Organisatie | Horst aan de Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleid Arbeidsmigranten 2019 |
Citeertitel | Beleid Arbeidsmigranten 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Regels paraplubestemmingsplan Norm voor huisvesting van arbeidsmigranten Werkgelegenheidsgebieden kaart Regionale bouwsteen huisvesting arbeidsmigranten |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-06-2019 | nieuwe regeling | 19-06-2019 |
Deel 1 Nieuw beleid short stay huisvesting arbeidsmigranten 2019
Al sinds jaar en dag zijn in de gemeente Horst aan de Maas buitenlandse werknemers werkzaam in met name de agrarische sector. Dit waren in eerste instantie seizoensmedewerkers, die in de zomerperiode hier korte tijd verbleven. In het algemeen werd de huisvesting op een goede wijze verzorgd bij het betreffend agrarisch bedrijf. In enkele gevallen was sprake van onaanvaardbare huisvesting en ook werd niet altijd de Nederlandse regelgeving voor loonafspraken e.d. gevolgd. De gemeente Horst aan de Maas heeft zich daarom vanaf 2001 al verdiept in de materie door de instelling van de zgn. commissie Curfs. Zaken als werkomstandigheden en huisvesting werden onder de loep genomen en er zijn aanbevelingen gedaan hoe in de toekomst om te gaan met de ontwikkelingen.
Met de verbreding van de Europese Unie in 2004 werd immers verwacht dat de aantallen buitenlandse werknemers uit met name de Midden- en Oost-Europese landen behoorlijk zouden toenemen. Dit is reden geweest om met de regio beleid te ontwikkelen voor een goede huisvesting van de benodigde arbeidskrachten. En om met andere instanties samen te werken zodat ook sprake zou zijn van goede werkomstandigheden. Daarnaast werd ook aandacht besteed aan sociale aspecten, zoals informatiepunten voor arbeidsmigranten en Poolse voorgangers in de kerk.
Steeds sterker werd de bewustwording dat zonder de inzet van arbeidsmigranten de economie in Noord-Limburg niet meer langer draaiende te houden was. Dit heeft o.a. geleid tot het samenwerkingsproject ‘Het belang van arbeidsmigranten’ met de verklaring van Kerkeböske in 2011, waardoor naast ruimtelijk beleid ook aandacht was voor de maatschappelijke impact en behoefte aan integratie.
Gestaag deed zich de ontwikkeling voor dat ook in andere sectoren arbeidsmigranten werden ingezet, met name in de logistieke sector. De mogelijkheden tot huisvesting in de regio waren vanuit de behoefte van de bedrijven in onze gemeente meestal nog toereikend om dit op te vangen. Uitzendorganisaties zochten vaker oplossingen buiten de regio. Incidenteel werd er grootschalig gehuisvest zoals in Tienray en Broekhuizenvorst.
Vanaf 2013 wordt in onze gemeente gewerkt met het Paraplubestemmingsplan ‘Huisvesting arbeidsmigranten’, waarin voor zowel de kernen als voor het buitengebied de mogelijkheden tot huisvesting worden aangegeven. Het huisvestingsbeleid heeft goed gefunctioneerd in relatie tot de behoefte die er was.
Sinds de economische recessie voorbij is, is dit niet meer het geval. Het bestaand beleidskader voor huisvesting arbeidsmigranten voorziet in de meeste gevallen niet in mogelijkheden voor de nu voorliggende verzoeken voor grootschalige huisvesting. Reden van deze initiatieven is de aantrekkende economie en als gevolg daarvan de schaalvergroting van logistieke en agrarische bedrijven in de regio. Ook de huidige krapte op de arbeidsmarkt door o.a. vergrijzing en ontgroening draagt bij aan de behoefte aan grote aantallen buitenlandse werknemers. Getracht wordt de behoefte aan arbeidsmigranten en huisvesting voor de korte en lange termijn in beeld te brengen.
Nu het huidig beleid niet meer altijd aansluit op de behoefte uit de praktijk, is er vanuit Regio Venlo een regionale bouwsteen voor huisvesting arbeidsmigranten ontwikkeld. Aangezien er sprake is van met name algemene locatiecriteria, kunnen gemeenten een lokale uitwerking met eigen uitgangspunten opstellen. De regionale bouwsteen is bedoeld voor arbeidsmigranten die hier tijdelijk verblijven en hun hoofdverblijf elders hebben en voornemens zijn naar hun thuisland terug te keren, verder te noemen als short stay arbeidsmigranten.
Voor onze gemeente zal het zeker nodig zijn om aanvullend lokaal beleid te ontwikkelen. De algemene uitgangspunten van de regionale bouwsteen komen niet overeen met het gestelde in het collegeprogramma, namelijk heldere kaders. Dit is van belang voor de ondernemers, maar ook voor de omgeving.
Naast dat wij het beleid voor huisvesting van short stay willen herzien, is het van belang te erkennen dat een deel van de mensen die hier tijdelijk verblijven ook voor de langere termijn nodig zijn voor de regionale economie. We zien dat arbeidsmigranten zich voor een langere periode of permanent gaan vestigen en hier een toekomst willen gaan opbouwen. Hier spreken we over de long stay arbeidsmigrant, die onze reguliere inwoner zal worden en dus ook onderdeel van onze samenleving gaat uitmaken. Met name voor deze doelgroep en hun omgeving is het van belang dat er communicatie kan plaatsvinden, dat er integratie zal zijn en dat er maatschappelijk draagvlak is en blijft. In een navolgend hoofdstuk zal dit verder worden uitgewerkt.
Met de toetreding tot de EU van Midden- en Oost-Europa in 2004 stroomde een grote groep
gekwalificeerde en goedkopere arbeidskrachten de Europese arbeidsmarkt op. In 2004 waren in Nederland nog minder dan 50.000 arbeidsmigranten uit de zogeheten MOE-landen werkzaam. In 2016 waren er meer dan 350.000 arbeidsmigranten actief als werknemer in Nederland. Samen vervulden zij 514.000 verschillende banen, zijnde 4,7% van het totaal aantal beschikbare banen in Nederland. Daarmee leveren deze arbeidsmigranten een substantiële bijdrage aan de productie in Nederland en een bijdrage van 11 miljard euro aan ons nationaal inkomen. Een aantal regio’s en sectoren is sterker afhankelijk van arbeidsmigranten, waardoor hun aandeel in het aantal banen kan oplopen tot 25% (SEO Economisch onderzoek).
In 2012 telde de regio Noord-Limburg 12.640 werkende arbeidsmigranten, zijnde 8% van het totaal aantal werkenden in Noord-Limburg. Tussen 2012 en 2016 steeg het aantal in de regio geregistreerde Polen met ruim 60% (Demografische transitie Noord-Limburg).
In het verleden kwamen voornamelijk Polen naar Nederland, maar nu de Poolse economie groeit en de Poolse regering maatregelen treft om de arbeiders in eigen land te houden, neemt het aandeel gestaag af.
