Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Culemborg

Beleidsregels pilot perspectief traject jongvolwassenen (PTJ)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCulemborg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels pilot perspectief traject jongvolwassenen (PTJ)
CiteertitelBeleidsregels Pilot Perspectief Traject Jongvolwassenen gemeente Culemborg 2022-2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling geldt tot en met 31 december 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-09-2022nieuwe regeling

17-06-2022

gmb-2022-310328

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels pilot perspectief traject jongvolwassenen (PTJ)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg,

 

Overwegende dat:

  • -

    Zij op grond van artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening tot taak heeft het bieden van schuldhulpverlening aan haar inwoners en;

  • -

    Zij in opdracht van de gemeenteraad, (zie amendement startpilot Jongerenfonds, bij programmabegroting 2022 - 2025 d.d.11 november 2021), een pilot wil uitvoeren inzake schuldhulpverlening aan jongvolwassenen

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels pilot perspectief traject jongvolwassenen.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Afloscapaciteit: het geldbedrag dat Cliënt maandelijks kan aflossen.

  • Dit geldbedrag is gebaseerd op de Recofa rekenmethode en de normen van het NVVK.

  • Te Lage Afloscapaciteit: Afloscapaciteit is lager dan 5% van de maandelijkse normbedragen Algemene bijstand Volwassenen (21 Jaar, Participatiewet).

  • b.

    Betrokken hulpverlener: dit kan zijn de individuele jongerenwerker van een medewerker van ElkWelzijn het sociaal wijkteam, een intensieve casemanager, of een andere hulpverlener die betrokken is bij verzoeker dan wel cliënt.

  • c.

    Cliënt: een Inwoner tussen de 18 en 27 jaar die behoort tot de doelgroep van deze regeling en is toegelaten tot de pilot perspectief traject jongvolwassenen.

  • d.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg.

  • e.

    Consulent: medewerker van de gemeente Culemborg die belast is met het uitvoeren van Schuldhulpverlening.

  • f.

    Kredietverstrekker: Kredietbank Nederland.

  • g.

    Intake: een gesprek met Verzoeker om te kunnen bepalen welke (financiële) ondersteuning nodig is;

  • h.

    Intake fase: tijdsperiode tussen aanvraag schuldhulpverlening in de Intake en het besluit tot schuldhulpverlening, deze tijdsperiode duurt maximaal 8 weken.

  • i.

    Inwoner: ingezetene die op grond van de Basisregistratie Personen (BRP) bij de gemeente Culemborg is ingeschreven

  • j.

    NVVK: de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de Vereniging voor schuldhulpverleningen en sociaal bankieren;

  • k.

    Opdracht: signaal van Consulent aan Kredietverstrekker dat er een Saneringskrediet Persperctief traject jongvolwassene verstrekt mag worden aan Cliënt.

  • l.

    Pilot perspectief traject jongvolwassenen/pilot PTJ: een integrale aanpak voor jongvolwassenen tussen de 18 en 27 jaar, wonende in Culemborg, met een problematische schuld die niet via reguliere schuldhulpverlening geholpen kunnen worden. Centraal staat het wegnemen van schuldenstress en ruimte maken voor toekomstperspectief.

  • m.

    Plan van aanpak perspectief traject jongvolwassenen: : een samen met de Verzoeker en betrokken hulpverlener opgesteld document, dat naast rechten en plichten ook de afgesproken acties en fases beschrijft van het Schuldhulpverleningstraject en hoe Verzoeker samen met betrokken hulpverlener gaat werken aan zijn toekomstperspectief. Het betreft dus eveneens de inhoudelijke stappen binnen de hulpverlening.

  • n.

    Problematische Schulden: schulden van een natuurlijk persoon waarbij redelijkerwijs is te voorzien dat deze persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van deze schulden of reeds is gestopt met betalen.

  • o.

    Saneringskrediet Perspectief traject Jongvolwassenen: een krediet dat verstrekt wordt in het kader van de Pilot PTJ , om Problematische Schulden van een Cliënt om te zetten in één schuld bij Kredietverstrekker, waarbij de wijze van het aflossen van de schuld per Cliënt wordt vastgesteld. Aflossen kan in financiële zin, in de zin van een (maatschappelijke) tegenprestatie, of een combinatie van beide.

  • p.

    Schuldhulpverlening: het ondersteunen van Cliënten bij het vinden van een adequate oplossing voor (Problematische) Schulden, alsmede de nazorg.

  • q.

    Verzoeker: een inwoner tussen de 18 en 27 jaar die behoort tot de doelgroep van deze regeling en een verzoek indient, dan wel heeft ingediend, bij het College om toegelaten te worden tot deze regeling.

  • r.

    Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2 doel

Het wegnemen van de schuldenstress bij de doelgroep, zoals omschreven in artikel 3, zodat er gewerkt kan worden aan toekomstperspectief.

