Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsarrangement Bijzondere Wetten Horeca, coffeeshops, drugs en kansspelen Gemeente Smallingerland |
Citeertitel | Handhavingsarrangement Bijzondere Wetten Horeca, coffeeshops, drugs en kansspelen Gemeente Smallingerland |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-10-2013 | nieuwe regeling | 10-10-2013 BreedUit, 17 oktober 2013 |
Vastgesteld op: 10 oktober 2013
Per 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. Met deze wet zijn een aantal taken en bevoegdheden gedecentraliseerd naar de gemeente. Daarnaast is het gedoogbeleid coffeeshops gewijzigd.
Hierom is het reeds bestaande handhavingsbeleid overtredingen horeca en die van de coffeeshops gewijzigd en tot een integraal handhavingsarrangement gevormd. Het nieuwe arrangement vervangt hiermee beide losse arrangementen.
In dit stappenplan is beschreven hoe gemeente, politie en het Openbaar Ministerie optreden bij overtredingen in de horeca, coffeeshops en bij kansspelen. Hierdoor is duidelijk wanneer welke aanpak is vereist als overtredingen, overlast of andere misstanden zich voordoen dan wel worden geconstateerd.
Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de voorgenomen activiteiten, de wijze en frequentie van het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet is vastgelegd. Indien er overtredingen worden geconstateerd, wordt er gehandeld volgens het in dit arrangement beschreven stappenplan.
De burgemeester is – in medebewind – het bevoegd gezag voor vergunningverlening en toezicht van de Drank- en Horecawet en de handhaving hiervan. Daarnaast is hij primair verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Tevens worden exploitatievergunningen, vergunningen op grond van de Wet op de Kansspelen en gedoogverklaringen voor coffeeshops door de burgemeester verstrekt.
De door de burgemeester aangewezen gemeentelijke handhavers en de politie voeren het toezicht op de naleving uit.
In dit stappenplan komt voornamelijk de bestuursrechtelijke aanpak aan de orde. Het strafrechtelijk traject is een aangelegenheid van het Openbaar Ministerie. Het handhavingsarrangement wordt wel geaccordeerd door het driehoeksoverleg.
Het strafrechtelijk kader voor wat betreft de Drank- en Horecawet wordt gevormd door de Richtlijn voor strafvordering Drank- en Horecawet, nummer 22921 (Staatscourant).
Het handhavingsarrangement geldt als beleidsregels in de zin van artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze moeten op grond van artikel 3:42 Awb bekend worden gemaakt door publicatie.
Artikel 4:84 Awb bepaalt dat het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, maar anderzijds bepaalt dat van een beleidsregel kan worden afgeweken, als er sprake is van gevolgen van de toepassing van de beleidsregel voor één of meer belanghebbenden die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Ernst, aard of combinatie van overtredingen
Het kan voorkomen dat verschillende regels en/of voorwaarden tegelijkertijd of achterelkaar worden overtreden. Dit kan leiden tot het overslaan van de beschreven stappen. Daarnaast kan ook de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden er toe leiden om te besluiten tot het overslaan van de beschreven stappen in het handhavingsarrangement.
De meeste overtredingen kennen een geldigheidsduur van een jaar. Indien binnen een jaar na constatering van de eerste overtreding weer een overtreding plaatsvindt, wordt overgegaan naar de volgende stap in de tabel.
Voor overtredingen in de onderstaande categorieën geldt een geldigheidsduur van twee jaar.
Vaststelling en inwerkingtreding
Dit arrangement vervangt het 'Handhavingsbeleid bij overtredingen integraal horecabeleid 2007' en de notitie 'Handhaving drugsbeleid 1997' en wordt vastgesteld door de burgemeester. Het arrangement treedt de dag na bekendmaking in werking.
1. Administratieve tekortkomingen DHW / APV
2. Gebods- en verbodbepalingen DHW
3. Overtredingen APV / Exploitatie / Leeftijdsgrenzen
4. Regels in het kader van de openbare orde en veiligheid en Drank- en Horecawet
5. Verboden Drank- en Horecaverordening
7. Verstoring openbare orde en veiligheid
De kwalificatie 'ernstig geweld' is in ieder geval van toepassing indien sprake is van incidenten waarbij gedreigd is of gebruik is gemaakt van één of meer vuurwapens, waarbij één of meer dodelijke slachtoffer(s) zijn gevallen, waarbij één of meer slachtoffers(s) ernstig gewond is/zijn geraakt, bij steekincidenten, bij grootschalige vechtpartijen al dan niet met slachtoffer(s), bij ernstige zedendelicten (zoals verkrachting) en bij zware mishandeling.
Er is sprake van schijnbeheer als degene die zich voordoet als beheerder c.q. exploitant c.q. leidinggevende van een horeca-inrichting niet de feitelijke beheerder c.q. exploitant c.q. leidinggevende is. Schijnbeheer kan in verschillende vormen voorkomen. Er kan sprake zijn van een situatie waarbij een persoon niet als beheerder/exploitant/leidinggevende op vergunning staat vermeld, maar wel als exploitant of leidinggevende optreedt. Het door een andere persoon laten exploiteren van een horeca-inrichting omdat men zelf, vanwege antecedenten of ontbreken van vereiste diploma's, niet in aanmerking komt voor een vergunning, is een andere variant. In deze gevallen is de vergunning op grond van onjuiste gegevens en bescheiden verleend en kan de burgemeester besluiten de vergunning in te trekken.
