Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Samenwerking De Bevelanden

Beleidsregels kinderopvang WIZ de Bevelanden 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSamenwerking De Bevelanden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels kinderopvang WIZ de Bevelanden 2017
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2017Beleidsregels kinderopvang WIZ de Bevelanden 2017

14-07-2017

bgr-2022-720

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels kinderopvang WIZ de Bevelanden 2017

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling de Bevelanden, gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang voor doelgroepouders,

besluit vast te stellen de volgende

Beleidsregels kinderopvang WIZ de Bevelanden 2017.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • 1.

      de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko);

    • 2.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling de Bevelanden;

    • 3.

      ouder : de alleenstaande ouder, de ouders samen of de verzorger(s).

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang voor doelgroepouders wordt ingediend bij het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • 1.

      naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder en indien van toepassing, van de partner;

    • 2.

      indien de partner een ander adres heeft, het adres van de partner;

C. naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 1.

    een offerte of contract van het geregistreerde kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

  • 2.

    gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels;

  • 3.

    overige gegevens die het dagelijks bestuur nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

    • 1.

      Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner, indien de partner daartoe in staat is en er daarvoor geen wettelijke belemmeringen aanwezig zijn.

Artikel 3. Inlichtingenplicht

  • 1.

    De aanvrager is verplicht alle inlichtingen te verstrekken die in het belang van een goede controle op de verstrekking noodzakelijk zijn.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur wijzigt of trekt de beschikking tot het verlenen van een tegemoetkoming in en vordert het te veel betaalde bedrag terug, indien aanvrager niet voldoet aan de inlichtingenplicht en als gevolg hiervan of om een andere reden ten onrechteof een te hoog bedrag aan tegemoetkoming is betaald.

 Artikel 4. Beslistermijn

  • 1.

    Het dagelijks bestuur besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 5. Weigeringsgrond

  • 1.

    Het dagelijks bestuur weigert de tegemoetkoming als de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur weigert de tegemoetkoming eveneens indien er sprake is van een toereikende voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening waarop betrokkene redelijkerwijs aanspraak kan maken op grond van.

    • 1.

      de Wet Kinderopvang (Wko);

    • 2.

      de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ);

    • 3.

      Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

Paragraaf 2 Tegemoetkoming aan doelgroepouders

Artikel 6. Doelgroepouders

  • 1.

    In aanmerking voor een tegemoetkoming doelgroepouders komt de ouder die in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en tot één van de volgende doelgroepen behoort:

    • 1.

      de ouder die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, de IOAW, IOAZ of ANW en gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a Participatiewet, artikel 34, eerste lid, onder a, IOAW, of artikel 34, eerste lid, onder a, IOAZ, welke voorziening een noodzaak tot kinderopvang met zich meebrengt;

    • 2.

      de ouder die minderjarig is, scholing of een opleiding volgt en algemene bijstand op grond van de Participatiewet ontvangt of kan ontvangen;

C. de ouder die op grond van de Wet Inburgering een inburgeringscursus volgt bij een gecertificeerde instelling en algemene bijstand op grond van de Participatiewet ontvangt;

  • 1.

    de ouder die een inkomen uit arbeid en aanvullende algemene bijstand op grond van de Participatiewet ontvangt;

  • 2.

    de ouder die is ingeschreven bij een school of instelling als bedoeld in paragraaf

2.2 of 2.4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdragen en schoolkosten dan wel als bedoeld in de artikelen 2.8 tim 2.11 Wet studiefinanciering 2000 en die vanuit een gemeentelijke uitkering of vanwege een aanvraag voor een gemeentelijke uitkering een studie is gaan volgen.

Artikel 7. Hoogte van de tegemoetkoming doelgroepouders

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding bedraagt het verschil tussen de werkelijke noodzakelijke kosten van de kinderopvang en de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.

  • 2.

    Na afloop van het kalenderjaar wordt de tegemoetkoming definitief vastgesteld aan de hand van de jaaropgave van het kinderopvangcentrum of gastouderbureau.

  • 3.

    De gemeentevordert te veel betaalde tegemoetkoming terug.

