Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Subsidieregeling Trochfytsrûtes 2022-2023: It paad foarút

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling Trochfytsrûtes 2022-2023: It paad foarút
CiteertitelSubsidieregeling Trochfytsrûtes
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1 kaart hoofdfietsroutes

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013
  2. artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-07-2022nieuwe regeling

28-06-2022

prb-2022-7978

GS

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Trochfytsrûtes 2022-2023: It paad foarút

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is om door middel van subsidies een stimulans te geven aan het verbeteren van de fietsveiligheid en het gebruikscomfort op gemeentelijke fietspaden die onderdeel uitmaken van het hoofdfietsroutenetwerk in de provincie Fryslân;

 

BESLUITEN:

 

vast te stellen de Subsidieregeling Trochfytsrûtes 2022-2023: It paad foarút.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv 2013: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • b.

    Awb : Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    botsvriendelijke of vergevingsgezinde paaltjes: paaltjes die met ribbelmarkering en verlichting worden ingeleid en die meebuigen wanneer een fietser hier tegenaan rijdt, zodat de kans op letsel wordt verminderd;

  • d.

    comfortverbeterende deklaag: een deklaag op een fietspad die stroef is, geen oneffenheden bevat en eventueel zorgt voor demping van het geluidsniveau bij gebruik van het fietspad.

  • e.

    conflictpunt: een puntlocatie veelal op een kruispunt waarbij de richtingen van verkeersstromen elkaar kunnen kruisen;

  • f.

    fietsinfrastructuur: de verschijningsvorm van infrastructuur zoals deze buiten is aangebracht en waar fietsers gebruik van maken, zoals de verharding van een fietsroute of een kruispunt;

  • g.

    hoofdfietsroutenetwerk: het netwerk van hoofdfietsroutes aangewezen door Provinciale Staten van de provincie Fryslân, bij besluit van 16 februari 2022, op de ‘Kaart mei it winske netwurk fan Fryske haadfytsrûtes’, zoals bedoeld in bijlage I bij deze regeling;

  • h.

    seniorproof wegontwerp: wegontwerp waarbij rekening worden gehouden met de fysieke gesteldheid van een oudere fietser, door een fietspad of een kruispunt zodanig in te richten dat het ook voor de oudere fietser veilig en duidelijk te begrijpen is;

  • i.

    start van het project: het moment waarop de eerste fysieke uitvoeringsmaatregelen worden getroffen;

  • j.

    vergevingsgezind fietspad: een fietspad dat zoveel mogelijk voorkomt dat fietsers fouten maken en dat fietsers voldoende tijd biedt een fout te herstellen voordat de fietser ten val komt, indien een dergelijke fout toch wordt gemaakt.

Artikel 1.2 Aanvraagperiode

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een activiteit als omschreven in deze regeling kan door de gemeenten De Fryske Marren, De Waadhoeke, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden, Opsterland, Smallingerland en Súdwest-Fryslân worden ingediend van 1 september 2022 tot en met 28 februari 2023.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een activiteit als omschreven in deze regeling kan door de andere Friese gemeenten, als genoemd in artikel 2.3 van de regeling, worden ingediend van 1 november 2022 tot en met 28 februari 2023.

  • 3.

    Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen van de betreffende gemeente binnen de daaraan in de vorige leden gekoppelde indieningstijdvakken.

Artikel 1.3 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarin genoemde verplichte bijlagen.

  • 2.

    Aan een aanvrager kan slechts eenmaal een subsidie worden verstrekt op grond van deze regeling.

Artikel 1.4 Subsidieplafond en verdeelsystematiek

  • 1.

    Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze regeling bedraagt € 8.000.000,-.

  • 2.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van ontvangst van de volledige subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van ontvangst.

  • 3.

    Voor zover door verlening van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Verbetering hoofdfietsroutenetwerk

Artikel 2.1 Doel

De subsidie heeft tot doel de verkeersveiligheid en het fietscomfort in de provincie Fryslân te vergroten door gemeentelijke activiteiten te stimuleren waarmee de fietsinfrastructuur van het hoofdfietsroutenetwerk veiliger en comfortabeler wordt gemaakt voor fietsers.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Een subsidie kan worden verstrekt aan een gemeente voor het laten uitvoeren van maatregelen, die betrekking hebben op de aanpak van fietspaden als ook kruispunten binnen het hoofdfietsroutenetwerk om deze veiliger en comfortabeler te maken voor fietsers.

Artikel 2.3 Doelgroep

Een subsidie voor een subsidiabele activiteit als genoemd in artikel 2.2 van de regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan een Friese gemeente, met uitzondering van de vier Waddeneilandgemeenten.

Artikel 2.4 Toetsingscriteria

  • 1.

