Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Programma Fiets |
Citeertitel | Programma Fiets 2019-2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2022 | nieuwe regeling | 17-10-2019 | 269529 |
In het coalitieakkoord Groene stad met lef 2018-2022 is uitgesproken dat het college een fietsactieplan gaat opstellen. Want fietsen heeft veel voordelen: het verbetert de bereikbaarheid en leefbaarheid en draagt bij aan een duurzame en gezonde samenleving met vitale inwoners. Voor het college en de raad is dat een belangrijke aanleiding om het thema fiets hoog op de agenda te zetten.
Een stevig fietsbeleid heeft gevolgen voor de wijze waarop wij plannen maken, investeringen doen en prioriteiten stellen. Het huidige Actieplan Fiets was vrij pragmatisch ingestoken. Het programma Fiets gaat verder. Het geeft aan wat onze ambitie en visie is voor de periode 2019-2022 en verder. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de inbreng van fietspartners, bewoners, dorps- en wijkvertegenwoordigers en andere belanghebbenden die de afgelopen jaren zijn verzameld.
1.1. Insteek van het programma
Omdat de fiets zo sterk verweven is met wonen, werken en leven is er voor gekozen om onze visie en het fietsbeleid te vertalen naar bouwstenen. Deze bouwstenen vormen vervolgens het fundament voor het meerjarenprogramma. Hiermee kan op integrale wijze worden gewerkt aan het fietsbeleid en wordt snel en transparant inzicht verkregen in de activiteiten en de kosten voor de komende jaren.
1.2. Educatie en fietsveiligheid
Vanuit de Gemeente is een breed aanbod om verkeersveiligheid, gerelateerd aan verkeersgedrag dan wel verkeerskennis, te bevorderen. Omdat hierbij aandacht is voor alle type verkeersdeelnemers, dus breder dan de fietser, is dat niet apart in Programma Fiets opgenomen. Deze punten komen wél nadrukkelijk terug in het verkeersveiligheidsprogramma.
Het aanbod bestaat uit verkeerseducatie en campagnes. Het aanbod komt mede tot stand in (financiële) samenwerking met Holland Rijnland, Provincie Zuid-Holland en de werkgroep verkeersveiligheid met partners uit Alphen aan den Rijn.
Er zijn zowel jaarlijks terugkerende activiteiten als nieuwe activiteiten. Dit is mede afhankelijk van welke trend er is. Een voorbeeld hiervan is de rol van afleiding van de smartphone in het verkeer bij alle type verkeersdeelnemers.
In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de visie en doelen van het beleid. Ook wordt kort wordt ingegaan op het fietsbeleid tot nu toe én de aanpak voor de komende vier jaar. Het derde hoofdstuk bevat een omschrijving van de toekomstige ontwikkelingen die mede bepalend zijn voor het te ontwikkelen fietsbeleid. In het vierde hoofdstuk ingegaan op de bouwstenen. Deze nota eindigt met het programmaoverzicht voor de peridode 2019-2022 in hoofdstuk 5. Bij dit programma hoort een bijlage waarin de input van partners, overzicht van projecten, knelpuntenlijst e.d. zijn opgenomen die behoren bij dit programma.
2. Visie, doelstelling en aanpak
Fietsbeleid begint met een visie over hoe wij kijken naar de positie van de fiets binnen het geheel van verkeersvoorzieningen en vervoerwijzen. Waar gaan we voor en waar staan we voor? De antwoorden op deze en meer vragen zijn nodig om de routekaart uit te stippelen en op basis daarvan een volwaardig fietsprogramma uit te rollen.
De gemeente wil de komende jaren meer insteken op de fiets. Zoals ook in het Uitvoeringsplan Groene stad met lef is verwoord:
‘Een goede infrastructuur voor voetganger, openbaar vervoer, fiets en auto is de basis voor economische ontwikkeling en leefbaarheid. We geven prioriteit aan goede fietsverbindingen en de verdubbeling van het spoor.’
Meer fietsen is goed voor de gezondheid, goed voor het milieu en verbetert de doorstroming van het verkeer. In Nederland woont 60% van de forenzen binnen een straal van 7,5 kilometer van hun werk, maar toch pakt maar een kwart van deze mensen de fiets. Als meer mensen de fiets pakken in plaats van de auto, leidt dit tot minder files en vertragingen. Deze voordelen rechtvaardigen een stevig fietsbeleid met een gezonde ambitie.
Binnen stad en dorp staat de fiets voor snel, slim en gezond
Meer dan de helft van de autoritten in Nederland is korter dan 7,5 kilometer. Wij willen dat men voor korte ritten vaker de fiets pakt om files en milieunadelen van het autoverkeer te beperken, vitaal te blijven en om bij te dragen aan ons streven om inwoners een gezonde leefomgeving te bieden. Wie slim is kiest binnen stad en dorp vaker voor de fiets. Omdat fietsen gezond en goedkoop is, er vaak kortere routes zijn voor de fiets, in veel gevallen sneller is dan de auto én men vrijwel altijd dichter bij bestemming de fiets kan parkeren. Het is belangrijk dat de fiets in het traject van deur tot deur in snelheid kan concurreren met de auto. Winkelcentrum, station, school of andere publiekstrekkers moeten daarom met de fiets snel bereikbaar zijn, zonder afbreuk te doen aan de veiligheid.
Steden en dorpen verbonden door snelle fietsroutes
Die snelheid geldt ook voor de verbinding tussen steden en dorpen. Daarom zetten we in op een palet aan lokale en regionale (snel)fietsroutes waardoor kernen en steden door middel van deze routes op adequate wijze met elkaar verbonden worden.
Fietsroutes snel, herkenbaar, veilig en comfortabel
Bovenstaande ambities stellen eisen aan een goed netwerk van snel- en hoofdfietsroutes in dorp, stad en daartussenin. Deze routes moeten snel, herkenbaar, veilig en comfortabel zijn, zodat zowel (oudere) recreanten, kinderen als de snelle forens hier optimaal gebruik van kunnen maken Dit past in een veilig gebruik van de openbare ruimte.
Fiets beschikbaar bij overstaplocaties
Snelheid en bereikbaarheid betekent daarbij óók dat er fietsen op belangrijke overstaplocaties beschikbaar moeten zijn voor het natransport.
De fiets parkeren zonder zorgen
Verder streven wij ernaar dat men bij een overstap op bus, trein of auto of bij het winkelen zijn of haar fiets (óók de elektrische) onbezorgd moet kunnen parkeren. En dat zonder lang te hoeven zoeken naar plek of dat men zich zorgen maakt over beschadiging of diefstal. Dit vraagt om voldoende ruime en veilige stallingsmogelijkheden dicht bij de bestemming, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de openbare ruimte.
