Organisatie | Wetterskip Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Beleidsnotitie beoordeling peilwijzigingen |
Citeertitel | Beleidsnotitie beoordeling peilwijzigingen |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Beleidsnotitie beoordeling peilwijzigingen |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2013 | bestaand beleid | 02-07-2013 |
(Bekendgemaakt in het Waterschapsblad 2013, 1477 d.d. 9 juli 2013)
Algemeen Bestuur van Wetterskip Fryslân,
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, d.d. 12 maart 2013;
In 2007 is de beleidsnotitie harmonisatie beoordeling peilwijzigingen vastgesteld. In die beleidsnotitie zijn een aantal beleidsuitgangspunten die door de voormalige waterschappen werden gehanteerd, geharmoniseerd. Deze beleidsnotitie is nu aangepast naar aanleiding van een aantal ontwikkelingen.
• In het Waterbeheerplan 2010-2015 is vastgesteld dat het gewenste peilbeheer het toetsingskader vormt voor nieuwe aanvragen tot peilwijziging.
• Met de watergebiedsplannen gaan we over op gebiedspeilbesluiten. We gaan hiervoor een herzieningscyclus hanteren van 10 jaar. Tussentijdse aanvragen voor peilwijzingen willen we alleen honoreren als hiervoor een goede reden is. De uitgangspunten in deze beleidsnotitie geven ons hiervoor de handvatten.
• In bestaande beleidsnotitie harmonisatie beoordeling peilwijzigingen zijn een aantal criteria vastgesteld die de basis vormen voor de beoordeling of een aanvraag voor een peilwijziging via de peilbesluitprocedure dan wel via de procedure voor een watervergunning kan worden afgehandeld. In de praktijk bleken deze criteria niet te voldoen. In de voorliggende beleidsnotitie zijn deze criteria dan ook aangepast.
Gelet op de Waterschapswet en de Waterwet,
Peilbeheer is een belangrijk onderdeel van het waterschapswerk. Peilbeheer bestaat uit het vastleggen van peilen in peilbesluiten en het beheren van deze vastgestelde waterpeilen.
Wetterskip Fryslân werkt momenteel hard aan het tot stand brengen van de watergebiedsplannen voor het gehele beheersgebied. Na vaststelling van de watergebiedsplannen wordt overgegaan tot de herziening van de peilbesluiten van die gebieden. Het gewenste peilbeheer is daarmee vastgesteld na een zorgvuldig doorlopen proces en een zorgvuldige belangenafweging en de peilen zijn zo goed mogelijk afgestemd op de vastgestelde functie. In de periode tot vaststelling van het volgende watergebiedsplan (cyclus van 10 jaar), kan een aanvraag voor peilwijziging leiden tot het vaststellen van ander peilen. Een reden voor wijziging van het peil kan zijn dat een gebied een andere bestemming krijgt of omdat er inrichtingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De waterhuishouding moet dan worden aangepast aan deze nieuwe functie of aan de gewijzigde inrichting.
Aanvragen voor peilwijzigingen worden beoordeeld door Wetterskip Fryslân. In voorliggende beleidsnotitie is het toetsingskader voor deze beoordeling beschreven. Deze beleidsnotitie vervangt de beleidsnotitie ‘Harmonisatie beoordeling peilwijzigingen’ (vastgesteld op 18 december 2007), aangezien deze achterhaald is op de volgende punten:
Doel beleidsnotitie ‘Beoordeling Peilwijzigingen
In deze beleidsnotitie ‘Beoordeling peilwijzigingen’ (2012) zijn het toetsingskader en de nieuwe uitgangspunten vastgesteld voor onderstaande vier punten:
Het beleid en uitvoeringsregels van Wetterskip Fryslân ten aanzien van peilbeheer en peilbesluiten is opgenomen in de Richtlijn Peilbeheer. Het toetsingskader en de beleidsuitgangspunten wordt na vaststelling van deze beleidsnotitie ook opgenomen in de Richtlijn Peilbeheer.
1.2 Status beleidsnotitie ‘Beoordeling Peilwijzigingen’
De beleidsnotitie ‘Beoordeling Peilwijziging’ wordt vastgesteld volgens de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht). Tijdens deze procedure kunnen belanghebbenden hun zienswijze indienen. Na de inspraakprocedure vindt vaststelling plaats door het algemeen bestuur.