    Om op grond van deze regeling voor een subsidie in aanmerking te komen, wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, wordt gerealiseerd binnen de gemeentegrenzen van de aanvrager, zoals deze gelden per 1 januari van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ontvangen;

    • b.

      de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd gaat uiterlijk binnen anderhalf jaar na indiening van de subsidieaanvraag van start;

    • c.

      de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd is uiterlijk gerealiseerd binnen twee jaren nadat de activiteit van start is gegaan;

    • d.

      de aanvrager maakt in de aanvraag aannemelijk dat de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd betrekking heeft op één of meer locaties die betrekking hebben op de fietsinfrastructuur van het hoofdfietsroutenetwerk in haar gemeente;

    • e.

      de aanvrager maakt zelf de kosten voor het uitvoeren van de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      de aanvrager maakt in de aanvraag aannemelijk dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd financieel uitvoerbaar is en dat hij en eventueel derde financiers garant staan dan wel zullen staan voor de financiering van minimaal 50% van de kosten van de activiteit.

  • 2.

    Onverminderd de criteria genoemd in het eerste lid dient de aanvrager om op grond van deze regeling voor subsidie in aanmerking te komen met zijn activiteit in ieder geval de volgende maatregelen, voor zover daar in de startsituatie niet aan is voldaan, te realiseren:

    • a.

      Algemene fietsmaatregelen, waarbij:

      • er kantmarkering wordt toegepast op de bestaande fietsinfrastructuur;

      • er paaltjes of andere fysieke objecten uit en langs het fietspad worden verwijderd of worden vervangen door botsvriendelijke exemplaren met bijbehorende inleidende markering om de paaltjes of de objecten te accentueren;

      • de fietsinfrastructuur wordt ingericht op basis van de principes van het vergevingsgezinde fietspad en het seniorproof wegontwerp;

    • b.

      Maatregelen niet zijnde (fiets)tunnels of rotondes, die de veiligheid op kruispunten verbeteren, waarbij:

      • fietsers de mogelijkheid krijgen om in de nieuwe situatie veiliger over te steken;

      • de overstekende fietser beter zichtbaar is voor automobilisten.

    • c.

      Maatregelen die de veiligheid op dan wel het comfort van een fietsroute verbeteren, waarbij:

      • de afwerking tussen de kant van de verharding en de berm wordt verbeterd;

      • de fietsroute wordt uitgevoerd met een comfortverbeterende deklaag;

      • de fietsroute wordt verbreed naar tenminste 3,5 meter voor een hoofdfietsroute;

      • verlichting wordt toegepast waar nodig.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de Asv 2013, wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager niet valt binnen de doelgroep van deze regeling;

  • b.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • c.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet kan worden aangemerkt als subsidiabele activiteit als omschreven in artikel 2.2 van de regeling;

  • d.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet voldoet aan een of meer van de criteria zoals vermeld in artikel 2.4 van de regeling;

  • e.

    het te verlenen subsidiebedrag op grond van artikel 2.8 van de regeling lager is dan € 50.000,-;

  • f.

    Voor dezelfde activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, of een deel daarvan, op het moment van ontvangst van de aanvraag reeds een andere subsidie is aangevraagd bij, of verstrekt door, de provincie Fryslân;

  • g.

    de aanvrager reeds eerder een subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling;

  • h.

    een aanvraag wordt ontvangen buiten de indieningstijdvakken zoals vermeld zijn in artikel 1.2 eerste en tweede lid van de regeling.

Artikel 2.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Als subsidiabele kosten komen in aanmerking de kosten voor zover noodzakelijk en redelijk ten behoeve van het realiseren van de subsidiabele activiteit als omschreven in artikel 2.2 van de regeling, met uitzondering van de kosten als vermeld in artikel 2.7 van de regeling en artikel 1.10 van de Asv 2013.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1.10 lid 1 sub h van de Asv 2013 en onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel, komen de kosten waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de aanvraag is ontvangen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.7 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 1.10 van de Asv 2013 wordt geen subsidie verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    de kosten voor het laten uitvoeren van campagnes;

  • b.

    personeelskosten van eigen personeel van de aanvrager;

  • c.

    kosten van vrijwilligersuren;

  • d.

    kosten voor het indienen van een subsidieaanvraag bij de provincie;

  • e.

    onvoorziene kosten;

  • f.

    kosten die niet inzichtelijk gemaakt kunnen worden;

  • g.

    realisatiekosten voor (fiets)tunnels en rotondes.

Artikel 2.8 Subsidiehoogte

De subsidie voor een activiteit als omschreven in artikel 2.2 bedraagt ten hoogste 50% procent van de totale subsidiabele kosten met een minimum van € 50.000,- en een maximum van € 1.800.000,- exclusief BTW per gemeente.

