| Organisatie | Oost Gelre |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Evenementenbeleid gemeente Oost Gelre |
| Citeertitel | Evenementenbeleid gemeente Oost Gelre |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 21-03-2008 | nieuwe regeling | 03-03-2008 ELNA/Groenlose Gids, 20-03-2008 |
De gemeente Oost Gelre hecht waarde aan evenementen binnen haar gemeente. Ze vormen een belangrijke waarde in de beleving van inwoners van hun eigen leefomgeving en zorgen voor sociale binding om de samenhang en het contact tussen inwoners te bevorderen. Gebleken is dat evenementen en activiteiten in de openbare ruimte de laatste jaren in aantal en omvang groeien. Dit heeft tot gevolg dat er een grotere druk komt op de directe woon en leefomgeving. Aspecten als geluid, parkeerproblemen, wildplassen, vandalisme en zwerfafval vormen de neveneffecten waar omwonenden hinder van kunnen ondervinden. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot het ontwikkelen van een instrument dat als doel heeft de beheersbaarheid bij evenementen te vergroten.
Uitgangspunt vormt dat de organisator verantwoordelijk is voor de totale gang van zaken rondom een evenement. Naast de feitelijke organisatie betekent dit dat de organisator in eerste instantie verantwoordelijk is voor de veiligheid van het publiek. Om het organiseren van evenementen eenvoudiger te maken kunnen evenementen die niet of nauwelijks hinder voor de omgeving opleveren zonder vergunning worden gehouden.
Tijdens evenementen vormt de kerntaak van de overheid het waarborgen van de openbare orde en veiligheid en het tegengaan van overlast. Hiervoor heeft de burgemeester een aantal beleidsuitgangspunten vastgelegd. Ook is in deze nota opgenomen op welke wijze de gemeente evenementen faciliteert. De beleidsuitgangspunten zijn enerzijds geput uit bestaande werkwijzen en anderzijds zijn nieuwe beleidsuitgangspunten bepaald.
Er wordt onderscheid gemaakt in een drietal categorieën evenementen, te weten nietbelastende, belastende en bijzondere evenementen. Per categorie zijn geluidseisen, eindtijden, aanvraag en behandeltermijnen bepaald.
Voor de belastende en bijzondere evenementen is per evenementengebied een maximum aantal evenementendagen vastgelegd. De reden hiervan is om de druk voor de leefomgeving aanvaardbaar te houden en tegelijkertijd het draagvlak voor evenementen te behouden.
Daarnaast zijn in het belang van dierenwelzijn eisen opgenomen voor circussen en is bepaald onder welke voorwaarden feesten en bruiloften op particulier terrein zijn toegestaan.
Gedurende publieksevenementen geldt dat glaswerk voor het verstrekken van consumpties niet is toegestaan. In het beleid zijn voor het overige richtlijnen opgenomen over parkeerfaciliteiten, sanitaire voorzieningen, geneeskundige inzet en particuliere beveiliging.
Sluitstuk van dit beleid vormt handhaving. In de nota wordt aangegeven op welke wijze toezicht en handhaving tijdens evenementen vorm wordt gegeven.
Evenementen spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven. Ze zorgen voor vermaak voor grote groepen, maar zijn ook economisch gezien van belang. Ook zijn evenementen van belang voor de sociale binding tussen bewoners.
In de gemeente Oost Gelre worden jaarlijks tal van evenementen georganiseerd. Het gaat hierbij om verschillende evenementen qua omvang. Grootschalig, met uitstraling voor bijvoorbeeld de hele gemeente of kleinschalig, alleen beperkt tot de eigen straat. Voor een groot deel betreft het jaarlijks terugkerende evenementen, zoals carnaval, kermis, bloemencorso, buurt en straatfeesten. Daarnaast worden ook nieuwe of éénmalige evenementen georganiseerd.
Evenementen hebben vaak een positieve uitwerking op de samenhang in de leefgemeenschap. Evenementen brengen mensen tot elkaar. Tegelijkertijd kunnen evenementen het imago van de gemeente en de commerciële belangen van ondernemers positief beïnvloeden, doordat ze bezoekers van buiten de gemeente aantrekken.
Er zitten ook minder leuke kanten aan evenementen. Ze kunnen voor overlast zorgen bij de inwoners en de ondernemers in de gemeente. Deze overlast wordt het snelst ervaren door mensen die dicht bij een evenementenlocatie wonen en/of werken. Geluid is een aspect waar inwoners hinder van kunnen ondervinden. Andere punten van hinder zijn wegafzettingen ten behoeve van evenementen, zodat bepaalde straten en/of gebieden moeilijk bereikbaar zijn, vervuiling van de leefomgeving en de toename van kans op vandalisme, agressie en geweld.
Voor een goed verloop van een evenement moeten diverse belangen worden afgewogen en duidelijke afspraken met de organisator hierover worden gemaakt.