De fiets volwaardig meetellen in plannen
Tot slot willen wij dat de fiets een volwaardige plaats krijgt naast andere modaliteiten zoals de auto en het OV. Dat betekent ook dat wij de fiets even zwaar willen laten meewegen in plannen en ontwikkelingen als de auto. Maar dit moet ook zichtbaar worden op straat: bijvoorbeeld door het inrichten van fietsstraten en het omdraaien van de voorrang ten gunste van de fiets. Uiteraard zonder afbreuk te doen aan de veiligheid. Verder: niet alleen voldoende parkeerplaatsen, maar ook voldoende fietsenstallingen. In woonwijken niet de fiets te gast, maar de auto. Bij omleidingen niet alleen oog voor de auto, maar ook voor de fiets. Dit geldt niet alleen voor ‘technische’ plannen, maar ook voor onze plannen op het gebied van veiligheid, gezondheid en ‘meedoen’ waarin de fiets een goede bijdrage kan leveren. Het lijken open deuren, maar voor de fiets is nog veel te verbeteren en er is een achterstand in te halen.
De fietsappel bij het station in Alphen aan den Rijn staat symbool voor een groene, fietsvriendelijke gemeente. Een gemeente die, als groene stad met lef, het groene voorbeeld geeft aan andere gemeenten. Het Programma Fiets moet hier een belangrijke bijdrage aan leveren.
Kortom, deze visie op het fietsbeleid én het programma vragen om financiële en organisatorische inspanningen. De acties worden daarom over meerdere jaren verdeeld. Het programma loopt door tot en met 2022. Deze visie reikt verder en moet daarom worden gezien als een ambitie voor de langere termijn.
2.2 Doelstelling fietsgebruik 2022: leefbare gemeente met vitale inwoners
Wij willen meer inwoners van de gemeente op de fiets krijgen. En ook dat inwoners de fiets meer en vaker gaan gebruiken. Fietsen heeft veel voordelen voor onze inwoners en onze gemeente. Inwoners die gebruik kunnen maken van een fiets en dit nog niet doen, moeten gestimuleerd worden om te gaan fietsen. En inwoners die al fietsen moeten merken dat dit door ons gewaardeerd wordt door goede en veilige voorzieningen voor de fiets te realiseren. Door de opkomst van de elektrische fiets kunnen ook meer inwoners gebruik (gaan) maken van een fiets en kunnen meer inwoners grotere afstanden met de fiets afleggen.
De (elektrische) fiets kan voor onze inwoners een grote bijdrage leveren aan hun gezondheid en conditie, vooral als zij in het dagelijks leven verder veel zitten en weinig bewegen:
Dit past bij het gemeentelijk beleid dat de komende jaren wordt doorgezet met nog meer aandacht voor preventie, ‘voorkomen is beter dan genezen’, en integrale arrangementen rondom armoede, zorg en gezondheid.
Bovendien is fietsen gewoon leuk als je er eenmaal aan begonnen bent. Lekker snel en goedkoop naar het centrum of voorziening in je wijk of dorp en genieten van fietsroutes door de gemeente en het groene hart.
Fietsen kan ook bijdragen aan de maatschappelijke participatie van inwoners. Met het gebruik van de fiets kunnen inwoners makkelijk en goedkoop grotere afstanden afleggen voor werk, onderwijs, bezoek en activiteiten. Uiteraard kan soms nodig zijn hierbij ondersteuning te bieden, hetzij door fietslessen en/of door financiële ondersteuning. Daarnaast zijn er particuliere initiatieven zoals Fietsmaatje dat in enkele plaatsen al succesvol is. Werkgevers kunnen met goede fietsregelingen werknemers stimuleren en/of ondersteunen om een fiets te gaan gebruiken om naar het werk te gaan. Vooral de aanschaf van elektrische fietsen, maar ook van gewone fiets, kan toch nog veel geld kosten.
Als er meer gebruik gaat worden gemaakt van de fiets, waardoor de auto vaker kan blijven staan, worden de steden en dorpen schoner, rustiger en veiliger en is er minder parkeerruimte nodig bij winkels en voorzieningen. Samen met meer openbaar vervoer en deelautogebruik kan daarmee ook het autobezit verminderen. In steden en dorpen komt daardoor meer ruimte vrij voor een andere invulling van de beschikbare ruimte die én minder kost, én meer bijdraagt aan de kwaliteit van de woonomgeving.
Om te onderzoeken of er ook daadwerkelijk meer gefietst gaat worden, stellen wij als meetbaar doel dat in 2022 er 15% meer wordt gefietst dan in 2015/2016. Dit doen wij door gerichte fietstellingen met circa 80 telpunten op belangrijke fietsroutes (laatste telling in 2015) en door bewoners via de belevingspeiling te vragen naar hun oordeel over het fietsgebruik (belevingspeilingen vanaf 2016). Het autogebruik wordt ook gemeten op telpunten verspreid door de gemeente en vergeleken met eerdere tellingen.
2.3 Terugblik Actieplan Fiets 2016-2020
Vanaf 2016 is er vanuit het Actieplan Fiets gewerkt aan diverse fietsonderwerpen. Er is onderscheid gemaakt tussen fietsroutes, fietsvoorzieningen en fietspromotie. Hieronder is een korte terugblik op de uitgevoerde activiteiten en projecten.
In het Actieplan Fiets 2016-2020 zijn een aantal te verbeteren fietsroutes en fietsvoorzieningen opgenomen, waaronder het geschikt maken van fietspaden voor fietsverkeer in 2 richtingen, fietsvoorziening Ziendeweg en het wijzigen van voorrang op rotondes. Deze en andere projecten zijn ook opgenomen in het voorliggende fietsprogramma 2019-2022 en staan geprioriteerd in het meerjareninvesteringsplan infrastructuur (MIPI). In de aparte bijlage is een overzicht opgenomen met projecten en maatregelen op het gebied van fietsen in de periode 2016-2020.
De afgelopen jaren zijn de fietsenstallingen bij de stations verbeterd. Bij de introductie van R-net Alphen-Gouda en R-net 470 (Alphen-Schiphol) zijn extra fietsenstallingen geplaatst in Alphen aan den Rijn. Ook in Boskoop is de R-net halte Snijdelwijk met fietsenstalling in gebruik genomen. Met de NS is overleg gevoerd over de inzet van OV fietsen in Boskoop; dat gaat dit jaar plaatsvinden.
