20.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor:
het realiseren van een gebiedsplan of gebiedsofferte dan wel het realiseren van interne maatregelen (fase 3), waarbij voor particuliere grondeigenaren, als bedoeld in artikel 4.20.4 onderdeel b geldt dat een subsidieaanvraag niet eerder mogelijk is dan nadat zijn of haar percelen zijn opengesteld op de Ambitiekaart die onderdeel is van het Natuurbeheerplan Overijssel;
Artikel 4.20.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten.
Artikel 4.20.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2027.
Artikel 4.20.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
de uitvoering van de NNN- dan wel Natura2000-maatregelen te realiseren zoals het staat in de beheerplannen dan wel de door Gedeputeerde Staten daarvoor vastgestelde plannen waarin deze maatregelen worden beschreven. Voor zover voor de uitvoering nader onderzoek nodig is naar de vorm en maatvoering van de Natura2000-maatregelen, behoeft het uiteindelijke plan van uitvoering de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
In aanvulling op de artikelen 1.2.20 en 1.2.21 bevat de subsidieaanvraag tot vaststelling van de subsidie een verklaring van de subsidieontvanger of er al dan niet sprake is geweest van voordelen op grond van economische activiteiten, die een gevolg zijn van de uitvoering van door deze subsidieregeling gesubsidieerde maatregelen. Deze voordelen worden in mindering gebracht op de vast te stellen subsidie.
4.21 Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel 2023
Artikel 4.21.1 Betekenis van de begrippen
Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel: een samenwerkingsproces waarbij de deelnemende gebiedspartners samen werken aan oplossingen voor de veenweideproblematiek, dat wil zeggen om bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen, en de stikstofproblematiek. Om een toekomstplan te maken is meer kennis en ervaring nodig over welke maatregelen goed kunnen werken.
Artikel 4.21.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan kennisontwikkeling over maatregelen die bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen tegengaat. In onderzoek, pilotprojecten en zeker in gebiedsinitiatieven kunnen ook andere doelstellingen van de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel worden meegenomen. De nieuwe kennis en inzichten dragen bij aan een integraal Toekomstperspectief van en voor Noordwest Overijssel voor de middellange (2030) en de lange (2050) termijn. De gebiedspartners streven naar een leefbaar en vitaal platteland, dat economisch, ecologisch, milieutechnisch en waterhuishoudkundig duurzaam is en goed is om te wonen, werken en recreëren.
Artikel 4.21.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor activiteiten om het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen uit veenweidegebieden tegen te gaan. Eventueel door een combinatie te maken met het terugdringen van de stikstofuitstoot. De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:
onderzoek en kennisontwikkeling om veenoxidatie tegen te gaan, eventueel in combinatie met andere doelstellingen van de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel. Het doel is om nieuw kennis te ontwikkelen en te testen in de praktijk. De subsidie kan bijvoorbeeld ingezet worden voor inhuur van onderzoeksinstituten in combinatie met proefopstellingen op agrarische bedrijven in Noordwest Overijssel of het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek;
een gebiedsinitiatief. Een gebiedsinitiatief is een initiatief van samenwerkende partijen in het gebied, om te zoeken naar oplossingen voor de problematiek van bodemdaling en veenoxidatie. Dit kan eventueel in combinatie met andere doelen uit het Provinciaal Programma Landelijk gebied in het gebied. De subsidie kan bijvoorbeeld besteed worden aan interviews verkenning, kennis delen of een schetsontwerp laten maken.
Artikel 4.21.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Artikel 4.21.7 Susbidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend ook:
een door het Programmateam NWO ingevuld adviesformulier. De punten waarover het programmateam zal adviseren staan in een voorbeeldformulier dat is te vinden op www.regelen.overijssel.nl;
bij een pilot of een gebiedsinitiatief aanvullend een plan van aanpak. In het plan van aanpak staat wat het initiatief is, wat de doelstellingen zijn, wat er gedaan gaat worden, wie er betrokken zijn en wat het bijdraagt aan het draagvlak voor de opgaven van de gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel;
Artikel 4.21.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger mag de met de subsidie aangeschafte apparatuur de eerste 10 jaar na subsidieverening niet doorverkopen.
Rekening houdend met de in lid 3 tot en met 8 genoemde maximale overheidsbijdragen kan de totale subsidie maximaal 100% van de kosten zijn. Dat zal alleen het geval zijn als sprake is van subsidie die voldoet aan artikel 38 LVV, fundamenteel onderzoek of een combinatie met een subsidiabele activiteit die geen staatssteun oplevert.
Op grond van artikel 22 LVV geldt dat voor advies dat door dienstverleners wordt verstrekt aan een enkele begunstigde die actief is in de primaire landbouwproductie, het totale steunbedrag van de overheid beperkt is tot 100% van de in aanmerking komende kosten, met een maximumbedrag van € 25.000,- per drie jaar (behalve voor kosten op grond van artikel 22 lid 4 LVV). Bij advies aan een enkele begunstigde die actief is in de verwerking en de afzet van landbouwproducten, is het steunbedrag beperkt tot 100% van de in aanmerking komende kosten, met een maximumbedrag van € 200.000,- per drie jaar (behalve voor kosten op grond van artikel 22 lid 4 LVV).
Artikel 5.1.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bereikbaarheid, het verbeteren van de veiligheid voor weggebruikers en aan de kwaliteit van de leefomgeving in Overijssel. Dit is onderdeel van de Regionale Mobiliteitsaanpak.
Artikel 5.1.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De kosten van de voorbereiding en uitvoering die gestart zijn voor ontvangt van de subsidieaanvraag zijn wel subsidiabel, maar alleen vanaf het moment dat het project of subsidieprogramma bij de provincie is aangemeld om opgenomen te worden in het UVP. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.
De gemeente heeft haar eigen geldbijdrage voor het project al geregeld. Dit blijkt uit een B&W besluit of een raadsbesluit.
Artikel 5.1.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening te starten.
Subsidies vanaf € 25.000 en hoger worden vastgesteld op de werkelijk gemaakte kosten. Artikel 1.2.20 is niet van toepassing.
5.2 Nieuwe mobiliteit Overijssel
Artikel 5.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel bijdragen aan een passende en goede vorm van bereikbaarheid voor iedereen die zich in Overijssel verplaatst.
5.3 Kennis en ondersteuning Nieuwe Mobiliteit Overijssel
Artikel 5.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel bijdragen aan een passende en goede vorm van bereikbaarheid voor iedereen die zich in Overijssel verplaatst.
De aanvrager is iedereen die nieuwe vormen van lokaal personenvervoer wil realiseren, maar zelf niet de kennis heeft om daar een plan voor te maken.
Artikel 5.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 5.3.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening het plan op te laten stellen.
5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel
Artikel 5.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bereikbaarheid van in gebieden waar als gevolg van de veranderingen in het openbaar vervoer minder of geen bussen meer rijden.
Artikel 5.4.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor de inzet van vrijwilligers bij buurtbusverenigingen of -stichtingen in Overijssel. Een buurtbus is een vorm van openbaar vervoer, waarmee dunbevolkte gebieden of wijken volgens vaste route en dienstregeling verbonden worden.
Artikel 5.4.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per buurtbusvereniging per jaar. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Artikel 5.4.7 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2020 tot en met 2023.
5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel
Artikel 5.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan duurzame mobiliteit in Overijssel.