Deze beleidsnotitie beschrijft de beleidsuitgangspunten voor de beoordeling van aanvragen voor de wijziging van het peil (hoofdstuk 2). De beoordeling bestaat uit een keuze voor de procedure en een inhoudelijke afweging. Ten aanzien van peilbeheer door derden is het onderscheid tussen “algemeen belang” en “individueel belang” van belang. Dit onderscheid en de betekenis hiervan voor het eigendom, beheer en onderhoud is toegelicht in hoofdstuk 3. Wetterskip Fryslân draagt in bepaalde situaties financieel bij aan de aanleg van peilregulerende kunstwerken. Wanneer het waterschap bijdraagt is toegelicht in hoofdstuk 4.
In de kaders in de tekst van de beleidsnotitie ‘Beoordeling Peilwijzigingen’ zijn voorbeelden en nadere toelichtingen opgenomen voor het verduidelijken van uitgangspunten en regels. Deze voorbeelden helpen bij het maken van de afweging in gevallen van een maatwerkbeoordeling.
2. Beoordeling aanvraag peilwijziging
In dit hoofdstuk is de beoordeling van aanvragen voor wijziging van het gewenste oppervlaktewaterpeil (hierna: peil) beschreven. Bij deze beoordeling is de keuze voor de procedure en de inhoudelijke effecten en belangenafweging van belang. Het hoofdstuk is als volgt opgebouwd:
De beoordeling van aanvragen voor wijziging van het peil is in onderstaand figuur geschematiseerd. In het schema wordt verwezen naar de paragraaf voor verdere toelichting.
2.1 Begripsomschrijving: type aanvraag?
1.Peilwijziging bij functiewijziging
Dit zijn bijvoorbeeld peilwijzigingen die nodig zijn omdat ergens een stads- of dorpsuitbreiding plaatsvindt, maar ook wanneer landbouwgrond wordt omgevormd naar een natuurbestemming. Aanvragen voor wijziging van peil in verband met verandering in gebruik binnen de functie agrarisch gebied (types van akkerbouw naar andere types akkerbouw of naar grasland), of verandering van gebruik binnen de functie natuur (omzetten naar andere doeltypes) zijn in dit kader geen functiewijziging.
2.Peilwijziging bij ongewijzigde functie
Bij deze categorie gaat het om de peilwijzigingen die tijdens de looptijd (10 jaar) van een watergebiedsplan worden aangevraagd en waarbij de functie van het gebied ongewijzigd blijft.
3.Peilwijziging ten behoeve van de uitvoering van werken
Hieronder vallen wijzigingen van het peil om de uitvoering van werken ter verbetering van het watersysteem mogelijk te maken. Een voorbeeld is wijziging van het peil om de maatregelen uit te kunnen voeren die zijn opgenomen in het watergebiedsplan.
Hierbij gaat het om het tijdelijk toestaan van een ander peil, waarbij het peilbesluit niet wordt aangepast.
2.2 Procedure: Watervergunning, partiële herziening of afwijzing?
Er zijn twee procedures voor het regelen van de wijziging van het peil. Bij een peilwijziging moet de procedure voor een partiële herziening van het peilbesluit worden doorlopen. Bij een peilafwijking wordt de procedure van een watervergunning gehanteerd.
Bij een partiële herziening van het peilbesluit wordt een deel van een vastgesteld peilbesluit herzien. Voordeel is dat niet het gehele peilbesluit opnieuw hoeft te worden vastgesteld maar alleen voor het deelgebied waarvoor de peilwijziging is bedoeld.
Bij het verlenen van een watervergunning voor peilafwijking is er sprake van het recht om van het gewenste oppervlaktewaterpeil af te wijken zoals vastgesteld in het peilbesluit. Een watervergunning is
voor een bepaalde periode, zoals bepaald bij het afgeven van de vergunning. Deze periode kan enkele weken bedragen tot meerdere jaren bedragen.