Arbeidsmigranten uit andere EU-landen, waar lonen minder hard stijgen en waar meer werkloosheid heerst, kunnen de terugname van Poolse arbeidsmigranten opvangen. We zien in regio Noord-Limburg bijvoorbeeld het aantal Roemeense en Bulgaarse arbeiders toenemen.
Quickscan toekomstige vraag naar arbeidsmigranten Noord-Limburg
In opdracht van de regiogemeenten heeft Etil een quickscan uitgevoerd naar de toekomstige vraag naar arbeidsmigranten in Noord-Limburg.
Op basis van prognoses van de regionale arbeidsmarktsituatie zijn enkele scenario’s uitgewerkt. In de scenario’s varieert de verwachte extra behoefte (ten opzichte van 2018) aan arbeidsmigranten in Noord-Limburg in het jaar 2022 tussen de 1.100 tot 4.800 arbeidsmigranten. Als gevolg van seizoeneffecten is de behoefte aan arbeidsmigranten in bepaalde periodes gedurende het jaar hoger.
De verwachting is dat de behoefte aan arbeidsmigranten sowieso blijft bestaan tot 2030. Gedurende deze periode neemt de potentiële beroepsbevolking in Noord-Limburg met ongeveer 13.400 af tot 198.900, terwijl de werkgelegenheid naar verwachting toeneemt. Door technologische ontwikkelingen is het lastig om over de precieze benodigde omvang van arbeidsmigranten uitspraken te doen, aangezien deze ontwikkelingen direct van invloed zijn op de aard van de beroepen en de hoeveelheid werkenden die daarin nodig zijn.
Door beperkte registratie van arbeidsmigranten is het lastig om een goed beeld te krijgen van het exacte aantal. We werken een methode uit waarbij we meer zicht krijgen op de aantallen en deze beter kunnen volgen.
Technologische ontwikkelingen.
Ook technologische ontwikkelen gaan een rol spelen in de behoefte aan arbeidsmigranten in de sectoren agro, logistiek en maakindustrie. Het economisch adviesbureau Buck Consultants International (BCI) voorspelt dat de robotisering in Nederland versneld doorgevoerd zal worden. BCI becijfert dat in de komende vijftien jaar 40% van alle banen bij bijvoorbeeld de grote Nederlandse distributiecentra verloren gaan.
Robotisering verandert de arbeidsvraag, maar het is nog onduidelijk hoeveel nieuwe banen daaruit voortvloeien en of hierin een rol is weggelegd voor arbeidsmigranten.
Welvaartsontwikkelingen in de EU en voortschrijdende technologische innovaties hebben dus een grote impact op de toekomstige vraag naar arbeidsmigranten. Deze ontwikkelingen moeten wel meegenomen worden in een langetermijnvisie op het thema arbeidsmigratie.
Demografische ontwikkelingen en arbeidsmarktontwikkeling.
Ook zal de bevolking in de regio sterk vergrijzen en daarmee het aantal beschikbare arbeidskrachten krimpen. In Noord-Limburg was in 2017 19,6% van de bevolking 65 plus. Dit zal toenemen tot 32,2% in 2040. Alleen mensen met een migratieachtergrond zorgen nog voor bevolkingsgroei (Demografische transitie Noord-Limburg).
De potentiële beroepsbevolking, oftewel alle inwoners van 15 tot 75 jaar, telt in 2017 in Noord-Limburg 207.000 personen. Hiervan bieden 147.000 zich actief aan op de arbeidsmarkt; deze werkenden en werklozen vormen samen de beroepsbevolking. Het werkloosheidspercentage voor Noord-Limburg bedraagt 4,4%. De werkloosheid is het laagst onder hoogopgeleiden. Ook in een gezonde economische situatie is er altijd een deel van de beroepsbevolking werkloos. Werkloosheid kan immers verschillende onderliggende oorzaken hebben.
In Noord-Limburg groeit de beroepsbevolking in 2018 en 2019 met 500 personen. Dit komt door een stijgende participatiegraad. Vooral ouderen en vrouwen treden steeds vaker toe tot de arbeidsmarkt. De potentiële beroepsbevolking neemt in dezelfde periode af met 500 personen (Arbeidsmarkt in zicht UWV).
Banen van werknemers naar leeftijdsklasse en sector
In de provincie Limburg groeide de economie in 2017 met 3,2% en lag daarmee op het landelijk gemiddelde. In Noord-Limburg groeide de economie in 2017 met 3,8%. De aanhoudende economische groei zorgt voor krapte op de arbeidsmarkt. In Noord-Limburg is in vrijwel alle sectoren sprake van een groei van het aantal vacatures, maar met name bij de sectoren techniek, logistiek en horeca. Halverwege 2018 geeft bijna één op de vijf ondernemers in Noord-Limburg aan dat ze door een gebrek aan personeel productiebelemmeringen ervaren. Dit aandeel is in de afgelopen vier kwartalen snel opgelopen. In Noord-Limburg komen er in 2018 en 2019 in totaal ongeveer 3.100 banen bij.
De regio heeft een relatief hoog aandeel laaggeschoold werk en relatief laag aandeel banen voor hoger opgeleiden. In het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is dit terug te zien. Het aandeel hoger opgeleiden groeit wel sterker dan landelijk.
Technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat bedrijven blijven vernieuwen om concurrerend te blijven. Door digitalisering zullen mensen regelmatig nieuwe vaardigheden moeten aanleren. Door innovatie en robotisering neemt de vraag naar hoogopgeleid personeel toe.
Tegelijkertijd is de arbeidsmarkt flexibeler geworden en is er een toename van tijdelijke contracten en het aantal zelfstandigen. Een deel van deze flexibele arbeid wordt ingevuld door arbeidsmigranten, die daardoor bijdragen aan de behoefte van de bedrijven om personeel flexibel in te kunnen zetten.
Gelet op de bevolkingskrimp en vorenstaande ontwikkelingen spelen arbeidsmigranten een grote rol in de ontwikkeling van de regionale economie. In het collegeprogramma is opgenomen dat wij bedrijven ruimte geven om zich te kunnen ontwikkelen. Werkgevers geven aan dat zij de inzet van arbeidsmigranten nodig hebben. De werkgevers vragen de overheid zich in te zetten voor goede randvoorwaarden voor huisvesting van deze arbeidsmigranten. De werkgevers zijn zelf verantwoordelijk voor goede huisvesting van de benodigde arbeidsmigranten.
3. Samenwerking met Ondernemend Limburg en provincie Limburg
Er is een intentieverklaring gesloten tussen de gemeenten van o.a. Regio Venlo, provincie Limburg en Stichting Ondernemend Limburg waarin opgenomen is dat er een klimaat wordt geschapen waarbij arbeidsmigranten zich welkom voelen en waarbij voldoende aanbod van huisvestingsmogelijkheden gerealiseerd wordt die zowel kwalitatief als kwantitatief toereikend zijn. Partijen willen met elkaar samenwerken met als doelstelling om op korte termijn te komen tot een visie op en aanpak inzake arbeidsmigranten.