Artikel 3 doelgroep

Inwoners van de gemeente Culemborg tussen de 18 en 27 jaar die niet geholpen kunnen worden binnen de reguliere schuldhulpverleningsprocessen vanwege:

  • -

    een te lage afloscapaciteit of het ontbreken van afloscapaciteit;

  • -

    en waarbij het realiseren van een hogere afloscapaciteit binnen afzienbare tijd niet reëel is of afbreuk doet aan toekomstperspectief (bijvoorbeeld moeten stoppen met een opleiding).

HOOFDSTUK 2 TOEGANG, AANVRAAG, BESLUIT

Artikel 4 toegang pilot schuldenaanpak jongvolwassenen.

  • 1.

    Verzoeker kan zich melden bij het individueel jongerenwerk van Elkwelzijn of het Sociaal Wijkteam.

  • 2.

    Het individueel jongerenwerk van Elkwelzijn of medewerkers van het Sociaal Wijkteam voeren de eerste verkennende gesprekken met verzoeker, waarbij naast financiële vragen ook een beeld wordt gevormd over andere leefgebieden waar wellicht ondersteuning gewenst is.

  • 3.

    Indien er sprake is van financiële problemen, maar nog geen problematische schulden, is de insteek dat door de individuele jongerenwerker of de medewerkers van het sociaal wijkteam ondersteuning wordt geboden bij het oplossen van deze financiële problemen. Daarbij kan samenwerking worden gezocht met de consulenten.

  • 4.

    Indien er inderdaad sprake is van problematische schulden bij verzoeker, kan er een intake afspraak worden gemaakt met de consulent bij de gemeente Culemborg. Bij deze afspraak is in principe zowel verzoeker als individueel jongerenwerker of medewerker van het sociaal wijkteam aanwezig.

  • 5.

    Het is ook mogelijk dat een verzoek voor een intakegesprek kan plaatsvinden vanuit een ander hulptraject, bijvoorbeeld een hulptraject vanuit een intensieve casemanager, of een hulptraject vanuit een zorgaanbieder. In alle gevallen is naast de verzoeker ook de hulpverlener vanuit het hulptraject aanwezig bij het Intakegesprek. Deze hulpverlener vervult daarnaast ook een belangrijke rol in het opstellen van het plan van aanpak Perspectief Traject Jongvolwassenen (PTJ) en het volgen, zover mogelijk binnen de door hem geboden hulpverlening, van de afspraken gemaakt in het plan van aanpak PTJ .

  • 6.

    Indien er een verzoek voor een intake afspraak wordt gedaan bij de consulenten, wordt er binnen een week een afspraak ingepland.

  • 7.

    Bij een spoedsituatie, te weten dreigende ontruiming van de woning van de verzoeker of dreigende afsluiting van gas, licht of water, geldt een maximale wachttijd van 3 dagen voor een eerste gesprek ofwel Intake bij de Consulent.

Artikel 5 aanvraag en intake fase

  • 1.

    Er is sprake van een aanvraag schuldhulpverlening als verzoeker tijdens de intake met een consulent en betrokken hulpverlener(s) vraagt om hulp bij het voorkomen of oplossen van problematische schulden.

  • 2.

    Tijdens de intake fase wordt beoordeeld of verzoeker valt onder deze regeling of onder de reguliere regeling voor schuldhulpverlening; dit op basis van criteria geformuleerd artikel 3 doelgroep (leeftijd, afloscapaciteit, wel of geen knelpunten inzake toekomstperspectief).

  • 3.

    Indien verzoeker niet onder deze regeling valt, maar wel een hulpvraag heeft, wordt deze vraag opgepakt binnen de regeling voor reguliere schuldhulpverlening.

  • 4.

    Nadat is vastgesteld dat de verzoeker onder deze regeling valt, stellen verzoeker, consulent en betrokken hulpverlener, gezamenlijk een Plan van Aanpak PTJ vast, waarin naast afspraken over de wijze van het oplossen van de schulden ook afspraken worden gemaakt over hoe verzoeker gaat werken aan zijn toekomstperspectief.

  • 5.

    Onder regie van de consulent wordt gezamenlijk een overzicht opgesteld, van inkomsten en uitgaven, mogelijkheden voor inkomensondersteuning die nog niet gebruikt zijn, een overzicht van de uitstaande schulden, als wel het in balans brengen van inkomsten en uitgaven.

  • 6.

    verzoeker is in de intake fase verplicht om:

    • a.

      op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden te doen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op voor hem van toepassing zijnde Schuldhulpverlening, of voor de uitvoering van de Wet, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het College kunnen worden verkregen.

    • b.

      alle medewerking te verlenen en afspraken na te komen die redelijkerwijs nodig zijn gedurende de intake fase.

  • 7.

    In afwijking van het derde lid kunnen genoemde verplichtingen achterwege blijven als in het eerste gesprek zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid door de verzoeker wordt aangegeven af te zien van verdere Schuldhulpverlening.

Artikel 6 Besluit Perspectief Traject Jongvolwassene

  • 1.

    Na de intake, wordt de beschikking tot Perspectief Traject Jongvolwassene of de afwijzing ervan, uiterlijk binnen een termijn van acht weken, gegeven.

  • 2.

    Het college verleent aan verzoeker een Perspectief Traject Jongvolwassene indien het college heeft geconstateerd dat verzoeker aan de voorwaarden voldoet zoals geformuleerd in artikel 2 en 3, verzoeker aan consulent te kennen heeft gegeven zich aan het Plan van aanpak PTJ te houden en de weigeringsgronden in artikel 12 niet van toepassing zijn. Verzoeker wordt hierover schriftelijk geïnformeerd middels een beschikking en een Plan van Aanpak PTJ.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste gesprek zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid door de verzoeker wordt aangegeven af te zien van verdere Schuldhulpverlening.

HOOFDSTUK 3 AANBOD EN SANERINGSKREDIET

Artikel 7 aanbod Perspectief Traject Jongvolwassene

  • 1.

    Het aanbod bestaat in principe uit een Saneringskrediet PTJ.

  • 2.

    Indien dit door omstandigheden geen passende oplossing is, maar de cliënt wel behoort tot de doelgroep van deze regeling en schuldhulpverlening noodzakelijk wordt geacht, wordt gekeken naar de andere producten binnen de schuldhulpverlening, waaronder:

    • a.

      Budgetcoaching

    • b.

      Duurzame financiële dienstverlening, dat wil zeggen begeleiding bij het in evenwicht brengen van inkomen en uitgaven en inzicht krijgen in de financiële situatie.

Artikel 8 Saneringskrediet Perspectief Traject Jongvolwassene (PTJ)

  • 1.

    Het proces voor het verstrekken van een saneringskrediet PTJ wordt opgestart en de opdracht verstrekt zodra cliënt en betrokken hulpverlener(s) het bij de beschikking vastgestelde Plan van aanpak PTJ ondertekend hebben toegestuurd aan de consulenten. Het volgen van het Plan van Aanpak PTJ is niet vrijblijvend voor cliënt.

  • 2.

    De hoogte van het saneringskrediet PTJ bedraagt maximaal 5% van de maandelijkse normbedragen Algemene bijstand volwassenen (21 jaar, Participatiewet) X 36 maanden.

  • 3.

    De rente die Kredietverstrekker hanteert, dient te worden verwerkt in het Saneringskrediet PTJ. Dat wil zeggen dat de verschuldigde rente in mindering wordt gebracht op wat de schuldeisers krijgen. Dit is conform een regulier saneringskrediet dat verstrekt wordt door Kredietverstrekker.

  • 4.

    Consulenten doen een bemiddelingsvoorstel aan schuldeisers op basis van het vastgestelde saneringskrediet PTJ. Dit bemiddelingsvoorstel gaat, zoals bij een regulier saneringskrediet, om het in één keer afkopen van de restschuld bij de schuldeisers. Schuldeisers krijgen bij akkoord het bedrag in één keer uitgekeerd. Er blijft dan nog één restschuld over, namelijk het verstrekte saneringskrediet PTJ, waar de overige schulden mee zijn afgekocht. De wijze van aflossen van dit krediet staat in lid 6.

  • 5.

    Indien een saneringskrediet JTP verstrekt wordt voor een cliënt, geeft het college een akte van borg af en stuurt cliënt beschikking bijzondere bijstand hierover.

  • 6.

    In het Plan van Aanpak PTJ zijn afspraken gemaakt over de wijze van aflossen van het Saneringskrediet PTJ, gebaseerd op de hoogte van afloscapaciteit van de cliënt en de beoogde doelen qua toekomstperspectief. Uitgangspunten zijn:

    • a.

      Dat de gemeente het bedrag van het verstrekte saneringskrediet PTJ, (ofwel de restschuld die overblijft na het afkopen van de schulden), zoals genoemd in lid 2, 3 en 4, op zich neemt, in zoverre er sprake is van geen afloscapaciteit, zoals verwoord in artikel 1, sub a en sub b.

    • b.

      Indien er sprake is van een afloscapaciteit van € 10 of meer per maand:

      • o

        gebruikt de cliënt deze afloscapaciteit voor in ieder geval twee jaar om daadwerkelijk een deel van het saneringskrediet PTJ af te lossen.

      • o

        Indien de cliënt gedurende twee jaar netjes aflost en houdt zich aan zijn afspraken, hoeft de cliënt niet voor het derde jaar af te lossen.

      • o

        De gemeente draagt de kosten voor de rest van het verstrekte Saneringskrediet JTP

    • a.

      Ongeacht de afloscapaciteit worden er met cliënt afspraken gemaakt over het werken aan toekomstperspectief, waaraan cliënt zich moet houden. Dit wordt gezien als de tegenprestatie die door cliënt geleverd wordt, voor het feit dat de gemeente de kosten voor het saneringskrediet/het wegnemen van schuldenstress (grotendeels) draagt. Eveneens wordt dit gezien als een investering op de maatschappelijke positie van de Cliënt.