Promotie van fietsgebruik –stimuleren van fietsen
Uit twee bijeenkomsten in 2016 met fietspartners (zie 3.2) voor het opstellen van het Actieplan Fiets 2016-2020, kwam naar voren dat fietscampagnes en -stimulering belangrijk zijn om ervoor te zorgen dat er meer gefietst gaat worden. Daarom is vanuit het Actieplan Fiets 2016 ingezet op acties om het gebruik van de fiets te promoten en stimuleren. Tegelijkertijd zijn bijeenkomsten gehouden over fietsstimulering (zie 3.2) Hierbij waren organisaties betrokken die zich inzetten voor de fiets en de fietser (Fietsersbond, CAS, Gilde, De Sportvrouw, Avanti, PReT, Alphen Marketing, VVV Alphen aan den Rijn en Boskoop). Daarbij zijn nieuwe, maar ook eerder ingebrachte onderwerpen opgesomd, met name om als gemeente duidelijk te maken dat men echt een punt wil maken van de fiets en dat uitdragen in beleidskeuzes en communicatie. Dit heeft in 2018 geresulteerd in de campagne Tot Fiets. In deze campagne wordt samengewerkt met organisaties en bedrijven die (mede) gericht zijn op fietsen. Het gezamenlijk doel is om het gebruik van de fiets voor allerlei doeleinden te promoten. Met de campagne Tot Fiets is er met diverse partners een eerste stap gezet in een gezamenlijke aanpak en met brede insteek om het fietsen binnen Alphen aan den Rijn te stimuleren.
Daarnaast zijn er vanaf 2016 diverse acties opgestart om het gebruik van de fiets te promoten en stimuleren:
In de afgelopen jaren zijn meerdere bijeenkomsten over “fietsen in de gemeente” georganiseerd met Fietspartners. De Fietspartners zijn bedrijven, organisaties, verenigingen of inwoners die zich ook (willen) inzetten voor het fietsen in de gemeente. Via de Belevingspeiling wordt daarnaast elke twee jaar aan onze inwoners gevraagd hoe het fietsen gestimuleerd kan worden. Uit deze acties is zeer veel informatie verzameld die ten gunste wordt gebracht van dit programma. Daarnaast is gewerkt aan het opbouwen van netwerk en onderling vertrouwen. Daardoor weten partners ons snel te vinden en andersom. Dit versnelt processen, draagt bij aan commitment en vergroot het begrip bij keuzes.
Op basis van de bovengenoemde visie, de opgehaalde informatie, het coalitieakkoord, bestuurlijke wensen, landelijk, provinciaal en regionaal beleid, trends en ontwikkelingen wordt duidelijk wat de komende jaren de opgaven en de benodigde middelen zijn voor het fietsbeleid. In het onderstaande schema is de aanpak geschetst.
3. Input lokale, regionale en nationale plannen, ontwikkelingen en trends
Alvorens de bouwstenen te formuleren, zetten we de belangrijkste eigen bestuurlijke ambities en afspraken op een rijtje. Daarna verwoorden we de belangrijkste elementen die uit de enquêtes en participaties zijn gekomen. Vervolgens kijken we naar de plannen die regio, provincie, rijk en andere organisaties hebben ten aanzien van de fiets en die bepalend kunnen zijn voor de lange termijnaanpak. Tot slot zijn er diverse ontwikkelingen op technologisch gebied die de uiteindelijke koers medebepalen waarin wij het fietsbeleid gaan vormgeven. Bij elk onderwerp is aangegeven hoe het in het fietsprogramma is meegenomen.
De coalitie van de gemeente Alphen aan den Rijn heeft de ambitie op het gebied van fietsen verwoord in het coalitieakkoord en het uitvoeringsprogramma ‘Groene stad met lef’. Daarnaast zijn fietsambities en –acties neergelegd in het Actieprogramma Duurzaamheid 2017- 2020. Opgaven die het college tijdens de huidige coalitieperiode in ieder geval wil invullen zijn:
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
De bovenstaande voornemens en afspraken zijn vervat in de visie zoals geformuleerd in hoofdstuk 2 en maken dus deel uit van dit programma.
3.2 Input van partijen en bewoners
De afgelopen twee jaar zijn er diverse overleggen geweest met stakeholders en is veel informatie opgehaald via de Belevingspeiling 2018. Een groot deel van deze input komt terug in de bouwstenen. In de onderstaande lijst is samengevat wat de belangrijkste onderwerpen zijn per kern. Dit is echter een samenvatting en doet onvoldoende recht aan de gehele lijst met input. Daarom is in een separate bijlage de input opgenomen. Daarnaast heeft ook de fietsersbond een lijst met knelpunten en suggesties aangedragen voor onze gemeente. Deze lijst is te vinden op: https://www.fietsersbondalphenaandenrijn.nl/knelpunten. Van deze lijst is een reactienotitie gemaakt die in de eerdergenoemde bijlage is verwerkt en waarvan de actiepunten zijn ondergebracht in de bouwstenen en/of het fietsprogramma.
Er zijn veel positieve punten aan het fietsnetwerk genoemd:
Maar er zijn ook punten van kritiek
Hazerswoude Rijndijk en Koudekerk aan den Rijn:
In 2018 is een belevingspeiling gehouden onder inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn. Het is interessant om daarin de vergelijking te maken met de eerdere peiling in het jaar 2016. Uit de laatste peiling blijkt dat de intentie onder inwoners om vaker met de fiets naar het werk te gaan is gegroeid (zie figuur 1). Met name in Boskoop, Hazerswoude- Rijndijk en veel wijken in de stad Alphen. Dit is anders in de wijk Kerk en Zanen en Benthuizen. Hier is wat minder interesse om vaker naar het werk te willen fietsen.
In 2016 ging 21% met de fiets naar werk en 2% ging met de elektrische fiets. In 2018 was dat 22% en 2%. Circa de helft van de werkende inwoners werkt binnen de gemeente.
Figuur 1, bereidheid om naar het werk te fietsen, bron: Belevingspeiling 2018
Figuur 2, vervoer naar centrum, bron: Belevingspeiling 2018
Ook geven bewoners aan dat zij minder vaak de auto hebben gebruikt als men naar het centrum wil. In plaats daarvan is eerder gekozen voor de scooter, fiets of een ander vervoermiddel (zie figuur 2). Het gebruik van het openbaar vervoer en de taxi om naar het centrum te gaan is niet veranderd ten opzichte van 2016 en is relatief laag ten opzichte van de fiets.
Bij de reden waarom niet naar het centrum wordt gefietst wordt wat minder vaak dan in 2016 de onveiligheid en stallingsmogelijkheden genoemd (zie tabel 1).
Voor de forens wordt de afstand in 2018 minder als reden gebruikt om niet te fietsen naar het werk dan in 2016 (zie tabel 2). Echter vindt men tijdsbesparing wel een belangrijker argument dan in 2016. Verder vindt men de verkeersonveiligheid minder van belang dan de sociale onveiligheid ’s avonds. Alhoewel men de verkeersveiligheid in 2018 wel weer wat belangrijker vindt dan in 2016. Ook geven in 2018 bijna drie keer zoveel mensen aan dat zij géén beschikking hebben over een elektrische fiets om van huis naar het werk te rijden.