Artikel 5.5.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
5.6 Verbeteren infrastructuur openbaar vervoer
Artikel 5.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een toekomstbestendig en duurzaam openbaar vervoer. Door het verbeteren van de infrastructuur voor het openbaar vervoer kunnen meer reizigers gebruiken maken van het openbaar vervoer. Dit leidt tot een betere uitvoering van het openbaar vervoer in Overijssel.
Artikel 5.6.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor:
het aanleggen van nieuwe bushaltes, het verbeteren van bestaande bushaltes of het verwijderen van bushaltes die niet meer gebruikt worden. Voorbeelden van het verbeteren van een bestaande bushalte: het plaatsen van een wachthokje voor reizigers (abri) waar deze nog niet aanwezig is, het plaatsen van een fietsenstalling of het toegankelijk inrichten van de bushalte.
het aanpassen van wegen om de doorstroming, betrouwbaarheid of kwaliteit van het openbaar busvervoer te verbeteren. Het gaat hier om aanpassingen die maximaal € 30.000,- exclusief btw per aanpassing kosten. Voorbeelden: het verwijderen van een verkeersdrempel of het verruimen van een boogstraal in een bocht.
De aanvrager is een van de volgende Overijsselse gemeenten:
Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden of Zwolle.
Artikel 5.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbedrag van de aanvrager of derden.
5.7 Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO)
Artikel 5.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verkeersveiligheid en het verbeteren van de doorstroming voor het trein- en wegverkeer. Dit door het beëindigen van de 12 openbaar toegankelijke, NABO’s in Overijssel.
Artikel 5.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor het opheffen van, het beveiligen van of het realiseren van een eenvoudige andere voorziening voor een openbaar toegankelijke NABO. Een eenvoudige alternatieve voorziening is onder andere een wandelbuis, veetunnel, spoortrap. Een fietstunnel of een autotunnel is geen eenvoudige andere voorziening.
Artikel 5.7.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Dit zijn de planvoorbereiding- en realisatiekosten van ProRail. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing. Dit betekent dat kosten voor onder andere beheer, onderhoud en vernieuwing niet subsidiabel zijn.
Minimaal 75% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 5.7.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2020 tot en met 2023.
Artikel 5.7.10 Bevoorschotting
Het voorschot is per jaar maximaal 30% van de verleende subsidie. Dit is een afwijking van Artikel 1.2.18 lid 1.
5.9 Stimulering elektrische vrachtfiets
Artikel 5.9.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 5.9.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het verduurzamen van het vervoeren van goederen.
De aanvrager is een onderneming die minimaal 3 maanden staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Artikel 5.9.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 70% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 5.9.10 Aanvullende verplichtingen
De aanvrager is verplicht de met de subsidie aangeschafte elektrische vrachtfiets in te zetten voor een periode van drie jaar na ontvangst van de subsidie.
5.10 Scan verduurzaming wagenpark
Artikel 5.10.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd:
Artikel 5.10.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verduurzaming van goederenvervoer in Overijssel.
Artikel 5.10.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden, zijnde het uitvoeren van de ZEV-scan, zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 5.10.8 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend de volgende informatie in:
een door de aanvrager bevestigde offerte of een opdrachtbevestiging van de ZEV-scan. Deze mogen ook bevestigd zijn onder voorbehoud van subsidieverlening. In de offerte of opdrachtbevestiging staat dat de rapportage van de ZEV-scan minimaal de volgende informatie bevat:
een beschrijving van de mogelijkheden voor inzet van zero-emissie voertuigen en de bijbehorende laadinfrastructuur. Deze beschrijving bevat een toelichting op:
de economische haalbaarheid met een vergelijking van de Total Cost of Ownership. Total Cost of Ownership heet ook wel life cycle cost analysis of levensduurcyclus, waarbij niet alleen de aanschafkosten maar de gehele economische levensduur van duurzame vrachtvoertuig(en) ten opzichte van de huidige bestelwagens, bestelbussen, of vrachtwagens wordt berekend.
Artikel 5.10.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de ZEV-scan binnen 6 maanden na subsidieverlening te laten uitvoeren.
5.11 Stimuleren slim en duurzaam vrachtvervoer
Artikel 5.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 5.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verduurzaming van goederenvervoer.
Artikel 5.11.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 5.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Hoofdstuk 6 Regionale economie
6.1 Wetenschap en Techniek Primair onderwijs
Artikel 6.1.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 6.1.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan doorontwikkeling van wetenschap en techniek in het onderwijs.
6.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten
Artikel 6.2.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.
Industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden. Het doel hiervan is de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, als dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validatie van generieke technologie.
Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s): uitdagingen die de topsectoren voor elk maatschappelijk thema, sleuteltechnologieën en voor het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland hebben gemaakt. Dit met als doel die maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst.
MIT-haalbaarheidsproject: een project ten behoeve van een innovatie dat bestaat uit een haalbaarheidsstudie of een combinatie van een haalbaarheidsstudie en experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek. Minimaal 60% van de kosten van een haalbaarheidsproject bestaat uit een haalbaarheidsstudie.
Artikel 6.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het bevorderen van innovatie en ondernemerschap, door innovatie in de Topsectoren te stimuleren aansluitend op de landelijke KIA’s.
Artikel 6.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 6.2.7 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria zoals genoemd in artikel 6.2.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het Overijsselse model projectplan MIT-Haalbaarheidsprojecten 2023. Het Overijsselse model projectplan is te vinden op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel.
De aanvrager mag per indieningstermijn zoals genoemd in lid 1 maximaal 1 keer subsidie aanvragen op basis van deze subsidieregeling. Als de aanvragende Mkb-onderneming onderdeel van een partneronderneming of verbonden onderneming is, dan geldt dat per partneronderneming of verbonden onderneming maximaal 1 keer een subsidie aangevraagd mag worden per indieningstermijn zoals genoemd in lid 1. Voor de uitleg van partnerondernemingen en verbonden ondernemingen geldt Bijlage I, artikel 3 lid 2 en 3 van de AGVV.
Het is belangrijk dat het projectplan alle informatie bevat die van belang is om de criteria zoals genoemd in artikel 6.2.3 te beoordelen. In artikel 1.2.14 lid 2 staat dat de provincie nadat een aanvraag compleet is, om een toelichting op de ingediende informatie kan vragen. Bij deze subsidieregeling wordt geen inhoudelijke toelichting op het ingediende projectplan gevraagd. Nieuwe informatie is namelijk van invloed op de ontvangstdatum van de aanvraag en daarmee ook op de verdeling van het subsidieplafond.
Artikel 6.2.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend te hebben uitgevoerd.
6.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten
Artikel 6.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren; het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validatie van generieke technologie.
Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (hierna KIA’s): uitdagingen die de topsectoren voor elk maatschappelijk thema, sleuteltechnologieën en voor het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland hebben gemaakt. Dit met als doel die maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst.
Artikel 6.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het bevorderen van innovatie en ondernemerschap bij het midden- en kleinbedrijf over regiogrenzen heen, door innovatie in de Topsectoren te stimuleren aansluitend op de landelijke KIA’s.
Artikel 6.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De kosten die subsidiabel zijn:
de kosten van machines en apparatuur. Deze zijn naar rato van het gebruik subsidiabel indien deze rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit toe te rekenen zijn. Dit geldt voor zowel machines en apparatuur die in bezit zijn, als voor machines en apparatuur die nog worden aangeschaft ten behoeve van de te subsidiëren activiteit. Daaronder vallen ook bijkomende kosten zoals licenties voor software en de onderhoudskosten van een machine of apparatuur. Voor de aankoopkosten van machines geldt dat deze niet volledig subsidiabel zijn. Dit is een afwijking van artikel 1.2.7 lid 1, onderdeel c;
Voor de kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien geldt dat die alleen subsidiabel zijn als op arm's length-voorwaarden worden gekocht bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen. Dit betekent dat de afspraken tussen de contractpartijen niet afwijken van die welke zouden zijn overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen. Er is sprake van open, transparante en niet-discriminerende afspraken.
