Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Mandaatbesluit Wegsleepverordening Ridderkerk 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Wegsleepverordening Ridderkerk 2022
CiteertitelMandaatbesluit Wegsleepverordening Ridderkerk 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 130 van de Wegenverkeerswet 1994
  4. artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994
  5. artikel 170 van de Wegenverkeerswet 1994
  6. artikel 174 van de Wegenverkeerswet 1994
  7. Wegsleepverordening Barendrecht 2021
  8. Wegsleepverordening Barendrecht 2021
  9. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024aanhef, artikel 1, toelichting

07-11-2023

gmb-2023-492347

912552
07-07-202201-01-2024nieuwe regeling

14-06-2022

gmb-2022-306571

460264

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Wegsleepverordening Ridderkerk 2022

Burgemeester en wethouders van Ridderkerk,

 

Overwegende

  • dat het college bevoegd is te besluiten tot het (laten) wegslepen van voertuigen op grond van artikel 170 van de Wegenverkeerswet;

  • dat het hier vaak gaat om situaties waarin met spoed moet worden opgetreden;

  • dat het in de praktijk zinvol kan zijn dat de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en de marktmeester ook bevoegd zijn om besluiten te nemen over het wegslepen van voertuigen;

  • dat het derhalve wenselijk is om deze bevoegdheid te mandateren aan deze functionarissen;

gelet op artikel 160, eerste lid sub a van de Gemeentewet, de artikelen 10:3 juncto 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 130, 164, 170 en 174 van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wegsleepverordening Barendrecht 2021,

Besluiten:

  • 1.

    Mandaat te verlenen aan de volgende functionarissen om te besluiten tot het wegslepen van voertuigen op grond van de Wegenverkeerswet en de Wegsleepverordening Ridderkerk 2022:

    • a.

      de buitengewoon opsporingsambtenaren welke werkzaam zijn voor de gemeente Ridderkerk;

    • b.

      de teamleider Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Ridderkerk;

    • c.

      de door het college van Ridderkerk aangewezen marktmeester.

  • 2.

    Te bepalen dat bij de uitoefening van dit mandaat de volgende restricties dan wel voorwaarden gelden:

    • a.

      het verlenen van ondermandaat is niet toegestaan;

    • b.

      In het BOA jaarverslag leggen gemandateerden verantwoording af over het gebruik dat zij van het mandaat heeft gemaakt via overlegging van de in dat jaar in mandaat genomen besluiten.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 14 juni 2022.

De secretaris,

dhr. H.W.J. Klaucke

De burgemeester

Mw. A. Attema

Instemming

Manager cluster Veiligheid van de BAR-organisatie

 

Dhr. R. den Duijf

 

Toelichting

Op grond van de Wegenverkeerswet en de Wegsleepverordening Ridderkerk 2022 is het college bevoegd om voertuigen te (laten) wegslepen. Dat kan alleen als die voertuigen in strijd met de (verkeers)wetgeving geparkeerd staan én de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer aantasten, dan wel hinderlijk in de weg staan. Het besluit om voertuigen weg te laten slepen is een vorm van (spoedeisende) bestuursdwang en kan alleen worden toegepast als daar een goede reden voor is: het voertuig is bijvoorbeeld tot stilstand gekomen op de weg of op een kruispunt of staat op een plek waar de markt of een evenement moet worden opgebouwd, of het voertuig staat (langdurig) geparkeerd op een laad- en losplaats, een gehandicaptenparkeerplaats of bij een oplaadpaal. Met andere woorden: het wegslepen van voertuigen is een middel dat alleen in uiterste nood mag worden ingezet. Is daar geen sprake van, dan kan immers volstaan worden met een boete.

 

In de praktijk zullen het veelal de boa’s en de marktmeester zijn die die overtredingen constateren en die met spoed actie moeten ondernemen. Daarom wordt de bevoegdheid tot het besluiten tot wegslepen gemandateerd aan deze functionarissen. Het besluit tot het wegslepen van voertuigen wordt mondeling genomen en zo spoedig mogelijk op schrift gesteld. Tegen het besluit tot het wegslepen van voertuigen staan bezwaar en beroep open. Uit het algemene mandaatbesluit blijkt dat beslissingen op die bezwaar kunnen worden genomen door de directeur, tenzij van het commissieadvies wordt afgeweken: dan beslist het college zelf op het bezwaar.

 

Mandaat is de bevoegdheid om in naam van en onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan een besluit te nemen. Het college is en blijft altijd verantwoordelijk. Mandaat is immers een bevoegdheid, geen plicht; de gemandateerde kan altijd besluiten het college te laten beslissen. Ondermandaat is niet toegestaan.