Artikel 2.9 Vaststelling, bevoorschotting en betaling

Indien subsidie wordt verleend, wordt bij de beschikking tot subsidieverlening 80% van het verleende subsidiebedrag als voorschot uitbetaald. Bij de subsidievaststelling wordt het resterende deel van het verleende subsidiebedrag vastgesteld.

Artikel 2.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de Asv 2013, is de subsidieontvanger verplicht om:

    • a.

      uiterlijk binnen anderhalf jaar na de indiening van de subsidieaanvraag te starten met de realisatie van de gesubsidieerde activiteit;

    • b.

      de gesubsidieerde activiteit uiterlijk binnen twee jaar na de start hiervan te realiseren;

    • c.

      gedurende de looptijd van de subsidie jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag over de inhoudelijke voortgang, uitgedrukt in het percentage van het totale project en gekoppeld aan de activiteiten in de verleningsbeschikking en de planning daarvan, van het project in te dienen. In de verleningsbeschikking wordt bepaald wanneer een voortgangsverslag uiterlijk aangeleverd moet worden;

    • d.

      de kosten voor het uitvoeren dan wel laten uitvoeren van de gesubsidieerde activiteit zelf te maken;

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de subsidieontvanger eenmalig besluiten de in het eerste lid genoemde periode onder onderdeel a of b te verlengen met maximaal een jaar, mits hiervoor naar het oordeel van Gedeputeerde Staten gegronde redenen kunnen worden aangevoerd door de subsidieontvanger die dit uitstel rechtvaardigen.

  • 3.

    Een verzoek om uitstel als in het tweede lid omschreven dient te allen tijde voor het verstrijken van de realisatietermijn van de activiteit te worden ontvangen door Gedeputeerde Staten.

Artikel 2.11 Prestatieverantwoording en vaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger toont bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de gesubsidieerde activiteit is verricht overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening en dat aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan, door een activiteitenverslag te overleggen, een verklaring inzake werkelijke uitgaven en inkomsten, het door de aannemer opgemaakte proces-verbaal van oplevering van de fietsroute alsmede een of meer foto’s van de gerealiseerde activiteit.

  • 2.

    In het geval dat uit de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in het eerste lid blijkt dat de gesubsidieerde activiteit is verricht, maar dat de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan de begrote subsidiabele kosten, of de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan de begrote opbrengsten, dan wordt de subsidie naar rato lager vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Trochfytsrûtes.

Leeuwarden, 28 juni 2022

Drs. A.A.M. Brok,

voorzitter

R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM,

secretaris

TOELICHTING

Toelichting op de Subsidieregeling Trochfytsrûtes

 

Artikel 1.4 tweede lid

 

De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. De volledigheid van de aanvraag is daarbij echter wel bepalend voor de datum van binnenkomst. Dit betekent dat in geval dat een ontvangen aanvraag onvolledig is, de datum van ontvangst van de aanvraag wordt vastgesteld op het moment dat de aanvraag volledig is aangevuld en deze volledige aanvulling ontvangen is door Gedeputeerde Staten op het in het aanvraagformulier aangegeven contactadres. Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling, de Asv 2013 en de Awb, en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor subsidie in aanmerking komt.

 

Voor zover het subsidieplafond dat voor deze regeling van 1 september 2022 tot en met 28 februari 2023 beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen.

 

Artikel 1.4 derde lid

 

Uitgegaan wordt van een stelsel waarin de beschikbare bedragen worden verdeeld naar volgorde van ontvangst van een volledige aanvraag. Niet uitgesloten is dat op dezelfde dag meerdere subsidieaanvragen binnenkomen en dat honorering van al deze aanvragen tot een overschrijding van het beschikbaar gestelde subsidieplafond zou leiden. Daarom is een voorziening opgenomen om voor die situatie een nadere rangorde aan te kunnen brengen in de aanvragen van de desbetreffende dag. Deze rangorde wordt bepaald door middel van loting van volledige aanvragen. De loting bepaalt de volgorde waarin de subsidieaanvragen worden behandeld; niet de datum of het tijdstip van ontvangst. Alle aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, maken gelijke kans om voor subsidie in aanmerking te komen. Het maakt niet uit hoe laat de aanvraag op de desbetreffende dag is ontvangen. Ook het indienen van meerdere aanvragen beïnvloedt de loting niet: per aanvragende gemeente wordt slechts één aanvraag voor activiteit(en) die vallen onder de omschrijving in artikel 2.2 van de regeling, in behandeling genomen. Indien een aanvraag dient te worden aangevuld wegens onvolledigheid, geldt voor de verdeelsystematiek de datum van ontvangst van de aanvulling, als datum van ontvangst van de aanvraag.

 

Artikel 2.4

 

Om voor subsidie in aanmerking te komen voor een subsidiabele activiteit als omschreven in artikel 2.2 van de regeling gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor subsidie en levert dit een (dwingende) weigeringsgrond op. Dit op grond van artikel 2.5, aanhef en onderdeel d, van de regeling.

