Organisatie | Hoeksche Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Route gevaarlijke stoffen |
Citeertitel | Route gevaarlijke stoffen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2022 | nieuwe regeling | 10-11-2020 |
[Op 10 november 2020 heeft de gemeenteraad deze regeling opnieuw geldend verklaard voor het grondgebied gemeenten Hoeksche Waard. Dit besluit is bekendgemaakt op 4 december 2020 in Gemeenteblad 2020, 319504.]
Burgemeester en wethouders van Binnenmaas
overwegende, dat het, ingevolge het bepaalde in. artikel 43a, 1e lid van de Algemene Politieverordening van Binnenmaas (A.P.V.) verboden is met. Transporteenheden stoffen als bedoeld in artikel 1 * tabellen I en 2 van bij lage 2 , hoofdstuk T. .T van het Reglement. betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) , boven de in voornoemd artikel aangegeven hoeveelheden te vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke voor dat transport door hun college zijn aangewezen en als zodanig zijn aangeduid met: borden overeenkomstig model 98 van bijlage II van het. Reglement verkeerregels en verkeerstekens (zogenaamde bal-pijl- borden)
dat het uit veiligheidsoverwegingen wenselijk wordt geacht inzicht te verkrijgen omtrent de aard van de te vervoeren gevaarlijke stoffen, alsmede de intensiteit van de transporten en de afleveradressen;
dat bedoeld inzicht wordt verkregen indien in de gemeente een route gevaarlijke stoffen wordt vastgesteld en transporten via een ontheffingensysteem naar de afleveradressen worden geleid;
gelezen het advies van de directeur van de Technische Milieudienst (TMD) d.d . 16 januari 1990;
gelet op het bepaalde in artikel 43a, 2e lid van de Algemene Politieverordening van Binnenmaas;
afschrift van dit besluit te zenden aan:
de Algemene verladers— en eigen vervoerdersorganisatie (E.V. O.), Kadelaan 6, 2700, AJ Zoetermeer (Poatbus 350) ;
Vereniging Nederlands Vervoerders Overleg (N.V.O.), Postbus 30025, 3001 DA Rotterdam;
Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transportondernemingen,
Bezuidenhoutseweg 56, 2594 AW 's—Gravenhage en NOB Wegtransport, Huls te
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Burgemeester en wethouders van Binnenmaas;
overwegende, dat bij hun besluit van 20 februari 1990 een Route Gevaarlijke Stoffen is vastgesteld als bedoeld in artikel 43a, 2e lid van de Algemene Politieverordening van Binnenmaas (A.P.V.) ;
dat het op grond van het 1e lid van genoemd artikel verboden is met trans— porteenheden stoffen als bedoeld in artikel 1, tabellen 1 en 2 van bij lage 2, hoofdstuk II van het Reglement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) boven de in voornoemd artikel aangewezen hoeveel— heden te vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke voor dat transport zijn aangewezen en als zodanig zijn aangeduid met borden model 98 van bij lage II van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (R.V.V.) ;
dat hun college krachtens artikel 3 van de Algemene Politieverordening van Binnenmaas van omschreven verbod ontheffing kan verlenen;
dat het in verband met het specialistische karakter van de materie gewenst wordt geacht mandaat te verlenen tot het uitoefenen van bedoelde bestuursbevoegdheid ;
gelet op artikel 7 van de Algemene Politieverordening van Binnenmaas;
mandaat te verlenen aan de directeur van de Technische Milieudienst (TMD) tot het uitoefenen van de beslissings— en uitvoeringsbevoegdheid op schriftelijke aanvragen om ontheffing van het In artikel 43a, 1e lid, van de A.P.V. gestelde verbod, met dien verstande dat aan hun college voorbehouden blijft:
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Onderwerp: Route Gevaarlijke Stoffen,
Burgemeester en wethouders van Binnenmaas maken bekend, dat zij in hun gadering van 20 februari 1990 hebben besloten tot vaststelling van een zogenaamde Route Gevaarlijke Stoffen voor de volgende wegen c.q. weggedeelten:
Ingevolge het bepaalde in artikel 43a, 1e lid van de Algemene Politie— verordening is het verboden om gevaarlijke stoffen te vervoeren boven de artikel 1 van het Reglement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) aangegeven hoeveelheden over andere wegen of weggedeelten (rijsksweg A 29 uitgezonderd) dan die door hun college voor dat transport zijn aangewezen (zie opsomming hiervoor) en als zodanig zijn aangeduid met borden overeenkomstig model 98 van bijlage II van hec Reglement verkeersregels en verkeerstekens (R.V.V.)