Overlast in en vanuit de inrichting wordt aangemerkt als een categorie 1 incident. De aanwezigheid van overlast wordt afgeleid uit politiemutaties, mutaties van de toezichthouders Drank- en Horecawet en meldingen bij de publieksbalie of betrokken afdeling. Ook anonieme meldingen kunnen een rol spelen bij de beoordeling of sprake is van overlast. Als voorbeelden van overlast kunnen worden genoemd: parkeeroverlast, stank, vervuiling, geluidshinder door komende en gaande bezoekers, lastigvallen van passanten, het op luidruchtige wijze exploiteren van een terras en het blokkeren van de doorgang c.q. de openbare weg. Indien de overlast zich concentreert rond bepaalde nachtelijke uren, kan op grond van artikel 2:30, lid 1 APV ook worden gekozen voor tijdelijk vaststellen van andere sluitingstijden.
8. Kansspelautomaten horecagelegenheden (Wet op de Kansspelen)
9. Overtredingen drugs / coffeeshops
ARTIKEL 13B OPIUMWET, IN VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE LOKALEN EN DAARBIJ HORENDE ERVEN NIET ZIJNDE COFFEESHOPS
Op lijst I en II van de Opiumwet staan zowel hard- als softdrugs. Een handelsvoorraad is een hoeveelheid hard- of softdrugs die een gebruikershoeveelheid overschrijdt en bestemd is voor handel en verkoop. Een gebruikershoeveelheid is een hoeveelheid die meestal wordt aangeboden voor eigen gebruik. Dit is voor harddrugs één bolletje, één pil of een halve gram. Voor softdrugs is dit maximaal 5 gram.
Handel in drugs is aannemelijk wanneer er aanwijzingen zijn op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat er in of vanuit de inrichting in drugs wordt gehandeld. Deze aanwijzingen kunnen voortkomen uit feitelijke acties/observaties of waarnemingen ter plaatse door de politie (onder meer het aantreffen van drugs, verklaringen van schepklanten (d.w.z. getuigen/verdachten van een strafbaar feit) en/of personeel, bekendheid van de inrichting als uitvalsbasis of ontmoetingsplaats voor drugsdealers en verslaafden) en getuigenverklaringen die in die richting wijzen. Andere aanwijzingen zijn het aantreffen van verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld gripzakjes) waarin dergelijke middelen verpakt plegen te worden, het aantreffen van verpakkingsmateriaal in combinatie met een hoeveelheid (handels)geld, voorverpakte en/of geprijsde drugs of bestellijsten in de inrichting.
Het wordt de exploitant van een reguliere horeca-inrichting zwaar aangerekend wanneer er in een dergelijke inrichting soft- of harddrugs wordt aangetroffen en/of vanuit de inrichting illegale verkoop van drugs dan wel handel in drugs plaatsvindt. Daarom moet ook worden beoordeeld of de Drank- en Horecawetvergunning of de exploitatievergunning moet worden ingetrokken op grond van artikel 31 van de Drank- en Horecawet respectievelijk artikel 1:6 van de APV.
ARTIKEL 13B OPIUMWET BIJ WONINGEN
Gezien de inbreuk van de sluiting van een woning op de persoonlijke levenssfeer wordt in dit handhavingsarrangement onderscheid gemaakt tussen sluiting van een woning en een lokaal. Dit ondanks het feit dat de grondslag van beide bevoegdheden uit dezelfde wet voortvloeit.
Op grond van de Opiumwet zijn zowel softdrugs als harddrugs verboden. Het gedoogbeleid houdt in dat er onder strikte voorwaarden, de zg. AHOJGI criteria, opgenomen in de "Aanwijzing Opiumwet", niet strafrechtelijk zal worden opgetreden tegen de verkoop van op lijst II van de bij de Opiumwet vermelde hennepproducten.
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
Ingezetenencriterium: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland (zie onder voor nadere toelichting) | |||
|
|
Affichering/reclame: over dit onderwerp vermeldt art. 3B van de opiumwet dat het verboden is om prijzen met verkooppunten kenbaar te maken door middel van elk medium (televisie, radio, kranten, Internet, reclameborden langs de weg, posters, folders, magazines, gidsen, tijdens manifestaties e.d.). Ook is het niet toegestaan om met pseudomedische of -wetenschappelijke voorlichting de verkoop, aflevering of verstrekking van drugs te bevorderen (bijvoorbeeld een in de vorm van ‘voorlichtingsfolder' gegoten reclamefolder over softdrugs uitgegeven door en herleidbaar tot een coffeeshop. Verder is het niet toegestaan dat een coffeeshop reclame op het pand heeft die meer inhoudt dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit, bijvoorbeeld een uithangbord of lichtbak aan de gevel of een poster op de ruit, welke er kennelijk op is gericht om de verkoop, aflevering of verstrekking van softdrugs te bevorderen.