Artikel 6.3.6 Hoogte van de subsidie
Als de subsidie voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject € 200.000,- of minder is, dan is de subsidie per Mkb-ondernemer minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,-. De subsidie wordt niet verleend als de berekende subsidie per Mkb-ondernemer € 24.999,- of minder is. Dit is een afwijking van artikel 1.2.17 lid 2.
Als de subsidie voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject meer dan € 200.000,- is, dan is de te verlenen subsidie per Mkb-ondernemer minimaal € 25.000,- en maximaal € 175.000,-. De subsidie wordt niet verleend als de berekende subsidie per Mkb-ondernemer € 24.999,- of minder is. Dit is een afwijking van artikel 1.2.17 lid 2.
Artikel 6.3.9 De subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria zoals genoemd in de artikelen 6.3.3 en 6.3.4 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het Overijsselse model projectplan MIT-R&D-samenwerkingsprojecten 2023. Het Overijsselse model projectplan is te vinden op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel.
6.4 Cofinanciering Europese programma’s
Artikel 6.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan projecten die met een Europese subsidie uit een van de in deze subsidieregeling genoemde programma’s respectievelijk thematische fondsen een bijdrage leveren aan de realisatie van een of meerdere provinciale doelen.
Artikel 6.4.4 Aanvraag, verlening en vaststelling van de subsidie
Een aanvraag wordt ingediend bij de managementautoriteit of het secretariaat van het betreffende programma management. Een aanvraag die betrekking heeft op aanvullende cofinanciering voor projecten waarvoor ergens anders een Europese bijdrage wordt aangevraagd, wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten.
6.5 Ondersteuning startende ondernemers
Artikel 6.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 6.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie investeren in ondernemerschap. Dit door startende ondernemers te ondersteunen bij het verbeteren van ondernemersvaardigheden die nodig zijn voor succesvol ondernemerschap.
Artikel 6.5.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een eigen geldbijdrage van de startende ondernemer.
Artikel 6.5.8 Subsidieaanvraag
De subsidieaanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten, via de webpagina Oost.nl. Het aanvraagformulier is te vinden op https://oostnl.microsoftcrmportals.com/.
Artikel 6.5.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening de coaching te hebben ontvangen.
Artikel 6.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 6.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bedrijfsopvolging stimuleren en ondersteunen. Met behulp van deze subsidie kunnen zij investeren in het bedrijf op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Daardoor kunnen zij beter inspelen op marktontwikkelingen en wensen vanuit de samenleving.
Minimaal 70% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of van derden.
Artikel 6.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 6.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie familiebedrijven ondersteunen bij bedrijfsopvolging, digitalisering of duurzaamheid.
Artikel 6.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Het plan voldoet aan de volgende voorwaarden:
het plan is opgesteld samen met een ervaren coach. De coach is een ondernemer die in het kader van het project Family Next is gekoppeld aan een familiebedrijf. De coach en het bedrijf werken aan de vergroting van ondernemersvaardigheden. Zo is het familiebedrijf beter in staat het plan uit te voeren en de productiviteit te vergroten;
De subsidie wordt verleend aan een familiebedrijf dat:
deelneemt aan het Family Next programma. Dit is een samenwerkingsprogramma van de provincie Overijssel met het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven, Kennispoort Regio Zwolle, MKB Deventer en Ondernemend Twente om Overijsselse familiebedrijven verder te helpen. Deze ondersteuning richt zich op drie thema’s: digitalisering, duurzaamheid en bedrijfsopvolging.
6.8 Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken
Artikel 6.8.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie gemeenten ondersteunen bij het in beeld brengen van wat er speelt op vakantieparken. Het gaat om vakantieparken waar één of meer van de volgende situaties speelt of spelen:
Artikel 6.8.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Een transformatiescan laat zien voor welke andere functies een park zonder toeristische recreatieve mogelijkheden voor de toekomst mogelijk in aanmerking zou kunnen komen, welke beperkende factoren er zijn als gekozen wordt voor een andere functie en wat er op hoofdlijnen nodig is voor een transformatie naar een andere functie.
Artikel 6.8.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbijdrage van de gemeente of derden.
6.9 Versnelling toekomstbestendige werklocaties
Artikel 6.9.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het op orde brengen van bestaande werklocaties door te sturen op kwantiteit en kwaliteit van werklocaties.
6.10 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen
Artikel 6.10.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Bij het voorstel zijn Overijsselse bedrijven, kennisinstellingen of medeoverheden als projectpartner betrokken. Dat wil zeggen dat zij meewerken aan de realisatie van een deel van de investeringen waarvoor een bijdrage vanuit het Nationaal Groeifonds wordt gevraagd. Dit kan door voor eigen rekening uren, materiaal, financiën of andere bijdragen die op geld zijn te waarderen, in te brengen als cofinanciering voor de investering.
Het voorstel draagt in belangrijke mate bij aan de versterking van het verdienvermogen, duurzame economische groei en samenwerking de brede welvaart in de provincie Overijssel. Dit blijkt uit het aantal punten dat het voorstel behaald op basis van Puntentabel 1. Het voorstel behaald minimaal 8 punten, op basis van Puntentabel 1.
Puntentabel 1, bij 6.10 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen:
De aanvrager is de penvoerder die namens de samenwerkingspartners van het voorstel de subsidieaanvraag indient. De samenwerkingspartners hebben hun samenwerking alsmede de intentie om een aanvraag te dienen bij het Nationaal Groeifonds vastgelegd in een intentieverklaring die door alle samenwerkingspartners is ondertekend.
Artikel 6.10.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 6.10.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger zorgt er voor dat bij de uitwerking van het voorstel rekening wordt gehouden met de criteria zoals genoemd op www.nationaalgroeifonds.nl.
6.11 Bijzondere kleinere evenementen
Artikel 6.11.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie, bijzondere kleinere cultuur- en sportevenementen in Overijssel ondersteunen.
Artikel 6.11.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Het evenement voldoet aan de volgende voorwaarden:
het evenement is een bestaand jaarlijks of periodiek terugkerend cultuur- of sportevenement. Bestaand betekent in elk geval al eenmaal georganiseerd in Overijssel. Periodiek terugkerend betekent dat het evenement in een vast ritme van een aantal jaren georganiseerd wordt, variërend van 2 tot 5 jaar.
De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor de subsidie: kermis, circus, beurs, congres bedrijvencontactdagen, lokaal carnaval, lokale carnavalsoptochten, braderie, week-, jaar-, streek-, vrij- of beestenmarkt, buurt-, wijk- of dorpsfeest, fair en rommelmarkt, avondvierdaagse, koopzondag, Sinterklaasintocht, kerstmarkt, nieuwjaarsduik, dancefestival, Molendag, openmonumentendag, Koningsdag, lokale 4 mei-herdenking, lokale 5 mei-viering, demonstratie, workshop, één enkele culturele voorstelling, planten- of dierenshow, toernooi, tentfeest, oktoberfeest, feestweek, autorodeo, trekkertrek, paasvuren, tentoonstelling, tijdelijke kunstijsbaan, e-sportsevent, LAN-partys, (stijl)danswedstrijd, piratenfeest, tuinevenement, tuinexpositie, goede doelen-evenement, opening cultureel seizoen, opening toeristisch jaar en promotieactiviteiten.