Van het verbod kan op schriftelijke aanvraag ontheffing worden verleende Aanvragen kunnen worden. ingediend bij de directeur van de Technische Milieu— dienst, Postbus 550, 3300 AN Dordrecht, Het besluit met de daarbij behorende tekening ligt met ingang van heden voor een ieder ter inzage op de gemeente secretarie, bureau Bestuurszaken en Ruimtelijke Ordening.
Burgemeest.er en wethouders voornoemd ,
BESLUIT AANWIJZING ROUTE GEVAARLIJKE STOFFEN
Burgemeester en wethouders van ' s-Gravendeel;
overwegende, dat het ingevolge het bepaalde in artikel 2 . 6 . 1 . 1e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening van 's-Gravendeel (A.P.V.) verboden is met transporteenheden stoffen als bedoeld in artikel 1, tabellen 1 en 2 van bijlage 2, hoofdstuk II van het Reglement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) , boven de in voornoemd artikel aangegeven hoeveelheden te vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke voor dat transport door hun college zijn aangewezen en als zodanig zijn aangeduid met borden overeenkomstig model 98 van bij lage II van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (zgn. bal-pijl-borden) ;
dat het uit veiligheidsoverwegingen wenselijk wordt geacht inzicht te verkrijgen omtrent de aard van de vervoerde gevaarlijke stoffen alsmede de intensiteit van de transporten en de afleveradressen;
dat dit inzicht wordt verkregen indien in de gemeente een route wordt vastgesteld en transporten via een ontheffing -systeem naar de aflever -adressen worden geleid;
gezien het advies hierover uitgebracht door de directeur van de Technische Milieudienst TMD d.d. 16 januari 1990 •
afschrift van dit besluit te zenden aan:
de Algemene verladers- en eigen vervoerdersorganisatie (N.V.O.) , Kadelaan 6, 2700 AJ Zoetermeer (Postbus 350) ;
Vereniging Nederlands Vervoerders Overleg (N.V.O.) , Postbus 30025, 3001 DA Rotterdam ;
Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transport-ondernemingen, Bezuidenhoutseweg 56, 2594 AW 's-Gravenhage en
‘s-Gravendeel, 26 februari 1991.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Burgemeester en wethouders van s-Gravendeel;
overwegende, dat bij hun besluit van 2 mei 1990 een Route Gevaarlijke Stoffen is vastgesteld als bedoeld in artikel 2.6.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.) ;
dat het op grond van het 1e lid van genoemd artikel verboden is met transporteenheden stoffen als bedoeld in artikel 1, tabellen 1 en 2 van bij lage 2, hoofdstuk II van het Reglement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) boven de in voornoemd artikel aangewezen hoeveelheden te vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke voor dat transport zijn aangewezen en als zodanig zijn aangeduid met borden model 98 van bij lage II van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (R.V.V.) ;
dat hun college krachtens het 3e lid van het betreffende artikel van het omschreven verbod ontheffing kan verlenen;
dat het in verband met het specialistische karakter van de materie gewenst wordt geacht mandaat te verlenen tot het uitoefenen van bedoelde bestuursbevoegdheid;
mandaat te verlenen aan de directeur van de Technische Milieudienst (TMD) en diens eerste waarnemer tot het uitoefenen van de beslissings- en uitvoeringsbevoegdheid op schriftelijke aanvragen om ontheffing van het in artikel 2.6.1. 1e lid, van de A.P.V. gestelde verbod, met dien verstande dat aan hun college voorbehouden blijft:
Van elk door de directeur van de TMD genomen besluit dient een afschrift naar burgemeester en wethouders te worden gezonden.
In elk besluit tot ontheffing moet worden gewezen op de mogelijkheid om daartegen bij burgemeester en wethouders een bezwaarschrift in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De raad van de gemeente Cromstrijen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2018;