Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilversum

NADERE REGELS VOOR HET TIJDELIJK PLAATSEN VAN UITSTALLINGEN EN LOSSE RECLAMEBORDEN BIJ WINKELS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1.4.1 LID 4 SUB E VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HILVERSUM 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilversum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNADERE REGELS VOOR HET TIJDELIJK PLAATSEN VAN UITSTALLINGEN EN LOSSE RECLAMEBORDEN BIJ WINKELS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1.4.1 LID 4 SUB E VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HILVERSUM 2010
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageNadere regels

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-2010nadere regels

21-12-2010

gmb-2022-300620

Tekst van de regeling

Intitulé

NADERE REGELS VOOR HET TIJDELIJK PLAATSEN VAN UITSTALLINGEN EN LOSSE RECLAMEBORDEN BIJ WINKELS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1.4.1 LID 4 SUB E VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HILVERSUM 2010

 

Burgemeester en wethouders van Hilversum;

 

gelet op het bepaalde in artikel 2.1.4.1 lid 4 sub e van de Algemene plaatselijke verordening Hilversum 2010 (hierna: APV);

 

overwegende dat het gewenst is regels te stellen die met het plaatsen en geplaatst hebben van uitstallingen en losse reclameborden in (het centrum van) Hilversum in acht dienen te worden genomen in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de bescherming van het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte;

 

overwegende dat het in het kader van het dereguleringsbeleid van de gemeente Hilversum niet gewenst is om deze voorschriften te verbinden aan individuele vergunningen;

 

overwegende dat uitstallingen e.d. zonder vergunning zijn toegestaan voor zover deze zo zijn geplaatst dat ze geen gevaar of hinder voor het verkeer kunnen opleveren en mits deze voldoen aan de door het college te stellen nadere regels;

 

Besluit vast te stellen

 

NADERE REGELS VOOR HET TIJDELIJK PLAATSEN VAN UITSTALLINGEN EN LOSSE RECLAMEBORDEN BIJ WINKELS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1.4.1 LID 4 SUB E VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HILVERSUM 2010

 

Artikel 1 Algemeen

Deze nadere regels zijn van toepassing op uitstallingen en reclameborden bij winkels in de openbare ruimte.

 

Artikel 2 Begripsbepalingen

a. Uitstalling: de uit te stallen goederen niet zijnde reclameborden, behorend tot het gangbare assortiment van de onderneming waarbij ze in de openbare ruimte zijn geplaatst en decoratieve objecten die bij een onderneming in de openbare ruimte zijn geplaatst.

b. Geveluitstalling: uitstalling aan de gevel.

c. Buitenuitstalling: uitstalling niet aan de gevel.

d. Reclamebord: een op de weg in de nabijheid van een winkel geplaatst los bord met een reclameopschrift.

e. Intensief gebied: gebied waar uitstallingen en reclameborden een hoge druk leggen op de openbare ruimte.

f. Extensief gebied: gebied waar uitstallingen en reclameborden een minder hoge druk leggen op de openbare ruimte.

 

Artikel 3 Gebiedsaanduiding

Bij deze nadere regels behoort een kaart van Hilversum waarop het extensieve gebied en het intensieve gebied zijn aangegeven.

 

Artikel 4 Regels die gelden voor alle gebieden

De uitstalling moet op eerste aanzegging worden ontruimd indien dit noodzakelijk is in verband met de uitvoering van werken van openbaar nut, in het belang van de openbare orde of veiligheid dan wel ter realisering van gemeentelijke plannen. Bij deze ontruiming bestaat geen aanspraak op schadevergoeding.

 

Artikel 5 Aanwijzingen

De door politie, brandweer of daartoe aangewezen ambtenaren te geven aanwijzingen met betrekking tot de uitstalling dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

 

Artikel 6 Uitstallingen

1 De uitgestalde goederen mogen alleen artikelen bevatten die tot het assortiment van de winkel behoren.

2 De doorloopruimte op de trottoirs dient minimaal 1,50 meter te bedragen.

3 Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat plaats van een uitstalling in de bestrating is gemarkeerd.

4 Indien het bepaalde in dit artikel onder lid 3 niet van toepassing is dient de uitstalling direct tegen de gevel te worden geplaatst en mag niet dieper zijn dan 1,00 meter.

5 De uitstalling mag niet breder zijn dan de gevel, niet hoger zijn dan 1,75 meter en geen hinder veroorzaken voor de toegang van het naastgelegen pand.

6 De uitstalling mag niet aanwezig zijn buiten de openingstijden van de winkel.

7 Het direct of indirect ophangen van goederen aan een luifel, zonnescherm, vlaggenmast, boom of dergelijke is niet toegestaan.