    • c.

      De afspraken over inzet voor toekomstperspectief zijn realistisch en passend voor cliënt. Cliënt houdt zich aan deze afspraken. Het kan zijn dat zich omstandigheden voordoen waardoor deze afspraken wellicht aangepast moeten worden. Dit gebeurt altijd in afstemming met de consulent en de betrokken hulpverlener en wordt gevolgd door een aangepast plan van aanpak dat ondertekend wordt door alle partijen.

    • d.

      Een traject duurt, net als reguliere schuldhulpverleningstrajecten, in principe 3 jaar. Na 2 jaar volgt een ijkmoment om te kijken wat er in het derde jaar nog nodig is aan ondersteuning en aflossing. Over de duur en ‘afschaalmomenten’ kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt in het plan van aanpak.

HOOFDSTUK 4 VERPLICHTINGEN

Artikel 9 inlichtingenplicht

De cliënt doet aan het College op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op voor hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening, of voor de uitvoering van de wet, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen.

Artikel 10 medewerkingsverplichting

De cliënt is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet, waaronder ook het nakomen van gemaakte afspraken.

Artikel 11 Overige verplichtingen

  • 1.

    Cliënt verplicht zich tot het uitvoeren van een Plan van Aanpak PTJ en alle daarin opgenomen afspraken en voorwaarden; waarbij specifiek gewezen wordt op de afspraken gericht op het verbeteren van het toekomstperspectief, omdat deze in belangrijke mate als tegenprestatie dienen voor de geboden hulp.

  • 2.

    Volgend uit lid 1, cliënt verplicht zich tot het opvolgen van advies ten aanzien van hulp van derden (zoals toekomstcoach, sociaal wijkteam, budgetcoaching, Werkzaak, et cetera);

  • 3.

    Cliënt informeert de consulent van de gemeente direct over vergeten schulden, onvoorziene schulden, incasso’s of inkomsten (hoger loon, alimentatie, erfenis) of vermogen die niet eerder zijn gemeld;

  • 4.

    Cliënt gaat geen nieuwe schulden meer aan; onder het niet aangaan van nieuwe schulden wordt begrepen: geen nieuwe leningen aangaan, abonnementen, kopen op afbetaling, bankrekening met roodstand openen. Schulden die er al zijn worden soms hoger door extra kosten en rente, dit zijn geen nieuwe schulden.

  • 5.

    Indien de cliënt een opleiding volgt en in dat kader recht heeft op het aanvragen van een lening bij het DUO, valt deze lening buiten het gestelde in lid 4, in zoverre het aangaan van deze lening noodzakelijk is voor het voorzien in kosten behorende bij de opleiding, dagelijks levensonderhoud, huur, gas water en licht, en ziektekostenverzekering.

HOOFDSTUK 5 WEIGERING, BEËINDIGING EN RECIDIVE

Artikel 12 weigering

Het college besluit de aanvraag Perspectief Traject Jongvolwassene af te wijzen indien:

  • 1.

    Verzoeker geen Inwoner is van de gemeente Culemborg.

  • 2.

    Wettelijke traject schuldsanering (WSNP) van toepassing is verklaard op Verzoeker

  • 3.

    De inkomens-, woon- of leefsituatie van Verzoeker dermate onzeker is dat Schuldhulpverlening (nog) niet mogelijk is;

  • 4.

    Verzoeker in staat wordt geacht om zijn schulden zelf te regelen, al dan niet met behulp van derden, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • 5.

    Verzoeker aangeeft zijn beschikbare afloscapaciteit niet te willen gebruiken ter delging van zijn schulden

  • 6.

    Verzoeker zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het aanvragen dan wel uitvoeren van Schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • 7.

    Sprake is van recidive zoals beschreven in artikel 15

  • 8.

    Verzoeker fraude heeft gepleegd zoals aangegeven in artikel 3, lid 3 van de Wet.

Artikel 13 beëindiging

  • 1.

    Het College kan besluiten eenzijdig over te gaan tot beëindiging van de Schuldhulpverlening indien Cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals vastgelegd in artikel 9, 10 en 11. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat Cliënt een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet;

  • 2.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, besluit het College tot beëindiging van het Perspectief Traject Jongvolwassene indien;

    • a.

      het Perspectief Traject Jongvolwassenen succesvol is afgerond;

    • b.

      het Perspectief Traject Jongvolwassenen omgezet wordt in een regulier schuldhulpverleningstraject. Dit kan gebeuren op verzoek van cliënt of door gewijzigde omstandigheden, en/of door het niet nakomen van verplichtingen door cliënt. Het beëindigingsbesluit valt samen met de instroom in een regulier schuldhulpverleningstraject.