Tabel 1, reden waarom niet fietsen naar het centrum, bron: Belevingspeiling 2018
Over het geheel genomen is er een stijgend gebruik van de fiets te zien. De intentie om naar het werk te fietsen komt tot uiting in figuur 1. In tabel 2 komt naar voren dat een grote groep de elektrische fiets gewenst vindt voor het werk. Het stimuleren van gebruik van de e- bike (of step) als alternatief voor de korte afstand met de auto blijft daarmee een belangrijk in te zetten instrument.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
De verkregen informatie en wensen zijn samen met de andere input verwerkt in de bouwstenen. Deze acties lopen samen met de acties binnen het actieprogramma Duurzaamheid.
Tabel 2, reden niet fietsen naar het werk, bron: Belevingspeiling 2018
De regio Holland Rijnland verzamelt als regionaal platform de aanvragen voor Duurzaam Veilig en regionale infraprojecten, waaronder ook de fiets. Bij het opstellen van de regionale mobiliteitsagenda in 2017 heeft de fiets een prominente plaats gekregen. Dit heeft ertoe geleid dat onder regie van Holland Rijnland, een werkgroep Snelfietsroutes is opgestart. Deze werkgroep heeft alle (potentiele) regionale snelfietsroutes geïnventariseerd en zorgt voor afstemming over de ontwerp- en inrichtingseisen. Op deze wijze wordt eenduidigheid van de routes en samenwerking over de aanpak van projecten bevorderd. Daarnaast zorgt een regionale aanpak ervoor dat er draagvlak ontstaat om de snelfietsroutes bij provincie en Rijk onder de aandacht te brengen.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
De regionale aanpak sluit aan op ons coalitieakkoord en daarmee ook op de gemeentelijke visie op de fiets. De bovenstaande snelfietsroutes zijn op indicatie ingetekend, worden jaarlijks geactualiseerd en vormen de basis van overleg met buurgemeenten, rijk en provincie.
Figuur 3, conceptkaart snelfietsroutes gemeenten Holland Rijnland (versie februari 2019)
3.4 Tour de Force, Nationale Agenda Fiets
De “Tour de Force” is een samenwerking van de gezamenlijke overheden (Rijk, IPO, VNG, Vervoerregio’s en Waterschappen) om een forse impuls te geven aan het fietsgebruik. Daarnaast is het blijvend internationaal profileren als Fietsland nummer 1 aantrekkelijk voor (buitenlandse) toeristen, een duurzaam imago en export van fietsproducten, -kennis en –diensten. De Tour de Force heeft een gezamenlijke, landelijke Agenda Fiets 2020 opgesteld, met negen doelen:
Een aantal gemeenten is aan de slag gegaan met de Tour de Force onder de naam F10 gemeenten. Het cijfer in F10 drukt uit dat deze steden een ambitieus fietsbeleid voeren: ze gaan voor een rapportcijfer 10. Ook andere steden kunnen toetreden wanneer ze de inzet van de F10 onderschrijven en daaraan een actieve bijdrage willen leveren. De gemeente Alphen aan den Rijn is (nog) geen actief lid van de Tour de Force, maar onderschrijft de doelen.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
Met name de punten 2 t/m 7 en 9 sluiten goed aan op onze visie en ambitie. Door onze gemeente kan daaraan een belangrijke bijdrage worden geleverd, waardoor daarmee ook de deur openstaat voor de punten 1 en 8.
De provincie Zuid-Holland stimuleert fietsen door de inzet van subsidies en organisatorische ondersteuning aan gemeenten. In 2016 is het Fietsplan Provincie Zuid- Holland 2016-2025 opgesteld met als speerpunten:
Er is vooralsnog onvoldoende budget bij de provincie voor een ambitieus uitvoeringsprogramma zoals in het eerdere fietsplan uit 2008. Bovendien werden kansrijke projecten in het verleden voor 100% door provincie betaald, nu is dat 50% mits er voldoende budget is. Dat betekent dat dit meer (financiële) inzet vraagt van de gemeente(n). Naast de aanleg van fietspaden springt de provincie ook financieel bij in het geval van specifieke projecten zoals de plaatsing van OV fietsen bij kleinere stations en stallingen. Dankzij de subsidies zijn binnen onze gemeente de afgelopen jaren diverse fietspaden aangelegd. De brug over het Aarkanaal in Alphen aan den Rijn is één van de grotere projecten die op dit moment met behulp van provinciale middelen wordt voorbereid en aangelegd.
Toekomstagenda snelfietsroutes
Voor de invulling van het eerste speerpunt heeft de provincie de Toekomstagenda Snelfietsroutes opgesteld. In dit plan zijn de belangrijkste snelfietsrelaties binnen de provincie onderzocht en is de nut en noodzaak van snelfietsroutes verder uitgewerkt. Deze uitwerking biedt voor de provincie een kader om gericht middelen in te zetten om het fietsgebruik te stimuleren. De toekomstagenda is in februari 2019 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Een eerste stap uit dit plan is een verkenning naar een snelfietsroute Alphen-Gouda.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
De provinciale verkenningen voor snelfietsroutes zijn opgenomen in ons fietsprogramma en in de regionale snelfietsroutes.
De Staatsecretaris heeft zich in 2018 bij kamerbrief (Ministerie I&W, 12-06-2018) duidelijk uitgelaten over de ministeriële ambities om het fietsgebruik in Nederland te bevorderen. Ook het ministerie wil dat fiets en openbaar vervoer aantrekkelijke alternatieven vormen voor autogebruik. De regering gaat zich samen met de nieuwe colleges en de andere partners van de Tour de Force inzetten voor een actualisatie van de Nationale Agenda Fiets. Bij deze actualisatie wil ze specifiek inzoomen op de doelstelling om in deze kabinetsperiode 200.000 forensen uit de auto op de fiets te krijgen, in combinatie met OV. Daarvoor is extra geld beschikbaar gesteld dat vooral wordt gestoken in de aanleg en verbetering van snelfietsroutes en fietsstallingen. Daarnaast wil het rijk meedenken bij oplossingen zoals bij het kruisen van rijkswegen en het meekoppelen van fietskansen in verkenningen. Op dit moment zijn en wordt voor de verbreding A4, respectievelijk de A12 de fiets als meekoppelkans verkend.
Een ander spoor dat het ministerie wil volgen is het benutten en verbeteren van bestaande fiscale regelingen met werkgevers. Zo kunnen werkgevers aan werknemers die fietsen maximaal 19 cent belastingvrij per kilometer geven en/of een renteloze lening voor de aanschaf van een fiets. Vanaf 2020 geldt er een vaste bijtelling van 7% voor de fiets van de zaak, zodat het leasen van een fiets aantrekkelijker en eenvoudiger wordt voor zowel werkgever als werknemer.
Het opnemen van de fiets in de omgevingsvisie is het spoor waarin het ministerie inzet op het inbedden van de fiets in lokale plannen. Daarnaast ziet het ministerie graag dat er meer zones komen waarin niet de fiets maar de auto te gast is. In de Contouren toekomstbeeld OV 2040 geeft het Rijk aan dat één van de doelen is om in het stedelijk gebied het OV, samen met de fiets, het belangrijkste vervoermiddel te laten zijn. Deze beleidsvoornemens sluiten naadloos aan op het laatste punt van onze visie.