Als gevolg van een toename van het aantal evenementen, zowel in aantal als in omvang (spectaculairder en groter) is de behoefte ontstaan om een helder evenementenbeleid op te stellen, waarin een groot deel van de huidige werkwijze aan het papier wordt toevertrouwd. Oost Gelre wil een gemeente blijven waar veel mogelijk is, echter binnen gestelde kaders.1
Het evenementenbeleid heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en het voorkomen van ernstige overlast. Deze nota biedt daarbij een hulpmiddel om aan evenementenorganisaties en bewoners aan te geven binnen welke kaders evenementen georganiseerd mogen worden in de gemeente Oost Gelre. Enerzijds met de bedoeling om het organiseren ervan mogelijk te maken, anderzijds om een aangenaam woon en leefklimaat te waarborgen door de hinder en overlast te beperken.
Daarnaast biedt de nota een handvat voor beleidsuitvoering binnen de gemeente. De nota beschrijft op welke wijze evenementenaanvragen worden beoordeeld.
Hoofdstukken 2 en 3 beschrijven de wettelijke regelingen die (mogelijk) van toepassing zijn bij het organiseren van evenementen. Hoofdstuk 4 geeft aan welke aanvraag en beslistermijnen gelden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in categorieën evenementen. Hoofdstukken 5 en 6 geven de toetsingsciteria aan voor evenementenaanvragen met diverse beleidsuitgangspunten. De hoofdstukken 7 en 8 gaan over de wijze hoe evenementen door de gemeente worden gefaciliteerd en tips waar organisaties rekening mee moeten houden bij het organiseren van evenementen. Hoofdstuk 9 beschrijft de wijze van toezicht en handhaving tijdens evenementen en hoofdstuk 10 geeft aan wanneer het beleid inwerking treedt.
Om een goed beeld te krijgen van de reikwijdte van het begrip evenement wordt dit hieronder aangegeven.
In de Algemene plaatselijke verordening gemeente Oost Gelre (APV) staat ‘evenement’ gedefinieerd als:
Artikel 2.2.1 Begripsomschrijving
De meeste evenementen vinden buiten plaats. Vaak op openbaar terrein, maar soms ook op particuliere buitenterreinen. Daarnaast vinden er evenementen plaats op binnenlocaties, zoals bijvoorbeeld in horecagelegenheden, maneges en sporthallen. Het kan hier gaan om binnenlocaties die tijdelijk geschikt worden gemaakt voor evenementen. Hiervoor is een evenementenvergunning noodzakelijk.
Daarnaast zijn er ook locaties die specifiek zijn ingericht voor het houden van evenementen. Zolang er voldaan is aan eisen die op grond van andere regelgeving voor deze locaties gelden (bijv. de gebruiks en/of milieuvergunning) en de festiviteiten de normale bedrijfsvoering niet te boven gaan is een evenementenvergunning niet nodig. Te denken valt aan reguliere festiviteiten binnen horecagelegenheden, paardrijden in maneges of sportwedstrijden in sporthallen. Deze activiteiten vallen veelal onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de daarop gebaseerde artikelen 4.1.1 tot en met 4.1.4 van de APV (de festiviteitenregeling). Voor deze activiteiten is geen evenementenvergunning nodig.
Indien een wedstrijd wordt gehouden met voertuigen (fietsen, bromfietsen, invalidenvoertuigen, motorvoertuigen, etc.) op openbare wegen dan gelden zowel de wedstrijdbepalingen uit de Wegenverkeerswet als de evenementenbepaling.
Vindt echter een wedstrijd met een motorvoertuig of bromfiets plaats op een terrein dat niet behoort tot een weg, dan is daarvoor enkel een evenementenvergunning nodig van de burgemeester.
Ook braderieën en daarmee gelijkgestelde jaarmarkten vallen onder het begrip evenement. Dit in tegenstelling tot de wekelijkse warenmarkt. Deze wordt geregeld via de marktverordening. De warenmarkt valt daarom buiten deze notitie.
Naast de hiervoor genoemde markten waar voornamelijk bedrijfsmatig goederen aan particulieren worden verkocht, zijn er ook markten waar particulieren goederen verkopen. Hierbij valt te denken aan vlooienmarkten, snuffelmarkten en rommelmarkten in een gebouw. Deze markten in een gebouw vallen niet onder de evenementenbepaling, maar onder de categorie snuffelmarkten en dergelijke (artikel 5.2.4 van de APV). Deze activiteiten vallen derhalve niet onder deze nota.
Het verlenen van een evenementenvergunning is een bevoegdheid van de burgemeester. Dit volgt rechtstreeks uit de Gemeentewet, waarin de burgemeester wordt belast met zowel het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden als op de voor het publiek openstaande gebouwen en de daarbij horende erven. De burgemeester kan bij verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen geven die noodzakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde.