De inhoudelijke belangenafweging van een aanvraag is bij beide procedures gelijk (zie paragraaf 2.3). De procedure van een watervergunning heeft echter een veel kortere besluitvormingsprocedure. De peilafwijking die in de watervergunning is toegestaan kan bij de eerstvolgende herziening van het peilbesluit worden vastgesteld als peilwijziging
2.2.1 Peilwijziging met kleine impact
Een aanvraag voor wijziging van het peil wordt via een watervergunning afgehandeld als deze een kleine impact heeft. Wijziging van het peil met een kleine impact kan zich voordoen binnen alle benoemde categorieën. Er is sprake van een aanvraag voor wijziging van het peil met een kleine impact als:
er geen sprake is van significante negatieve effecten voor andere belangen en belanghebbenden (deskundigen oordeel). Hierbij moet gedacht worden aan negatieve effecten op bebouwing, infrastructuur, stabiliteit waterkeringen, landbouw, cultuurhistorische waarden, archeologie, natuur en ruimtelijke ontwikkelingen. Indien er eventuele negatieve effecten zijn voor andere belangen, zijn compenserende maatregelen een mogelijkheid om deze effecten te minimaliseren.
er geen sprake is van significante negatieve effecten voor de inrichting en het beheer van het watersysteem (deskundigen oordeel). Hierbij moet gedacht worden aan negatieve effecten voor de wateraan- en afvoer, de waterberging, maaivelddaling, robuustheid en beheerbaarheid watersysteem, waterkwaliteit, stabiliteit waterkeringen etc. Verder mag door de wijzigingen in het watersysteem de benodigde inzet van medewerkers van Wetterskip Fryslân niet intensiveren dan wel hogere kosten met zich meebrengen.
De watervergunning voor een peilwijziging met weinig impact is altijd van tijdelijke aard en werkt tot het moment van herziening van het peilbesluit. Bij herziening vindt opnieuw een beoordeling plaats waarbij:
2.2.2 Peilwijziging bij functiewijziging
Vanwege de (her)inrichting van die gebieden is het soms nodig om peilen aan te passen. Dit geld ook voor aanvragen voor peilwijziging die van direct belang zijn, invloed hebben op - of gevolg zijn van – de functiewijziging. De aanvraag wordt behandeld als een partiële herziening.
2.2.3 Peilwijziging ten behoeve van uitvoering van werken
Voor verbeteringen in het watersysteem moet in sommige gevallen werken worden uitgevoerd waarbij een wijziging van het peilbesluit nodig is. Dit kan worden geregeld met een ambtshalve partiële herziening van een peilbesluit. Deze werken kunnen worden uitgevoerd door of namens het waterschap door bijvoorbeeld de provincie of de Dienst Landelijk Gebied.
Maatregelen ten behoeve van de uitvoering van werken in navolging van een watergebiedsplan worden in principe meegenomen in het peilbesluit. In het peilbesluit is opgenomen in welke periode de maatregelen worden uitgevoerd. Wanneer bij het vaststellen van het peilbesluit de maatregelen nog onvoldoende zijn uitgewerkt en nog niet in het peilbesluit kunnen worden opgenomen, dan moet de peilwijziging t.b.v. uitvoering van werken met een partiële herziening worden geregeld. Hiervan is sprake als bijvoorbeeld de
2.2.4 Peilwijziging bij ongewijzigde functie
In de watergebiedsplannen wordt het Gewenst Peilbeheer (GGOR) vastgesteld en daarop aansluitend worden voor het gebied de gewenste oppervlaktewaterpeilen vastgelegd in een peilbesluit. Het Gewenst Peilbeheer en het peilbesluit worden vastgesteld na een zorgvuldig doorlopen proces en een zorgvuldige belangenafweging. Daarom wordt er van uitgegaan dat na vaststelling van het peilbesluit de peilen zo goed mogelijk zijn afgestemd op de aanwezige functies. Deze vaststelling van gewenst peilbeheer en het peilbesluit kent een herzieningscyclus van 10 jaar.
Bij een aanvraag voor een peilwijziging bij ongewijzigde functie wordt eerst nagegaan of deze als peilafwijking kan worden afgehandeld. Is dit het geval dan wordt hiervoor een watervergunning verleend (zie figuur 2.1). Kan de aanvraag niet als peilafwijking worden afgehandeld dan wordt de aanvraag in principe afgewezen. Bij de vaststelling van het Gewenst Peilbeheer en het daaropvolgende peilbesluit is immers een zorgvuldige afweging gedaan en is ervoor gezorgd dat de aanwezige functie zo goed mogelijk wordt bediend. Bij een volgende herziening van het peilbesluit kan de aanvrager opnieuw zijn wens tot peilwijziging kenbaar maken. Dan wordt weer een nieuwe afweging gemaakt of de peilwijziging gehonoreerd kan worden.
Er kunnen echter zwaarwegende redenen om een aanvraag voor een peilwijziging bij ongewijzigde functie niet direct af te wijzen. Zwaarwegende redenen kunnen zijn:
2.3 Inhoudelijke effecten- en belangenafweging: Honoreren of afwijzen?
In voorgaande afweging is de conclusie getrokken of een aanvraag voor wijziging van het peil wordt geregeld met een watervergunning of een partiële herziening van het peilbesluit of op voorhand wordt afgewezen omdat er geen aanleiding is om de peilwijziging te honoreren (zie figuur 2.1). In deze paragraaf is het toetsingskader omschreven of de watervergunning of partiële herziening wordt gehonoreerd of wordt afgewezen op basis van effecten- en belangenafweging (inhoudelijke afweging). De effecten- en belangenafweging wordt uitgevoerd op basis van de aangewezen functie van het gebied.
Uitgangspunt bij deze effecten- en belangenafweging is dat peilwijzigingen geen ontoelaatbare gevolgen mogen hebben voor:
Deze afweging vindt plaats op basis van een verkennend hydrologisch onderzoek. Mocht dit verkennend onderzoek onvoldoende informatie opleveren om een zorgvuldige analyse te maken, kan nader onderzoek nodig zijn. De uitkomsten van het verkennend onderzoek en de eventuele nadere onderzoeken worden toegelicht in de toelichting bij het peilbesluit.
3. Eigendom, beheer en onderhoud peilregulerende kunstwerken
Peilbeheer is in feite het uitvoeren van de vastgestelde peilbesluiten. Op grond van de Waterwet is het waterschap verantwoordelijk voor het peilbeheer. Het peilbeheer houdt in dat het waterschap de waterpeilen instelt - zoals vastgesteld in de peilbesluiten - met de peilregulerende kunstwerken (gemalen, stuwen, inlaten en duikers). Daarmee kan het waterschap het water afvoeren, aanvoeren, vasthouden of bergen. In dit hoofdstuk zijn de uitgangspunten opgenomen over het eigendom, beheer en onderhoud van deze peilregulerende kunstwerken.
In de beleidsnotitie ‘Harmonisatie beoordeling peilwijzigingen’ zijn uitgangspunten opgenomen voor het eigendom, beheer en onderhoud van peilregulerende kunstwerken. Belangrijk uitgangspunt daarbij was dat alle gemalen, (onder)bemalingen en opmalingen waarbij sprake is van meer dan één belanghebbende, door het waterschap in eigendom zouden worden overgenomen. In 2010 is in het kader van de verkenningen door het algemeen bestuur besloten af te stappen van dit overnamebeleid en hiervoor nieuwe criteria te ontwikkelen. Bij deze herziening van het beleid “beoordeling peilwijzigingen” worden deze nieuwe uitgangspunten voor eigendom, beheer en onderhoud particuliere kunstwerken vastgesteld.
Het belangrijkste uitgangspunt dat bij het eigendom, beheer en onderhoud van peilregulerende kunstwerken wordt gehanteerd is het onderscheid in “algemeen belang” en “individueel belang” van de bemaling (en niet het aantal belanghebbenden, zoals in de beleidsnotitie ‘Harmonisatie beoordeling peilwijzigingen’). Het belang is bepalend voor de uitgangspunten aangaande eigendom, beheer en onderhoud gemalen. In paragraaf 3.1 is toegelicht wanneer er sprake is van algemeen dan wel individueel belang. In paragraaf 3.2 zijn de uitgangspunten voor eigendom, beheer en onderhoud van peilregulerende kunstwerken uitgewerkt.