Tot slot wil het ministerie dat er een betere interoperabiliteit is tussen de diverse vormen van deelfietsen. Dit houdt in dat de verschillende systemen op een goede manier naast elkaar kunnen worden gebruikt. Dit is namelijk een van de nadelen wat gemeenten er nog van weerhoudt om deelfietsen op grote schaal in te voeren. Hier worden al vorderingen in gemaakt (zie elders in dit hoofdstuk).
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
De bovenstaande aspecten en handreikingen van het ministerie zijn ingebed in de bouwstenen. Verder vindt overleg plaats met Rijkswaterstaat over de (snel)fietsroutes die raken aan de eigendommen van het rijk.
3.7 Convenant Bereikbaar Haaglanden
Onze gemeentelijke organisatie, de stichting Greenport Boskoop en de VOA zijn sinds 2016 een convenantpartner van Bereikbaar Haaglanden. Het convenant is in 2018 met 2 jaar verlengd.
Bereikbaar Haaglanden richt zich op bereikbaar houden van de regio Haaglanden en omstreken. Dit is een belang dat door veel ondernemers wordt gedeeld en onderkend. Bereikbaar Haaglanden informeert werkgevers over de mogelijkheden om files te vermijden, met behulp van de campagne Ga3.0! Meer gebruik en inzet van de fiets en andere alternatieven voor de auto zijn instrumenten die werkgevers kunnen gebruiken om het gezamenlijke doel te bereiken.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
De handreikingen van Ga3.0! zijn met name ingebed in de campagnes en stimuleringsmaatregelen naar werkgevers. Dit is vooral terug te vinden in de bouwstenen 1 en 9.
Er zijn diverse onderwerpen die zodanig ingrijpen op het landelijke en lokale fietsbeleid dat het voldoende relevant is om deze hier te benoemen en waar mogelijk in te bedden in het programma Fiets.
Het goed en veilig kunnen stallen of kunnen overstappen is een belangrijke voorwaarde voor het gebruik van de fiets. Uit de Fietsstadverkiezing 2018 blijkt bijvoorbeeld dat fietsers fietsdiefstal een belangrijk aandachtspunt vinden, zowel in Alphen aan den Rijn als landelijk. Gelukkig blijkt uit de politiecijfers dat fietsdiefstal in Nederland een licht dalende trend heeft (figuur 5). In het geval van Alphen aan den Rijn ging het in 2014 nog om 700 aangiften van fietsdiefstal per jaar, in het eerste semester van 2018 waren dit nog ‘maar’ 179 aangiften. Gunstige cijfers, maar geen reden om achterover te leunen. Scherp blijven op goede stallingsvoorzieningen voor fietsers en het promoten van het gebruik van kluizen en bewaakte stallingen blijft nodig. Daarnaast is preventie en informatie aan fietsers over het veilig stallen van fietsen onderdeel van goed preventiebeleid.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
Aanpak van fietsdiefstal is opgenomen in bouwsteen 7.
Het aanbod van deelfietsen is in korte tijd enorm gegroeid. De afgelopen jaren zijn enkele gesprekken gevoerd met deelfietsaanbieders. Deze hebben vooralsnog niet geleid tot de inzet van deelfietsen in onze gemeente. Met name een goede interoperabiliteit zijn een belangrijke voorwaarde voor de gebruikers van deze fietsen. Het is van belang om te kiezen voor een systeem dat voor de klant eenduidig is, dat ongeacht de aanbieder men via één systeem kan registreren, inloggen, betalen en de fiets meenemen (snel en gemakkelijk). Een tiental aanbieders streeft ernaar om daarin te gaan samenwerken. Deelfietsen zijn een goede aanvulling als natransport van de reiziger binnen de stad (overstap van auto of OV) én als middel om recreatie en toerisme in onze gemeente te vergroten. Deelfietsen, maar ook deelauto’s zullen een steeds belangrijker onderdeel worden binnen de vervoersketen. Voor de reiziger is het met name bij overstappunten of zogenaamde hub’s van belang om een voldoende groot aanbod te hebben aan vervoersmiddelen om het laatste traject naar zijn of haar bestemming te kunnen afleggen. De inzet van deelfietsen kunnen daarom mogelijk onderdeel worden van de vervoersketen binnen de bus concessie 2022. Het beleidskader voor de bus concessie is bij het opstellen van het Programma Fiets nog in ontwikkeling.
Light electric vehicles (LEV’s)
Een nieuwe categorie naast ‘gewone’ fietsen en elektrische auto’s wordt gevormd door de Light Electric Vehicles (LEV’s), dit zijn voertuigen (veelal met twee of drie wielen) met een accucapaciteit van minder dan tien kilowattuur. De actieradius is 15 tot 100 kilometer. De diversiteit aan LEV’s is groot; van elektrische brommers en scooters tot de Renault Twizy en motorscooters (deduurzameuitgeverij.nl, sd).
De bekendste van deze categorie is wel de e-bike. Van alle afgelegde fietskilometers gaat landelijk 18 procent per e- bike. Volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) wordt de e-bike steeds meer gebruikt voor woon- werkverkeer en worden de berijders ervan steeds jonger. Van alle verplaatsingen per e-bike reikt bijna 20 procent verder dan 7,5 kilometer en 8 procent verder dan 15 kilometer. Van de gewone fiets gaat 9 procent verder dan 7,5 kilometer en 3 procent verder dan 15 kilometer (KiM, 2017). Ruim 40 procent van de e-bikebezitters geeft aan dat zij als gevolg van de e-bike (veel) minder gebruik zijn gaan maken van de auto.
Er is echter ook een keerzijde: het e-bike gebruik lijkt ook te resulteren in minder ov-gebruik: ongeveer een kwart van de e-fietsbezitters zegt sinds zij een e-bike gebruiken minder per trein te reizen en ongeveer 30 procent zegt minder vaak per bus, tram en/of metro te reizen (KiM, 2016). De E-bike is een goed alternatief voor de snorfiets, zeker nu de helmplicht voor dit vervoermiddel dichterbij komt en in Amsterdam de snorfiets al naar de rijbaan is verplaatst.
Binnen de LEV’s is ook de e-step bezig aan een opmars, vooral in het buitenland is dit een steeds populairder wordende vorm van verplaatsen. Het voertuig is eenvoudig mee te nemen in de auto of in de trein en het brengt de reiziger met de snelheid van een fiets naar zijn of haar bestemming. In Nederland wordt hier nog sporadisch gebruik van gemaakt. De reden is dat de wetgeving omtrent deze elektrische scooter is nog onduidelijk is en het gebruik van de fiets hier meer is ingeburgerd dan in overige landen. Als voor- maar zeker natransport is dit een prima alternatief voor de forens die geen OV- of andere deelfiets voorhanden heeft.