Er is een breed scala van regels in meer of mindere mate van toepassing op evenementen. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de wet en regelgeving die (mogelijk) van toepassing is.
3.1. Wettelijke regelingen die van toepassing zijn.
3.1.1. Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De Algemene wet bestuursrecht kent regels voor het aanvragen, het beslissen en de voorbereiding van beslissingen en bekendmakingen met betrekking tot evenementen. Belangrijk in dit verband is vooral dat de beslissing zorgvuldig moet worden voorbereid door de nodige kennis over relevante feiten en belangen te vergaren. De belangen van omwonenden zijn daarbij een belangrijke factor.
De burgemeester is op grond van artikel 172 van de Gemeentewet belast met de handhaving van de openbare orde. Op grond van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester tevens belast met het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. De burgemeester kan ten behoeve van het handhaven van de openbare orde of het toezicht op openbare gelegenheden bevelen geven die hij noodzakelijk acht. De burgemeester kan zich daarbij laten bijstaan door de politie. Indien zaken uit de hand lopen heeft de burgemeester op grond van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet daarnaast nog de mogelijkheid tot het geven van noodbevelen of het afkondigen van een noodverordening.
De Politiewet omschrijft de taak van de politie als ‘de daadwerkelijke handhaving van de
rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven’. Hieronder vallen ook evenementen. De hulpverlenende taak wordt bovendien zo breed opgevat dat ook veiligheid in preventieve zin, zoals veiligheidsoverleg vooraf bij evenementen, hieronder geschaard kan worden.
Op grond van de Woningwet en de daarop gebaseerde bouwverordening dienen onder andere bouwwerken waarin meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn over een gebruiksvergunning te beschikken. Voor zover de festiviteiten binnen de voorschriften van de gebruiksvergunning passen is de evenementenbepaling van de APV niet van toepassing.
Op grond van de Brandweerwet 1985 en de daarop gebaseerde brandbeveiligingsverordening dienen
o.a. evenemententerreinen en tijdelijke bouwsels die niet vallen onder de bouwregelgeving (zoals feesttenten) en waar meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn te beschikken over een gebruiksvergunning.
De Wet geluidhinder bevat een uitgebreid stelsel van bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidshinder door onder meer industrie, wegverkeer en spoorwegverkeer. De meetmethoden genoemd in de handleiding “Meten en rekenen van industrielawaai 1999” worden gehanteerd bij het doen van geluidsmetingen tijdens evenementen. Alhoewel industrielawaai anders is dan het geluid dat wordt geproduceerd tijdens evenementen en festiviteiten, blijken de in de handleiding genoemde meetmethodieken goed te gebruiken bij evenementen en festiviteiten.
Indien evenementen worden gehouden in inrichtingen die een vergunning hebben op grond van de Wet milieubeheer of vallen onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit) gelden de in deze regelgeving genoemde geluidsvoorschriften. Veel (kleinere) bedrijven, waaronder de horeca, zijn vrijgesteld van de vergunningplicht op grond van de Wet milieubeheer, maar moeten voldoen aan algemene regels die in de vorm van een Algemene Maatregel
van Bestuur (AMvB), zoals het Activiteitenbesluit, zijn vastgesteld. Op grond van het Activiteitenbesluit gelden er eisen met betrekking tot o.a. geluid en licht. Voor collectieve en incidentele festiviteiten in inrichtingen als bedoeld in het Activiteitenbesluit, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van geluidsnormen voor zover naleving hiervan redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
3.1.8. Algemene plaatselijke verordening (APV)
In de APV van Oost Gelre zijn diverse bepalingen opgenomen die gerelateerd kunnen worden aan het evenementenbeleid. Allereerst zijn er de algemene bepalingen die (in aanvulling op de Awb) betrekking hebben op het aanvragen, beslissen, verbinden van voorschriften en beperkingen aan vergunningen.
Daarnaast zijn er specifiek bepalingen die (mogelijk) relevant zijn voor het evenementenbeleid, zoals bepalingen over:
Ook bevat de APV regels die als kapstok kunnen dienen voor vormen van geluidshinder die niet zijn geregeld in de Wet geluidhinder of de Wet milieubeheer. Te denken valt hierbij aan evenementen in de openlucht, bv. popconcerten, het blaffen van honden of het gekraai van een haan, lawaaiige hobby's, etc.
Gelet op de bepalingen in de WVW en het daarop gebaseerd Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is het mogelijk om (gedeelten van) wegen, straten en/of pleinen, die in het beheer en/of eigendom van de gemeente of andere wegbeheerders zijn, af te sluiten ten behoeve van een evenement. In de WVW is voor evenementen bepaald dat ontheffing nodig is van het verbod voor het houden van wedstrijden met voertuigen op de openbare weg.