3.1 Is er sprake van algemeen of individueel belang?
Het onderscheid tussen algemeen en individueel belang wordt gemaakt op basis van de oppervlakte van het bemalen gebied en/of de functie van de bemaling. Zo wordt in landbouw- en natuurgebieden onderscheid gemaakt tussen algemeen belang en individueel belang op basis van de oppervlakte van de bemaling. Opmalingen, onderbemalingen en boezembemalingen van landbouwgebieden en natuurgebieden van groter dan 30 hectare zijn van algemeen belang. Is de oppervlakte van de bemaling kleiner dan 30 hectare dan is de bemaling van individueel belang en ligt het eigendom van de bemaling in particuliere handen. Deze grens van 30 hectare komt voort uit een kosten-batenanalyse. De kosten van een inrichtingsmaatregel zijn daarbij gekoppeld aan de opbrengstverhoging (de baten) door de inrichtingsmaatregel. In 10 jaar tijd moet de opbrengstverhoging minimaal gelijk zijn aan de investering. Hierbij is uitgegaan van de gemiddelde vervangingswaarde van een onderbemaling van € 60.000,- De opbrengstverhoging (of verhoging doelrealisatie) is gemiddeld € 200,- per hectare.
Specifieke functies in het stedelijk gebied met een geringe oppervlakte, zoals sportvelden en begraafplaatsen, waar een (onder)bemaling is gesticht, zijn van individueel belang. Dit is in Wetterskip Fryslân Beleidsnotitie beoordeling peilwijzigingen WFN1307269 11 overeenstemming met het uitgangspunt dat bij de overdracht van stedelijk waterbeheer worden gehanteerd.
In tabel 3.1 is per mogelijke onder-, op- of bemaling aangegeven wanneer welk belang geldt. Vervolgens is in een blauw tekstblok toelichting gegeven per categorie bemaling.
Tabel 3.1 - onderscheid belangen bij verschillende categorieën
Uitgangspunt procedurele regeling onder-, op-, en bemalingen:
Onder-, op- en bemalingen van algemeen belang worden opgenomen in het peilbesluit. Onder-, op- en bemalingen van individueel belang – die in de huidige situatie in particulier eigendom zijn – worden als peilafwijking geregeld met een watervergunning.
3.2 Wat zijn uitgangspunten bij eigendom, beheer en onderhoud peilregulerende kunstwerken?
Eigendom peilregulerende kunstwerken
Voor stuwen, inlaten e.d. hoeft geen eigendoms- dan wel opstalrecht te worden gevestigd. Bij bemalingen geldt het uitgangspunt dat indien er sprake is van algemeen belang, de bemaling eigendom is van Wetterskip Fryslân. Indien er sprake is van individueel belang is de bemaling in particulier eigendom.
De overdracht van de bemalingen waarbij sprake is van algemeen belang wordt geregeld in het proces van de watergebiedsplannen.
Beheer peilregulerende kunstwerken
Het waterschap is ten allen tijde verantwoordelijk voor het peilbeheer. Het waterschap kan afspraken maken met derden over de daadwerkelijke uitvoer van het peilbeheer. Derden beheren de peilregulerende kunstwerken en zorgen dat de vastgestelde waterpeilen worden gehandhaafd. Het waterschap blijft echter verantwoordelijk en aansprakelijk voor het voldoen aan de eisen in het vastgestelde peilbesluit en zal hierop dan ook controleren. Het peilbeheer – en daarmee de bediening van peilregulerende kunstwerken - vindt dan ook plaats onder de voorwaarden van het waterschap. Afspraken over de uitvoering van het peilbeheer worden vastgelegd in een overeenkomst of zijn vastgelegd in een hiervoor verleende watervergunning.
Bij bemalingen waarbij sprake is van individueel belang wordt het peilbeheer uitgevoerd door derden.
Onderhoud peilregulerende kunstwerken
De onderhoudsplicht voor de peilregulerende kunstwerken is vastgelegd in de legger. Bij bemalingen met een algemeen belang is het waterschap onderhoudsplichtig (zie tabel 3.1). Bij bemalingen met individueel belang is een derde onderhoudsplichtig. Dit wordt met een leggerbesluit toegewezen. Voor bestaande bemaling met individueel belang is - na het opstellen van het watergebiedsplan en de bijbehorende peilbesluiten - de onderhoudsplicht in een leggerbesluit toegewezen.