Hoe is dit verwerkt in het fietsprogramma?
Deelfietsen en e-vervoer zijn opgenomen in de bouwstenen 1, 7, 8 en 9.
4. Bouwstenen Actieplan Fiets 2019-2022
In dit hoofdstuk staan de bouwstenen genoemd. Deze bouwstenen moeten ervoor zorgen dat Alphen aan den Rijn een fietsgemeente wordt die jong en oud uitnodigt om zich veilig en prettig per fiets te verplaatsen. Er is daarbij rekening gehouden met de inbreng van diverse fietspartners, bewoners en wijkvertegenwoordigers die de afgelopen jaren hun inbreng hebben gegeven. De inbreng op beleidsniveau is direct opgenomen in de bouwstenen. Samen met de geplande en lopende projecten vormen de bouwstenen de basis van het fietsprogramma voor de komende periode.
4.1 Bouwsteen 1 Campagne Tot Fiets
Met de campagne “Tot Fiets” worden de inwoners en forensen verleid om voor allerlei doeleinden meer gebruik te maken van de fiets. De belangrijkste thema’s die wij in deze campagne meenemen zijn:
Dat meer inwoners en forensen fietsen in en buiten de gemeente. We laten zien dat we fietsen belangrijk vinden en stimuleren daartoe. We bereiken ook de automobilisten. Men is bekend met het aanbod en partijen werken onderling nog meer samen.
In de bijeenkomst voor het Actieplan Fiets brachten de partners de volgende punten in als voorwaarde en basis om het stimuleren van fietsgebruik tot een succes te laten worden.
Voor deze campagne en andere acties om het fietsen te promoten en voor het onderhouden van het netwerk, is de blijvende inzet van de huidige projectmedewerker Fiets voor 2 dagen in de week (0,4 fte) noodzakelijk. Daarnaast is er budget nodig voor communicatie en de aanschaf van campagnemateriaal, geraamd op ca. € 50.000,- (€ 12.5000,- per jaar).
4.2 Bouwsteen 2 Goed fietsnetwerk
Het fietsnetwerk is onderverdeeld in hoofdroutes en nevenroutes. De hoofdroutes zijn belangrijke fietsroutes tussen wijken en plaatsen. Het is belangrijk dat de hoofdfietsroutes goed herkenbaar zijn en dat de status van de route ten opzichte van de omgeving wordt benadrukt, zowel in dimensionering als in kleur. De nevenroutes zijn fietsroutes binnen wijken en plaatsen en alternatieve routes en routes om het netwerk te optimaliseren. De kaart van het fietsnetwerk is te raadplegen in de bijlage en digitaal. Daarnaast zijn er snelfietsroutes aangewezen.
Snelfietsroutes zijn fietsroutes die twee (economische) kernen met elkaar verbinden, die zo direct mogelijk lopen en zo min mogelijk obstakels zoals kruisingen en verkeerslichten tegenkomen. Het begrip snelfietsroute staat dus ook voor de fietser die ‘snel’ kan doorfietsen en over bijna de gehele route niet hoeft te stoppen voor ander verkeer. De kaart van de snelfietsroutes in Holland Rijnland is te vinden in de bijlage en wordt elk jaar geactualiseerd.
Zoals punt 3 van de visie al aangeeft: fietsroutes moeten snel, herkenbaar, veilig en comfortabel zijn. De onderstaande ontwerp- en beleidsuitspraken horen in ieder geval thuis in deze ambitie:
We gaan verkenningen doen naar snelfietsroutes naar en vanaf Alphen aan den Rijn. Daarbij gaat het om langere fietsroutes die de gemeentegrens overschrijden. Waar een snelfietsroute niet haalbaar is of vanwege de beschikbare ruimte niet kan voldoen aan de optimale eisen, wordt ingezet op het naar hoger niveau brengen van aantrekkelijke fietsroutes. In het meerjareninvesteringsplan infrastructuur (MIPI) zijn de prioritaire fietsprojecten opgenomen die wij de komende jaren gaan uitvoeren. Deze zijn ook in de aparte bijlage opgesomd.
In de afgelopen jaren zijn tijdens de bijeenkomsten met fietspartners en bewoners een groot aantal opmerkingen en verbeteringen genoemd over het fietsnetwerk. Deze zijn in de aparte bijlage opgenomen en zijn mede uitgangspunt voor het aanpassen en verbeteren van het netwerk. De voorgestelde wijzigen aan het netwerk toetsen we aan noodzaak, haalbaarheid en effectiviteit en worden opgenomen in de op te stellen digitale netwerkkaarten die voor alle inwoners zijn te raadplegen. Daarnaast zijn er altijd verbeteringen aan het fietsnetwerk nodig om in te spelen op ontwikkelingen (uitbreiding, groei, verkeersveiligheid) en om de fietsers beter te kunnen faciliteren. Daarom blijven wij geregeld in nauw contact met de fietsersbond en andere partijen om continue het fietsnetwerk te kunnen verbeteren. Het verbeteren van de fietsveiligheid op het fietsnetwerk wordt periodiek geborgd en ondergebracht in de actualisatie van het gemeentelijke verkeersveiligheidsplan.
Elk jaar wordt in het MIPI opgenomen welke grotere investeringen nodig zijn ter verbetering of uitbreiding van het netwerk. Indien er extra middelen nodig zijn, worden deze meegenomen in de jaarlijkse afweging van financiële claims in de kadernota. Dit fietsprogramma vormt daarbij de onderbouwing voor de aanvraag van middelen. Voor het onderzoek naar snelfietsroutes zijn in 2018 reeds middelen beschikbaar gesteld. Kleinere aanpassingen in het netwerk vinden plaats tezamen met groot onderhoud of in het jaarlijks te besteden verkeersveiligheidsbudget. Waar mogelijk maken wij gebruik van subsidiemogelijkheden in de provinciale Subsidieregeling Ruimte en Mobiliteit. Voor het opzetten van een digitaal te raadplegen fietsnetwerk wordt een interne opdracht uitgezet. Voor een zorgvuldig onderzoek en inventarisatie naar het verplaatsen van de snorfietser naar de rijbaan is een budget nodig van ca. € 20.000,-.
4.3 Bouwsteen 3 fietsers in de voorrang op fietspaden in hoofdfietsroutes
Dit is een belangrijke voorwaarde voor een goed fietsnetwerk en wordt daarom als aparte bouwsteen opgenomen. Voorrang voor fietsers betekent vlot en comfortabel doorfietsen zonder dat de fietsers steeds moet afremmen en weer optrekken en dus extra inspanning moet leveren. Vooral voor ouderen is dat zwaar. Door fietsers op fietspaden in hoofdfietsroutes meer voorrang te geven, wordt fietsen op deze fietspaden sneller en aantrekkelijker.