    • c.

      het Perspectief Traject Jongvolwassenen omgezet wordt in een hulptraject dat valt onder de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Dit kan gebeuren op verzoek van cliënt, of door gewijzigde omstandigheden, en/of door het niet nakomen van de verplichtingen door cliënt.

    • d.

      op grond van onjuiste gegevens het Perspectief Traject Jongvolwassenen aan cliënt is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het College, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • e.

      Cliënt zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het Perspectief Traject Jongvolwassenen, misdraagt;

    • f.

      de cliënt zijn beschikbare afloscapaciteit niet (meer) wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

    • g.

      geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de Cliënt, niet (langer) passend is; daarbij kan, niet uitsluitend, gedacht worden aan:

      • i.

        cliënt, door gewijzigde omstandigheden, in staat wordt geacht om zijn schulden zelf te regelen, al dan niet met behulp van derden, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

      • ii.

        de inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker dermate onzeker is geworden dat Schuldhulpverlening (tijdelijk) niet meer mogelijk is;

      • iii.

        Door omstandigheden de cliënt beter op zijn plek is binnen de WSNP of reguliere schuldhulpverlening (zie sub b en c)

    • h.

      Cliënt zelf daartoe een verzoek indient;

    • i.

      er sprake is van het opzettelijk achterhouden van informatie;

    • j.

      Er sprake is van onrechtmatig gebruik.

Artikel 14 Gevolgen beëindiging

Indien een Perspectief Traject Jongvolwassene tussentijds beëindigd wordt op grond van artikel 13 lid 1 of artikel 13 lid 2 sub d, e, f, h, i en j wordt het Saneringskrediet JTP omgezet in een vordering op Cliënt.

Artikel 15 Tijdelijk geen toegang tot Schuldhulpverlening ingeval van recidive

  • 1.

    Een aanvraag voor het Perspectief Traject Jongvolwassenen wordt afgewezen indien door verzoeker één jaar voorafgaande aan deze aanvraag:

    • a.

      een aanvraag is ingediend én deze eerdere aanvraag is afgewezen wegens het niet voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 5 lid 5 en 6 of op basis van de weigeringsgronden in artikel 12, lid 2, 5, 6 en 8.

    • b.

      een Schuldhulpverleningstraject en/of Perspectief Traject Jongvolwassenen voor Verzoeker tussentijds is beëindigd op grond van artikel 13.

    • c.

      een wettelijk schuldhulpverleningstraject (WSNP) voor Verzoeker tussentijds is beëindigd.

  • 2.

    Binnen 2 jaar na beëindiging van de schuldregeling kan geen nieuwe schuldregeling getroffen worden.

  • 3.

    Het College kan van de in lid 1 bedoelde afwijzing afzien, als de verzoeker in een noodsituatie verkeert, zoals een dreigende huisuitzetting of afsluiting van gas, water of elektriciteit.

  • 4.

    Het College kan van de in lid 1 sub a en b bedoelde afwijzing afzien, als de oorzaak van de afwijzing of beëindiging bedoeld in deze artikelen inmiddels is weggenomen.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 16 Bezwaar

Indien verzoeker het niet eens is met de beschikking inzake Perspectief Traject Jongvolwassene kan de verzoeker, binnen zes weken na dagtekening van de beschikking, bezwaar aantekenen bij het college

Artikel 17 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling indien toepassing voor de verzoeker/cliënt onevenredige gevolgen zou hebben zoals bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Inwerkingtreding en beëindiging

Deze beleidsregels treden in werking op 5 september 2022 en gelden tot en met 31 december 2024.

Artikel 19 overgangsbepaling

Perspectief Trajecten Jongvolwassenen die doorlopen na 31 december 2024 worden conform deze beleidsregels afgehandeld.

Artikel 20 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregels Pilot Perspectief Traject Jongvolwassenen gemeente Culemborg 2022-2024.

 

Toelichting Toelichting

De gemeenteraad heeft het college opdracht gegeven een pilot te starten voor schuldhulpverlening aan jongvolwassenen, vergelijkbaar met pilots die onder andere in Utrecht en Den Haag zijn uitgevoerd.

(Zie amendement ingediend bij agendapunt 5.2 behandeling programmabegroting 2022-2025, d.d. 11 november 2021, met onderwerp startpilot Jongerenfonds). Het College van Culemborg geef met deze beleidsregels vorm aan deze opdracht.

 

Algemeen

Er zijn op dit moment jongvolwassenen, in de leeftijd van 18-27 jaar, met problematische schulden die niet geholpen kunnen worden binnen de reguliere schuldhulpverlening. Dit komt omdat zij niet kunnen voldoen aan de minimale afloscapaciteit, zoals afgesproken binnen de schuldhulpverlening.

Deze minimale afloscapaciteit bedraagt 5% van de maandelijkse algemene bijstandsnorm voor volwassenen vanaf 21 jaar (participatiewet).

Het gaat hier vaak om jongvolwassenen die moeten (nog geen startkwalificatie) of willen studeren.