Hierbij wordt een brede onderbouwing van het belang van de arbeidsmigrant voor Limburg in
relatie tot economische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt opgesteld. Er zal een onderzoek komen om meer inzicht te krijgen in arbeidsmigranten en kenniswerkers, zowel kwantitatief als kwalitatief. Ook wordt gestreefd naar een gezamenlijke visie en aanpak inzake arbeidsmigranten, waarbij thema’s zoals economische ontwikkeling, arbeidsmarktbeleid, wonen, sociale veerkracht en draagvlak centraal staan. Aspecten moeten in samenhang worden bekeken: integratie, huisvesting, economische baten en sociaal-maatschappelijke gevolgen.
In de intentieverklaring is opgenomen dat er een provinciale stuurgroep wordt ingericht en dat de provincie een coördinerende rol heeft tussen met name de regio’s in Limburg. De provincie stelt daarbij een kwartiermaker ter beschikking.
4. Collegeprogramma Horst aan de Maas 2018-2022
In het collegeprogramma is in het Programma Economie en Ruimte opgenomen dat we onze lokale economie ruimte geven om zich te ontwikkelen. Agribusiness is daarbij één van onze belangrijke pijlers evenals vrijetijdseconomie. Aangegeven is dat verdere ontwikkeling van Greenport Venlo heel belangrijk is. Ook wordt ingezet op voldoende vestigingsmogelijkheden voor innovatieve bedrijven in de agribusiness, voeding, maakindustrie, handel en logistiek in Greenport Venlo.
In het collegeprogramma is in het Programma Sociaal Maatschappelijk, Participatie en voorzieningen opgenomen dat het college wil dat inwoners zoals nieuwkomers en arbeidsmigranten gelijkwaardige kansen wordt geboden voor maximale participatie in Horst aan de Maas. We richten de ondersteuning zo in dat ze zo snel mogelijk aansluiten op de basisvoorziening en kansen voor alle inwoners.
Als doelstelling is geformuleerd dat de huisvesting van arbeidsmigranten adequaat en lokaal gedragen is, waarbij de economische en sociale belangen in balans zijn.
We stellen ons beleid voor tijdelijke huisvesting bij en stellen heldere kaders. Daarbij zetten we ons ervoor in dat de gemeenten in de regio hetzelfde beleid voeren en iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Daarnaast zetten we ons in voor realisatie van huisvesting voor arbeidsmigranten die zich voor langere periode hier willen vestigen.
5. Regionaal huisvestingsbeleid arbeidsmigranten short stay.
In de regionale bouwsteen voor huisvesting short stay zijn met name de gemeenschappelijke uitgangspunten van de regio opgenomen (bijlage 1). Er zijn algemene criteria benoemd, zoals dat een nieuwe locatie voor huisvesting moet voldoen aan de eisen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF). Er worden op voorhand geen gebieden uitgesloten, behalve voor (grootschalige) short stay midden in de woonwijk. Ook zijn criteria benoemd wanneer een locatie in aanmerking kan komen voor short stay huisvesting, zoals ontsluiting, bereikbaarheid, parkeren, ruimtelijke uitstraling, landschappelijke inpassing, goed woon- en leefklimaat en draagvlak omgeving. En er zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot het gebruik van recreatieterreinen en bestaande complexen, zonder dat concreet wordt gemaakt onder welke voorwaarden huisvesting hierin mogelijk is. Dit geldt ook voor de mogelijkheid van huisvesting bij agrarische bedrijven.
De algemene uitgangspunten van het regionale bouwsteen worden vervolgens in het lokaal beleid concreet gemaakt. Hierbij kan er verschil zijn per gemeente, aangezien ieder zijn eigen ervaring en behoefte meeneemt bij de afweging. Een stedelijke gemeente zal bijvoorbeeld meer inzetten op huisvesting in een stedelijke omgeving en een agrarische gemeente zal meer mogelijkheden willen bieden voor de agrarische sector in het buitengebied. Ook zijn er duidelijke gezamenlijke voorwaarden herkenbaar, zoals tijdelijke vergunningen, maximaal aantal locaties en/of een maximum per locatie. In ieder geval is duidelijk dat iedere gemeente probeert tegemoet te komen aan een invulling van het het urgente vraagstuk dat er ligt en daarbij rekening wil houden met maatschappelijk draagvlak, integratie en gevolgen voor openbare orde en veiligheid.
6. Lokaal huisvestingsbeleid arbeidsmigranten short stay.
Het lokale beleid dat sinds 2013 in werking is, heeft geleid tot diverse aanvragen voor huisvesting van arbeidsmigranten.
Er zijn in de periode 2012 t/m 2018 voor 3135 bedden vergunning verleend, waarvan:
Het merendeel van de aanvragen heeft betrekking op huisvesting van arbeidsmigranten die werkzaam zijn bij agrarische bedrijven. De gemeente Horst aan de Maas kenmerkt zich door een groot aantal agrarische bedrijven en met name in de land- en (bedekte) tuinbouw worden al jarenlang arbeidsmigranten ingezet.
In het verleden ging het met name om medewerkers voor seizoenswerkzaamheden, maar met de schaalvergroting van de agrarische bedrijven is er steeds vaker sprake van werkzaamheden het hele jaar door. Ook op Fresh Park, waar de toelevering, verwerking en afzet van versproducten plaatsvindt, is er al
lange tijd grote vraag naar arbeidsmigranten. En met de logistieke hotspot Venlo-Venray en de ontwikkeling van Greenport Venlo is de vraag naar arbeidskrachten in de logistieke sector verder gegroeid.
Inmiddels maken tal van sectoren zoals agro, logistiek, maakindustrie, horeca en dienstverlening steeds vaker gebruik van arbeidsmigranten, nu de potentiële beroepsbevolking in eigen regio krimpt. Bovendien is er vaak sprake van laag geschoolde werkzaamheden, waarbij het aanbod van opleidingsniveau van de aanwas van beroepsbevolking vanuit eigen regio niet altijd meer aansluit op de vraag.
De komst van grotere groepen arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa is inmiddels van zodanige omvang dat de aanwezige huisvestingsvoorzieningen niet meer toereikend zijn. Ook zijn er steeds meer zorgen over maatschappelijk draagvlak in een gemeente als Horst aan de Maas, waarbij sprake is van kleine kernen. Toevoeging van enkele honderden nieuwe inwoners aan een kern leidt al snel tot scheve verhoudingen, waarbij vervolgens sociale balans en maatschappelijk draagvlak onder druk komen te staan.
We maken in ons nieuwe beleid dan ook onderscheid in huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten die hier tijdelijk verblijven en voornemens zijn terug te keren naar hun thuisland (short stay) en voor arbeidsmigranten die in onze gemeente of de regio hun toekomst op willen bouwen (long stay).
Voor alle toe te voegen voorzieningen zal gelden dat deze minimaal moeten voldoen aan de eisen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) en dat de initiatiefnemer zal moeten zorgdragen voor certificering (bijlage 3). Het daadwerkelijk beschikken over het certificaat heeft namelijk tot gevolg dat samengewerkt kan worden met de SNF in het op peil houden van de eisen en de controle van de naleving.
