Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Samenwerking De Bevelanden

beleidsregels uitsluiting van bijstand wegens het kunnen volgen van een opleiding afdeling Werk, Inkomen en Zorg GR De Bevelanden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSamenwerking De Bevelanden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingbeleidsregels uitsluiting van bijstand wegens het kunnen volgen van een opleiding afdeling Werk, Inkomen en Zorg GR De Bevelanden
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015'Beleidsregels uitsluiting van bijstand wegens het kunnen volgen van een opleiding afdeling Werk, Inkomen en Zorg GR De Bevelanden

23-02-2015

bgr-2022-708

Tekst van de regeling

Intitulé

beleidsregels uitsluiting van bijstand wegens het kunnen volgen van een opleiding afdeling Werk, Inkomen en Zorg GR De Bevelanden

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden;

vast te stellen de beleidsregels uitsluiting van bijstand wegens het kunnen volgen van een opleiding afdeling Werk, Inkomen en Zorg GR De Bevelanden.

Inleiding Per 1 januari 2015 zijn artikel 7, lid 3, sub a en artikel 13, lid 2, sub c van de Participatiewet in werking getreden.

De artikelen 7, lid 3, onderdeel a Participatiewet en 13, lid 2, onderdeel c Participatiewet bepalen dat een persoon jonger dan 27 jaar die uit Is Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen geen aanspraak heeft op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en - voor zover hij aanspraak maakt op studiefinanciering - geen recht heeft op algemene bijstand.

Ook jongeren die weigeren regulier onderwijs te volgen waardoor geen aanspraak op studiefinanciering bestaat, worden uitgesloten van het recht op algemene bijstand.

Artikel 41, leden 5 en 7 van de Participatiewet betreft de documentatieplicht van de meerderjarige persoon jonger dan 27 jaar waarmee hij het college (in de praktijk WIZ de Bevelanden) moet helpen bij de beoordeling of hij nog mogelijkheden heeft binnen het uit 's Rijks kas bekostigde onderwijs.

Werkwijze

Om te bepalen of een jongere in beginsel in aanmerking komt voor algemene bijstand wordt het "stappenplan jongeren, studeren of bijstand ?" van Schulink gevolgd.

Daarbij is het onderscheid tussen jongeren mét en zonder startkwalificatie van belang (la en Ib in het stappenplan) en de dienstverlening van het RMC.

Dit leidt tot een onderscheid in 3 groepen.

Jon eren zonder startkwalificatie < 23 'aar

Ten aanzien van jongeren zonder startkwalificatie tot 23 jaar wordt altijd het RMC geraadpleegd om een oordeel te vellen over de vraag of het volgen van een opleiding redelijkenvijs van de betrokken jongere kan worden gevergd (la in het stappenplan). Het RMC geeft hierover een advies in de vorm van een schriftelijke rapportage aan de betreffende klantmanager. Dit laat onverlet de verantwoordelijkheid die de jongere zelf heeft op grond van artikel 41, leden 5 en 7 van de Participatiewet. Op basis van het advies van het RMC en de bewijsstukken die de jongere zelf aanlevert, neemt de betrokken klantmanager een beslissing ten aanzien van het in aanmerking komen voor algemene bijstand gegeven het antwoord op de vraag of de jongere in aanmerking kan komen voor studiefinanciering.

Pagina 2

Jongeren zonder startkwalificatie > 23 jaar en < 27 jaar

Ten aanzien van jongeren zonder startkwalificatie vanaf 23 tot 27 jaar kan in voorkomende gevallen het RMC worden geraadpleegd om een oordeel te vellen over de vraag of het volgen van een opleiding redelijketwijs van de betrokken jongere kan worden gevergd (la in het stappenplan).

Dit ligt in ieder geval voor de hand voor zover de jongere in een eerder stadium (jonger dan 23 jaar) bij het RMC bekend is geweest. De betreffende klantmanager doet dus in ieder geval ten aanzien van deze doelgroep een check bij RMC of deze in het verleden in het RMC-bestand is voorgekomen. In voorkomende gevallen geeft het RMC een advies in de vorm van een schriftelijke rapportage aan de betreffende klantmanager. Dit laat onverlet de verantwoordelijkheid die de jongere zelf heeft op grond van artikel 41, leden 5 en 7 van de Participatiewet. Op basis van de bewijsstukken die de jongere zelf aanlevert en het eventuele advies van het RMC, neemt de betrokken klantmanager een beslissing ten aanzien van het in aanmerking komen voor algemene bijstand.