Bij overlast kan het bijvoorbeeld gaan om parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidhinder, vervuiling en/of overlast door voor en nabij de coffeeshop rondhangende klanten. Bij overlast zal eerst worden geprobeerd om via afspraken met de exploitant de overlast te beëindigen.
Ingezetenencriterium: Het I criterium is in aansluiting op de Aanwijzing Opiumwet wel opgenomen in dit handhavingsbeleidsplan, maar de handhaving van het I criterium heeft geen prioriteit omdat er nagenoeg geen toeristen komen in de Drachtster coffeeshops, en zich dus hiermee ook geen problemen voordoen. Dit standpunt is formeel in de driehoek besproken en vastgesteld. De driehoek houdt hieromtrent echter wel de vinger aan de pols: als zich in de toekomst alsnog problemen hieromtrent zouden voordoen in de coffeeshops, kan hogere prioriteit worden gegeven aan de handhaving van het I criterium en kunnen alsnog nadere afspraken worden vastgelegd over de handhaving hiervan. Dit wordt dan ook kenbaar gemaakt aan de coffeeshophouders.
15% THC norm: Het kabinet kwalificeert cannabis met een THC1-gehalte van 15 procent of meer als harddrug. Door plaatsing op lijst I van de Opiumwet valt cannabis met meer dan 15% THC onder het verbod op de aanwezigheid van harddrugs in coffeeshops. Ook over de handhaving van de 15% THC norm is in de driehoek gesproken. Wanneer de behandeling in de Tweede kamer is afgerond en de norm wet is geworden, zal dit gehandhaafd worden. Er zullen geen extra controles plaatsvinden, de THC norm wordt in de reguliere controles meegenomen. Hierbij is met name het aspect van gezondheidsbescherming leidend. In het reguliere overleg met de coffeeshops wordt afgesproken dat coffeeshops scherp zijn op het tegengaan van te sterke cannabis. De driehoek houdt ook met betrekking tot de handhaving van deze norm de vinger aan de pols.
Handhavingsmiddelen Drank- en Horecawet
Niet iedere regel wordt bewust overtreden. Daarnaast zijn er ook een aantal regels minder duidelijk of onbekend bij ondernemers. Daarom kan nalevingshulp worden geboden door de toezichthouders DHW of de betrokken juridische afdeling. Hiermee wordt de overtreder de regels duidelijk gemaakt zonder dat het directe gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering.
Op basis van artikel 44a van de nieuwe DHW is de burgemeester bevoegd om voor de daarin genoemde overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Het opmaken van een bestuurlijke boete op basis van de Drank- en Horecawet wordt gedaan door een door de burgemeester aangewezen toezichthouder. De bestuurlijke boete is onderdeel van de handhaving in het bestuursrecht. De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie. Dit betekent dat een aantal waarborgen, zoals de plicht tot het geven van cautie, gelden wanneer een bestuursorgaan voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen. De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.
De artikelen 20 lid 6 en 7, 21 en 45 van de nieuwe DHW kunnen alleen strafrechtelijk worden afgedaan. Er wordt een proces verbaal opgemaakt als er een overtreding van deze artikelen wordt geconstateerd. Het openbaar ministerie bepaalt de hoogte van de boete.
Intrekken/schorsen DHW-vergunning
De burgemeester kan de DHW-vergunning intrekken op grond van de in artikel 31 van de nieuwe DHW genoemde intrekkingsgronden. Daarnaast kan de vergunning geschorst worden voor maximaal 12 weken op basis van artikel 32 van de nieuwe Drank- en Horecawet.
Tijdelijk stilleggen alcoholverkoop in de detailhandel
Op basis van artikel 19a van de nieuwe DHW kan de burgemeester de verkoop van zwak alcoholhoudende drank stilleggen voor minimaal 1 week en maximaal 12 weken. Deze sanctie kan worden toegepast als artikel 20 (leeftijdsgrenzen) 3 keer wordt overtreden binnen een periode van 1 jaar.
Toepassen last onder bestuursdwang
De grondslag voor bestuursdwang uitgeoefend door de Burgemeester staat omschreven in artikel 125, lid 3 van de Gemeentewet. Artikel 19a (three strikes out maatregel) en artikel 44 (medewerking verlenen aan een toezichthouder) van de nieuwe Drank- en Horecawet geven de Burgemeester specifieke bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang.
Op basis van artikel 5:32 van de Algemene Wet Bestuursrecht gelet op artikel 125, lid 3 van de Gemeentewet heeft de Burgemeester de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom.
Sluiting van een horecagelegenheid
Dit is een vorm van bestuursdwang op basis van artikel 174 van de Gemeentewet. Met dit instrument kan een illegale situatie daadwerkelijk worden beëindigd.
Artikel 36 van de Drank- en Horecawet geeft de burgemeester de bevoegdheid om personen de toegang tot ruimtes te ontzeggen waar in strijd met de wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt.