Organisatie | Waterschap Hollandse Delta |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde Verenigde Vergadering Waterschap Hollandse Delta 2022 |
Citeertitel | Reglement van Orde Verenigde Vergadering Waterschap Hollandse Delta 2022 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 77 van de Waterschapswet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2022 | nieuwe regeling | 23-03-2022 |
DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA,
op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 25-1-2022;
gelet op de bespreking in de Oordeelsvormende Verenigde Vergadering van 17-3-2022;
De aanpassing van het reglement van orde van de Verenigde Vergadering noodzakelijk is om aan te sluiten op de aanpassing van de vergaderstructuur.
Artikel 1 Definities en algemene bepalingen
De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden bekend gemaakt aan de voorzitter. Zolang deze namen niet zijn doorgegeven worden voor de categorie Ingezetenen de lijsttrekkers geacht voorzitter te zijn en voor respectievelijk de categorieën 'Ongebouwd', 'Natuurterreinen' en 'Bedrijven' de oudste in leeftijd.
Hoofdstuk II: TOELATING NIEUWE LEDEN EN STEUNFRACTIELEDEN
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven, toelating en beëdiging
Het onderzoek van de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuwe leden en indien van toepassing het proces-verbaal van het stembureau heeft, indien mogelijk, plaats voorafgaande aan de eerste vergadering nadat deze benoemingsstukken zijn binnengekomen of heeft plaats alvorens tot andere werkzaamheden wordt overgegaan.
Bij elke benoeming van nieuwe leden in de Verenigde Vergadering stelt de Verenigde Vergadering op voordracht van de voorzitter een commissie in bestaande uit drie leden om de geloofsbrieven te onderzoeken. De secretaris of een door deze aan te wijzen ambtenaar staat de commissie terzijde bij de uitoefening van haar taak.
Indien het onderzoek van de geloofsbrieven plaatsheeft alvorens tot andere werkzaamheden over wordt gegaan, schorst de voorzitter de vergadering, neemt de commissie de benoemingsstukken en alle andere naar aanleiding van de verkiezing (benoeming) ingekomen en daarop betrekking hebbende stukken van de voorzitter over en vangt onverwijld met het onderzoek aan.
Hoofdstuk IV: DE OORDEELSVORMENDE EN BESLUITVORMENDE VERGADERINGEN
De dijkgraaf belegt voorts een vergadering als hij, of het college, dat nodig oordeelt, of als tenminste één vijfde van het aantal zitting hebbende leden daarom schriftelijk, met opgaaf van redenen, verzoekt. De vergadering heeft plaats binnen veertien dagen nadat een zodanig verzoek de dijkgraaf heeft bereikt.
De voorzitter kan, gehoord de agendacommissie, na verzending van de schriftelijke uitnodiging en de agenda in bijzondere gevallen tot 24 uur voor de vergadering een aanvullende agenda met bijbehorende stukken doen uitgaan met uitzondering van de in artikel 37 eerste en tweede lid van de wet genoemde gevallen.
Artikel 12 Voorstellen en andere stukken
Indien omtrent stukken op grond van artikel 37 van de wet geheimhouding is opgelegd, worden deze gedurende de kantooruren voor de leden bij de secretaris ter inzage gelegd. Deze stukken mogen niet buiten het waterschapshuis worden gebracht en zonder uitdrukkelijke toestemming van het college niet worden vermenigvuldigd.
De dijkgraaf kan bij het begin van iedere zittingsperiode de zitplaatsen vaststellen van de voorzitter, de leden, de secretaris en anderen. Hij kan deze indeling herzien indien daartoe aanleiding bestaat.
Wanneer het volgens het eerste lid vereiste aantal leden niet aanwezig is, mag de Verenigde Vergadering niet beraadslagen of besluiten en belegt de voorzitter zo spoedig mogelijk, doch binnen vier weken, opnieuw een vergadering. Deze wordt niet eerder gehouden dan twee dagen na verzending van de oproep voor deze vergadering. Artikel 38, lid 2, sub a Waterschapswet regelt dat het quorumvereiste niet van toepassing is wanneer er op grond van dit artikel een nieuwe vergadering wordt uitgeschreven. De uitzondering geldt slechts voor die onderwerpen waarover in de eerste vergadering vanwege ontbreken van het quorum niet beraadslaagd of besloten kon worden.
