Organisatie | Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Protocol huisbezoek ISD Bollenstreek 2017 |
Citeertitel | Protocol huisbezoek ISD Bollenstreek 2017 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2022 | nieuwe regeling | 21-12-2017 |
Inwerkingtreding ‘Wet huisbezoeken’ Wmo
Op 1 januari 2013 is de “wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek” in werking getreden.
In dit protocol zal deze wet genoemd worden: “Wet huisbezoeken”.
Dit protocol is een praktische handleiding voor professionals die op huisbezoek gaan in het kader van de Wmo 2015. Het gaat om huisbezoeken met oog op dienstverlening en huisbezoeken in verband met handhaving.
De handelswijze die in dit protocol beschreven staat, draagt bij aan zorgvuldig en betrouwbaar overheidshandelen.
Het is van (juridisch) belang huisbezoeken naar hun reden in soorten te onderscheiden.
1. HUISBEZOEK IN VERBAND MET DIENSTVERLENING
Huisbezoeken zijn noodzakelijk om tot een zorgvuldig besluit te komen over de inzet van zorg en ondersteuning. De ISD Bollenstreek moet zorgvuldig onderzoek doen om klanten in staat te stellen zelfredzaam te zijn en te kunnen participeren.
In het kader van de Wmo 2015 is het meestal noodzakelijk om na een melding/aanvraag een huisbezoek af te leggen om tot zorgvuldige besluitvorming te komen.
Dit zijn huisbezoeken in het kader van de dienstverlening. Hierbij kan gedacht worden aan
huisbezoeken bij de burger die door fysieke- of gezondheidsproblemen niet de mogelijkheid heeft om de gemeente te bezoeken.
In dergelijke gevallen zal het huisbezoek niet het doel hebben om een leefsituatie te verifiëren of op fraude te controleren.
2. HET PREVENTIEF HUISBEZOEK IN HET KADER VAN DE DIENSTVERLENING
Een mogelijkheid is om te onderzoeken of de belanghebbende gebruik maakt van voorzieningen die zijn toegekend.
Het kan voorkomen dat toch niet de juiste voorziening is toegekend of dat er iets anders aan de hand is. Dit is niet goed voor belanghebbende en ook niet voor de ISD Bollenstreek.
Een huisbezoek kan preventief worden ingezet om niet-gebruik van voorzieningen op te sporen.
3. HUISBEZOEK BIJ VERMOEDEN VAN ONEIGENLIJK GEBRUIK /MISBRUIK (handhaving)
Bij een gegrond vermoeden van oneigenlijk gebruik van maatwerkvoorzieningen of pgb’s is een huisbezoek toegestaan. Gegrond houdt in dat aantoonbare feiten en omstandigheden wijzen op onrechtmatigheden. Een huisbezoek is toegestaan als controlemiddel om informatie van de belanghebbende bevestigd of weerlegd te krijgen.
De belanghebbende heeft volgens artikel 2.3.8, eerste lid van de Wmo 2015 een inlichtingenplicht en volgens artikel 2.3.8, derde lid van de Wmo 2015 een meewerkplicht. Niet meewerken kan leiden tot het intrekken van een maatwerkvoorziening en/of een terugvordering.
De ISD Bollenstreek heeft in het kader van de Wmo 2015 een zorgplicht. Aan huisbezoeken zijn regels verbonden (zie bijlage).
Als sprake is van misbruik door een zorgverlener, kan het gebeuren dat de zorg wordt beëindigd. Dit moet worden meegenomen in het onderzoek. Bij het onderzoek moet worden aangetoond of er sprake is van opzet om strafrechtelijk te kunnen optreden of terug te vorderen in het kader van de Wmo 2015.
4. HET HUISBEZOEK IN HET KADER VAN HANDHAVING ALS LAATSTE ONDERZOEKS- OF VERIFICATIEMIDDEL.
Een huisbezoek is een inbreuk op het huisrecht en de persoonlijke levenssfeer van de belanghebbende.
Vooraf moet worden afgewogen of de gegevens die nodig zijn voor onderzoek ook op een andere manier te verkrijgen zijn. Bijvoorbeeld door administratief onderzoek, of doordat de ISD Bollenstreek belanghebbende zelf de mogelijkheid geeft om zelf schriftelijk, telefonisch of middels een gespreksverslag gegevens beschikbaar te stellen.