Zij kunnen daarvoor gebruik maken van een lening van het DUO, deze kan echter niet meegenomen worden in de berekening van de afloscapaciteit. Daarnaast is het bedrag van deze lening en eventuele extra inkomsten uit een bijbaan nodig om de kosten te dekken voor levensonderhoud en het volgen van de studie. Om schulden te kunnen betalen moeten zij vaak stoppen met hun opleiding en fulltime gaan werken. Dit is extra schadelijk in die situaties waar deze jongvolwassenen nog geen startkwalificatie heeft weten te behalen, maar ook in andere gevallen ontstaat er schade in toekomstperspectief.

De gemeente Culemborg vindt, net als andere gemeenten en het NVVK, dat dit onwenselijk is. Juist in de genoemde leeftijdsfase is het volgen van een opleiding cruciaal voor de verdere toekomst en het perspectief van deze jongvolwassenen. Daarnaast kan de stress van schulden ervoor zorgen dat deze jongvolwassenen op andere levensgebieden vastloopt of gaat vastlopen, met alle gevolgen voor de verdere toekomst van deze jongvolwassenen. Er kan sprake zijn van een instabiele thuissituatie, sociaal-emotionele problematiek, verslaving et cetera. De samenleving als geheel heeft er ook belang bij dat deze jongvolwassenen een goede basis kunnen leggen voor hun verdere deelname aan de samenleving. Centraal in de aanpak status zowel het wegnemen van schuldenstress als werken aan de toekomst. Binnen de werkwijze wordt met beide rekening gehouden en wordt op beide ingezet.

 

Het doel van de in deze pilot opgenomen werkwijze is dat deze doelgroep kan blijven werken aan zijn toekomstperspectief en dat de schuldenstress, die hier een belemmerende factor inspeelt, wordt weggenomen. Er is zowel ondersteuning voor het wegwerken van de schuldenstress, als ondersteuning bij het werken aan de toekomst. Deze beleidsregels focussen zich op het wegnemen van de schuldenstress.

Het specifieke aanbod is een saneringskrediet perspectief traject jongvolwassenen.

Dit saneringskrediet betreft qua bedrag maximaal 5% van de maandelijkse algemene bijstandsnorm voor volwassenen vanaf 21 jaar X 36 maanden (participatiewet). De jongvolwassenen lossen af wat hij kan en de rest wordt gedragen door de gemeente. In deze trajecten geldt daarom altijd wel een tegenprestatie in de vorm van werken aan toekomstperspectief.

Door te kiezen voor een saneringskrediet gebaseerd op de minimale afloscapaciteit, willen we ook tegemoetkomen aan de schuldeisers. Immers, voor een succesvol traject is het noodzakelijk dat schuldeisers akkoord gaan. Zij krijgen dan een bemiddelingsvoorstel waarin ze in ieder geval het minimale krijgen waar ze recht op hebben. Dit is meer dan ze op dit moment van cliënt zouden kunnen krijgen. Door akkoord te gaan krijgen ze het geld ook nu meteen, kunnen zij hun boeken meteen sluiten en dragen ze bij aan het perspectief van de jongvolwassenen en het verkleinen van de kans op recidive qua schulden.

 

De doelgroep betreft jongvolwassenen, tussen de 18 en 27 jaar, wonend in Culemborg, met een problematische schuld, die niet passen binnen de reguliere schuldhulpverleningsprocessen omdat ze geen of een (te) lage afloscapaciteit hebben. Daarnaast levert deze schuld risico's en knelpunten op als het gaat om hun toekomstperspectief (stress die verdere ontwikkeling in de weg staat, en/of moeten stoppen met studie).

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 en 2 behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 3 doelgroep

Bij aandacht streep twee wordt gesproken over "afbreuk doen aan toekomstperspectief ".

Daarbij wordt aangegeven "bijvoorbeeld moeten stoppen met een opleiding ".

Deze beleidsregels betreft een pilot waarin we ervaring willen opdoen met het zo goed mogelijk helpen van de genoemde doelgroep "Afbreuk doen aan toekomstperspectief "mag in dat opzicht ruim geïnterpreteerd worden. Het kan namelijk zo zijn dat de schuldenstress een belemmerende factor vormt op de ontwikkeling binnen andere levensgebieden van de jongvolwassenen dan opleiding en werk. Dat mag zeker meegewogen worden.

 

HOOFDSTUK 2 TOEGANG, AANVRAAG, BESLUIT

 

Artikel 4 toegang pilot perspectief traject jongvolwassenen

Lid 1: Er is binnen deze pilot nadrukkelijk gekozen voor de toegang tot deze werkwijze/dit product via het individueel jongerenwerk van ElkWelzijn of het sociaal wijkteam.

Dat komt omdat de werkwijze is gebaseerd op een samenwerking in een driehoek. Deze driehoek bestaat uit de jongvolwassenen zelf, die gemotiveerd werkt aan zijn toekomstperspectief. De schuldhulpverlener die zorg draagt voor het aanpakken van de problematische schulden. En tot slot iemand die de jongvolwassenen ondersteunt en begeleidt bij het vormgeven van zijn toekomstperspectief.