 

Artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a

 

De activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen gerealiseerd te worden binnen de gemeentegrenzen van de aanvrager, zoals deze gelden per 1 januari van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ontvangen.

 

Alleen in het bijzondere geval dat een activiteit plaatsvindt binnen de gemeentegrenzen van zowel de aanvragende gemeente als een aangrenzende gemeente, dan wordt de aanvragende gemeente niet aan het onderhavige toetsingscriterium gehouden. Een voorbeeld van een dergelijke activiteit is bijvoorbeeld het verbreden van een fietspad dat binnen de gemeentegrenzen van twee gemeenten is gesitueerd en dus gemeentegrenzen overschrijdend is. In een dergelijk geval kan slechts één van de twee gemeenten voor de activiteit in kwestie een subsidie aanvragen (ook indien beide gemeenten de kosten voor het uitvoeren van deze activiteit delen).

 

Artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder e

 

Met dit criterium wordt voorgeschreven dat de kosten voor het realiseren van de activiteit(en) waarvoor subsidie is aangevraagd door de aanvragende gemeente zelf moeten worden gemaakt. Dit betekent dat de facturen die voortvloeien uit de opdrachten die de gemeente verstrekt voor het daadwerkelijk laten uitvoeren van de subsidiabele activiteit(en) bij haar zelf in rekening moeten worden gebracht.

 

Artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder f

 

De aanvrager maakt dit aannemelijk door bij de aanvraag een onderbouwde sluitende begroting te overleggen inzake de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met inbegrip van de eventuele bijdragen van derden die worden ontvangen. Voor zover reeds aanwezig op het moment van indiening van de aanvraag, is de begroting tevens voorzien van offertes, garantstellingsverklaringen van derde financiers en/of kopieën van beschikkingen van andere overheidsinstanties.

 

Artikel 2.4, tweede lid

 

De subsidieaanvrager dient in haar aanvraag duidelijk aan te geven dat na realisering van het gesubsidieerde project wordt voldaan aan alle maatregelen die in dit artikel staan omschreven. Hierbij geeft de subsidieaanvrager aan welke maatregelen al bestaan in de startsituatie en welke nog gerealiseerd dienen te worden (en waar zij in feite dus subsidie voor aanvraagt). Deze maatregelen vallen onder de subsidiabele activiteit(en) waarvoor subsidie kan worden verstrekt op grond van deze regeling. In een aanvraag kan voor de uitvoering van meerdere van deze maatregelen, al dan niet gecombineerd, subsidie worden aangevraagd, mits bij realisering van het project aan alle vereiste maatregelen van dit artikel is voldaan.

 

Artikel 2.4, tweede lid, aanhef en onder b, 1º

Bij maatregelen die de veiligheid op kruispunten verbeteren, waarbij fietsers de mogelijkheid krijgen om in de nieuwe situatie veiliger over te steken kan worden gedacht aan maatregelen om een lagere snelheid van het autoverkeer af te dwingen, ter verbetering van het oprijzicht van fietsers en zoals het creëren van een opstelruimte voor fietsers tussen de over te steken rijbanen.

 

Artikel 2.4, tweede lid, aanhef en onder c, 4º

Toepassing van verlichting is in ieder geval nodig op potentiële conflictpunten op de fietsroute.

 

Artikel 2.10

 

Het uitgangspunt bij de subsidieverstrekking is dat de gesubsidieerde activiteit uiterlijk binnen anderhalf jaar na de ingediende subsidieaanvraag van start gaat en binnen twee jaar na de startdatum is gerealiseerd.

 

In het geval dat de gesubsidieerde activiteit al van start is gegaan vóórdat de aanvraag is ontvangen, dan is het uitgangspunt dat de gesubsidieerde activiteit binnen twee jaar na de startdatum is gerealiseerd.

 

Onder de voorwaarden en binnen de begrenzing van hetgeen in het tweede en derde lid van dit artikel is bepaald, kan door Gedeputeerde Staten uitstel worden verleend voor de startdatum van de gesubsidieerde activiteit(en) en de realisatietermijn van de gesubsidieerde activiteit(en).

 

Artikel 2.11 eerste lid

 

Bij een subsidieverlening dient de subsidieontvanger na afronding van de gesubsidieerde activiteit en uiterlijk binnen 13 weken na het verstrijken van de maximale realisatietermijn waarbinnen de gesubsidieerde activiteit moet zijn afgerond, een vaststellingsverzoek in bij Gedeputeerde Staten. Hiermee legt zij (financiële) verantwoording af aan Gedeputeerde Staten over de gesubsidieerde activiteit.

BIJLAGE I - Kaart mei it winske netwurk fan Fryske haadfytsrûtes