Artikel 6.11.7 Subsidieaanvraag
Na sluitingsdatum kunnen er geen inhoudelijke en financiële aanvullingen of wijzigingen meer ingeleverd worden. Een wijziging in de financiële dekking is wel mogelijk als de subsidie lager wordt verleend omdat het resterende bedrag van het subsidieplafond niet voldoende is. Deze wijzing van de financiële dekking kan alleen als artikel 6.11.8 lid 4 van toepassing is.
Artikel 6.11.9 Adviescommissie
Een subsidieaanvraag voor subsidie wordt voorgelegd worden aan de Adviescommissie Evenementen Overijssel 2020-2023. De commissie geeft advies over:
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 6.11 Bijzondere kleinere evenementen:
6.12 MKB-Voucher digitalisering cultuur
Artikel 6.12.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 6.12.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie culturele instellingen in Overijssel ondersteunen om stappen te zetten op het gebied van digitalisering en digitale veiligheid.
Artikel 6.12.3 De activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Minimaal 60% van de subsidiabele kosten van de uitvoering van de digitaliseringsactiviteiten worden betaald met een bijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 6.12.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de indieningstermijn zoals opgenomen in artikel 6.12.8 lid 1.
6.13 Digitale en circulaire industrie Overijssel
Artikel 6.13.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
CIRCO: een organisatie die ondernemingen activeert en leert om circulair te werken. CIRCO doet dit zonder winstoogmerk. Ondernemers worden geholpen hun producten en diensten door te ontwikkelen of te (her)ontwerpen om zo de overgang naar circulair ondernemen te versnellen. Ook worden ondernemingen geholpen om een passend verdienmodel te ontwikkelen. Een verdienmodel is de manier waarop een onderneming geld verdient. CIRCO richt zich op het in beweging brengen van ondernemingen, daarom krijgt CIRCO ondersteuning vanuit de overheid.
CIRCO track: een workshop-programma waarbij ondernemers kennis op doen over circulair ondernemen. Het is gedeeltelijk online en gedeeltelijk met fysieke bijeenkomsten. Per deelnemende onderneming wordt een CIRCO-actieplan opgesteld met een overzicht van de circulaire mogelijkheden voor de onderneming. Een aanmelding voor een CIRCO track kan via: https://www.circonl.nl/hub-netwerk-nederland/oost-nederland/.
EDIH-assessment: het doorlichten van een onderneming door innovatie deskundigen. Het resultaat is een EDIH-digitaliseringsplan met een overzicht van de digitaliseringsmogelijkheden voor de onderneming. EDIH staat voor European Digital Innovation Hub. De EDIH is een initiatief van de provincies Overijssel en Gelderland waar in totaal 17 partners in Oost Nederland samenwerken. Een EDIH ondersteunt bedrijven in hun digitale verandering en doet dit zonder winstoogmerk. EDIH krijgt steun van de Europese commissie, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincie Overijssel. Een aanmelding voor een EDIH-assessment kan via: https://boostsmartindustry.nl/wat-kunnen-wij-voor-u-betekenen
Werkplaats Circulair Organiseren: een traject voor ondernemers en organisaties die circulaire vraagstukken willen aanpakken georganiseerd door Saxion Hogeschool. Tijdens dit traject wordt gekeken naar de kringloop (op organisatie- of productniveau) en naar het verdienmodel. Het eindresultaat is een stappenplan voor het integreren van circulariteit in het verdienmodel en een advies over concrete vervolgstappen. Aanmelden kan via: https://businessmodellab.nl/werkplaatscirculairorganiseren
Artikel 6.13.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een krachtig Mkb. Dit door Mkb-ondernemingen in Overijssel in de sector industrie te ondersteunen om stappen te zetten op het gebied van digitalisering en circulair ondernemen.
Artikel 6.13.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De circulaire activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
het gaat om een of meer van de volgende activiteiten om zo de overgang naar circulair ondernemen te versnellen:
advies en ondersteuning om op een innovatieve wijze producten of diensten te ontwikkelen die bijdragen aan een circulaire economie. Denk hierbij aan het hergebruiken van grondstoffen, het verminderen van afvalstromen, het verlengen van de levensduur van producten en het stimuleren van deeleconomieën;
Artikel 6.13.6 Hoogte van de subsidie
De aanvrager kan maximaal 2 keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling: één keer voor digitaliseringsactiviteiten en één keer voor circulaire activiteiten. Een verbonden onderneming van moeder-dochter-zuster onderneming worden gezien als 1 aanvrager. Dit betekent dat als de aanvrager een verbonden onderneming is, per verbonden onderneming maximaal 2 keer subsidie ontvangen mag worden op basis van deze subsidieregeling.
Minimaal 60% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Hoofdstuk 7 Cultuur en sociale kwaliteit
7.1 Kader culturele instellingen Overijssel 2021 tot en met 2024
Artikel 7.1.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een breed en professioneel cultureel aanbod. Dit door de meerjarige activiteitenplannen te ondersteunen van:
Artikel 7.1.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor:
activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen zoals verwoord in het Statenvoorstel Cultuurbeleid 2021-2024. Het statenvoorstel is te vinden op www.overijssel.notubiz.nl;
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
de activiteiten van Phion voldoen aanvullend aan de voorwaarden zoals opgenomen in het Statenvoorstel PS/2018/693. Het statenvoorstel is te vinden op www.overijssel.notubiz.nl;
De aanvrager is een van de volgende culturele instellingen of organisaties:
instellingen die op basis van de Erfgoedwet of de Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur subsidie ontvangen in de periode 2021-2024. De Erfgoedwet is te vinden op wetten.nl - Regeling - Erfgoedwet - BWBR0037521 (overheid.nl) en de Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur is te vinden op wetten.nl - Regeling - Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021–2024 - BWBR0042754 (overheid.nl);
instellingen die meerjarige subsidie ontvangen van het Mondriaanfonds of het Fonds voor Cultuurparticipatie in de periode 2021-2024. Informatie over het Mondriaanfonds is te vinden op Home - Mondriaan Fonds en informatie over het Fonds voor Cultuurparticipatie is te vinden op Fonds voor Cultuurparticipatie;
Artikel 7.1.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De volgende kosten zijn subsidiabel:
de exploitatiekosten die rechtstreeks verband houden met het culturele project of de culturele activiteit. Het gaat dan om kosten voor het gebruik van materiaal, kosten voor communicatie, kosten voor het gebruik van gas, water en energie, kosten van onderhoud, kosten van huur en algemene administratiekosten van de instelling.
Voor de instellingen als genoemd in artikel 7.1.3 lid 1 onder onderdelen a en b gelden de subsidiabele kosten zoals opgenomen in de betreffende Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur, de regeling Talent en Festivals van het Fonds voor Cultuurparticipatie of de regeling Bijdrage Programma’s Kunstpodia van het Mondriaanfonds.
Artikel 7.1.7 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een begroting voor de betreffende subsidieperiode. Uit de begroting blijkt wat de verwachte omzet, kosten en nettowinst zijn. In de begroting wordt duidelijk gemaakt dat de opgenomen kosten voldoen aan de kosten die voor de subsidie in aanmerking komen. Het is niet verplicht om het begrotingsformat van de provincie te gebruiken.
Artikel 7.1.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2021 tot en met 2024.
Artikel 7.1.10 Aanvullende verplichtingen
Bij subsidieverlening kunnen aanvullende verplichtingen opgelegd worden die nodig zijn om aan de doelstellingen zoals verwoord in het Statenvoorstel Cultuurbeleid 2021-2024 te voldoen. Als een aanvrager niet kan voldoen aan die verplichtingen dan kan dit van invloed zijn op de hoogte van de te verlenen subsidie of de subsidievaststelling.
Artikel 7.1.11 Tussenrapportage
De tussenrapportage bevat ook de cumulatieve winst- en verliesrekening over het voorgaande jaar. Dit is een aanvulling op artikel 1.3.4.
Artikel 7.1.12 Aansluiten bij subsidieverstrekking van de Rijksoverheid of de Rijkscultuurfondsen
Als sprake is van een subsidie aan instellingen die genoemd zijn in artikel 7.1.3 lid 1 onderdelen a en b, dan kunnen Gedeputeerde Staten bij verlening, vaststelling, eventuele wijziging of intrekking van de subsidie, aansluiten bij het besluit van de Rijksoverheid of de Rijkscultuurfondsen.
Artikel 7.1.13 Aanvraag voor de subsidievaststelling
Bij de aanvraag voor de subsidievaststelling levert de subsidieontvanger de volgende stukken in:
Artikel 7.1.14 Vaststelling subsidie
Als uit de cumulatieve winst- en verliesrekening blijkt dat er sprake is van een onredelijke exploitatiewinst, dan wordt de onredelijke exploitatiewinst in mindering gebracht op de subsidiabele kosten. Dit kan betekenen dat de subsidie dan lager wordt vastgesteld.
7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Artikel 7.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het behoud van cultureel erfgoed. Dit door grote restauraties van rijksmonumenten te ondersteunen.
Artikel 7.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De restauratie voldoet aan de volgende voorwaarden:
voor de restauratie is een inspectierapport opgesteld. Het inspectierapport beschrijft de technische of fysieke staat van een rijksmonument of zelfstandig onderdeel daarvan. Het inspectierapport is opgesteld door een deskundige persoon of instantie. Het inspectierapport is op het moment van de subsidieaanvraag niet ouder dan twee jaar;
Artikel 7.2.4 Opschortende voorwaarde
Als voor de restauratie een vergunning nodig is en deze op het moment van de aanvraag nog niet is verleend, dan wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat de betreffende vergunning wordt gekregen.
Als twee of meer aanvragen hetzelfde totale punten behalen, bepaalt dan krijgt de subsidieaanvraag die hoogste punten heeft behaald voor de hoogte van het eigen aandeel in percentages voorrang. Als ook dan nog steeds sprake is van een gelijke punten , vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten:
7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel 2.0’
Artikel 7.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan behoud van cultureel erfgoed. Dit door plannen te ondersteunen op het gebied van archeologie, cultureel erfgoed, immaterieel erfgoed en streektaal.
Artikel 7.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De restauratie- en herstelwerkzaamheden aan cultureel erfgoed voldoen aan de volgende extra voorwaarden :
de restauratie- en herstelwerkzaamheden van meerdere cultuurhistorische bouwwerken worden gebundeld tot 1 subsidieaanvraag. Er zijn minimaal twee eigenaren met ieder minimaal één cultuurhistorisch bouwwerk die deelnemen. Voor eigenaren van meerdere cultuurhistorische waardevolle gebouwen of bouwwerken geldt een uitzondering. Een dergelijke organisatie kan alleen een subsidieaanvraag indienen, zonder deelnemers, als de subsidieaanvraag wordt ingediend voor minimaal 2 bouwwerken met cultuurhistorische waarde waarvan de terrein beherende organisatie de eigenaar is;
De aanvrager is een gemeente, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een v.o.f., een coöperatie of een maatschap.
Artikel 7.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Artikel 7.3.6 Hoogte van de subsidie
Het subsidiepercentage van 40% wordt verhoogd naar 60% als voldaan wordt aan minimaal 1 van de volgende voorwaarden:
de activiteiten dragen bij aan het verduurzamen van erfgoed, het ontwikkelen van toeristisch recreatieve producten of het verbeteren van de sociale kwaliteit. Bij sociale kwaliteit gaat het er om dat er naast het erfgoedonderdeel ook aandacht is voor een inclusieve en vitale samenleving. Dit is een samenleving waarin iedereen mee doet en meetelt en oog heeft voor wat mensen verbindt. Een van de onderwerpen: gezondheid, sport en beweging, inclusiviteit, taalvaardigheid of laaggeletterdheid heeft een duidelijke plek in het project;
Minimaal 35% van de bijdrage van de aanvrager of derden is op het moment van de subsidieaanvraag definitief geregeld.
Artikel 7.3.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening uitgevoerd te hebben.
7.4 Leren, ontmoeten en netwerken
Artikel 7.4.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.-
Artikel 7.4.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het versterken van de culturele sector in Overijssel. Dit door het delen van kennis en bevordering van deskundigheid aan te moedigen.
Artikel 7.4.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor de subsidie
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
de deskundigheidsbevordering gaat over een van de volgende thema’s:
ondernemerschap. Bij ondernemerschap gaat het om de vaardigheid om productiefactoren zoals kapitaal, kennis en arbeid zo goed mogelijk te combineren voor het te leveren product. De ondernemerschapsthema’s zijn: nieuwe verdienmodellen, sponsoring, fondswerving, eerlijke beloning, opdrachtgeverschap, crowdfunding, marketing en publieke relaties (pr), samenwerken en cross-overtrajecten (bijvoorbeeld samenwerking met sociaal domein), impactmeting, arbeidsrelaties, toepassing van de drie codes: Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie;
Artikel 7.4.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 1 is niet van toepassing.
Minimaal 15% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 7.4.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening te realiseren.
Artikel 7.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.5.2 Doel van de regeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan vitale en gezonde Overijsselaars die meer bewegen. Dit door initiatieven te ondersteunen die zorgen voor een toegankelijk en uitnodigend sport- en beweegaanbod voor iedereen.
Artikel 7.5.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Voor het uitvoeren van een lokale aanbodverbetering gelden de volgende extra voorwaarden:
het initiatief draagt bij aan het lokale sport- en beweegaanbod. Dat blijkt uit hoe een gemeenschap of doelgroep betrokken wordt en welke activiteiten of organisatievorm tot goede resultaten gaan leiden. Ook blijkt of en hoe andere partners, waaronder de gemeente, betrokken kunnen zijn bij het initiatief;
De aanvrager is een stichting, een vereniging, een Overijsselse gemeente of de aangewezen uitvoeringsorganisatie van gemeentelijk sportbeleid.
Artikel 7.5.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing.
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke manier aan de voorwaarden van artikel 7.5.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het format Modelprojectplan Overijssel in beweging. Het format Modelprojectplan Overijssel in beweging is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 7.5.9 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger is in aanvulling op artikel 1.4.1 verplicht om:
Artikel 7.5.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene de-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 7.5 Overijssel in beweging:
7.6 Startversneller ondernemers in de culturele sector
Artikel 7.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden van startende ondernemers om weerbaar en toekomstbestendig te kunnen ondernemen als ondernemer in de culturele sector. Dit door startende ondernemers in de culturele sector te laten begeleiden in hun ondernemersvaardigheden.