Het kunnen werken aan toekomstperspectief is waarom we deze aanpak ontwikkeld hebben. We willen dan ook dat dit zo succesvol mogelijk gebeurt. Daarom willen we dat naast schuldhulpverlening ook iemand anders betrokken is bij de casuïstiek. Daarnaast is het werken aan toekomstperspectief ook een tegenprestatie voor het feit dat de gemeente een belangrijk deel van de kosten draagt voor het oplossen van de schuldenproblematiek. Dit maakt dat begeleiding op dit onderdeel ook gewenst is. We willen dat dit zo succesvol mogelijk verloopt, en tijdig weten wanneer zich knelpunten voordoen.

 

In lid twee en drie wordt aangegeven wat de rol en de verwachtingen zijn ten aanzien van de individuele jongerenwerkers en het sociaal wijkteam op het moment dat een jongvolwassenen zich bij hen meldt.

 

In lid vier wordt aangegeven wanneer de jongvolwassenen zich kan wenden tot de schuldhulpverlening en wordt expliciet aangegeven dat de betrokken hulpverlener bij de intake aanwezig is. In volgende artikelen wordt ook ingegaan op de betrokkenheid van de hulpverleners. Dit is allemaal gebaseerd op het uitgangspunt dat er gewerkt wordt in een driehoek, zoals aangegeven bij lid één.

 

In lid vijf wordt de mogelijkheid geschetst dat een jongvolwassenen via een ander hulptraject terechtkomt bij de schuldhulpverlening. In dat geval is het belangrijk dat de betrokken hulpverlener in ieder geval bij de intakefase en opstellen plan van aanpak fase betrokken is. In hoeverre de betreffende hulpverlener in staat is om het gehele traject te volgen hangt uiteraard af van het betreffende hulptraject. Indien dit aanzienlijk korter van aard is dan het te verwachten perspectieftraject jongvolwassenen, wordt ingezet op langdurige betrokkenheid vanuit het individueel jongerenwerk van Elkwelzijn.

 

Artikel 5 aanvraag

Zie algemene toelichting en toelichting artikel 3 en 4.

 

Artikel 6 behoeft geen nadere toelichting

 

 

HOOFDSTUK 3 AANBOD EN SANERINGSKREDIET

 

Artikel 7 Aanbod

Het aanbod binnen het perspectief traject jongvolwassenen is in principe een saneringskrediet perspectieftraject volwassenen (ofwel PTJ). Het kan echter zijn dat een verzoeker/cliënt onder deze beleidsregels valt, maar dat door verschillende omstandigheden dit aanbod niet passend is. In dat geval wordt uiteraard wel hulp geboden. Deze hulp kan bestaan uit andere producten van de schuldhulpverlening, zoals budgetcoaching of duurzame financiële dienstverlening. Overigens kunnen deze beide producten ook onderdeel zijn van het Plan van Aanpak behorende bij het saneringskrediet PTJ. Maar ze kunnen ook als losstaand product aangeboden worden.

 

Artikel 8 Saneringskrediet PTJ

Dit artikel beschrijft het product saneringskrediet PTJ.

Het proces voor het verstrekken van een saneringskrediet PTJ wordt pas opgestart zodra er een plan van aanpak ligt dat ondertekend is door de cliënt en de betrokken hulpverlener. Dit is extra belangrijk bij het verstrekken van dit saneringskrediet, omdat een belangrijk deel van de aflossing niet financieel is, maar zit in de te leveren tegenprestaties door cliënt die opgenomen zijn in het plan van aanpak.

In lid 2 wordt ingegaan op de maximale hoogte van het te verstrekken krediet. Het kan namelijk zo zijn dat de betreffende cliënt een problematische schuld heeft die lager ligt dan het maximale bedrag dat de gemeente ter beschikking wil stellen voor het krediet. Het gaat dan weliswaar om een relatief lage schuld, maar die kan nog steeds problematisch zijn als cliënt geen of heel weinig afloscapaciteit heeft. Op dat moment wordt het krediet vastgesteld ter hoogte van de daadwerkelijke schuld en niet op het maximale bedrag.

In deze pilot zullen de saneringskredieten verstrekt worden door de Kredietbank Nederland (lid 3). De Kredietbank Nederland rekent een rentepercentage voor hun dienstverlening. Dit rentepercentage wordt, net zoals bij de reguliere saneringskredieten, van het totale krediet afgetrokken. Het resterende krediet wordt verdeeld onder de schuldeisers. Op deze wijze hanteren we een eenduidige werkwijze als het gaat om het verstrekken van saneringskredieten, ongeacht wie de cliënt is en wat zijn situatie is.