Aangezien de normering geënt is op een tijdelijk verblijf van enkele maanden en in de praktijk vaker sprake is van een veel langere termijn vinden wij het belangrijk dat de arbeidsmigrant kan beschikken over enige vorm van privacy. Wij stellen als eis dat de woonvoorziening zal moeten voorzien in 1-persoons en maximaal 2-persoons slaapkamers. Ook zal sprake moeten zijn van recreatieve voorzieningen in en buiten het gebouw. Op deze wijze wordt rekening gehouden met goede woon- en verblijfsomstandigheden van de arbeidsmigrant. In de huidige schaarste zal een arbeidsmigrant wellicht eerder kiezen voor onze bedrijven met bijbehorende kwalitatief goede voorzieningen. En zal eerder genegen zijn haar of zijn toekomst in onze gemeente op te bouwen als men hier op een goede wijze kan verblijven.
Uitgangspunt is dat in alle gevallen deze huisvesting op een oneigenlijke plaats tijdelijk zal zijn. Immers volgens het regulier huisvestingsbeleid zijn deze locaties niet geschikt voor permanente toevoeging van woonvoorzieningen. Aangezien de verwachting is dat binnen 5 tot 10 jaar in grote mate gebruik zal worden gemaakt van robotisering, wordt verwacht dat vele voorzieningen die nu gecreëerd worden dan overbodig zijn. Om te voorkomen dat er in het buitengebied en op bedrijventerreinen woonvoorzieningen leeg komen te staan dan wel oneigenlijk gebruikt worden, worden alleen maar tijdelijke vergunningen voor maximaal 10 jaar verleend. Wij gaan bij tijdelijke vergunningen nog steeds uit van kwalitatieve en duurzame woonvoorzieningen. In de praktijk blijkt dat dit zeker mogelijk is, ook al is sprake van een tijdelijke instandhouding. Mochten de technologische, economische of demografische ontwikkelingen geheel anders verlopen dan nu voorzien, zal er over ca. 8 jaar na vaststelling van het beleid een heroverweging van het uitgangspunt van de tijdelijke vergunningen kunnen plaatsvinden.
Een deel van de arbeidsmigranten zal ook op de toekomstige arbeidsmarkt inzetbaar zijn, waarbij zij naar verwachting ook inzetbaar zullen zijn op hoger geschoolde arbeid. Zij kunnen hier een werkcarrière en hun toekomst opbouwen en zullen gebruik moeten kunnen maken van de reguliere huisvestingsmogelijkheden. Dit vraagt wel om flankerend beleid in het kader van voldoende reguliere huisvesting.
Goed beheer is essentieel voor draagvlak. De wijze waarop toezicht en beheer wordt georganiseerd wordt in de exploitatievergunning op basis van de APV opgenomen. De aspecten die hierin geregeld worden zijn bijvoorbeeld de huisregels, geluid, zwerfafval, drugs/alcohol, bereikbaarheid en een calamiteitenplan.
Ook moet er sprake zijn van beheerders, die altijd (24/7) bereikbaar en aanwezig moeten zijn voor de arbeidsmigranten, de omgeving, hulpdiensten en de gemeente. De beheerders moeten in meerdere talen kunnen communiceren. De beheerders moeten daarnaast beschikken over een Verklaring omtrent het gedrag (VOG).
Ook geldt dat short stay voorzieningen met uitzondering van reguliere woningen in de kernen alleen bestemd zijn voor volwassenen.
In alle gevallen van toevoeging van huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten zal op initiatief van de aanvrager een omgevingsdialoog worden gehouden. Het is wel van belang dat de initiatiefnemer eerst met de gemeente in overleg gaat over de haalbaarheid van het plan. Het is niet wenselijk dat allerlei plannen met de omgeving worden gecommuniceerd, die bijvoorbeeld niet voldoen aan het nieuwe beleid dan wel aan de voorwaarden. Indien ingeschat wordt dat een principieverzoek kans van slagen zal kunnen hebben kan de omgevingsdialoog worden georganiseerd. Alle relevante stakeholders worden vroegtijdig over het verzoek geïnformeerd en er zal overleg worden gevoerd over de inhoud van de aanvraag, bijvoorbeeld over de locatie, de verschijningsvorm en de voorwaarden waaronder een verzoek positief zou kunnen worden benaderd. De omgevingsdialoog zal naar verwachting dienen tot vergroting van het draagvlak. Dit zal niet betekenen dat dit in alle gevallen kan worden bereikt. Maar door communicatie over het initiatief en afspraken met de ondernemer kunnen wellicht aan de voorkant onzekerheden worden weggenomen. Daar waar nodig of gewenst kan de gemeente ondersteunen in de omgevingsdialoog voor zowel de initiatiefnemer als de stakeholders. De uitkomsten van de omgevingsdialoog zullen betrokken worden bij de beoordeling van de aanvraag.
Uitgangspunten per huisvestingsvorm.
Daar waar sprake is van tijdelijk verblijf, wat wel kan inhouden dat dit voor meerdere jaren is, zal minder sprake zijn van het leren van de taal, het meedoen aan het verenigingsleven en het op overige wijze participeren in de maatschappij. Grote aantallen short stay arbeidsmigranten in kernen zijn dan ook minder gewenst, vanwege de impact op de woon- en leefsituatie. Dit wil niet zeggen dat tijdelijke arbeidsmigranten niet in de kernen kunnen wonen. Indien sprake is van een woonsituatie die vergelijkbaar is met een reguliere huishouding van maximaal vier personen en een parkeerbehoefte van maximaal 2 voertuigen, willen we dit in het toekomstig beleid toestaan. Ook voor gezinnen die hier tijdelijk verblijven blijft het daardoor mogelijk om te wonen in reguliere woningen in de kernen. Door een beperkt aantal personen toe te staan in een woning, ongeacht de grootte van de woning, is het niet meer aantrekkelijk om woningen om te bouwen tot pensions of in te richten voor kamerverhuur. Aangezien er sprake is van woonsituaties die vergelijkbaar zijn met reguliere huishoudens en er niet sprake is van een vergunningplicht is er geen maximum meer te stellen aan het aantal woningen in een straat dat als zodanig te gebruiken is. De short stay arbeidsmigranten in reguliere woningen in de kernen moeten ingeschreven staan in het BRP.
We gaan niet uit van grootschalige huisvesting in of nabij de kernen. Conform het collegeprogramma zoeken we voor ons aandeel in de regionale opgave naar mogelijkheden voor grootschalige huisvesting aan de rand van of nabij werkgelegenheidsgebieden (zie bijlage 2). Hierbij moet wel sprake zijn van enige spreiding.