Na de opening van de besluitvormende vergadering deelt de voorzitter mede bij welk lid van de Verenigde Vergadering de hoofdelijke stemming begint. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen.
Hetgeen in een vergadering met gesloten deuren is besproken, wordt in een digitaal bestand bewaard. Indien en zolang ten aanzien van het in die vergadering verhandelde geheimhouding is opgelegd, worden deze bestanden uitsluitend ten gehore gebracht van degenen die krachtens artikel 37 van de Waterschapswet tot geheimhouding verplicht zijn.
De besluitenlijst bevat in ieder geval:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding van de namen van de leden die aantekening hebben verlangd dat zij geacht worden te hebben tegengestemd, als bedoeld in artikel 30, dan wel bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die vóór of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich op grond van de wet van stemming hebben onthouden;
Artikel 24 Handhaving van de orde, schorsing
Indien een lid zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetreffende lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het betreffende onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 25 Besluitvormende vergadering
De artikelen 26 tot en met 44 zijn uitsluitend van toepassing op de besluitvormende vergadering, tenzij in die artikelen anders is bepaald.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de Verenigde Vergadering besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde dijkgraaf en heemraden of de leden de gelegenheid te geven tot nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de Verenigde Vergadering tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 31 Stemming over zaken
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 34 Stemming over personen
De leden van het stembureau, niet zijnde de voorzitter, onderzoeken of het aantal stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolgde het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Is dit niet het geval, dan worden deze stembriefjes zonder te zijn geopend, vernietigd, waarna opnieuw tot stemming wordt overgegaan.
De voorzitter van het stembureau als bedoeld in lid 5 van dit artikel opent de stembriefjes en leest de inhoud op duidelijk verstaanbare wijze voor. Eén van de leden van het stembureau ziet de briefjes na en de andere leden van het stembureau houdt met de secretaris of een door hem aan de te wijzen ambtenaar hiervan aantekening.
Hoofdstuk V: RECHTEN VAN LEDEN
De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld of indien dit naar het oordeel van de Verenigde Vergadering niet mogelijk is, wordt de motie voor de volgende bijeenkomst van de Verenigde Vergadering geagendeerd. Een dergelijke motie dient -zo mogelijk- bij de vaststelling van de agenda te worden aangekondigd.
Beantwoording van schriftelijke vragen vindt plaats voor de oordeelsvormende VV, respectievelijk de besluitvormende de VV, mits de schriftelijke vragen uiterlijk donderdagmiddag voor 17:00 voorafgaand aan de betreffende VV’ zijn ingediend. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn waarbinnen beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Beantwoording van schriftelijke politieke vragen vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn waarbinnen beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Indien een VV-lid over een onderwerp inlichtingen, al dan zoals bedoeld in artikel 89 en 97 van de wet, verlangt dient hij bij de voorzitter een schriftelijk verzoek tot het houden van een interpellatie in. Hij doet dat, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste vier werkdagen voor de betreffende vergadering.
De voorzitter, het college respectievelijk de heemraad verstrekken de verlangde inlichtingen tijdens eerdergenoemde vergadering. Als zij nader overleg nodig achten, kan de Verenigde Vergadering toestaan dat de beantwoording tot de volgende vergadering wordt aangehouden of binnen een door haar te bepalen termijn schriftelijk wordt afgedaan. In het laatste geval wordt het schriftelijke antwoord op de lijst van ingekomen stukken en mededelingen van de eerstvolgende vergadering geplaatst.
Hoofdstuk VI: BESLOTEN VERGADERING
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de Verenigde Vergadering overeenkomstig artikel 37, derde en vierde lid van de wet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.
Hoofdstuk VII: INSPREKERS EN TOEHOORDERS; ORDE
Artikel 50 Insprekers en toehoorders
De voorzitter stelt degenen die een verzoek hebben ingediend als bedoeld in het eerste lid van dit artikel in de gelegenheid direct na de opening van de vergadering het woord te voeren. De spreektijd bedraagt maximaal vijf minuten per spreker, met dien verstande dat de spreektijd van alle insprekers gezamenlijk niet meer dan 20 minuten bedraagt. De leden van de Verenigde Vergadering krijgen gelegenheid vragen te stellen aan de spreker. Hiervoor is per spreker maximaal vijf minuten beschikbaar, met dien verstande dat het vragenstellen aan meerdere sprekers niet meer dan 20 minuten bedraagt.