Artikel 7.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden, zijnde de kosten van de coach, zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbijdrage van de startende ondernemer.
Artikel 7.6.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening de activiteiten uitgevoerd te hebben.
7.7 Cultuurparticipatie, mee doen is kunst
Artikel 7.7.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de actieve deelname van publiek aan kunst en cultuur.
Artikel 7.7.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De aanvrager is een gemeente, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een vof of een maatschap.
Artikel 7.7.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten. De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit is uitgevoerd na 9 januari 2023. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.
Minimaal 35% van de projectkosten is gedekt met een geldbijdrage van de aanvrager of derden. Deze bijdrage is op het moment van de subsidieaanvraag definitief geregeld en vastgelegd.
Artikel 7.7.7 Subsidieaanvraag
Er mag geen subsidieaanvraag worden ingediend voor activiteiten waarvoor ook een subsidieaanvraag is of wordt ingediend op basis van subsidieregeling 7.3 Erfgoed: Het Verhaal van Overijssel 2.0. Het is voor een aanvrager van belang om zelf te kiezen voor welke subsidieregeling hij een subsidieaanvraag indient.
Artikel 7.7.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening te realiseren.
7.8 Cultuureducatie ‘Cultuur aan de basis 3.0’
Artikel 7.8.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Doorgaande leerlijn: de uitwerking per leerjaar van wat een kind aan het eind van het primair onderwijs moet kennen en kunnen. Deze uitwerking is gebaseerd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en geeft daarnaast zicht op de plaats van cultuur binnen andere vakken, de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs en de aansluiting tussen binnenschools- en buitenschools leren.
Eigen bijdrage: de bijdrage van de gemeente of het primair onderwijs aan de subsidiabele activiteiten. Deze bijdrage is niet de inzet van uren van leerkrachten of ambtelijke uren. Het mag ook geen inzet van uren zijn die afgesproken zijn met gesubsidieerde instellingen. Met de eigen bijdragen van scholen en gemeenten kunnen scholen ieder jaar zelf een keuze maken op welke wijze deze middelen worden ingezet voor cultuuronderwijs.
Artikel 7.8.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie gemeenten stimuleren om cultuureducatie in hun gemeente aan te bieden aan de scholen voor primair onderwijs.
Artikel 7.8.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend als een aanvullende subsidie die de gemeente al heeft ontvangen voor de jaren 2021-2024 op basis van subsidieregeling 7.8 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2017. De aanvullende subsidie leidt tot een hoger staffelniveau dan is bepaald in die subsidieverlening voor 2021-2024.
Artikel 7.8.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per leerling. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn niet van toepassing.
Artikel 7.8.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie is een vast bedrag per leerling per jaar dat wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen in de gemeente en de eigen bijdrage van de gemeente per leerling. Op basis van het aantal leerlingen en de eigen bijdrage van de gemeente wordt bepaald of gebruik gemaakt kan worden van de staffel ‘plus’ of ‘premium’, zoals opgenomen in tabel 1 bij deze subsidieregeling.
Voor staffel ‘plus’ geldt dat ten minste 75% van de betrokken scholen ten minste € 7,50 per leerling beschikbaar stellen, de gemeente stelt tenminste een bedrag tussen € 2,50 en € 7,50 beschikbaar. Voor staffel ‘premium’ geldt dat ten minste 75% van de betrokken scholen ten minste € 15,- per leerling beschikbaar stellen en de gemeente tenminste een bedrag vanaf € 7,50.
Artikel 7.8.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de indieningstermijn zoals opgenomen in artikel 7.8.7. lid 1.
Artikel 7.8.10 Geen staatssteun
De subsidie van de provincie aan de gemeente levert geen staatssteun op.
Artikel 7.9.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Cultuurmakelaar: een onafhankelijk adviseur die werkzaam is voor de culturele sector. De cultuurmakelaar werkt in opdracht van de gemeente en wordt ingezet om bijvoorbeeld de contacten tussen de culturele organisaties sterker te maken, de deskundigheid van culturele organisaties te verbeteren, vernieuwend aanbod voor de culturele organisatie te onderzoeken en te helpen uitwerken.
Artikel 7.9.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de actieve deelname van inwoners van Overijssel aan kunst en cultuur.
Artikel 7.9.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De activiteiten van een cultuurmakelaar voor de gemeente Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle voldoen aanvullend aan de voorwaarde dat de cultuurmakelaar in minimaal één andere Overijsselse gemeente dan de gemeente Deventer, Enschede, Hengelo of Zwolle voor minimaal vier uur per week wordt ingezet.
Artikel 7.9.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijn zoals genoemd in artikel 7.9.8 lid 2.
Artikel 7.11.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Multifunctionele accommodatie (Mfa): een dorpshuis, een wijkcentrum, een kulturhus of een samenwerking van verschillende maatschappelijke organisaties die vanuit een centrale locatie in Overijssel, meestal een gezamenlijk gebouw, hun voorzieningen, producten en diensten aanbieden. Er is sprake van een Mfa wanneer tenminste twee maatschappelijke voorzieningen worden aangeboden waaronder een functie voor een maatschappelijke ontmoetingsplek.
Artikel 7.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het financieel gezond houden en verder ontwikkelen van Mfa’s voor de toekomst.
Artikel 7.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Artikel 7.11.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
een maatschappelijke tegenprestatie te realiseren ter waarde van minimaal het vastgestelde subsidiebedrag. De maatschappelijke tegenprestatie bestaat uit een bepaald aantal uren aan extra vrijwilligerswerk. Die inzet mag worden berekend voor een bedrag van € 15,- per uur. De maatschappelijke tegenprestatie mag niet bestaan uit reguliere activiteiten van de Mfa;
de maatschappelijke tegenprestatie zichtbaar te maken aan de betrokken samenleving via de eigen website of via social media en daarbij de Provincie Overijssel te markeren door middel van de hashtags #socialehypotheek en #socialekwaliteit. Het delen van de maatschappelijke tegenprestatie kan ook door middel van het delen van een filmpje over de activiteiten op de website www.samenvoorelkaar.nl.
7.12 Sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie) 2020 t/m 2023
Artikel 7.12.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de acceptatie en veiligheid van lhbti+-ers. Lhbti+-ers zijn lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders, interseksuelen en andere genderidentiteiten.
Artikel 7.12.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
7.13 Lokale convenanten cultuuronderwijs
Artikel 7.13.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Lokaal convenant cultuuronderwijs: een convenant, ondertekend door partijen binnen een gemeente zoals schoolbesturen, culturele instellingen, vrijwilligersorganisaties, verenigingen en bedrijven, waarin meerjarige inhoudelijke en financiële afspraken worden gemaakt over de ondersteuning en versterking van het cultuuronderwijs in het primair onderwijs in een gemeente. Tevens worden de structurele samenwerkingsstructuur, afstemming en agendering beschreven.
Artikel 7.13.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan goed cultuuronderwijs.
De aanvrager is een Overijsselse gemeente die het Bestuurlijk Kader Cultuur en Onderwijs Overijssel 2019-2026 (BKCO) heeft ondertekend. In het BKCO zijn de ambities op het gebied van cultuuronderwijs opgenomen. Het BKCO is of wordt ondertekend door de provincie, gemeenten en scholen in het primair onderwijs.
Artikel 7.13.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
Alleen kosten van derden, zijnde de kosten voor de inhuur van een procesbegeleider en voor de organisatie van een start- of kick-offbijeenkomst, zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de gemeente of derden.