Aangezien in onze gemeente al in grote mate en aantallen in huisvesting wordt voorzien in de agrarische sector, stellen wij ons enigszins terughoudend op in het mogelijk maken van grootschalige nieuwbouw voorzieningen voor andere sectoren. Daar waar wij zien dat onze buurgemeenten een maximum willen stellen aan aantallen locaties en bedden, kunnen wij niet bovenmatig uitbreiding van woonvoorzieningen toestaan. Het voorstel is dan ook om alleen in de komende periode van vijf jaar (na bekendmaking van het nieuwe beleid) voor maximaal twee nieuw te bouwen grootschalige initiatieven tijdelijk medewerking te verlenen. Per initiatief kunnen maximaal 400 arbeidsmigranten gehuisvest worden. Enige omvang in aantal bedden is noodzakelijk om te kunnen investeren in kwaliteit en beheer. Indien één van beide initiatieven een minder hoog aantal bedden wil realiseren, is er nog steeds sprake van maximaal twee nieuwe locaties en maximaal 400 arbeidsmigranten per locatie. Er kunnen dan geen nieuwe locaties worden toegevoegd en de tweede locatie kan geen hoger aantal bedden realiseren.
De locaties moeten gelegen zijn nabij werkgelegenheidsgebieden. We willen hierbij vooral de behoefte aan huisvesting van eigen bedrijven faciliteren met uitzondering van de behoefte die ontstaat vanuit de doorontwikkeling van Trade Port Noord. Hier zullen met name de andere (logistieke) gemeenten in de regio in moeten voorzien, nu wij al bovenmatig voorzien in huisvesting van arbeidsmigranten in de agrarische sector, zijnde de prioritaire sector in onze gemeente. Bovendien hebben wij reeds medewerking verleend aan een initiatief voor 416 bedden voor de logistieke sector. Aangezien er sprake is van een regionale arbeidsmarkt en een integrale gebiedsontwikkeling, hebben wij dus al ruimte geboden voor bedrijven uit de regio. Met vorenstaand voorstel geven wij als gemeente Horst aan de Maas gehoor aan de minimale toekomstige behoefte van 1100 arbeidsmigranten voor heel Noord-Limburg zoals aangegeven in de quick scan van Etil. Daar bovenop kan nog huisvesting voor arbeidsmigranten worden gerealiseerd bij de agrarische bedrijven zelf of in vrijkomende agrarische gebouwen nabij werkgelegenheidsgebieden. Indien de regiogemeenten op dezelfde wijze handelen, neemt ieder zijn verantwoordelijkheid en zal er sprake zijn van een regionale spreiding.
Het verlenen van tijdelijke vergunningen geldt ook voor de agrarische sector. Het is ongewenst dat naast de al grote aantallen verleende vergunningen nog vele nieuwe permanente woonverblijven in het buitengebied worden gecreëerd. Tevens dienen agrarische bedrijven aan te tonen dat de voorzieningen noodzakelijk zijn voor eigen werknemers, die daadwerkelijk bij het betreffend bedrijf werken, bijvoorbeeld door een accountantsverklaring. Voorzieningen mogen gedeeld worden met andere agrarische bedrijven, bijvoorbeeld als er sprake is van seizoensarbeid en verschillende behoefte in tijden aan huisvesting. De voorzieningen mogen buiten het seizoen niet worden ingezet voor andere sectoren, om te voorkomen dat logistieke bedrijven hun huisvestingsbehoefte in het buitengebied gaan situeren. De voorzieningen moeten daar gesitueerd worden, waar de hoofdvestiging van het volwaardig agrarische bedrijf aanwezig is. Dit omdat de aantallen veelal niet van zodanige omvang zijn dat er 24 uur beheer kan worden ingesteld. Het is derhalve van belang dat de werkgever in de directe omgeving aanwezig is en verantwoordelijk is voor een ordelijke en veilige leefomgeving.
Indien onderbouwd kan worden dat de woonvoorzieningen niet binnen het bouwblok gesitueerd kunnen worden, kan de bebouwing via een vrijstelling buiten het bouwblok plaatsvinden, mits dit direct aangrenzend is. Indien een agrarisch bedrijf over meerdere volwaardige vestigingen beschikt en aantoonbaar is dat huisvesting op de hoofdvestiging niet mogelijk is, is via vrijstelling huisvesting op een nevenvestiging mogelijk. Met name de beheersituatie moet hierbij goed worden uitgewerkt.
Vrijkomende (agrarische) bebouwing in het buitengebied.
Vrijkomende agrarische bebouwing mag worden ingezet voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten mits deze bebouwing niet wordt uitgebreid en indien deze bebouwing gelegen is nabij werkgelegenheidsgebieden. Er moet sprake zijn van integrale kwaliteitsverbetering. Gebouwen die niet worden ingezet voor de tijdelijke huisvesting, zullen bijvoorbeeld gesaneerd moeten worden dan wel de locatie moet landschappelijk worden ingepast.
7. Samenvatting geldend beleid vanaf 2010 en nieuw beleid vanaf 2019.
In het navolgende wordt beknopt samengevat vermeld wat de mogelijkheden zijn in het geldend beleid vanaf 2010 en wat de uitgangspunten daaromtrent zijn in het nieuwe beleid vanaf 2019. Voor de volledige voorwaarden van het geldend beleid 2010 of naderhand vastgestelde bestemmingsplannen moeten de betreffende plannen worden geraadpleegd. Het paraplubestemmingsplan huisvesting arbeidsmigranten is aan deze notitie toegevoegd (bijlage 4).
Huisvesting arbeidsmigranten in woningen binnen de bebouwde kom
Huisvesting arbeidsmigranten in woningen (geen vab) in het buitengebied.
Huisvesting in bestaande vrijkomende (agrarische) bebouwing in het buitengebied.
Huisvesting in nieuw te bouwen gebouwen.
Huisvesting in agrarische bedrijfsgebouwen.
Huisvesting arbeidsmigranten op bestaande recreatiebedrijven.
Slechts een deel van de arbeidsmigranten is geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente of het Werknemersbestand van UWV (WNB). In het BRP worden persoonsgegevens bijgehouden van iedereen die vier maanden of langer in Nederland woont (de ingezetenen) en degenen die een relatie met de Nederlandse overheid hebben (niet-ingezetenen). Arbeidsmigranten die hier tijdelijk werken en niet of korter dan vier maanden in Nederland wonen, vallen onder de niet-ingezetenen. Voor 2014 werden niet-ingezetenen niet centraal geregistreerd. Om deze groep beter in beeld te krijgen, zijn er inmiddels negentien RNI-loketten (Registratie Niet-Ingezetenen) in gemeenten in heel Nederland. Personen die kort in Nederland verblijven kunnen zich daar vrijwillig inschrijven.
Per 1 januari 2019 waren in onze gemeente 1698 arbeidsmigranten ingeschreven.
Als arbeidsmigranten staan ingeschreven ontvangt de gemeente een uitkering per inwoner in het Gemeentefonds. Als arbeidsmigranten hier tijdelijk verblijven staan zij ingeschreven in het betreffend nachtregister van hun verblijf en wordt er toeristenbelasting geheven. Het bijhouden van een nachtregister wordt verplicht gesteld in de exploitatievergunning. In 2017 waren er ca. 336.590 overnachtingen van arbeidsmigranten.
