Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Samenwerking De Bevelanden

Beleidsregels Wet taaleisafdeling Werk, Inkomen en Zorg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSamenwerking De Bevelanden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels Wet taaleisafdeling Werk, Inkomen en Zorg
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2016Beleidsregels Wet taaleis WIZ GR de Bevelanden

15-02-2016

bgr-2022-723

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Wet taaleisafdeling Werk, Inkomen en Zorg

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden (GR de Bevelanden); b, Uitkering: de door het bestuur verleende bijstand in het kader van de Participatiewet;

  • 1.

    Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

  • 2.

    Wet taaleis: de wet tot wijziging van de Participatiewet teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis Participatiewet).

e. Referentieniveau: het fundamentele niveau (F-niveau) taal en rekenen volgens de richtlijnen van de Rijksoverheid.

f. Educatie: de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra. h Inburgering: de Wet inburgering.

Artikel 2. Aantonen kennis Nederlandse taal

  • 1.

    Wanneer belanghebbende in de leerplichtige leeftijd (tussen 5 en 16 jaar) tenminste acht jaar in Nederland heeft gewoond, kan er vanuit gegaan worden dat door belanghebbende acht jaar Nederlandstalig ondetwijs is gevolgd;

  • 2.

    Met rapporten, diploma's of certificaten kan belanghebbende aantonen dat de Nederlandse taal op het referentieniveau aanwezig is. Voorbeelden staan in de toelichting.

Artikel 3, Taaltoets

  • 1.

    Als onvoldoende aangetoond kan worden dat de Nederlandse taal op het referentieniveau wordt beheerst en recht bestaat op bijstand, wordt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag, een taaltoets afgenomen,

  • 2.

    Op het moment dat bij de intake vastgesteld wordt dat de taaltoets afgenomen moet worden, ondertekent belanghebbende de zogeheten bereidverklaring.

  • 3.

    De taaltoets wordt bij voorkeur door Scalda uitgevoerd.

  • 4.

    Na het afleggen van de taaltoets wordt de bijstandsgerechtigde binnen 8 weken op de hoogte gesteld van het resultaat.

Artikel 4. Geen taaltoets Er wordt geen taaltoets afgenomen

a. wanneer vastgesteld kan worden dat elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt om aan de taaleis te voldoen (zie artikel 5); b, bij indeling in trede 5 of 6 van de participatieladder;

  • 1.

    bij de zogeheten draaideurklant waarbij tijdens de vorige uitkeringsperiode al een taaltoets is afgenomen;

  • 2.

    bij de aanvrager die een bijstandsuitkering heeft ontvangen in een andere gemeente en in die gemeente al een toets heeft afgelegd;

  • 3.

    bij kortdurende bijstandsverlening.

Artikel 5. Ontbreken van veMijtbaarheid Elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt als:

a. sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid;

b. ontheffing van de arbeidsplicht of algemene ontheffing is verleend;

c. ontheffing is verleend op grond van de Wet inburgering;

d. een inburgeringstraject wordt gevolgd op grond van de Wet inburgering;

e. sprake is van een gediagnosticeerd leerprobleem.

Artikel 6. Kennisgeving en (geen) bereidverklaring

Belanghebbende ontvangt binnen 8 weken na het afleggen van de taaltoets de kennisgeving met de uitslag van de taaltoets. Is de uitkomst van de taaltoets dat belanghebbende niet aan de taaleis voldoet, dan wordt de volgende procedure gevolgd:

  • 1.

    belanghebbende wordt uitgenodigd voor een gesprek om afspraken te maken over een in te zetten taaltraject;

  • 2.

    wanneer belanghebbende niet start met het aangeboden taaltraject wordt de bijstand beoordeeld met toepassing van artikel 18b van de Participatiewetl

Artikel 7. Aanbod taaltraject

Belanghebbende krijgt een taaltraject op maat aangeboden.

Artikel 8. Voortgang taaltraject

  • 1.

    In het plan van aanpak is opgenomen wat het startniveau van belanghebbende is, welk niveau haalbaar is en hoe lang belanghebbende nodig heeft om dit niveau te bereiken. Dit plan van aanpak is het uitgangspunt voor de beoordeling van de inspanning van belanghebbende.

  • 2.

    Na de start van een taaltraject wordt na het verstrijken van de eerste 6 en 12 maanden opnieuw een taaltoets afgenomen om de voortgang van het traject te bepalen.

c, Als het in te zetten taaltraject korter is dan 6 of 12 maanden vindt de taaltoets plaats bij beëindiging van het ingezette taaltraject.

Artikel 9. Relatie met andere wetgeving

Wanneer belanghebbende een (taal)traject in het kader van de Wet inburgering of Wet educatie volgt, wordt dit aangemerkt als 'voldoende inspanning' van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld in de Wet taaleis.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 Januari 2016

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregels Wet taaleis WIZ de Bevelanden".

Vastgesteld door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden in zijn openbare vergadering van 15 februari 2016.

mr. LJ. Verhulst, de voorzitter,

mr. FLAR Marquinie, de directeur