Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsvoorschrift nr. 15/19 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk 2019 |
Citeertitel | Uitvoeringsvoorschrift nr. 15/19 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Rijswijk 2019
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2020 | nieuwe regeling | 30-06-2020 Groot Rijswijk, 02-07-2020 | nr. 15/19 |
Rijswijk, 30 juni 2020
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,
P.M. Schuit
de burgemeester,
drs. M.J. Bezuijen
In artikel 2:60, lid 2, sub a t/m e van de APV zijn de situaties benoemd, waarin het mogelijk is om locaties en perioden aan te wijzen, waar en waarin het verboden is om dieren te voeren.
In Rijswijk leven een aantal voor overlast zorgende wilde dieren. Het gaat onder andere om ratten, duiven en meeuwen. Veel inwoners ervaren overlast van deze dieren, vooral van ratten. De overlast bestaat onder meer uit vervuiling door onder andere uitwerpselen. Dit vormt ook een gevaar voor de volksgezondheid. In uitwerpselen van ratten, meeuwen en duiven zitten ziektekiemen, die in geval van ratten bij mensen de ziekte van Weil kunnen overdragen.
Het voedergedrag door mensen vormt een belangrijke bron van voedsel voor deze dieren. Wanneer er te veel voedsel in de buitenruimte wordt achtergelaten om dieren zoals eenden te voeren, dan vormt dit een welkome voedselbron voor ongewenste overlastgevende dieren.
De overlast doet zich gedurende het hele jaar voor, in de gehele gemeente Rijswijk. Daarom wordt met dit uitvoeringsvoorschrift het hele grondgebied aangewezen als gebied waar het gedurende het hele jaar verboden is dieren te voederen.
Daarnaast kunnen er, door een overdaad aan voer, gezondheidsproblemen voor de gevoerde dieren ontstaan. Hoewel het bijvoeren van dieren in een stedelijke omgeving als Rijswijk niet nodig is, is dit met name ongewenst op en rond het water, in de periode maart tot en met september. Zo is brood voor watervogels, vooral voor jongen die in de groei zijn, geen goede voedingsbron. De meeste vogels hebben dan insecten (eiwit) nodig in plaats van brood (koolhydraten). De natuur biedt bovendien in die periode voldoende natuurlijke voedselbronnen. Voeren verstoort dan het natuurlijke foerageergedrag. En tot slot bevordert voer in het in het water de toename van nitraten en fosfaten. Denk daarbij ook aan het door vissers gebruikte lokvoer. Dit vergroot de kans op blauwalg en bacteriële verontreiniging, met onder andere botulisme tot gevolg, met name in de zomerperiode.
Hoewel het in de wintermaanden, als de jonge dieren volgroeid zijn en beter bestand zijn tegen de schadelijkheid van ons voedsel, minder kwaad kan om ze bij te voeren, is het gelet op de bestrijding van overlastgevende dieren toch noodzakelijk om het voerverbod ook in deze periode te laten gelden. Voor de duidelijkheid merken wij op dat dit verbod alleen geldt voor het voeren van dieren in de openbare ruimte.
Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag van bekendmaking daarvan bezwaar maken, door het indienen van een bezwaarschrift bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk, Postbus 5305, 2280 HH Rijswijk. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust.
U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen. Daarvoor dient u wel de beschikking te hebben over een elektronische handtekening (DigiD). De precieze voorwaarden vindt u op de website van de gemeente Rijswijk: www.rijswijk.nl.