Bij grootschalige voorzieningen gaan we het gesprek aan met de huisvester en/of werkgever, zodat we afspraken kunnen maken over het inschrijven van bijvoorbeeld grotere groepen tegelijk. Ook zetten we hierbij meer in op voorlichting zodat de arbeidsmigrant zelf beter op de hoogte is van de voordelen van de inschrijving, zoals de mogelijkheid voor inschrijving voor een huurwoning en het toekennen van een Digi-D.
Het Parapluplan Huisvesting arbeidsmigranten is in 2013 vastgesteld.
Indien naderhand bestemmingsplannen zijn vastgesteld met regels voor huisvesting van arbeidsmigranten, zoals het bestemmingsplan voor het buitengebied, prevaleren de regels uit het bestemmingsplan.
Ook deze beleidsnotitie zal worden uitgewerkt worden in een nieuw parapluplan. Deze procedure zal enige tijd in beslag nemen, waardoor op korte termijn nog niet meegewerkt kan worden aan initiatieven, terwijl er wel sprake kan zijn van gevallen die kunnen voldoen aan het nieuwe beleid.
In dat geval zal beoordeeld worden of er alvast mogelijkheden zijn om mee te werken aan tijdelijke vergunningen die in overeenstemming zijn met het door de raad vastgestelde beleid. Daarnaast moet er een aanvraag brandveilig gebruik worden ingediend en een aanvraag om exploitatievergunning. In de exploitatievergunning worden o.a. de beheersregels opgenomen.
Het tijdelijk afwijken van regelgeving zal niet meer gelden nadat het nieuwe beleid in werking is getreden.
In het collegeprogramma is opgenomen dat nadat bedrijven gestart zijn, we controleren of zij handelen conform de vergunning inclusief ruimtelijke inpassing.
Het is belangrijk dat vergunningen en daaraan gestelde voorwaarden de komende periode gecontroleerd worden. Hiervoor is nu onvoldoende capaciteit. Er wordt op dit moment maar zeer incidenteel gecontroleerd. Om kwalitatieve en veilige huisvesting en draagvlak te houden is het goed om regelmatig controles uit te voeren en eventuele excessen aan te pakken. Er kan bij het uitvoeren van controle worden samengewerkt met de Stichting Normering Flexwonen.
Ook is het van belang om bestaande situaties die niet vergund zijn in beeld te krijgen, waarna afgewogen moet worden of situaties alsnog gelegaliseerd kunnen worden.
Deze aspecten moeten verder worden uitgewerkt in een plan van aanpak voor handhaving. Een deel van het extra toegekende budget voor handhaving zal worden ingezet voor zaken die spelen bij zowel short als long stay voorzieningen.
Het is daarnaast van belang om de ontwikkelingen te monitoren, zodat inzicht ontstaat of het nu voorgestelde nieuwe beleid in voldoende mate aansluit op de ontwikkelingen in de praktijk. Tevens zal daarbij inzicht moeten worden verkregen of de wijze en omvang van huisvesting een relatie kent met betrekking tot aspecten van openbare orde en veiligheid.
Vergunningen die reeds verleend zijn op basis van de beleidsregels uit 2013 of naderhand vastgestelde bestemmingsplannen blijven gelden overeenkomstig de hierin opgenomen bepalingen. De begrippen, eisen, rechten en plichten uit het Beleid arbeidsmigranten 2019 gaan wel gelden als er wijzigingen zijn waarvoor een nieuwe ruimtelijke toestemming nodig is.
De regels van dit beleid dienen in samenhang met en in aanvulling op de regels van alle vigerende en in ontwerp ter inzage gelegde bestemmingsplannen en beheersverordeningen van de gemeente Horst aan de Maas tot en met 18 juni 2019 te worden gelezen.
Het Beleid arbeidsmigranten 2019 treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking van het beleid.
Het Beleidskader Huisvesting Arbeidsmigranten Horst aan de Maas 2010 wordt per gelijke datum ingetrokken.
Deel 2 - De long-stay ambitie van Horst aan de Maas
…Is het leven in Horst aan de Maas nog steeds goed, ook voor de arbeidsmigrant. Ze zijn niet alleen nodig voor onze economie, we vinden het ook belangrijk dat deze nieuwkomers zich welkom voelen in onze gemeenschap, want zo zijn we in Horst aan de Maas.
…zijn er meer arbeidsmigranten die inwoner van onze gemeente worden en hier hun leven opbouwen. Dat willen we graag omdat we ook in de toekomst genoeg arbeidspotentieel beschikbaar willen hebben voor de lokale en regionale bedrijvigheid. We maken het daarom mogelijk dat de arbeidsmigrant en zijn/haar gezin zich optimaal kan ontwikkelen en gebruik kan maken van zijn/haar talenten.
…Zijn er voldoende goede (sociale huur-)woningen beschikbaar, zodat de doorstroming van verschillende doelgroepen in de huizenmarkt beter verloopt.
…Is er hogere acceptatie, meer begrip en wederzijds respect bij diverse inwoners in de wijken en dorpen inclusief de arbeidsmigrant. Het beeld van de arbeidsmigrant is veranderd en de leefbaarheid in de wijken is niet ten nadele veranderd door de komst van nieuwkomers. De arbeidsmigrant kan juist bijdragen aan het in stand houden van de leefbaarheid van de kernen. Bovendien praten we niet alleen óver arbeidsmigranten, maar vooral mét hen. Weet de arbeidsmigrant veel van Horst aan de Maas, en is de inwoner van Horst aan de Maas ook veel beter bekend met de ander. Succesvolle integratie komt van twee kanten.
…Is er intensievere samenwerking tussen gemeente, ondernemers, uitzendorganisaties, politie, woningcorporaties en welzijnsstichtingen. Samen kijken we naar oplossingen, zowel kwalitatief als kwantitatief.
…Zijn arbeidsmigranten een ‘vaste’ doelgroep binnen het reguliere beleid van de gemeente Horst aan de Maas, net zoals dat nu bijvoorbeeld bij statushouders het geval is. Er komt daarmee structureel aandacht voor bijvoorbeeld arbeidsbemiddeling, zorg en wonen voor deze doelgroep
…is een dusdanig aantal arbeidsmigranten doorgestroomd naar het ‘inwonerschap’, dat we ons totale inwoneraantal op niveau houden. Daarbij kijken we niet alleen naar totale aantallen, maar zorgen we dat we inzetten op de vervangingsvraag per sector en op arbeidsniveau.
Om bij te kunnen dragen aan bovenstaande ambities gaan we op de volgende pagina’s in deze notitie in op een aantal thema’s dat relevant is voor het vraagstuk arbeidsmigranten. Elk thema omvat richtingen, uitgangspunten en acties voor de toekomst.