Jongeren met startkwalificatie < 27 jaar

Ten aanzien van jongeren met startkwalificatie tot 27 jaar wordt het RMC niet geraadpleegd. Mede op basis van de bewijsstukken die de jongere inlevert, moet de betrokken klantmanager zich zelfstandig een oordeel kunnen vormen over de vraag of het volgen van een opleiding redelijkerwijs van de betrokken jongere kan worden gevergd (Ib in het stappenplan). Hierbij kan de jongere een bindend studieadvies van een onderwijsinstelling overleggen als bewijsstuk.

Praktische uitwerking

In beginsel geldt voor alle jongeren tot 27 jaar de zoekperiode van 4 weken (artikel 41, lid 4 van de Participatiewet). Op het moment van het eerste contact met de jongere legt de betreffende klantmanager uit wat er van de jongere wordt verwacht ten aanzien van het zelfstandig vinden van betaald werk en/of een opleiding. Wat betreft jongeren met een startkwalificatie wordt in het eerste gesprek al verkend of de activiteiten van de jongere in de zoekperiode zich vooral richten op betaald werk of het instromen in een opleiding met studiefinanciering. Ten aanzien van jongeren zonder startkwalificatie geldt dat altijd eerst wordt gekeken, in overleg met het RMC, of een kwalificerend traject tot de mogelijkheden behoort. Uitsluiting van bijstand (artikel 13, lid 2, sub c Participatiewet) kan alleen in het geval de jongere uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen. Dat betekent dat er geen sprake van uitsluiting van bijstand kan zijn in de periode dat de jongere de betreffende opleiding daadwerkelijk feitelijk niet kan volgen. Die situatie kan zich voordoen als een jongere een aanvraag algemene bijstand doet in juli en pas in september daadwerkelijk met de opleiding kan starten. In dat geval is er recht op algemene bijstand van juli tot september mits door de jongere aan de overige verplichtingen binnen de zoekperiode is voldaan.

Een bijzondere situatie doet zich voor bij de toepassing van artikel 13, lid 2, sub c, onder 2 van de Participatiewet. Dat is de situatie dat een jongere wél 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen, maar het onderwijs feitelijk niet volgt (niet wil volgen). De jongere wordt in die situatie uitgesloten van bijstand. Noch uit de wettekst noch uit de memorie van toelichting blijkt voor welke periode die uitsluiting van bijstand geldt. De jongere heeft het recht om zich nâ het moment van uitsluiting van bijstand opnieuw te melden voor een aanvraag algemene bijstand. Tijdens de nieuwe zoekperiode die dan wordt opgelegd, zal (door de klantmanager) worden beoordeeld in hoeverre de omstandigheden zijn gewijzigd ten opzichte van de situatie die heeft geleid tot uitsluiting van bijstand. Het is met name aan de jongere zelf om te onderbouwen en aan te tonen dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden.

Belangrijke vraag is of de jongere in aanmerking kan komen voor studiefinanciering, Het gaat dan om studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000. De wetgever is van oordeel dat studiefinanciering een passende en toereikende voorliggende voorziening is voor bijstandsverlening. Een tegemoetkoming op grond van de WTOS is niet per definitie een passende en toereikende voorliggende voorziening. Als een jongere dus onderwijs volgt en op grond daarvan in aanmerking komt voor WTOS maar desondanks onvoldoende middelen van bestaan heeft om in het levensonderhoud te voorzien dan komt hij in beginsel in aanmerking voor bijstandsverlening.

Pagina 3

Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2015 en worden aangehaald als 'Beleidsregels uitsluiting van bijstand wegens het kunnen volgen van een opleiding afdeling Werk, Inkomen en Zorg GR De Bevelanden'.

Vastgesteld door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden in zijn openbare vergadering van 23 februari 2015.

de voorzitter,

mr. F.L.A.R. Marquinie MBA mr. , secretaris

mr. L.J. Verhulst, voorzitter