Bij het verstrekken van het saneringskrediet PTJ wordt, net als bij een regulier saneringskrediet, een akte van borg afgegeven en krijgt de cliënt hierover een beschikking bijzondere bijstand.

Lid 5 gaat in op de specifieke voorwaarden van dit specifieke saneringskrediet. Daarin wordt aangegeven dat het werken aan toekomstperspectief een cruciaal punt is. Uit andere pilots in Nederland blijkt dat in deze leeftijdsfase een traject van drie jaar behoorlijk lang is, in deze levensfase vinden veel veranderingen plaats. We gaan bij dit saneringskrediet PTJ in principe ook uit van een traject van drie jaar. We willen de drie jaar niet zomaar loslaten omdat we natuurlijk ook streven naar duurzame gedragsveranderingen, juist ook qua financiën, en de ervaring leert dat het soms goed is omdat wat langer te volgen. Na twee jaar volgt wel een belangrijk ijkpunt, in hoeverre is er nog begeleiding nodig en in welke mate. Bovendien is het mogelijk om binnen het plan van aanpak afwijkende afspraken te maken over duur en eens intensiteit van begeleiding, dat is immers ook maatwerk.

Omdat uit andere pilots in Nederland blijkt dat in deze levensfase nog veel verandert, is er in dit artikel ook iets opgenomen over het eventueel wijzigen van de afspraken in het plan van aanpak, indien dat door omstandigheden nodig blijkt. Uiteraard vergt dit wel afstemming met de consulent en de betrokken hulpverlener, er moeten wel duidelijke gronden zijn waarom bepaalde afspraken niet goed nagekomen kunnen worden (ziekte van personen of van familieleden, overlijden van familieleden, onverwachte veranderingen in thuissituatie, onverwachte veranderingen in de schoolsituatie, onjuiste inschattingen van eigen kunnen, et cetera).

 

Verder wordt er aangegeven dat als er meer dan € 10 afloscapaciteit is, dit door cliënt wordt ingezet om een deel van de schulden terug te betalen. Achterliggende gedachte is dat het hebben van schulden niet lonend moet zijn en dat als je een stukje af kan lossen dit er ook bij hoort. We hebben gekozen voor een bedrag van € 10 of meer, enerzijds omdat lagere bedragen meer administratieve lasten met zich meebrengen dan dat het wat oplevert. Anderzijds bedragen minder dan € 10 onzes inziens te laag zijn om te spreken van afloscapaciteit. Zoals eerder gezegd is drie jaar best een lange periode, daarom hebben we ook opgenomen dat als cliënt zich gedurende twee jaar aan het aflossen houdt, we het derde jaar kwijtschelden. Ook als een beloning voor goede inzet.

 

HOOFDSTUK 4, 5 en 6 verplichtingen, weigering, beëindiging, recidive, overige bepalingen

 

De in deze hoofdstukken opgenomen artikelen spreken grotendeels voor zich. Ze zijn gebaseerd op artikelen uit de reguliere schuldhulpverlening.

 

De enige expliciete afwijking hiervan is artikel 11 lid 5, waarin het aangaan van schulden bij het DUO onder bepaalde omstandigheden expliciet wordt toegestaan, dit gezien de doelgroep van deze beleidsregel en het doel van deze beleidsregel. De lening kan nodig zijn om de kosten voor het volgen van onderwijs en het voorzien in dagelijkse levensbehoeften te kunnen betalen. Denk bij kosten voor levensonderhoud ook aan de relatief hoge huren die studenten moeten betalen voor huisvesting, en de gestegen kosten voor energie en levensonderhoud. Zeker bij het volgen van een voltijds studie is het niet altijd mogelijk om deze kosten te betalen uit een bijbaantje.

 

Daarnaast lichten we hier artikel 14 toe, de gevolgen van het tussentijds beëindigen van een traject waarbij dat voortkomt uit verwijtbaar handelen door cliënt.

Uiteraard wordt er door alle partijen ingezet op een positief eindresultaat, dat sluit niet uit dat er toch een situatie kan ontstaan waarin cliënt zich op onjuiste gronden onttrekt van het traject en de afspraken die daarin zijn gemaakt. Mocht zich dit onverhoopt voordoen, dan wordt het bedrag dat gemeente heeft betaald voor het saneringskrediet alsnog omgezet in een vordering op de cliënt. De juridische basis hiervoor ligt in de afgegeven akte van borg door de bijzondere bijstand (artikel 8 lid 5). Dit dient op zijn minst als een signaalfunctie dat dit geen vrijblijvend traject is. De vraag is in hoeverre we feitelijk kunnen vorderen gezien de financiële situatie van cliënt.

 

 

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

 

In principe spreken de artikelen in dit hoofdstuk ook voor zich.

Omdat het hier om een pilot gaat is er een eindtijd opgenomen voor deze beleidsregels.

Omdat er een eindtijd is voor deze beleidsregel was, hebben we ook een overgangsbepaling opgenomen. Dit om duidelijkheid te verschaffen naar cliënten.