3.1.10. Regeling verkeersregelaars
Verkeersregelaars kunnen worden ingezet om verkeersstromen bij tijdelijke wegafzettingen, zoals tijdens evenementen, in goede banen te leiden. In de regeling verkeersregelaars worden de eisen omschreven waaraan verkeersregelaars dienen te voldoen.
Indien op zondag evenementen plaatsvinden in de nabijheid van kerken en dergelijke gebouwen mag er gelet op de Zondagswet geen sprake zijn van hinder voor de godsdienstuitoefening. Uitgangspunt is dat op zondag voor 13.00 uur geen openbare vermakelijkheden (evenementen) plaatsvinden. Van dit verbod kan de burgemeester ontheffing verlenen indien er geen verstoring van de zondagsviering of de zondagsrust is te verwachten (bv. evenementen zonder muziek of festiviteiten zonder (geluids)hinder).
Op zondag mag ook geen gerucht worden verwekt dat verder hoorbaar is dan 200 meter van de bron (uitzondering kerkdiensten, betogingen en vergaderingen). De burgemeester kan hiervoor zondags na
De Winkeltijdenwet en de winkeltijdenverordening geeft aan op welke tijden detailhandel (winkels en uitstallingen langs de weg) toegestaan is. Indien er ten behoeve van een evenement buiten deze tijden om behoefte aan detailhandel bestaat kent de Winkeltijdenwet daarvoor een aantal vrijstellings en ontheffingsmogelijkheden.
Indien evenementen worden gehouden in een inrichting als bedoeld in de Drank en Horecawet vervalt in de regel de evenementenbepaling van de APV. Voor het mogen schenken van zwakalcoholische
dranken tijdens evenementen buiten een horecabedrijf op de openbare weg is een ontheffing nodig op grond van de Drank en Horecawet. De burgemeester kan tijdens een bijzondere gelegenheid, zoals een evenement, ontheffing verlenen, mits de leidinggevende(n) beschik(t)(ken) over een Verklaring Sociale Hygiëne en hij/zij van goed levensgedrag is/zijn. De leidinggevende hoeft geen horecaondernemer te zijn. De Drank en Horecawet bepaalt dat er geen vergunning of ontheffing nodig is als a. er een besloten feest wordt gehouden, b. geen entree wordt geheven en c. indien gratis alcohol wordt verstrekt. Er moet dan wel voldaan worden aan alle drie vereisten.
Indien tijdens een evenement een kansspel wordt georganiseerd moet hiervoor een vergunning op grond van de Wet op de kansspelen worden aangevraagd. Het gaat hierbij om loterijen en kleine kansspelen (bingo, rad van fortuin e.d.).
3.1.15. Wet op de openluchtrecreatie
Indien evenementen gepaard gaan met overnachting in de open lucht dan wel kamperen in caravans en tenten is de Wet op de openluchtrecreatie (mogelijk) van toepassing.
De Wet op de openluchtrecreatie komt per 1 januari 2008 te vervallen. Op dat moment zullen de regels uit het bestemmingsplan en van de Algemene plaatselijke verordening gaan gelden.
3.1.16. Gezondheids en welzijnswet dieren
Indien dieren bij een evenement betrokken worden, bijvoorbeeld bij een circus, zijn de regels van de Gezondheids en Welzijnswet dieren (mogelijk) van toepassing.
Op grond van de Luchtvaartwet en het daarop gebaseerde ‘Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen’ gelden er eisen voor het opstijgen en landen van hefschroefvliegtuigen (helikopters), het opstijgen en landen met luchtballonnen, zweefvliegen, landbouwvliegtuigen en ultralightvliegtuigen. In het kader van de evenementenvergunningen zijn vooral de regels voor helikopters en luchtballonnen van belang. In beide gevallen dient de burgemeester een verklaring van geen bezwaar af te geven.
3.1.18. Wet op de ruimtelijke ordening (WRO)
Ingeval van het houden van terugkerende, meerdaagse evenementen kan afhankelijk van omvang, duur en uitstraling sprake zijn van planologische relevantie. Ook éénmalige evenementen kunnen naar omvang, duur en aard planologisch relevant zijn. Artikel 17 WRO, bedoeld als planologische vrijstelling voor tijdelijke activiteiten, kan bij éénmalige evenementen worden toegepast.
Als op een bepaalde locatie jaarlijks meerdere evenementen worden gehouden is het van belang dat de bestemmingsplannen voorzien in de te houden evenementen.
Evenementen die geen of slechts geringe planologische relevantie hebben kunnen gewoon plaatsvinden, daarvoor is geen planologische procedure nodig.
3.1.19. Besluit veiligheid attractie en speeltoestellen
De beoordeling van de veiligheid van installaties die vallen onder het Besluit veiligheid attractie en speeltoestellen ligt bij de Voedsel en Warenautoriteit. De toetsing van de burgemeester op veiligheid zal zich in dit verband beperken tot de plaats van attracties ten opzichte van elkaar en op de aanwezigheid van een veiligheidscertificaat.
3.1.20. Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
Veiligheid bij evenementen is niet alleen een verantwoordelijkheid voor gemeente, politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening, maar ook en vooral voor de organisatoren van evenementen. Afhankelijk van de aard en omvang van een evenement kan een eigen bewakings en / of beveiligingsdienst geëist worden. Op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureaus geldt er een aantal eisen voor dergelijke diensten. De burgemeester kan bij evenementen het aantal beveiligers bepalen.
Op grond van het Vuurwerkbesluit mag consumentenvuurwerk enkel en alleen worden afgestoken rond de jaarwisseling. Vergunning of ontheffing voor andere tijden is niet mogelijk. Het afsteekverbod geldt niet voor fop en schertsvuurwerk.
Vuurwerk dat tijdens evenementen wordt afgestoken valt onder de categorie professioneel vuurwerk en mag alleen worden afgestoken door een gecertificeerd bedrijf dat beschikt over een vergunning van Gedeputeerde Staten van de provincie. Voor het afsteken dient vergunning te worden aangevraagd bij het college van Gedeputeerde Staten, dat de burgemeester in de gelegenheid stelt advies uit te brengen. Indien de burgemeester een negatief advies uitbrengt (de verklaring van geen bezwaar weigert) zal Gedeputeerde Staten de gevraagde vergunning weigeren. Voor theatervuurwerk tot 10 kg en professioneel vuurwerk tot 100 kg hoeft geen vergunning te worden verleend, maar kan worden volstaan met een melding aan Gedeputeerde Staten. De burgemeester wordt door Gedeputeerde Staten in kennis gesteld van de melding.
3.1.22. Wet rampen en zware ongevallen (WRZO)
De WRZO bepaalt dat voor iedere voorzienbare ramp of zwaar ongeval een rampbestrijdingsplan moet worden opgesteld. Bij grootschalige evenementen is het daarom denkbaar dat voor een te organiseren evenement een rampbestrijdingsplan moet worden opgesteld. De WRZO en het daarop gebaseerde plan crisismanagement geeft verder regels over de eventueel noodzakelijke repressieve inzet en de opschalingprocedures tijdens een evenement.
Personen die een wapen hebben moeten in het bezit zijn van een verlof tot het voorhanden hebben hiervan dat is afgegeven door de minister van Justitie. De korpschef van de politie adviseert de minister hierbij. Een vaste schietinrichting moet voldoen aan de eisen uit de Wet milieubeheer.
Bij incidentele schietactiviteiten, zoals het vogelschieten tijdens de kermis of het in optocht meevoeren van wapens, worden door de burgemeester in de evenementenvergunning veiligheidsvoorschriften opgelegd.
3.1.24. Verordening aansluitvoorwaarden riolering
In deze verordening is geregeld dat het niet is toegestaan om zonder een vergunning afvalwater te lozen op openbaar riool. Indien er tijdens evenementen toiletwagens worden geplaatst die het afvalwater lozen op het gemeenteriool, zal in de evenementenvergunning worden bepaald onder welke voorwaarden en op welke locaties(s) dit mogelijk is.
3.1.25. Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Werkgevers en ook de organisatoren van evenementen zijn op grond van de Arbowet en de daarop gebaseerde regelingen verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van hun werknemers / vrijwilligers. Ook bestaat er een aantal zorgplichten richting het publiek.
Voor het verlenen van een evenementenvergunning of andere vergunning of ontheffing wordt op grond van de legesverordening leges (belasting) geheven. Deze heffing is bedoeld om de kosten die worden gemaakt om de vergunning of ontheffing te verlenen te kunnen dekken.
3.1.27. Verordening toeristenbelasting
Indien evenementen gepaard gaan met tijdelijk, speciaal voor het evenement ingerichte, kampeerterreinen wordt op grond van genoemde verordening toeristenbelasting geheven.
4. AANVRAAG- EN BESLISTERMIJNEN
In de APV is bepaald dat aanvragen minimaal drie weken voor het tijdstip waarop de vergunning of ontheffing nodig is worden ingediend. Het bevoegde bestuursorgaan (de burgemeester danwel het college van burgemeester en wethouders) dient vervolgens uiterlijk binnen acht weken op een aanvraag te beslissen met de mogelijkheid om dit nog eens met acht weken te verdagen. De termijnen voor het indienen van en het beslissen op een aanvraag stroken niet met elkaar. Voor bepaalde evenementen (bijvoorbeeld straat en buurtfeesten) is een beslistermijn van drie weken voldoende, maar voor de meeste evenementen is dat niet het geval. Het verdient derhalve de voorkeur om de termijnen op elkaar af te stemmen en daarbij tevens rekening te houden met de tijd die nodig is om op een verantwoorde manier een aanvraag te kunnen beoordelen. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de planning en inroostering bij met name de politie en de andere hulpverleningsdiensten. Ook moet de aanvrager tijdig kennis kunnen nemen van het besluit op de aanvraag en de voorschriften die hieraan in vele gevallen worden verbonden.
Om te beoordelen welke aanvraagtermijnen bij evenementen wenselijk zijn is het goed om een onderverdeling in categorieën evenementen te maken.
Evenementen zijn er in diverse vormen en maten. Aard en omvang oftewel het soort evenement, de samenstelling van het publiek en de plaats en tijd van een evenement zijn bepalend voor het belasten van de evenementenomgeving en de risico’s die een evenement met zich meebrengt. Evenementen die niet of nauwelijks belastend zijn voor de omgeving en die geen of weinig bijzondere risico’s met zich meebrengen vereisen een andere aanpak dan evenementen die wel de omgeving belasten of bijzondere risico’s met zich meebrengen. Een gemiddeld straat of buurtfeest vereist een andere aanpak dan een groot muziekevenement met bekende artiesten en grote aantallen bezoekers.
De gemeente Oost Gelre heeft vanuit deze gezichtspunten gekozen voor een indeling van evenementen in drie categorieën, te weten:
De afhandeling van genoemde evenementen loopt uiteen. Nietbelastende evenementen kunnen worden afgedaan door algemene regels in combinatie met het doen van een melding. De melding is nodig om te bezien of er nog maatregelen nodig zijn zoals het voor korte duur afsluiten van een weg.
Voor belastende en bijzondere evenementen is een evenementenvergunning vereist. Ingeval van evenementen waarbij meer dan 5000 bezoekers worden verwacht (dit kunnen zowel belastende als bijzondere evenementen zijn) wordt standaard advies gevraagd aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). De grens tussen een belastend en bijzonder evenement is gelegen in de aard en omvang van het evenement. Evenementen die uniek zijn qua omvang en/of activiteiten die worden georganiseerd danwel van belang worden geacht voor de leefbaarheid in een kern (de volksfeesten) vallen onder de categorie bijzondere evenementen. Ingeval van bijzondere evenementen is veelal een evenementenoverleg vooraf noodzakelijk en zijn maatwerkvoorschriften nodig.
Aan de hand van de volgende aspecten wordt categorisering van een evenement bepaald. Dit is mede van belang voor een juiste inschatting voor inzet van hulpdiensten tijdens een evenement.
Voor een nadere uitwerking van bovenstaande wordt de in de bijlage 1 gehanteerde checklist gebruikt.
4.3. Aanvraagtermijnen evenementen
Gelet op voorgaande paragraaf worden per categorie evenement aanvraagtermijnen bepaald. De evenementencategorieën worden nader toegelicht in paragraaf 6.2.
Categorie 1 Nietbelastende evenementen
Voor het beoordelen van nietbelastende evenementen, de kleine evenementen, volstaat een melding uiterlijk 3 weken voor de activiteit. Hiervoor is dus geen vergunning nodig.
Categorie 2 Belastende evenementen
Voor het beoordelen van de aanvragen voor belastende evenementen is, mede gelet op de planning bij de hulpverleningsdiensten, een behandelingstermijn van de vergunning van 8 weken noodzakelijk. Om tijdig de vergunningaanvraag te kunnen afhandelen is het wenselijk dat de organisatie minimaal 4 weken voor het te houden evenement op de hoogte is van de voorschriften uit de vergunning. Daarom wordt voor deze categorie een aanvraagtermijn van 12 weken voordat het evenement plaatsvindt bepaald.
Categorie 3 Bijzondere evenementen
Evenementen die grootschalig van aard zijn danwel qua activiteiten uniek zijn en die de capaciteit van het plaatselijk politieteam te boven gaan danwel maatwerk qua voorschriften vergen, moeten voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het desbetreffende evenement worden gemeld bij de gemeente. Hierdoor is het mogelijk om tijdig een beroep te kunnen doen op andere politiekorpsen van de politieregio Noord en OostGelderland. Ook is er dan voldoende ruimte om nadere informatie op te vragen bij de organisatie en kan er eventueel extern advies opgevraagd worden. Voor deze categorie evenementen geldt een behandelingstermijn van 12 weken. Om tijdig de vergunningaanvraag te kunnen afhandelen geldt voor deze categorie evenementen een indieningstermijn van 16 weken voordat het evenement plaatsvindt. De organisatie heeft dan minimaal 4 weken vooraf de vergunning en kan tijdig kennis nemen van de vereiste voorschriften.
4.4. Buiten behandeling laten en hersteltermijn
In de APV van de gemeente Oost Gelre is bepaald dat vergunningen of ontheffingen, die minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de vergunning of ontheffing nodig is worden aangevraagd, buiten behandeling kunnen worden gelaten. Deze aanvraagtermijn kan voor aan te wijzen vergunningen of ontheffingen worden verlengd.
Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend kan deze buiten behandeling worden gelaten. In dergelijke gevallen wordt de aanvrager hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd. De aanvraag wordt ook buiten behandeling gelaten als deze onvolledig is. Dit laatste gebeurt pas indien de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen. Er wordt hiervoor een hersteltermijn geboden van maximaal vier weken.
Indien de aanvrager wordt verzocht de aanvraag binnen de gestelde termijn aan te vullen, wordt de termijn voor het beslissen op de aanvraag opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (artikel 4:15 Awb).
4.5. Aanhouden evenementenaanvragen
Evenementen die langer dan 1 jaar van te voren worden aangevraagd worden door de burgemeester aangehouden tot 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement wordt gehouden. De aanvrager krijgt hierover binnen 4 weken bericht. Tegelijkertijd wordt aangegeven wanneer de evenementenvergunning tegemoet kan worden gezien. Het aanhouden van de aanvraag heeft te maken met het feit dat aanvragen aan de hand van actuele omstandigheden beoordeeld moeten kunnen worden.
Per evenement is één organisator die verantwoordelijk is voor de totale gang van zaken tijdens een evenement. De organisator levert alle gegevens aan bij de gemeente die benodigd zijn voor een goede beoordeling van de aanvraag en vormt tijdens het evenement aanspreekpunt voor hulpdiensten. Derden die tijdens het evenement activiteiten wensen te organiseren moeten zich richten tot de organisator van het evenement. De organisator moet zich houden aan de voorschriften uit de evenementenvergunning.
5. TOETSING EVENEMENTENAANVRAGEN
Aanvragen voor evenementen worden door de burgemeester getoetst op een aantal aspecten om na te gaan of de benodigde vergunningen en ontheffingen kunnen worden verleend en om in geval van vergunningverlening tot de juiste voorschriften bij de vergunningen en ontheffingen te komen.
De toetsingscriteria waarop evenementenaanvragen worden beoordeeld zijn vastgelegd in artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Oost Gelre en luiden als volgt:
Weigering van een evenementenvergunning is slechts mogelijk op grond van deze weigeringcriteria. Deze criteria worden hieronder uitgewerkt. Hierbij moet worden opgemerkt dat de weigeringcriteria elkaar soms gedeeltelijk overlappen.
De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde. Onder handhaving van de openbare orde wordt verstaan de zorg voor de naleving van de regels die verstoring van orde en rust in het openbare leven moeten voorkomen.
Bij het openbare orde criterium wordt getoetst hoe groot de kans is op ongeregeldheden die de orde en rust in het openbare leven verstoren en wat de mogelijkheden zijn om hiertegen afdoende maatregelen te nemen. Indien er redelijkerwijze niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om verstoring van de openbare orde te voorkomen kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden.
5.2. Voorkomen of beperken van overlast
Bij het overlast criterium wordt getoetst of er sprake is van overlast en zo ja, of deze aanvaardbaar is voor omwonenden of andere gebruikers van de openbare ruimte. Ook wordt getoetst wat de mogelijkheden zijn om overlast tot een minimum terug te brengen. Het gaat hier onder andere om overlast in de vorm van geluid, stank, afvalstoffen en andere milieuhinder, en verkeer (verkeerscirculatie en parkeeroverlast). Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om overlast tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden. Om de overlast van evenementen voor de woonomgeving te beperken kan een maximaal aantal evenementen voor een bepaalde locatie worden vastgesteld. Dit om een cumulatie van activiteiten tot een aanvaardbaar niveau te brengen.
Bij het verkeersveiligheidscriterium wordt getoetst in hoeverre door het evenement de verkeersveiligheid in het gedrang kan komen en of hiertegen afdoende maatregelen kunnen worden getroffen. Het gaat hier onder andere om de veiligheid van afzettingen op en rond het evenemententerrein, het veilig plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg, het veilig omleiden van overig verkeer, het waarborgen van voldoende zicht voor het overige verkeer en het afdoende kunnen scheiden van verschillende verkeersstromen.
Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om de verkeersveiligheid afdoende te kunnen waarborgen kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden.
5.4. Veiligheid van personen of goederen
Bij het criterium veiligheid van personen of goederen wordt getoetst in hoeverre het evenement mogelijk nadelige gevolgen heeft voor de veiligheid van deelnemers, toeschouwers en andere betrokkenen en in hoeverre hiertegen afdoende maatregelen kunnen worden getroffen. Ook ten aanzien van goederen, zoals de bescherming van andermans eigendom, vindt deze veiligheidstoets plaats. Het gaat hier onder andere over gevoel van veiligheid, het voorkomen van verspreiding van besmettelijke (dier)ziektes, de toestand van apparatuur en installaties, het voorkomen van verlies van (waardevolle) goederen. Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om de veiligheid van personen of goederen te waarborgen kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden.
