Organisatie | Zundert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voorschriften voor vergunningen ingevolge artikel 2.1.1. van de Brandbeveiligingsverordening |
Citeertitel | Beleidsregels voorschriften voor vergunningen ingevolge artikel 2.1.1. van de Brandbeveiligingsverordening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-04-2010 | nieuwe regeling | 20-04-2010 Zundertse Bode, 28-04-2010 | 2010/6032 |
In het kader van brandveiligheid wordt een gebruiksvergunning afgegeven voor een inrichting cq. evenement. Aan deze vergunning kunnen gebruiksvoorwaarden verbonden worden.
De gebruiksvoorwaarden behorende de (tijdelijke) gebruiksvergunning moet worden samengesteld uit onderstaande standaard voorwaarden.
Deze standaardvoorwaarden betreffen de volgende elementen.
Elke gebruiksvergunning of voorwaarden in een evenementenvergunning dient maatwerk te zijn, dus ook de bij de vergunning behorende gebruiksvoorwaarden. Bij het samenstellen van het pakket gebruiksvoorwaarden voor een specifiek evenement dient men dan ook de niet van toepassing zijnde voorwaarden te verwijderen. Daarbij dient men kritisch te werk te gaan.
1.5) Standbouw, versiering en aankleding.
Hout, hardboard, triplex, multiplex, spaanplaat.
Textiel in verticale toepassing.
Textiel in horizontale toepassing.
Versieringen in de vorm van vlaggen, parachutes en doeken e.d. mogen niet horizontaal tegen het plafond worden aangebracht, tenzij deze zijn onderspannen met metaaldraad op een onderlinge afstand van ten hoogste 35 centimeter of zijn onderspannen met een metaaldraad in twee richtingen met een maaswijdte van ten hoogste 70 centimeter;
Kunststoffen in dit geval foliemateriaal eventueel voorzien van een zogenaamde textielrug.
Kunststoffen in dit geval plaatmateriaal.
Papier zoals behangpapier, crêpepapier en fotopapier.
Indien de uitgangen tijdens de evenementen zijn afgesloten, moeten zij zonder gebruikmaking van losse voorwerpen zoals b.v. sleutels, gemakkelijk kunnen worden geopend en over de volledige opening vrij te zijn van obstakels. De vlucht(deur)openingen mogen niet dmv van een loshangend tentzeil worden uitgevoerd, welke bij het ontvluchten de doorstroming kan belemmeren;
1.7) Maximum aantal toe te laten personen.
De laagste van de twee uitkomsten van genoemde criteria is bepalend voor het toelaatbaar aantal personen.
Door middel van transparanten of verlichte opschriften moet aangegeven zijn langs welke uitgangen en nooduitgangen de tent verlaten kan worden. Ten hoogste 50 cm boven de voor het publiek bestemde uitgangen moet het opschrift "UIT" c.q. "NOODUITGANG" aanwezig zijn, dan wel een goedgekeurd dienovereenkomstig pictogram. Het opschrift dient in witte letters, hoog tenminste 80 mm en met een lijndikte van tenminste 10 mm zijn uitgespaard op een groen transparant.(e.e.a. conform NEN 6088);
In of in de directe nabijheid van de tent moet gedurende een half uur voor en na de tijd, dat de tent voor het publiek is opengesteld een telefoontoestel met aansluiting op het openbare telefoonnet of een mobiele telefoonnet aanwezig zijn. Dit toestel moet steeds bereikbaar zijn. In de nabijheid ervan moet het alarmnummer van de brandweer duidelijk zijn aangegeven.
2. KRAMEN (niet zijnde mobiele bakwagens)
Het materiaal welke gebruikt wordt voor de daken en verticale afscheidingen moet bestaan uit materialen waarvan de brandvoortplantingsbijdrage tenminste valt in klasse 2 van de norm NEN 6065, in klasse B2 van de Duitse norm DIN 4102, klasse A2 in Belgie norm NBNS21-203, of in klasse M2 van de Franse norm NF P 92-503;
Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moet tussen de rijen een vrije ruimte aanwezig zijn van ten minste 0.40 meter, gemeten tussen de loodlijnen door de elkaar dichtst naderende gedeelten van de rijen. Indien in een rij tussen zitplaatsen tafeltjes zijn geplaatst, moet de genoemde vrije ruimte ter plaatse van de tafeltjes doorlopen.
Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moeten, indien een rij meer dan 4 stoelen bevat en 4 of meer rijen achter elkaar zijn geplaatst, deze zo zijn gekoppeld als wel aan de vloer zijn bevestigd dat deze ten gevolge van gedrang niet kunnen verschuiven of omvallen. De stoelkoppeling moet ten genoegen van burgemeester en wethouders zijn uitgevoerd.
5. PLAATSING VAN TIJDELIJK BOUWSEL, VERKOOPWAGEN OF ATTRACTIETOESTEL
5.2) Opstelling t.o.v. omgeving.
De afstand tussen de aanwezige bebouwing en het te plaatsen object kan vervallen indien de gevel van de aanwezige bebouwing over een voldoende afmeting een brandwerendheid bezit van ten minste 30 minuten de vuurbelasting in/van het object zeer beperkt is het object niet groter is dan 50 m2. De commandant van de gemeentelijke brandweer kan toestemming verlenen om van de hiervoor genoemde afstanden af te wijken in het belang van de brandveiligheid.
Lege gasflessen moeten direct worden afgevoerd naar een niet voor publiek toegankelijke plaats. * (indien de bedrijfsvoering van de inrichting het beslist noodzakelijk maakt dat er meer gasflessen aangesloten moeten zijn, kan de commandant van de gemeentelijke brandweer incidenteel ontheffing verlenen van het aantal gasflessen tot een maximum van 156 liter waterinhoud (cpr 11-2). B.v. 4 gasflessen van 26 liter aangesloten en één reservefles of 2x 45 liter aangesloten en één reservefles van 45 liter water inhoud. Alle genoemde veiligheidseisen in dit hoofdstuk blijven onverkort van kracht).
6.6) Gasleidingen en – appendages.
Voor het hogedruk gedeelte (verbinding fles op de vaste gasleiding) dient een hoge-drukslang te worden toegepast. Uitvoering cfm. NEN 5654. Op de slang dient de aanduiding te staan BUTAANGASSLANG B-8-NEN 5654 OF PROPAANGASSLANG P-16-NEN 5654, de nominale middellijn en het jaar van fabricage in cijfers en letters van tenminste 4 mm. hoogte. De kleur van de slang dient oranje te zijn. De slang mag maximaal 1 m. lang zijn. De leeftijd van de slang mag maximaal 2 jaar zijn;
Voor het lagedruk gedeelte (verbinding aansluitkraan op verbruikstoestel) dient een lage-drukslang te worden toegepast. Uitvoering cfm. NEN 5658. op de slang dient de aanduiding te staan BUTAANGASSLANG - NEN 5658 OF PROPAAN¬GASSLANG - NEN 5658, 0,05 BAR en het jaar van fabricage in cijfers en letters van tenminste 4 mm hoogte. De slang mag maximaal 1 m. lang zijn. De leeftijd van de slang mag maximaal 2 jaar zijn;
8.3) Gebruik van gasbarbecues.
Op de slang dient de aanduiding te staan BUTAANGASSLANG B-8-NEN 5654 OF PROPAANGASSLANG P-16-NEN 5654, de nominale middellijn en het jaar van fabricage in cijfers en letters van tenminste 4 mm. hoogte. De kleur van de slang dient oranje te zijn. De slang mag maximaal 1 m. lang zijn. De leeftijd van de slang mag maximaal 2 jaar zijn;
Indien terreinen worden afgesloten door hekwerken of slagbomen en in of op de inrichting in de nachturen personen kunnen verblijven dient het brandweersleutelsysteem nabij de toegang te zijn aangebracht. Voor het aanvragen van een dergelijke brandsleutelbuis/kluis dient de eigenaar contact op te nemen met de commandant van de regionale brandweer.