Als dit niet mogelijk is kan een huisbezoek worden ingezet als onderzoeksmiddel of ter controle.
Dit kan met of zonder aankondiging vooraf.
Er zijn hierbij twee uitgangspunten van belang:
Als het beoogde doel door inzet van een ander middel dat minder ingrijpend is, gerealiseerd kan Worden, moet voor dat middel gekozen worden.
De ISD Bollenstreek verifieert altijd eerst de verstrekte inlichtingen aan de hand van de voor haar beschikbare authentieke bronbestanden.
Indien er geen sprake is van een vermoeden van fraude heeft de belanghebbende ook het recht om het verifiëren van de verstrekte inlichtingen door middel van een minder ingrijpend middel te laten plaatsvinden. Belanghebbende moet dan zijn leefsituatie op een andere wijze dan middels een huisbezoek aan tonen.
Voor al het overheidshandelen geldt dat het evenredig moet zijn in relatie tot de gestelde doelen. Het ingezette middel en met name de wijze waarop moet in verhouding staan tot het beoogde doel (= het verkrijgen van volledige en de juiste informatie om het recht op een voorziening vast te stellen).
Legitimatie en toestemming voor het betreden van de woning is noodzakelijk, ook al is hieraan voorafgaand een melding of Wmo-aanvraag gedaan. De algemene wet op het binnentreden is van toepassing op bezoeken met een dienstverlenend karakter, maar ook in het kader van handhaving.
Het is niet toegestaan om een woning binnen te gaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner.
Een huisbezoek in het kader van dienstverlening/na melding/aanvraag wordt altijd vooraf aangekondigd. Het is de bedoeling dat belanghebbende wordt geïnformeerd over de datum en tijdstip van het huisbezoek, wie er langskomen, wat de aanleiding is van het bezoek en een algemene uitleg over wat een huisbezoek inhoudt.
De gezamenlijke overeenstemming wordt bevestigd middels een afspraakbevestiging.
Informed consent wil zeggen dat de toestemming moet worden verleend op basis van vrijwilligheid, dat toestemming tot binnentreden van belanghebbende berust op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek én wat mogelijke gevolgen kunnen zijn in geval van weigering.
Belanghebbende mag dus een huisbezoek weigeren, of bepaalde vertrekken of zaken niet te laten zien. Maar dat vanuit deze weigering eventuele gevolgen kunnen ontstaan moet helder zijn, dit is vereist in het kader van zorgvuldigheid en transparantie.
Het is nooit toegestaan om een woning binnen te gaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner. Het huisbezoek moet gericht zijn op het vaststellen van de feitelijke situatie van belanghebbende en of hij/zij recht heeft op een voorziening, tenzij het een huisbezoek is in het kader van de dienstverlening. De ISD Bollenstreek moet kunnen aantonen dat de klant toestemming heeft verleend voor een handhavend huisbezoek.
Hiervoor is een formulier Informed Consent beschikbaar.
Op moment dat belanghebbende dit formulier heeft ondertekend mag de medewerker pas de woning betreden.
Als belanghebbende niet in staat is om staande aan de deur te tekenen of helemaal niet kan tekenen, dan moet in overleg een passende oplossing worden gezocht
In het formulier moet worden opgenomen als het huisbezoek wordt verricht in het kader van een vermoeden van fraude.
Bij het huisbezoek neemt de medewerker van de ISD Bollenstreek de melding met belanghebbende door en wordt informatie gegeven over de wet- en regelgeving, rechten en plichten, en over de (tijdsduur van de) procedure van melding tot aan het einde van het proces.
De medewerker van ISD Bollenstreek onderzoekt óf en welke voorziening passend is en of er nog verder onderzoek van bijvoorbeeld leveranciers of anderen noodzakelijk is.
Bij een eerste aanvraag in het kader van de Wmo wordt indien nodig een (CRVS) verslag gemaakt en aan belanghebbende verzonden.
De consulent, de kwaliteitsmedewerker en/of de toezichthouder Wmo bereiden een huisbezoek voor door onderzoeksvragen op te stellen.
Er is voor belanghebbende ruimte om vermoedens weg te nemen en de vragen van de onderzoekers moeten worden beantwoord. Als de vragen voldoende zijn beantwoord komt de noodzaak voor een huisbezoek te vervallen en is een rapportage voldoende.
Als er nog vragen zijn moet er een afspraak gemaakt worden voor een huisbezoek.
Het kan voorkomen dat een huisbezoek om zeer dringende redenen niet door kan gaan, een voorbeeld hiervan is een (onverwacht) dokters- of ziekenhuisbezoek.
Indien belanghebbende zich hierop beroept moet deze afspraak gecheckt worden d.m.v. een schriftelijk bewijsstuk.
Een onaangekondigd huisbezoek valt ook onder de mogelijkheden. Dan moet dezelfde informatie worden gegeven over inhoud en gevolgen van het bezoek.
Het Informed Consent formulier kan gebruikt worden voor de toestemming die moet worden vastgelegd. De identificatieplicht staat beschreven in de Wmo 2015 in artikel 2.3.4.
De identiteit van belanghebbende moet worden gecontroleerd en genoteerd aan de hand van een geldig identiteitsbewijs. Als iemand zijn/haar identiteit niet wil bevestigen óf geen geldig identiteitsbewijs kan óf wil tonen wordt dit genoteerd.
9. INTREKKEN TOESTEMMING TIJDENS HET HUISBEZOEK
Een eenmaal gegeven toestemming kan de bewoner op elk moment intrekken. Vanaf dat moment bevindt men zich zonder toestemming van de bewoner in de woning en zal men de woning moeten verlaten. Wordt dit niet gedaan dan ben je wederrechtelijk in de woning en pleeg je een ambtsmisdrijf (ambtelijke huisvredebreuk) in de zin van artikel 370 Wetboek van Strafrecht.
Om schending van de inlichtingenplicht aan besluitvorming ten grondslag te kunnen leggen moet de ISD Bollenstreek, aannemelijk maken, dat belanghebbende zijn eenmaal gegeven toestemming heeft ingetrokken.
De bewoner wordt gevraagd te tekenen voor een verklaring dat hij de gegeven toestemming in trekt.
Doet hij dit niet dan wordt een verklaring ondertekend door de betreffende consulenten.
Ook in het proces van intrekken moet belanghebbende worden geïnformeerd over het intrekken van zijn/haar toestemming en de eventuele gevolgen daarvan.
Het waarborgen van de gezondheid en de veiligheid van de uitvoerders van het huisbezoek is een belangrijke voorwaarde bij het afleggen van een huisbezoek.
Waar dat mogelijk is, moet voorkomen worden dat er een onveilige situatie ontstaat voor de uitvoerder van het huisbezoek en voor de belanghebbende.
Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 17 februari 2022,
Voorzitter,
D.T.C. Salman
Secretaris
R.J. ’t Jong
Bijlage 1 Algemene richtlijnen bij een huisbezoek Algemene richtlijnen bij een (dienstverlenend) huisbezoek
Extra richtlijnen bij een huisbezoek in het kader van handhaving
Te nemen stappen bij niet (verdere) medewerking aan huisbezoek
Bieden van een hersteltermijn bij een nieuwe melding
Juridisch gezien is het bij een nieuwe aanvraag niet noodzakelijk de belanghebbende een hersteltermijn te bieden op het moment dat hij niet meewerkt aan en/of bij een huisbezoek.
De klant zou dan de gelegenheid krijgen om de situatie in de woning aan te passen (bron: constante jurisprudentie van de CRvB).
Voor de Wmo gerechtigden gaat dit nagenoeg niet op. De zorgvuldigheid vraagt dan ook om wel een hersteltermijn te bieden. Afhankelijk van het soort huisbezoek kan dit een nieuwe afspraak zijn op een andere dag of een soort mondelinge hersteltermijn van maximaal 10 minuten.
Belanghebbende heeft dan een aantal minuten bedenktijd om alsnog medewerking aan en/of bij het huisbezoek te verlenen. Bij blijvende weigering wordt de belanghebbende op de hoogte gesteld van de gevolgen van de weigering om mee te werken.
Bieden van een hersteltermijn bij een lopende voorziening
Bij een lopende voorziening kan niet meewerken aan een huisbezoek tot gevolg hebben dat de voorziening van de belanghebbende wordt ingetrokken. Daarom moet hier wel een hersteltermijn worden geboden. Bij niet (verder) meewerken kan de voorziening onmiddellijk (gedeeltelijk) worden ingetrokken.