8 Aan de uitstalling mogen zich geen scherpe delen bevinden en de uitstalling mag niet bestaan uit bewegende delen. Deze bepaling geldt niet voor speeltoestellen die bedoeld zijn voor kinderen.

9 De uitstalling mag niet het uitzicht of de doorgang voor het verkeer belemmeren.

10 Buitenverkoop is niet toegestaan.

11 Degene die de goederen uitstalt dient de openbare weg en de onmiddellijke omgeving te reinigen of te laten reinigen, indien die weg is verontreinigd ten gevolge van het uitstallen van de goederen.

12 Van degene die de goederen of borden uitstalt wordt verwacht, dat hij het redelijkerwijs mogelijke doet om te voorkomen dat de gemeente alsmede derden ten gevolge van het uitstallen schade lijden.

13 Op fietsen of bromfietsen die geplaatst zijn voor een onderneming met het kennelijke doel om goederen van die onderneming te bezorgen zijn de bepalingen uit dit artikel eveneens van toepassing.

14 Een vloermat of loper kan deel uitmaken van een uitstalling. Voorwaarde is dat de verkeersveiligheid hiermee niet in gevaar komt. Indien mogelijk kan een vloermat of loper langer zijn dan één meter vanuit de gevel.

 

Artikel 7 Losse reclameborden

1 Per onderneming mogen maximaal twee borden worden geplaatst.

2 De doorloopruimte op de trottoirs dient minimaal 1,50 meter te bedragen. In die gevallen waar er minder ruimte beschikbaar is kan een reclamebord alleen plat tegen de gevel worden geplaatst.

3 Een los reclamebord dient direct tegen de gevel te worden geplaatst en mag niet dieper zijn dan 1,00 meter.

4 Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de plaats van een los reclamebord in de bestrating is gemarkeerd.

5 De maximale hoogte en breedte van een los reclamebord mag niet meer bedragen dan respectievelijk 1,75 meter en 1,00 meter. De hoogte is gemeten vanaf de bestrating. Er geldt een minimumhoogte van 0,70 meter.

6 Een los reclamebord dient minstens 1,00 meter van een naast de winkel gelegen ingang van een pand verwijderd te blijven en mag niet aanwezig zijn op de weg buiten de openingstijden van de winkel.

7 Aan een los reclamebord mogen zich geen scherpe delen bevinden, het mag geen bewegende delen omvatten en het moet voldoende stabiel staan.

8 Een reclamebord mag niet het uitzicht of de doorgang voor het verkeer belemmeren.

9 Van degene die een reclamebord plaatst wordt verwacht, dat hij het redelijkerwijs mogelijke doet om te voorkomen dat de gemeente alsmede derden ten gevolge van het plaatsen van het reclamebord schade lijden.

10 Een los reclamebord mag niet langs de trottoirband worden geplaatst.

 

Artikel 8 Regels voor de extensieve gebieden

1. In afwijking van artikel 7 lid 1 van deze regeling geldt dat er in extensieve gebieden maximaal drie losse reclameborden per onderneming zijn toegestaan.

2. In afwijking van artikel 6 lid 4 van deze regeling geldt dat in basisgebieden meer dan een strook van 1,00 meter kan worden toegestaan indien er een brede strook grond aanwezig is. Deze uitstalling dient een aaneengesloten geheel te vormen. De doorloopruimte voor voetganger tussen de geveluitstalling en de buitenuitstalling dient minimaal 2,00 meter te bedragen.

3. Tussen de buitenuitstalling en de trottoirband dient een minimale doorloop van 1,50 meter gegarandeerd te worden.

 

Artikel 9 Overgangsbepalingen

1. Een vergunning voor het hebben van een uitstalling zonder vervaldatum en verleend voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit reglement zal 6 maanden na inwerkingtreding van dit reglement worden ingetrokken.

2. Een vergunning voor het hebben van een uitstalling met vervaldatum en verleend voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit reglement wordt beschouwd als een melding als bedoeld in artikel 2.1.4.1 B, eerste lid onder e van de Algemene Plaatselijke Verordening Hilversum 2010.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

1. Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag gelegen na de bekendmaking ervan.¹

2. Het Uitstallingsreglement van 22 november 2005 dat betrekking heeft op de Algemene Plaatselijke Verordening Hilversum 2001, wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels uitstallingen en losse reclameborden bij winkels Hilversum 2010.

 

Hilversum, 21 december 2010,

burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

 

 

I.C. de Vries E.C. Bakker

 

 

¹ Dit besluit is in werking getreden op 24 december 2010.

Kaartje intensieve winkelgebieden