Binnen de bebouwde kom dragen diverse maatregelen, waaronder voorrang voor fietsers, eraan bij dat de fiets vaak sneller is dan met de auto.
De bovenstaande maatregelen worden nu al uitgevoerd bij nieuwe werken, (groot) onderhoud en reconstructies. Het is niet nodig hiervoor extra investeringsmaatregelen te nemen.
4.4 Bouwsteen 4 Fietsers sneller groen
Sneller groen voor fietsers betekent dat fietsers zonder of met kort wachten hun rit kunnen vervolgen. Voor fietsers is wachten voor een verkeerslicht oponthoud. In combinatie met regen en wind is dat ook geen prettig moment. Daarnaast kost het extra energie om weer op gang te komen. Dit onderwerp speelt vooral in de stad, omdat hier veel verkeerslichten staan. Niettemin zijn er in de kernen ook plekken waar optimalisatie mogelijk is.
Het zodanig afstellen van de verkeerslichten dat fietsers minder lang hoeven te wachten op de hoofdroutes en binnen de centrumring in Alphen aan den Rijn. Optimalisatie op nevenroutes en buiten de centrumring, is gericht op het streven naar een evenwichtiger verdeling van de groentijd tussen langzaam- en snelverkeer.
De bovenstaande maatregelen worden nu al uitgevoerd bij nieuwe werken, (groot) onderhoud en reconstructies. De komende jaren gaan we op deze voet verder en worden al veel verkeersregelinstallaties vervangen. Om kruisingen met regelinstallaties die binnen vier jaar niet aan vervanging toe zijn ten gunste van fietsers versneld aan te passen, ramen wij een bedrag van € 50.000,-.
4.5 Bouwsteen 5 Fietsroutes goed verlicht
Goede verlichting op fietsroutes is van belang voor de veiligheid van de fietsroutes en het gebruik van de fietsroutes. Bij donkere fietsroutes bestaat de kans dat men voor een ander vervoermiddel kiest. Binnen de bebouwde kom zijn fietsroutes altijd verlicht. Buiten de bebouwde kom ontbreekt op een aantal routes nog openbare verlichting. Dat is ook een kritiekpunt uit de bijeenkomsten. Bij het toepassen van openbare verlichting in het buitengebied wordt rekening gehouden met de mate van lichthinder voor natuur en landschap. Gekozen wordt voor de best passende oplossing zonder dat dit tot verstoring leidt van de omgeving.
Streven naar tenminste één korte, verlichte fietsroute per verbinding.
Om inzicht te verkrijgen in de hoeveelheid en soort te plaatsen verlichting is een inventarisatie nodig van de te verlichten fietsroutes. Een verbeterplan met een overzicht van eventuele benodigde middelen wordt na inventarisatie separaat van dit beleidsplan voorgelegd. Voor de fietsroute Hazerswoude Dorp – Hazerswoude Rijndijk is al een plan in voorbereiding. Het hiervoor benodigde bedrag is geraamd op € 30.000,-.
4.6 Bouwsteen 6 Aanleg en beheer fietsroutes en wegwerkzaamheden op fietsroutes
Een belangrijke voorwaarde voor een goed fietsnetwerk is de kwaliteit van het fietsnetwerk. Te smalle fietsroutes en te krappe bochten in de route zorgen voor onveiligheid en vertraging. Op de fiets ondervind je meer hinder van gaten, hobbels en andere oneffenheden dan in de auto of op de bromfiets. Paaltjes en gladde wegdekken ten gevolge van sneeuw of ijs, kunnen gevaarlijke situaties opleveren voor fietsers. Bij wegwerkzaamheden moeten fietsroutes zo veel mogelijk ongemoeid blijven. Alleen wanneer het niet anders kan, worden fietsers omgeleid. In dat geval ligt de hoogste prioriteit bij een veilige omleiding voor fietsers.
De bovenstaande maatregelen houden in dat bij (groot) onderhoud, reconstructies en weersomstandigheden er meer aandacht uitgaat naar fietsers om deze meer veiligheid en comfort te bieden. Dit alles kan ertoe leiden dat de uitvoering van maatregelen duurder wordt om tijdelijke fietsvoorzieningen (bijvoorbeeld een tijdelijke brug of platenbaan) aan te brengen waar nu een omleiding wordt ingesteld. Echter, de afweging kosten versus comfort zal altijd gemaakt moeten worden op basis van proportionaliteit, dus de gebezigde middelen moeten in een redelijke verhouding staan tot het beoogde doel. Veiligheid staat hierbij altijd voorop.
Daarnaast letten wij op meldingen in de media en MOR-meldingen om problemen met betrekking tot bijvoorbeeld veiligheid, hinder en obstakels snel en adequaat te kunnen oplossen. Tot slot laten wij ons geregeld informeren en bijpraten over gesignaleerde knelpunten en verbeteringen tijdens de structurele overleggen, zoals in het verkeersoverleg met nooddiensten, overleggen met de fietsersbond en bij de stakeholderbijeenkomsten in het kader van de campagne Tot Fiets!.
4.7 Bouwsteen 7 Fietsparkeervoorzieningen en fietsaanbod
Goede fietsparkeervoorzieningen zijn belangrijk voor het goed en veilig stallen van de fiets. Onderscheid wordt gemaakt in:
Voor fietsparkeren zijn parkeernormen en eisen gesteld in de nota parkeernormen 2014. Bij sommige fietsparkeervoorzieningen zal er behoefte zijn aan oplaadpunten en eventueel fietspompzuilen en reparatiemogelijkheden. Bij de eisen die gesteld zijn aan het fietsparkeren is het voorkomen van diefstal van de fiets belangrijk. Er moet rekening worden gehouden met fietsen met een afwijkende maat en vormgeving. Daarnaast zal er behoefte zijn van bezoekers, inwoners en werknemers om tijdelijk gebruik te kunnen maken van een fiets zonder daarbij een eigen fiets mee te nemen of te bezitten. Het fietsaanbod kan bestaan uit OV fietsen, huurfietsen, deelfietsen, bedrijfsfietsen etc.
In de bijeenkomsten voor het Actieplan Fiets zijn de volgende verwachtingen voor een goed fietsvoorzieningen naar voren gekomen:
Stimuleren van meer gebruik van de fiets in het voor- en natraject door bij OV haltes:
In de toetsing van bouwplannen zullen wij nadrukkelijker sturen op voldoende en adequate fietsruimte en een snelle beschikbaarheid van de fiets. De fietsparkeernormen bij nieuwbouw en functieverandering zullen daarbij stringenter worden toegepast. Dit kan in sommige gevallen leiden tot een wat grotere loopafstand tot de auto.
Figuur 6, campagne Starende Ogen, Bron: verkeersnet.nl
Daarnaast wordt in het eerste helft van 2019 een onderzoek opgesteld naar fietsparkeren en fietsendiefstal in het centrum en het stationsgebied van Alphen aan den Rijn. De aanbevelingen kunnen helpen om fietsendiefstal en parkeerexcessen te verminderen; generieke maatregelen zijn ook te gebruiken op andere locaties.