Welke stappen moeten worden genomen bij het niet (verder) meewerken aan een huisbezoek?
Dit zijn de stappen als een belanghebbende zegt dat hij niet (verder) wil meewerken aan het huisbezoek:
Blijft de belanghebbende bij de weigering dan is hiermee het uitvoerend deel afgerond. De weigering wordt schriftelijk bevestigd dan wel vermeld in de beschikking die hierop volgt.
Houd het aan de deur kort in verband met privacy.
Het verslag van het handhavend huisbezoek
Van ieder huisbezoek moet een schriftelijk verslag worden gemaakt met de volgende gegevens:
Bij onderzoeken met het oog op handhaving belanghebbende
Als bij handhavend onderzoek de feitelijke situatie klopt met het verhaal van de klant, vermeld dit dan in het verslag. Als er juist wel verschillen zijn is het belangrijk die goed te rapporteren. Hoe groter het verschil tussen de waarneming en de opgave van de klant, hoe uitgebreider dit moet worden gerapporteerd. Zorgvuldige rapportage is extra van belang als op basis van een huisbezoek een aanvraag niet in behandeling wordt genomen, of wordt afgewezen, of het recht op een maatwerkvoorziening of pgb wordt ingetrokken. Neem de rapportage altijd door met de andere medewerker die bij het bezoek was.
Bespreking verslag met belanghebbende
Uit het oogpunt van zorgvuldigheid en behoorlijk handelen moet de klant in de gelegenheid zijn om te reageren op de uitkomst van het huisbezoek. Dat betekent dat de klant de conclusies moet vernemen en het gevolg voor zijn recht op (een) voorziening(en). De zienswijze van de klant moet in het rapport worden opgenomen en in de beoordeling en de motivering van de beslissing worden meegenomen. Hiervoor kan het gespreksverslag/CRVS verslag worden gebruikt. Het besluit mag voor de klant geen verrassing zijn.
De onderzoeksmethoden zijn in principe die van zien en horen. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de klant beeldopnames te maken. Met toestemming mag het wel, maar alleen van zaken die relevant zijn voor het onderzoek. Voor elke foto moet de klant apart toestemming geven.
Vertel de klant dat de waargenomen situatie ook schriftelijk wordt genoteerd en dat de beeldopnames de situatie verduidelijken. Als geen sprake is van verduidelijking, laat het beeld dan achterwege. Het moet proportioneel zijn.
Voor geluidsopnamen gelden strenge eisen. Het mag alleen als het in het voordeel is van de klant, en als de klant toestemming geeft. Om problemen te voorkomen is het advies om de toestemming voor beeld- en geluidsopnames schriftelijk vast te leggen en de klant hiervoor te laten tekenen.
Een consulent of een toezichthouder mag bij een huisbezoek alleen in de ruimtes komen die hij voor het onderzoek gezien moet hebben.
Dat wil zeggen: om de melding of aanvraag te kunnen beoordelen of om te kunnen handhaven. Een consulent of een toezichthouder mag evenmin zelf een kastje openen. Als er administratie uit een kast moet worden gehaald, dan doet de klant dit (desgevraagd en waar mogelijk) zelf.
Onderstaand staat een opsomming van flankerende wetgeving dus niet zijnde de door de gemeente uit te voeren sociale zekerheidswetgeving.
Aan de bewoner wordt zo spoedig mogelijk een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt. Indien het binnentreden in het belang van de nationale veiligheid of dat van de strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij de wet te stellen regels de verstrekking van het verslag worden uitgesteld. In de bij de wet te bepalen gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten, indien het belang van de nationale veiligheid zich tegen verstrekking blijvend verzet.
Artikel 8 Europees Verdrag van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voor-komen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Artikel 1 Algemene wet op het binnentreden (Awbi)
Degene die bij of krachtens de wet belast is met de opsporing van strafbare feiten of enig ander onderzoek, met de uitvoering van een wettelijk voorschrift of met het toezicht op de naleving daarvan, dan wel een bevoegdheid tot vrijheidsbeneming uitoefent, en uit dien hoofde in een woning binnentreedt, is verplicht zich voorafgaand te legitimeren en mededeling te doen van het doel van het binnentreden. Indien twee of meer personen voor hetzelfde doel in een woning binnentreden, rusten deze verplichtingen slechts op degene die bij het binnentreden de leiding heeft.
Indien de naleving van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen naar redelijke verwachting ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen, feitelijk on-mogelijk is dan wel naar redelijke verwachting de strafvordering schaadt ten aanzien van misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, gelden deze verplichtingen slechts voor zover de naleving daarvan in die omstandigheden kan worden gevergd.
Een persoon in dienst van een bestuursorgaan die zich ingevolge het eerste lid legitimeert, toont een legitimatiebewijs dat is uitgegeven door of in opdracht van dat bestuursorgaan. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de houder en vermeldt diens naam en hoedanigheid. Indien de veiligheid van de houder van het legitimatiebewijs vordert dat zijn identiteit verborgen blijft, kan in plaats van zijn naam zijn nummer worden vermeld.
Artikel 370 Wetboek van Strafrecht
De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van de bij de wet bepaalde vormen, in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, desondanks binnentreedt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. http://wetten.overheid.nl/BWBR0006763/1/Artikel1/geldigheidsdatum_08-01-2014/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0006763/1/Artikel1/geldigheidsdatum_08-01-2014/afdrukken_optieshttp://wetten. overheid.nl/BWBR0006763/1/Artikel1/geldigheidsdatum_08-01-2014/opslaan
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Lid 4. Onder beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde en algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.
Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen.
Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering.
Ter motivering van een besluit kan slechts worden volstaan met een verwijzing naar een vaste gedragslijn voor zover deze is neergelegd in een beleidsregel.
Bij de bekendmaking van het besluit, inhoudende een beleidsregel, wordt zo mogelijk het wettelijk voorschrift vermeld waaruit de bevoegdheid waarop het besluit, inhoudende een beleidsregel, betrekking heeft voortvloeit
Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.
Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
Bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan dat de toezichthouder als zodanig aan-wijst, kunnen de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden worden beperkt.
Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.
Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Bijlage 3 Relevante wetgeving Wmo 2015
Indien bij het college melding wordt gedaan van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning, voert het college in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken, een onderzoek uit overeenkomstig het tweede tot en met achtste lid. Het college bevestigt de ontvangst van de melding.
Voordat het onderzoek van start gaat, kan de cliënt het college een persoonlijk plan overhandigen waarin hij de omstandigheden, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met g, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen. Het college brengt de cliënt van deze mogelijkheid op de hoogte en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding, bedoeld in het eerste lid, in de gelegenheid het plan te overhandigen.
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het college kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij regeling van Onze Minister aan te wijzen administraties.
Indien het college een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 met toepassing van artikel 2.3.10, onderdeel a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en van degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten persoonsgebonden budget.
Centrale Raad van Beroep, 29-04-2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BD1111 (gemeente Emmen)http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2008:BD1111&keyword=BD1111
Betrokkene vraagt onder meer een berging aan voor haar scootmobiel. De gemeente weigert deze – volgens de Raad terecht – omdat betrokkene haar scootmobiel ook in de bijkeuken kan stallen en daar zo nodig meer ruimte kan maken door spullen elders op te bergen. In het algemeen zal bij aanvragen voor woonvoorzieningen als deze altijd een huisbezoek nodig zijn, om te kijken of een aanpassing mogelijk en noodzakelijk is of dat er alternatieven zijn. Afwijzen zonder onderzoek te doen naar de situatie ter plekke kan onder omstandigheden onzorgvuldig zijn en leiden tot vernietiging van het besluit door de rechter.
Centrale Raad van Beroep, 25-05-2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AT6661 (gemeente Veghel)
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2005:AT6661&keyword=ECLI%3aNL %3aCRVB%3a2005%3aAT6661+
Betrokkene is rolstoelgebonden en vraagt op basis van een zelf ingewonnen offerte een tegemoetkoming aan voor een aanpassing van haar keuken. Het gaat om een bedrag van fl. 17.463,25 (€ 7.806,19) voor het aanbrengen van deurdrangers, het ombouwen van het aanrecht tot een hoekaanrecht met voor betrokkene toegankelijke onderkasten en het vervangen van een versleten douchezitje. De gemeente laat zelf een bouwkundig/ergonomisch rapport opmaken, en besluit, mede op basis van medisch advies, een bedrag van fl. f 3.363,05 (€ 1.503,30) toe te kennen. Uiteindelijk oordeelt de Raad dat de gemeente een juist besluit heeft genomen.