Maar we constateren ook dat een verzameling van acties onvoldoende samenhang biedt. Daarom wil de gemeente Horst aan de Maas in ieder geval gedurende de komende twee jaar sterker inzetten op een integrale aanpak van het vraagstuk arbeidsmigranten. Dit begint lokaal, maar we zoeken zoveel mogelijk de samenwerking met de regio op, wat mogelijk leidt tot een vergelijkbaar project met het project Kerkeböske dat tussen 2011 en 2015 liep. (samenwerking tussen gemeenten Venlo, Venray, Peel en Maas en Horst aan de Maas en betrokken instanties uit Noord- en Midden-Limburg). Momenteel is Peel en Maas kartrekker van de regionale samenwerking. Vanuit Horst aan de Maas willen we meer regie binnen deze samenwerking, omdat dit in onze ogen noodzakelijk is om voldoende stappen te kunnen zetten. Uiteraard doen we dit in overleg met de regiogemeenten.
Deze projectorganisatie is verantwoordelijk voor een aantal zaken. Allereerst voor het verder uitwerken én coördineren van de thema’s en acties zoals benoemd in deze notitie. Ten tweede zorgt zij er voor dat er zo snel mogelijk zicht komt op cijfers die van belang zijn voor de lange termijn – in afstemming met de provinciale kwartiermaker. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met een laagconjunctuur; wat doen we met de arbeidskrachten die we nu aantrekken, maar dan misschien niet meer nodig hebben. En hoeveel zijn dat er?
De focus ligt nu sterk op de groeiende groep arbeidsmigranten en de huisvesting. De thematieken die spelen moeten wat ons betreft breed in de organisatie opgepakt worden als onderdeel van regulier beleid. Voorbeelden zijn het Masterplan Wonen, Jeugdzorg en andere zaken die ook spelen voor onze reguliere inwoners. Vooralsnog is er sprake van een overgangssituatie en willen we op dit dossier extra inzet plegen.
Over de invulling van deze organisatie is meer te vinden onder Deel 3.
Thema 1: Welkom in Horst aan de Maas
Imago – af van de vooroordelen - elkaar leren kennen
Dé arbeidsmigrant. Een term waar ieder een eigen beeld bij heeft, gevoed door allerlei bronnen en verhalen. Een woord dat generaliseert en waarbij je soms dreigt te vergeten dat het om mensen gaat, met elk hun eigen karakter. En een woord waar we een hele grote groep mensen onder scharen, waarvan we graag willen dat ze zich hier welkom voelen, onderdeel uit gaan maken van de Horster gemeenschap en geaccepteerd worden.
Een negatief imago van de arbeidsmigrant draagt daar niet aan bij. Daarom willen we de komende jaren inzetten op het verbeteren van dat imago en inzichtelijk maken wie de persoon achter de migrant is. Wat wil de arbeidsmigrant? Ook laten we zien waarom het verwelkomen van arbeidsmigranten belangrijk is.
Onbekend maakt onbemind. In een omgeving met veel arbeidsmigranten slaat dit spreekwoord de spijker op zijn kop. Bij welkom heten hoort het geven van goede voorlichting. . Zonder kennis van de Nederlandse normen en waarden of van het dagelijkse gebruiken en tradities blijft er een kloof bestaan tussen beide groepen.
Dit geldt niet alleen voor voorlichting aan arbeidsmigranten over de Nederlandse cultuur, maar ook andersom. Arbeidsmigranten die hier zijn komen wonen hebben een andere achtergrond en zijn met andere normen en waarden opgevoed. Het is goed om dat te weten en daardoor te begrijpen waarom er soms verschillen zijn. Hierdoor ontstaat er meer acceptatie van die verschillen.
Hierin zien we ook nadrukkelijk een rol en verantwoordelijkheid voor de werkgever/huisvester.
Goede voorlichting moet in ieder geval gaan over een aantal fundamentele onderwerpen:
Kennis van Nederlandse normen en waarden
Omgangsvormen die voor ons normaal zijn, kunnen in andere culturen volstrekt anders worden ervaren. Neem als voorbeeld het groeten op straat, het opnemen van familie in je huis of het wegbrengen van kinderen naar de opvang. Dat is voor ons heel normaal, maar voor Poolse arbeidsmigranten is het een laatste redmiddel. Deze en andere verschillen worden mooi beschreven in het 25-verschillen boekje, wat ook in de toekomst een rol in de voorlichting kan spelen.
Kennis van rechten en plichten
Waarom moet je je inschrijven in de BRP, wat doe je als je ziek bent, hoe ben je verzekerd tegen ziekte, hoe zit het met een uitkering bij onverhoopte werkloosheid, enz. Allerlei dingen die in anderen landen anders geregeld zijn dan in Nederland. Door onwetendheid kunnen onwenselijke situaties ontstaan en kunnen arbeidsmigranten in financiële problemen komen met alle maatschappelijke gevolgen van dien.
Kennis van gezondheid en welzijn
Waar kan de GGD bij helpen, hoe zit het in Nederland met kinderopvang – en waarom is dat hier heel normaal terwijl in het buitenland de familie veelal voor de opvang zorgt. Moet ik me inschrijven bij een huisarts en een tandarts?
Wat kun je doen als je in de schulden komt en hoe kun je het voorkomen.
Voor arbeidsmigranten is het belangrijk dat zij na verloop van tijd een keuze maken: wil ik in Nederland blijven, of ben ik hier alleen voor werk en bouw ik in mijn thuisland een bestaan op. Momenteel zien we dat mensen vaak blijven twijfelen en daardoor zowel in het thuisland als in Nederland kansen laten liggen. Het project twijfelaars helpt ze bij het maken van deze keuze – door voorlichting te geven en de gevolgen van beide opties inzichtelijk te maken.
We willen het project ‘twijfelaars’ verder (regionaal) uitbreiden. Het project zet in op een aantal doelen:
|
Voor de korte termijn is het duidelijk dat we de arbeidsmigranten hard nodig hebben om de huidige vraag naar arbeid in te vullen. Voor de langere termijn is er iets meer onduidelijkheid, vanwege verwachte – maar niet te plannen - ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld robotisering. Het is echter wel duidelijk dat het huidige arbeidsmarktpotentieel in Nederland zal krimpen, door vergrijzing en ontgroening.
Daarom wil de gemeente Horst aan de Maas een gedeelte van de arbeidsmigranten die nu naar onze regio komen ook voor de toekomst behouden. Veel arbeidsmigranten werken op dit moment onder hun niveau, of in een andere branche dan waar ze voor opgeleid zijn. Vaak hebben ze een (goede) opleiding genoten, maar doen ze er weinig mee omdat het werk in Nederland daar niet om vraagt.
We willen deze kennis zien en erkennen en zetten daarom in op een goede doorontwikkeling van de arbeidsmigranten die zich hier vestigen.
Thema 2: Leefbaarheid / Integratie
In Horst aan de Maas stellen we ons als doel dat onze inwoners vinden dat ze in de beste ‘woongemeente’ wonen. Een mooie uitdaging, waar heel veel factoren invloed op hebben. De komst van arbeidsmigranten en andere nieuwkomers is daar onderdeel van. De leefbaarheid in onze wijken en dorpen moet goed zijn. In Horst aan de Maas streven we bij leefbaarheid onder andere naar een goede balans. Balans tussen soorten woningen, balans tussen leeftijden, balans tussen groen en steen, maar ook balans in ‘culturen’ enz.