In de beleidsregels inhoud legger waterlopen en kunstwerken zijn uitgangspunten ten aanzien van de onderhoudsplicht van bemalingen opgenomen. Met de vaststelling van deze beleidsnotitie zijn deze uitgangspunten achterhaald. Met de vaststelling van deze beleidsnotitie is dan ook een aanpassing van de beleidsregels inhoud legger waterlopen en kunstwerken nodig.
Om een peilwijziging of peilafwijking in de praktijk mogelijk te maken moet de waterhuishouding hierop worden ingericht en vervolgens worden onderhouden. Hieraan zijn kosten verbonden. In de beleidsnotitie ‘Harmonisatie beoordeling peilwijzigingen’ - vastgesteld 18 december 2007 - was het uitgangspunt dat de kosten die samenhangen met een peilwijziging in principe voor de aanvrager zijn, maar dat Wetterskip Fryslân de kosten voor 100% op zich neemt wanneer:
Het waterschap hanteerde hierbij een investeringsplafond van € 1000,- per ha. Met het vaststellen van gewenst peilbeheer in de watergebiedsplannen zijn deze uitgangspunten achterhaald. In het proces van gewenst peilbeheer wordt immers een zorgvuldige afweging gemaakt welk peil voor een functie kan worden vastgesteld. Dit wordt vervolgens vastgelegd in het peilbesluit. Eventuele verbeteringsmaatregelen om het gewenst peilbeheer te realiseren worden in het watergebiedsplan opgenomen en door het waterschap uitgevoerd. Daarmee wordt in principe zo goed mogelijk voldaan aan de op dat moment geldende functie en is er geen reden om het peil later nog aan te passen. Medefinanciering in situaties waar niet voldaan wordt aan de eisen van de geldende functie is daarom dan niet meer nodig.
Er zijn echter een aantal situaties waarbij het waterschap bereid is mee te betalen aan de aanpassing van de waterhuishouding in relatie met een peilwijziging. Medefinanciering door het waterschap is aan de orde wanneer:
4.2 Hoogte bijdrage bij medefinanciering
Wanneer er sprake is van een noemenswaardige verbetering van de inrichting van het watersysteem wordt de hoogte van de bijdrage van het waterschap beoordeeld op basis van een kosten-batenanalyse.
De uitgangspunten die bij een kosten-batenanalyse worden gebruikt zijn uitgewerkt in bijlage 1. In onderstaand voorbeeld is uitgewerkt hoe deze benadering wordt toegepast.
In bijlage 2 is bovenstaande voorbeeld getalsmatig verder uitgewerkt.
Naar rato van de vervangingsinvestering
Wanneer er in verband met de peilwijziging een vervangingsinvestering gedaan wordt t.b.v. een waterschapsobject is het waterschap bereid naar rato bij te dragen. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald aan de hand van de verwachte levensduur en de economische afschrijvingstermijn van het object. In onderstaand voorbeeld is uitgewerkt hoe hier mee om wordt gegaan.
Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân in de openbare vergadering van 2 juli 2013.
Bijlage 3 Voorbeeld uitwerking kosten – batenanalyse
Een grondgebruiker vraagt peilwijziging aan voor drie peilvakken met peilen van resp. -1,30 NAP, -1,50 NAP en -1,60 NAP.
Hij wil het peilvak van -1,30 NAP verlagen naar -1,50 NAP en is bereid het peilvak van -1,60 NAP met 10 cm te verhogen zodat er één groot peilvak ontstaat met een peil van -1,50 NAP. Door deze aanpassing wordt de waterhuishouding anders ingericht. Er moet één nieuwe stuw worden gebouwd en de 3 bestaande stuwen komen te vervallen. Bovendien kan er 2 km hoofdwatergang komen te vervallen.
Voor de kosten-batenanalyse wordt een vergelijking van 2 varianten gemaakt. Variant 1 is de variant waarbij niets wijzigt. In de toekomst zijn dan vervangingsinvesteringen voor de 3 stuwen nodig en ook is er jaarlijks beheer en onderhoud nodig. In variant 2 worden de wijzigingen doorgerekend.
Variant 2 levert een voordeel op van € 54.000,-. Het financiële voordeel voor het waterschap is groter dan de investeringskosten van een nieuwe stuw. De kosten van het plaatsen van een nieuwe stuw komen voor rekening van het waterschap.
Bijlage 4 Verklarende woordenlijst