Centrale Raad van Beroep, 10-09-2014 ECLI:NL:CRVB:2014:2984 (gemeente Rotterdam)
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2014:2984&keyword=ECLI%3aNL% 3aCRVB%3a2014%3a2984
In deze zaak is al eerder een tussenuitspraak gedaan door de Centrale Raad van Beroep. Daarbij is geconstateerd dat de gemeente niet zorgvuldig genoeg besloten heeft op een Wmo-aanvraag voor huishoudelijke hulp.
Via de tussenuitspraak http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:N L:CRVB:2014:1836&keyword=ECLI%3aNL%3aCRVB%3a2014%3a1836+ wordt de procedure als het ware stilgelegd en krijgt de gemeente de gelegenheid nieuw onderzoek te doen om het zorgvuldigheidsgebrek te herstellen. In de einduitspraak, te vinden onder het nummer boven dit kopje, oordeelt de Raad dat de gemeente door het afleggen van een huisbezoek en een daarop gebaseerd rapport over de situatie ter plekke, het zorgvuldigheidsgebrek hersteld heeft. Het hoger beroep van de aanvrager wordt alsnog gegrond verklaard om procedurele redenen, maar de rechtsgevolgen blijven in stand, omdat uit het huisbezoek is gebleken dat de gemeente niet meer hulp had hoeven te leveren.
Centrale Raad van Beroep, 10-12-2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BG6612 (gemeente Gorinchem)http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2008:BG6612&keyword=bg6612
Deze standaarduitspraak is vooral bekend geworden omdat er een aantal principiële noten worden gekraakt over de inhoud van het begrip ‘compensatieplicht’ en over de weigering van keuzevrijheid voor een PGB in de Wmo 2007. Daarnaast gaat het over de zorgvuldigheid van het onderzoek. De aanleiding voor de zaak is een aanvraag voor een douchestoel voor een meervoudig gehandicapt pleegdochtertje. Via een AWBZ-PGB kopen de pleegouders hulp in, die wordt geleverd door diverse personen en ook door henzelf. Omdat het wassen volgens de pleegouders een gecompliceerde aangelegenheid is en niet alle hulpverleners even lang zijn, vragen zij een elektrisch in hoogte verstelbare douchestoel aan. De gemeente is van mening dat een douchestoel met vaste zithoogte de goedkoopst-adequate oplossing is en weigert een (duurdere) elektrisch in hoogte verstelbare stoel. In hoger beroep oordeelt de Raad onder meer dat het onderzoek naar de aanvraag onvoldoende zorgvuldig is geweest, en vernietigt het besluit van de gemeente. De gemeente wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen. De Raad adviseert de gemeente om daarbij een huisbezoek af te laten leggen door een medisch of ergonomisch adviseur om ter plekke te beoordelen hoe het douchen in de praktijk plaatsvindt, en mede op basis van de onderzoeksbevindingen een nieuw besluit te nemen.
Centrale Raad van Beroep 05-06-2013,ECLI:NL:CRVB:2013:1261 (gemeente Steyn)
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2013:1261&keyword=ECLI%3aNL% 3aCRVB%3a2013%3a1261
Betrokkene vraagt een paar specifieke woonvoorzieningen aan. Van de kant van de gemeente wordt een huisbezoek afgelegd om de woonsituatie in kaart te brengen. Uit medisch advies blijkt daarnaast dat traplopen problematisch is en de trap in de woning naar verwachting een probleem gaat worden. Betrokkene heeft geen traplift aangevraagd, maar bij huisbezoek is gebleken dat er een trap in de woning aanwezig was. Omdat een traplift volgens de gemeente wel nodig is, zullen de kosten van aanpassing, mede door de traplift, zo hoog worden dat de gemeente beslist tot toekenning van een verhuiskostenvergoeding. Volgens de gemeente is geschikte alternatieve woonruimte voorhanden. Betrokkene is het niet eens met dit besluit en gaat uiteindelijk ook in hoger beroep. Haar gemachtigde stelt dat zij helemaal geen traplift heeft aangevraagd en dat de zaak daar dan dus ook niet over gaat. De Raad stelt echter dat op basis van de Wmo de gehele woonsituatie in beschouwing moet worden genomen en de gemeente dus ook rekening moet houden met (te verwachten) problemen waarvoor geen voorziening is aangevraagd.