Artikel 7.13.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
7.14 Bibliotheek van de toekomst
Artikel 7.14.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 7.14.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan bibliotheekinnovatie zodat bibliotheken in Overijssel voldoen aan de eisen en wensen van inwoners nu en in de toekomst.
Artikel 7.14.3 Subsidiabele activiteiten
De aanvrager is één van de volgende bibliotheekstichtingen:
Artikel 7.14.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Als de bibliotheekstichting zelf niet minimaal 25% van de subsidiabele kosten betaalt, dan moet de bibliotheekstichting een bijdrage in natura leveren ter waarde van de helft van de gevraagde subsidie. Als sprake is van een bijdrage in natura door inzet van eigen personeel, dan mag de ureninzet voor de subsidiabele activiteit gewaardeerd worden tegen een uurtarief van € 40,-. Als sprake is van inzet van vrijwilligers dan mag in de begroting en het dekkingsplan die inzet opgenomen worden voor maximaal € 15,- per uur.
Artikel 7.14.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
Artikel 7.14.10 Aanvullende verplichtingen
De aanvrager is verplicht de gesubsidieerde activiteiten voor 31 december 2025 uit te voeren.
7.15 Een bibliotheek op school
Artikel 7.15.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Bibliotheek op school: samenwerking tussen school voor primair onderwijs, gemeente en gecertificeerde bibliotheek waarin uitvoering wordt gegeven aan de richtlijnen van de landelijke aanpak Bibliotheek op School. Het doel van een Bibliotheek op school is dagelijks aandacht voor leesplezier en mediawijsheid op school en thuis. Bibliotheek op school maakt deel uit van een doorgaande lijn binnen het programma ‘Tel mee met Taal’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Artikel 7.15.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bestrijding van laaggeletterdheid en aan het vergroten van 21e-eeuwse vaardigheden. Dat wil zeggen vaardigheden op het gebied van kennis, inzicht en houding die je nodig hebt om goed te kunnen functioneren in de moderne kennissamenleving. Dit door scholen en bibliotheken te stimuleren om deel te nemen aan Bibliotheek op School.
Artikel 7.15.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor:
de voorbereiding, het uitvoeren of de begeleiding om een Bibliotheek op School te realiseren. Deze activiteiten worden hierna procesondersteuning genoemd. Het doel van de procesondersteuning is om met de betrokken partijen afspraken te maken over de realisatie van één of meerdere Bibliotheken op School;
De te realiseren Bibilotheek op school voldoet aan de volgende voorwaarden:
scholen, gemeente en gecertificeerde bibliotheek hebben de wens uitsproken om een of meerdere Bibliotheken op School te realiseren óf om procesafspraken te maken om op termijn een Bibliotheek op School te realiseren. Deze schiftelijke verklaring van parijen wordt hierna de intentieverklaring genoemd.
Artikel 7.16.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Overijssel toont talent: een aantal activiteiten binnen een Overijsselse gemeente die binnen zes weken plaatsvindt, waarin amateurkunstenaars en culturele verenigingen zich presenteren aan een publiek. Zo’n evenement met meerdere activiteiten in één week was eerder bekend als bijvoorbeeld Week van Amateurkunst of Ik Toon.
Artikel 7.16.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het vergroten van de interesse en actieve deelname aan kunst en cultuur.
Artikel 7.16.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 7.16.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidiebudget geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
7.18 Experimenten powered by Cultuur
Artikel 7.18.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.18.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een toekomstbestendige culturele sector die veerkrachtig, innovatief en ondernemend is en daarmee bijdraagt aan de vernieuwing van het culturele aanbod in Overijssel.
Artikel 7.18.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van een experiment ter versterking van het professionele culturele aanbod in Overijssel. De volgende experimenten komen in aanmerking voor de subsidie:
een experiment binnen de cultuursector en met een cross-over met minimaal één van de volgende sectoren of maatschappelijke vraagstukken: sociale kwaliteit, vrijetijdseconomie, economie, mobiliteit, leefbaar platteland, energietransitie, natuur, milieu, landschap of landbouw. Bij een cross-over met sociale kwaliteit is er:
De activiteiten die niet in aanmerking komen voor de subsidie zijn:
een experiment dat uitsluitend betrekking heeft op: een kermis, circus, beurs, congres, lokale carnavalsoptochten, braderie, week-jaar-streek-vrij- beestenmarkt, buurt-wijk-dorpsfeest, avondvierdaagse, koopzondag, Sinterklaasintocht, kerstmarkt of een Nieuwjaarsduik, dancefestival, Molendag of Openmonumentendag, Koningsdag, lokale 4 mei-herdenking, lokale 5 mei-viering, een demonstratie of workshop, een concert of voorstelling, planten- of dierenshow, toernooi, tentfeest, oktoberfeest, paasvuren, tentoonstelling, (stijl)danswedstrijd, piratenfeest, goede doelen-evenement, opening cultureel seizoen, opening toeristisch jaar en promotieactiviteiten, literaire uitingen en muziekdragers, webshops, digitale koppeling van bedrijfsprocessen, datamanagement, een boekingssysteem, ontwikkeling van apps, activiteiten gericht op het verbeteren van online vindbaarheid (SEO), streamingdiensten, website optimalisatie, social media campagnes, reclame en advertentiekosten, realiseren inschrijfmodules voor (online) lessen en activiteiten.
De aanvrager is een organisatie uit de cultuursector met SBI-code 74, 90 of 91. Deze zijn te vinden op www.kvk.nl.
Artikel 7.18.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Bij een tenderregeling krijgt elke complete aanvraag die voldoet aan artikel 7.18.3. lid 1 een score voor wat betreft de mate waarin de aanvraag voldoet aan de in artikel 7.18.3 lid 2 onderdeel a tot en met d gestelde voorwaarden. Deze score betreft het totaal aantal punten op basis van Puntentabel 1 of 2. De beoordeelde subsidieaanvragen worden daarna in volgorde geplaatst op basis van de totaal behaalde punten. Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis de totaal behaalde punten, totdat het subsidieplafond is bereikt. Als de te verstrekken subsidie voor een aanvraag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond, dan kan de subsidie lager worden verleend. Dit kan alleen na overleg met de aanvrager en onder de voorwaarden dat:
Als twee of meer subsidieaanvragen hetzelfde totale punten behalen, bepaalt krijgt de subsidieaanvraag die de hoogste punten heeft behaald op mate van artistieke kwaliteit voorrang. Als nog steeds sprake is van een gelijk puntenaantal, wordt prioriteit gegeven aan een aanvraag die het hoogste puntenaantal op mate van zakelijke kwaliteit heeft behaald. Als ook dan nog steeds sprake is van een gelijke punten, vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.
Artikel 7.18.8 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke manier aan de voorwaarden van artikel 7.18.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het format Voorstel Experimenten powered by Cultuur. Het format Voorstel Experimenten powered by Cultuur is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 7.18.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijn die in artikel 7.18.8 lid 1 staat.
Artikel 7.18.10 Adviescommissie
Een complete subsidieaanvraag wordt voorgelegd aan de Adviescommissie Cultuur. De adviescommissie geeft advies over:
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel a:
Hoofdstuk 8 Kwaliteit openbaar bestuur
8.1 Dodenherdenking en Bevrijdingsfestival
Artikel 8.1.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie burgers bewust maken van het belang van democratie en vrijheid. Dit door bij te dragen aan de herdenkingen van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog, in Europa en in Zuid-Oost Azië en aan de nationale viering van de vrijheid.