Leefbaarheid komt ook tot stand als we elkaar begrijpen en respect voor elkaar hebben. Soms wordt dit bemoeilijkt door een cultuur- of taalverschil. Integratie en letterlijk ook elkaars taal spreken is daarom een onmisbaar aspect van leefbaarheid in de wijk. We zien integratie daarom als het belangrijkste speerpunt binnen de ‘longstay-aanpak’. Om dat te kunnen bevorderen hebben we meer inzicht in de behoeftes en belangen van onze eigen inwoners nodig, maar ook vooral van de arbeidsmigrant zelf. Net als voor andere onderdelen is het gesprek mét de arbeidsmigrant dus van grote waarde.
In Horst aan de Maas zijn we er van overtuigd dat integratie begint met taal. De komende jaren wordt daarom nadrukkelijk meer ingezet op het leren van de taal door arbeidsmigranten. De gemeente neemt in het bevorderen van de integratie een regierol en neemt in het uitvoeringsplan diverse projecten op die hier aan bijdragen. We denken hierbij in ieder geval aan onderstaande projecten en zijn continu alert op kansen hierin:
Van arbeidsmigranten weten we dat ze zich over het algemeen niet heel eenvoudig mengen met de plaatselijke bevolking. Om integratie en participatie te bevorderen willen we in Horst aan de Maas stimuleren dat mensen elkaar opzoeken en beter leren kennen. Hiermee bevorderen we het contact tussen ‘reguliere inwoners’ en arbeidsmigranten en praten we met de arbeidsmigrant in plaats van over hen. Dit betekent echter niet dat we alleen van de arbeidsmigrant inzet verwachten. Integratie komt van twee kanten, dus bij participatie in de wijk zetten we nadrukkelijk in op het elkaar en de andere cultuur leren kennen.
Een actueel onderwerp met betrekking tot arbeidsmigranten is veiligheid en criminaliteit. De politie heeft eind 2018 aangegeven meer dan de helft van de tijd bezig te zijn met mensen met een migratie-achtergrond. De politie doet zelf verder onderzoek naar deze cijfers om te kunnen onderbouwen door welke groep dit wordt veroorzaakt, om wat voor zaken het gaat en wat de oorzaken zijn. Als gemeente zijn we hierover in overleg met de politie. We willen de resultaten van het onderzoek van de politie gebruiken om de eigen handhaving aan te scherpen of de focus te verleggen.
Passend bij onze ambitie willen we ook met het woonbeleid in Horst aan de Maas ervoor zorgen dat arbeidsmigranten zich thuis voelen. Enerzijds betekent dit dat de kwaliteit van de huisvesting binnen short stay al goed moet zijn, om een langer verblijf te stimuleren. We durven ons te onderscheiden van andere gemeenten door in te zetten op een hogere norm dan SNF.
Daarnaast is een goede spreiding over de gemeente en binnen de wijken belangrijk. Waarbij we in eerste instantie niet doelen op spreiding van mensen, maar op de spreiding van soorten woningen. We zien dat arbeidsmigranten vaker terecht komen in sociale huurwoningen, net als statushouders en ggz-patiënten. Daarmee ontstaat een concentratie van deze groepen in wijken waar meer van dit soort woningen staan. Omdat we ter bevordering van de leefbaarheid inzetten op een goede balans, is het nodig dat ook bij de bouw en renovatie van woningen nagedacht wordt over spreiding en doorstroming. Zodat niet alleen arbeidsmigranten maar ook bijvoorbeeld jonge starters een plek kunnen vinden.
De toestroom van arbeidsmigranten merken we niet alleen Horst aan de Maas, maar de hele regio ervaart de toename. Dit geldt voor zowel de short als de long stay. Om dit goed te kunnen organiseren en de doelen te bereiken die we ons voornemen is een goede samenwerking binnen de organisatie, binnen de regio en met partners onmisbaar.
Daarom willen we een platform oprichten waarin zowel de (regionale) overheid, ondernemers, uitzenders, huisvesters, woningcorporaties en welzijnsorganisaties plaatsnemen, zodat oplossingen breed besproken kunnen worden. We denken hierbij aan een opvolging van het regionale samenwerkingsprogramma ‘Kerkeböske” dat tussen 2011 en 2016 draaide. Dit in overleg met de huidige regionale kartrekker Peel en Maas.
Bovendien willen we als Horst aan de Maas een verbinder aanstellen, die de spil is op het gebied van arbeidsmigranten. Eén contactpersoon die overzicht heeft en die het gesprek voert met alle relevante stakeholders, dus ook zeker de arbeidsmigrant zelf én de werkgever/uitzender.
Deel 3 Organisatie en Uitvoeringsplan short en long stay arbeidsmigranten
Momenteel is er jaarlijks € 35.000 aan budget beschikbaar voor de in deel 2 genoemde maatregelen, waarbij in de begroting van 2019 nog een aanvulling van € 25.000 is gevraagd. Kosten die nu al gemaakt worden voor lopende zaken worden betaald uit dit bestaande budget.
Voor het onderdeel handhaving is in het algemeen extra krediet gevraagd aan de raad. Een deel van dat krediet zal moeten worden ingezet voor controle en handhaving van de voorstellen.
Voor het in behandeling nemen van alle aanvragen en het op een goede wijze begeleiden van de omgevingsdialoog is binnen team Omgeving extra formatie nodig.
Daarnaast wil de gemeente Horst aan de Maas in ieder geval gedurende de komende twee jaar sterker inzetten op een integrale aanpak van het vraagstuk arbeidsmigranten. De hiervoor benodigde projectorganisatie is aan zet voor het verder uitwerken én coördineren van de thema’s en acties zoals benoemd in deze notitie. Daarnaast vinden we het belangrijk dat arbeidsmigranten vast onderdeel van ons reguliere beleid worden. Dit betekent dat er op veel beleidsvelden opnieuw bekeken moet worden hoe dit opgenomen kan worden. Deze werkzaamheden zijn niet in te richten binnen de huidige capaciteit.
Bovendien willen we als Horst aan de Maas een verbinder aanstellen, die de spil is op het gebied van arbeidsmigranten. Eén contactpersoon die overzicht heeft en die het gesprek voert met alle relevante stakeholders, dus ook zeker de arbeidsmigrant zelf én de werkgever/uitzender. Deze verbinder brengt inzichten en signalen van buiten naar binnen, zodat deze kunnen worden vertaald naar effectieve maatregelen.
Om de in de notitie voorgestelde activiteiten en maatregelen mogelijk te maken is er een coördinerend zaakmanager en een coördinerend beleidsmedewerker nodig, die zich in ieder geval de komende twee jaar bezig houden met dit project (lokaal en regionaal). De kosten voor de (extra) inzet van de zaakmanager, beleidsmedewerker en de verbinder samen komt in totaal op € 100.000 euro per jaar voor een periode van minimaal twee jaar.