Het toepassen van fietsen bij OV knooppunten wordt meegenomen in de busconcessie 2022 en in de gesprekken met provincie, ProRail en NS. Tot slot blijven wij in gesprek met deelfietsaanbieders voor het meest gunstige deelfietssysteem voor bezoekers. Om te kunnen voorzien in een extra aanpak van fietsendiefstal (aanbrengen beugels, inzet campagnemateriaal) is eenmalig een bedrag nodig van ca. € 100.000,-.
4.8 Bouwsteen 8 Integratie van fiets in beleid
Het belang van de fiets voor stedelijke bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, economische groei, klimaatdoelen, energietransitie, duurzaamheid, maatschappelijke participatie, gezondheid, etc. moet ook naar voren komen in beleid, investeringen en keuzes op gebieden van mobiliteit, economie, duurzaamheid, ruimte en welzijn. In de Omgevingswet is opgenomen dat onze omgeving dusdanig moet worden ontworpen en ingericht, dat de gezondheid en het welbevinden van inwoners zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Ruimte en voorzieningen voor de fiets kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Dit onderwerp vraagt dus om een belangrijke plek in de Omgevingsvisie en –plannen en ook in stedenbouwkundige en mobiliteitsplannen.
Dat de fiets een volwaardige plaats krijgt naast andere modaliteiten zoals de auto en het OV met als resultaat een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en een flinke toename van het fietsgebruik.
Voor deze bouwsteen zijn in directe zin geen extra middelen benodigd. Het volstaat om aan de hand van dit beleidsplan de positie van de fiets steviger te consolideren in plannen. Verder zoeken wij de aansluiting bij “Tour de Force”, de landelijke agenda fiets (zie ook paragraaf 3.4).
4.9 Bouwsteen 9 Bedrijven en fietsgebruik, goed voorbeeld
Op grond van de Wet milieubeheer (Wm), het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit) en de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) dienen bedrijven op grond van de zorgplicht de nadelige gevolgen van vervoer zo veel mogelijk te beperken. Het is van belang dat de gemeente en de bedrijven samen deze zorgplicht oppakken en uitvoeren. En ook voor de gemeente zelf geldt deze zorgplicht. De zorgplicht is vooral voor grotere bedrijven van belang, maar ook kleinere bedrijven kunnen een bijdrage leveren de nadelige gevolgen van vervoer zo veel mogelijk te voorkomen. De fiets kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. De gemeente kan als grote werkgever het goede voorbeeld geven naar andere grote bedrijven met veel werknemers.
De ministerie van I&W is bezig met het voorbereiden van normstelling voor vervoersmanagement (mogelijk een norm voor de CO2 uitstoot per werknemer) in de Omgevingswet. Waarschijnlijk wordt handhaving op grond van de Wm mogelijk als deze normstelling van kracht komt. Dit betekent dat bij de bedrijfsbezoeken de omgevingsdienst voorlopig alleen in de stimulerende sfeer verduurzaming van de mobiliteit kan bespreken. Daarom heeft de provincie onlangs het initiatief genomen om in een pilotproject met alle omgevingsdiensten in Zuid-Holland een aanpak te ontwikkelen om verduurzaming van mobiliteit bij bedrijven bespreekbaar te maken. In dit project worden bedrijven bezocht waar in de omgeving groot onderhoud van wegen plaatsvind of bereikbaarheidsopgaven zijn. Met deze pilot wordt beter inzichtelijk hoe invulling gegeven kan worden aan het verduurzamen van het bedrijf en hoe tot een provinciebrede aanpak kan worden gekomen. De gemeente kan hier ook aan deelnemen.
Voor deze bouwsteen is een goede afstemming nodig van de in- en externe communicatie en het voeren van de juiste boodschap op het juiste moment. Verder is er goede samenwerking nodig met de omgevingsdienst in verband met de bedrijfsbezoeken. De financiële gevolgen van een eventuele aanpassing van de interne reiskostenregeling valt buiten dit beleid en is een separaat traject. Voor het aanschaffen van extra dienstfietsen en kleinere fysieke aanpassingen en communicatie is een bedrag van eenmalig ca. € 50.000,- gemoeid.
In de bouwstenen is al opgenomen wat we willen doen om het fietsgebruik in Alphen aan den Rijn te vergroten. Voor sommige bouwstenen of onderdelen van bouwstenen is het voldoende als deze worden doorgevoerd in beleidsuitgangspunten, plannen en ontwikkelingen, maar bij andere bouwstenen of onderdelen van bouwstenen is het nodig om deze verder uit te werken in een programma met planning en kosten. Op die manier worden acties concreet en loopt het in de pas met de acties die genoemd zijn en gaan worden de programmabegroting, waarbij extra aandacht en budget voor de fiets bijdraagt aan een snelle realisatie van de doelstelling.
Het uitvoeringsplan van het Actieplan Fiets 2016-2020 loopt gewoon door en een aantal projecten zijn opgenomen in het Meerjaren investeringsplan infrastructuur (MIPI) en in de IRS. In de lijst met projecten (bijlage) zijn de vanaf 2016 uitgevoerde en geplande of te onderzoeken verbeteringen opgenomen, doorlopend tot 2022.
Voor wat betreft de kosten voor het meerjarenprogramma zijn deze opgenomen in de onderstaande programmering. Daarbij gaat het om concrete en rechtstreeks uit dit beleid voortvloeiende kosten. Een deel van de kosten in 2019 wordt gefinancierd uit het lopende budget uit het Actieplan Fiets. De overige kosten worden opgenomen in de actualisatie van het MIPI, waardoor de reservering voor de dekking van deze kosten vanaf 2020 wordt gegarandeerd.
deduurzameuitgeverij.nl. (sd). Twee- en driewielers (Light electric vehicles). Opgeroepen op 3 27, 2019, van Nederlandelektrisch.nl:
https://nederlandelektrisch.nl/technologie/voertuigtypen/twee-en-driewielers-/-light-electric-vehicles
feiten en cijfers over fietsdiefstal. (2019). Opgeroepen op 1 7, 2019, van www.fietsersbond.nl:
https://www.fietsersbond.nl/onderweg/fietsdiefstal/feiten-en-cijfers-over-fietsdiefstal/
KiM. (2016). Mobiliteitsbeeld 2016. Den Haag: Ministerie van I&M (nu I&W).
KiM. (2017). Mobiliteitsbeeld 2017. Den Haag: Ministerie I&M (nu I&W).
Ministerie I&W. (12-06-2018). Kamerbrief Ambities Fiets. Den Haag.
Vragen fietsstad 2018. (2019). Opgeroepen op 1 7, 2019, van www.fietsersbond.nl: https://www.fietsersbond.nl/fietsstadverkiezing-2018/vragen-fietsstad-2018/