Artikel 8. Duur van de tegemoetkoming doelgroepouders

  • 1.

    De vergoeding wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de bijdrage door het dagelijks bestuur in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt of noodzakelijk is, wordt de vergoeding verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

 

Toelichting

Algemeen

In deze beleidsregels is vastgesteld op welke wijze en onder welke voorwaarden WIZ de Bevelanden een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang aan doelgroepouders verstrekt.

Paragraaf 2 Tegemoetkoming doelgroepouders

Artikel 1.13 Wet kinderopvang biedt het college de bevoegdheid een tegemoetkoming te verstrekken in aanvulling op de kinderopvangtoeslag voor een aantal omschreven doelgroepen, het zogenoemde koa-kopje. Deze bevoegdheid hebben de colleges van B&W van de gemeenten in de Bevelanden gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling de Bevelanden.

Het koa-kopje kan aan de volgende doelgroepen worden toegekend:

  • 1.

    de ouder die algemene bijstand of een IOAW-uitkering, IOAZ-uitkering of een Anw- uitkering ontvangt, én gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7 lid 1 onderdeel a Participatiewet, artikel 34 lid 1 onderdeel a IOAW en artikel 34 lid 1 onderdeel a IOAZ, die de noodzaak van kinderopvang met zich brengt;

  • 2.

    de ouder die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, scholing of een opleiding volgt en op grond van de Participatiewet algemene bijstand ontvangt of kan ontvangen;

C. de ouder die is ingeschreven bij een school of instelling als bedoeld in paragraaf 2.2 of 2.4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdragen en schoolkosten dan wel als bedoeld in de artikelen 2.8 tim 2.11 Wet studiefinanciering 2000.

Aangewezen Doelgroepouders

In deze beleidsregels is ervoor gekozen om alleen ouders die een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, IOAZ of ANW ontvangen én de ouders die vanuit een (aanvraag voor een) gemeentelijke uitkering zijn gaan studeren als doelgroepouders aan te wijzen.

Studenten die “zonder tussenkomst van WIZ" zijn gaan studeren , worden niet als doelgroepouders aangemerkt.

Hoogte vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang

In dit artikel wordt geregeld dat de volledige eigen bijdrage van de ouder voor de kinderopvang wordt vergoed. Hierbij wordt uitgegaan van de kinderopvangtoeslag waarop de ouder bij de Belastingdienst aanspraak kan maken. De ouder is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst.

Paragraaf 3 Slotbepalingen Hardheidsclausule

Op grond van de hardheidsclausule kan in bijzondere situaties worden afgeweken van deze

beleidsregels.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden per 1 oktober 2017 in werking onder gelijktijdige intrekking van de oude beleidsregels.

 

  • 1.

    3. Het dagelijks bestuur kan in afwijking van het gestelde in het eerste lid besluiten de tegemoetkoming toe te kennen vanaf een datum die ligt voor de datum waarop de aanvraag in ontvangst is genomen.

  • 2.

    De vergoeding wordt verleend voor de periode van het berekeningsjaar.

  • 3.

    In afwijking van het vorige lid kan het dagelijks bestuur de vergoeding voor een andere periode verlenen.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur verstrekt de vergoeding voor het aantal uren kinderopvang per maand dat naar het oordeel van het dagelijks bestuur voor de ouder redelijkerwijs noodzakelijk is. Hierbij wordt rekening gehouden met de aantoonbare mogelijkheden van de aanvrager om zelf in kinderopvang te voorzien of met een passende voorziening waar de ouder redelijkerwijs gebruik van zou kunnen maken.

Paragraaf 3Slotbepalingen

Artikel 9. Hardheidsclausule

1. Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in deze beleidsregels is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking per 1 oktober 2017 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang voor doelgroepouders WIZ de Bevelanden 2015.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Beleidsregels kinderopvang WIZ de Bevelanden 2017”.

Vastgesteld door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke r eling Samenwerking de Bevelanden op 14 juli 2017.

 

mr. F. Marquinie MBA, Directeur

mr. A. Stapelkamp, Voorzitter (plv.)