4.3 Verplichting om aan onderzoek mee te werken
Tot slot nog de verplichting om aan het onderzoek mee te werken. Medewerking aan een huisbezoek weigeren, kan ertoe leiden dat er onvoldoende informatie is en dus het recht op een voorziening niet kan worden vastgesteld. Dan kan de voorziening geweigerd worden, zoals blijkt uit de uitspraak
Vzr. Centrale Raad van Beroep 05-06-2013, ECLI:NL:CRVB:2013:CA2951 (gem. Borger-Odoorn)
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2013:CA2951&keyword=ECLI%3aNL %3aCRVB%3a2013%3aCA2951, waarin een aanvraagster medewerking aan een medisch onderzoek en aan een huisbezoek weigerde. De gemeente heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten, de Raad stelt echter dat deze had moeten worden afgewezen, omdat het recht op huishoudelijke hulp via de Wmo niet kon worden vastgesteld.
Uit de uitspraak Vzr. Centrale Raad van Beroep 25-07-2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BR4090 (gem. Den Haag)http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2011:BR4090&keyword= ECLI%3aNL%3aCRVB%3a2011%3aBR4090+ gaat nog meer dan de hierboven genoemde uitspraak in op het huisbezoek door een indicatiesteller en een medisch adviseur van de gemeente. Huisgenoten die geacht worden gebruikelijke zorg te leveren werken daar niet aan mee, en dat leidt ook tot het oordeel dat de aanvraag van de ouders terecht is afgewezen. De uitspraak van de voorzie-ningenrechter wordt overigens bevestigd in de uitspraak
Centrale Raad van Beroep, 17-10-2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BY0448 (gem. Den Haag)http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI: NL:CRVB:2012:BY0448&keyword=huisbezoek+wmo
Als aanvragers een huisbezoek in het kader van de Wmo weigeren, moet de gemeente wel bezien of er andere methoden bestaan om de omvang van de noodzakelijke hulp bij het huishouden vast te stellen, bijvoorbeeld het navraag doen bij zorgverleners, zie Centrale Raad van Beroep,18-04-2012 ECLI:NL:CRVB:2012:BW3254 (gem. Oss)http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2012:BW3254 In de uitspraak Centrale Raad van Beroep,02-08-2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BR4177 (gem. Deurne)http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2011:BR4177 lijkt het ontbreken van een huisbezoek een element voor de vernietiging van een besluit, vanwege onvoldoende motivering.
Gespreksverslag en bevindingen huisbezoek
Verklaring voor toestemming huisbezoek
Voorletters + achternaam (belanghebbende/bewoner)……………………………………………………………………….....................................
Straat + huisnummer: ………………………………………………………………… Postcode…………..........................
Namens ISD Bollenstreek waren wij op (datum) ………………….., om (tijd) ………………………………………,
op huisbezoek in het kader van ……………………………………………………………………………………………………..
1. Naam: ……………………………………….. Functie: ………………………………………………...
2. Naam: ……………………………………….. Functie: ………………………………………………...
0 Ik heb de belanghebbende/bewoner volledige en juiste informatie gegeven over de reden en het doel van dit huisbezoek en heb de bewoner gewezen op de rechten en plichten in verband met dit huisbezoek.
0 Degene die opendeed is toestemming gevraagd om de woning op basis van vrijwilligheid te mogen betreden.
Belanghebbende/bewoner, …………………………………………………………(naam) verklaart akkoord te gaan met bovenstaande verklaring.
Woonplaats, ……………………………………………………….(datum) ………………………………………….............…………
…………………………………………………............... (handtekening belanghebbende/bewoner)
……………………………………………………………….(handtekening medewerker ISD Bollenstreek)
In geval van het niet verlenen van toestemming
0 De belanghebbende/bewoner heeft geen toestemming verleend tot het binnentreden van de woning omdat ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
De belanghebbende/bewoner is ervan op de hoogte gebracht dat er consequenties kunnen volgen uit het niet verlenen van toestemming.