Artikel 8.1.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
8.2 Kwaliteit openbaar bestuur
Artikel 8.2.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan bestuurlijke inrichting en samenwerking in Overijssel en aan kennisontwikkeling en kennisdeling op het gebied van de bestuurlijke inrichting.
Artikel 8.2.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet-subsidiabele kosten.
8.3 Experimenten bestuursstijl
Artikel 8.3.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel stimuleren om nieuwe (passende) vormen van samenwerking of nieuwe bestuursstijlen uit te proberen en daar samen van te leren. Het geleerde moet gedeeld kunnen worden zodat volgende projecten en partners ervan kunnen leren.
Artikel 8.3.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor een experiment. Een experiment is in dit kader een proefproject waarbij de samenleving op een vernieuwende manier wordt betrokken bij de besluitvorming van medeoverheden en organisaties die als een openbaar lichaam bestuurd worden, zoals samenwerkingen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten.
Artikel 8.3.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 8.5.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een eigentijdse invulling van participatie door scholen voor primair en voortgezet onderwijs in aansluiting op het programma Jongeren en burgerschap in Overijssel.
Artikel 8.5.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 wordt als volgt gewijzigd:
Hoofdstuk 2 Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer
Paragraaf 2.2 Leefbaar Platteland 3.0
Deze regeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.2.
Paragraaf 2.7 Flexibele Huisvesting
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.7.
Paragraaf 2.8 Vitaliteit van steden (stadsarrangementen)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.8.
Paragraaf 2.9 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) Overijssel
Paragraaf 2.10 Stimuleren wooninitiatieven
Paragraaf 2.11 Impuls circulair bouwen
Paragraaf 2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.12.
Paragraaf 2.15 Klimaatadaptatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.3.
Paragraaf 2.16 Flexpools versnellen woningbouw
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.4.
Paragraaf 3.1 Energiebesparing Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.1.
Paragraaf 3.2 Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.2.
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.3.
Paragraaf 3.4 Asbest eraf, zon erop
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.4.
Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.6.
Paragraaf 3.7 Energiezuinige voedselbanken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.7.
Paragraaf 3.8 Geschakelde asbestleidaken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.8.
Paragraaf 3.9 Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 een afzonderlijke regeling en heet:
Subsidieregeling hernieuwbare energie en energie-efficiëntie door ondernemingen.
Paragraaf 3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.10.
Paragraaf 3.11 Kleine mestvergister op boerderijen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.11.
Paragraaf 3.15 Intensivering energietoezicht
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.15.
Paragraaf 3.16 Stimuleren energie innovatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.16.
Paragraaf 3.17 Energiezuinige terrasverwarming via kussens
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.17.
Paragraaf 3.18 Investeringssubsidie Warmtenetprojecten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.18.
Paragraaf 3.19 Inkoopacties energiemaatregelen Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.19.
Paragraaf 4.1 Faunabeheereenheden
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.1.
Paragraaf 4.2 Subsidieregeling opruiming drugsafval Overijssel 2021-2024
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.5.
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.3.
Paragraaf 4.4 Advies en ondersteuning agro&food in Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.4.
Paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 4.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.5.
Paragraaf 4.8 Groene schoolpleinen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.8.
Paragraaf 4.10 Opstellen Bidbook Streekeigen Landschapsbeheer Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.10.
Paragraaf 4.11 Stimuleren kleinschalig Streekeigen Landschapsbeheer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.11.
Paragraaf 4.12 Ecologisch bermbeheer gemeenten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.12.
Paragraaf 4.13 Iedere inwoner een boom # in het Bos
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.13.
Paragraaf 4.14 Planmatige vrijwillige kavelruil
Paragraaf 4.15 Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.15.
Paragraaf 4.16 Iedereen een boom-Kleinschalige aanplant
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.16.
Paragraaf 4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.17.
Paragraaf 4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.18.
Paragraaf 4.19 Procesondersteuning Streekeigen Landschapsbeheer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.19.
Paragraaf 5.1 Mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.1.
Paragraaf 5.2 Nieuwe mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.2.
Paragraaf 5.3 Kennis en ondersteuning Nieuwe mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.3.
Paragraaf 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.4.
Paragraaf 5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.5.
Paragraaf 5.7 Niet actief beveiligde overwegen (NABO)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.7.
Paragraaf 5.8 Voucherregeling thuiswerkplannen/hybride-werkenplannen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.8.
Paragraaf 5.9 Stimulering elektrische vrachtfiets
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.9.
Paragraaf 5.10 Scan verduurzaming wagenpark
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.10.
Paragraaf 5.11 Stimuleren slim en duurzaam vrachtvervoer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.11.
Hoofdstuk 6 Regionale economie
Paragraaf 6.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.2.
Paragraaf 6.4 Cofinanciering Europese programma’s
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.4.
Paragraaf 6.8 Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.8.
Paragraaf 6.14 Versnelling toekomstbestendige werklocaties
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.9.
Paragraaf 6.15 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.10.
Paragraaf 6.16 MKB-Voucher digitalisering
Paragraaf 6.18 Bijzondere kleinere evenementen 2022
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.11.
Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.5.
Paragraaf 6.26 Jonge bedrijfsopvolgers
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.6.
Paragraaf 6.35 Wetenschap en Techniek Primair onderwijs
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.1.
Paragraaf 6.38 Family Next Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.7.
Paragraaf 6.39 Stimulering toekomstbestendige verduurzaming Agro&Food sector
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.6.
Hoofdstuk 7 Culturele infrastructuur en monumentenzorg
Paragraaf 7.1 Kader culturele instellingen Overijssel 2021 tot en met 2024
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.1.
Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.2.
Paragraaf 7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel’ 2.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.3.
Paragraaf 7.4 Leren, ontmoeten en netwerken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.4.
Paragraaf 7.5 Tegemoetkoming culturele instellingen en cultuurevenementen Overijssel
Paragraaf 7.6 Startversneller ondernemers in de culturele sector
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.6.
Paragraaf 7.7 Cultuurparticipatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.7.
Paragraaf 7.9 Cultuurmakelaars
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.9.
Paragraaf 7.12 Sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie) 2020 t/m 2023
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.12.
Paragraaf 7.13 Voucherregeling lokale convenanten cultuuronderwijs
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.13.
Paragraaf 7.14 Bibliotheek van de Toekomst
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.14.
Paragraaf 7.16 Overijssel toont talent
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.16.
Paragraaf 7.18 Experimenten powered by Cultuur
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.18.
Hoofdstuk 8 Kwaliteit openbaar bestuur
Paragraaf 8.1 Dodenherdenking en bevrijdingsfestival
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.1.
Paragraaf 8.2 Kwaliteit openbaar bestuur
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.2.
Paragraaf 8.3 Experimenten bestuursstijl
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.3.
Paragraaf 8.5 Burgerschap op scholen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.5.
Hoofdstuk 9 Gebiedsontwikkeling
Paragraaf 9.1 Uitvoering ontwikkelopgave Natura 2000
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.20.
Paragraaf 9.4 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen vanwege de ontwikkelopgave Natura 2000
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.9.
Paragraaf 9.5 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.7.
Hoofdstuk 10 Sociale kwaliteit
Paragraaf 10.3 Samen voor elkaar – Een leven lang bewegen
Paragraaf 10.6 Sociale hypotheek Overijssel 3.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.11.
Bijlage 1 bij Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven
De besluiten I, II, III en IV treden per 11 juli 2022 in werking.