Het begrip zedelijkheid/ moraal geeft de handelingen en gedragingen aan die maatschappelijk als correct en wenselijk worden gezien.
Bij de afweging of voorgenomen evenementen voldoen aan het zedelijkheidscriterium spelen niet alleen landelijke, maar ook lokale opvattingen een rol. Het gaat hier onder andere om erotisch getinte activiteiten, de betrokkenheid van dieren bij het evenement, alcoholgebruik onder jongeren en de aanvaardbaarheid van vechtevenementen.
Indien het voorgenomen evenement niet past binnen de heersende landelijke of lokale opvattingen met betrekking tot de zedelijkheid kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden.
Bij het gezondheidscriterium wordt getoetst of er mogelijk sprake is van een gevaar voor de gezondheid van deelnemers, toeschouwers en ander betrokkenen bij het evenement en welke maatregelen getroffen kunnen worden om de volksgezondheid te kunnen waarborgen. Het gaat hier onder andere om het gebruik van stimulerende en verslavende middelen, algemene hygiënische zaken, sanitaire en drinkwatervoorzieningen, medische voorzieningen, voedsel en drankverstrekking, kwaliteit zwemwater. Ook weersinvloeden kunnen van invloed zijn op de gezondheid van bezoekers, te denken valt aan onderkoelingsverschijnselen.
Indien er niet voldoende maatregelen kunnen worden getroffen om de volksgezondheid te kunnen waarborgen kan worden besloten om vergunning voor het voorgenomen evenement te weigeren en/of het evenement te verbieden.
6. VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN
In hoofdstuk 5 zijn de toetsingscriteria voor het beoordelen van aanvragen ten behoeve van evenementen in grote lijnen toegelicht. In dit hoofdstuk worden deze toetsingscriteria verder uitgewerkt. Per toetsingscriterium worden daarop betrekking hebbende beleidsuitgangspunten, eisen, voorwaarden en voorschriften geformuleerd. De indeling is niet absoluut.
Vermelding van beleid bij een toetsingscriterium betekent niet dat dit beleid geen rol zou kunnen spelen bij één van de andere toetsingscriteria. Het betreft ook zeker geen limitatieve opsomming. Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement en bijkomende omstandigheden kunnen binnen de toetsingscriteria van hoofdstuk 5 andere eisen, voorwaarden en voorschriften worden opgelegd. Ieder geval wordt concreet getoetst. In bijzondere gevallen mag (en moet) zelfs worden afgeweken indien toepassing van de beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (artikel 4:84 Awb).
Handhaving van de rechtsorde is op grond van de Politiewet een taak van de politie. De evenementenorganisator is echter primair verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein zelf. Het evenemententerrein betreft het gebied waarop een organisatie voor de duur van het evenement beslag legt. Te denken valt in ieder geval aan het terrein waar de daadwerkelijke activiteiten plaatsvinden, de parkeerterreinen en de lokaties waar fietsen gestald kunnen worden. Op het evenemententerrein is de organisator primair verantwoordelijk voor de orde en veiligheid.
Voor vergunningplichtige evenementen kan de burgemeester al dan niet op advies van de politie bepalen dat een professionele beveiligingsorganisatie dient te worden ingeschakeld ten behoeve van het handhaven van de orde tijdens het evenement. Indien een professionele beveiligingsorganisatie verplicht wordt gesteld dient deze te voldoen aan de regels die gelden op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). De kosten van particuliere beveiliging komen geheel voor rekening van de organisatie van het evenement.
Voorwaarden voor inzet van particuliere beveiliging vormen:
Indicatoren voor de burgemeester om particuliere beveiliging te eisen:
De diversiteit van evenementen biedt ruimte aan het eisen van maatregelen waarmee de veiligheid wordt gewaarborgd. Indien bij een evenement wordt bepaald dat er beveiligers aanwezig dienen te zijn, is een algemene richtlijn 1 beveiliger per 250 bezoekers. Hiervan kan worden afgeweken na een analyse van de genoemde indicatoren.
De Wpbr regelt alleen aan welke eisen een organisatie of persoon moet voldoen. Deze wet bepaalt niet dat er beveiligers moeten zijn.
De vermeende eis van op de 250 bezoekers 1 beveiliger is gestoeld op ervaringen van beveiligingsorganisaties. Dit is geen wettelijke eis. Aard, omvang, ervaringsgegevens en organisatie van het evenement zijn hierbij ook medebepalend.
6.2. Voorkomen of beperken van overlast
Het houden van een evenement brengt diverse vormen van overlast met zich mee. Bij de beoordeling van evenementen moet nadrukkelijk rekening worden gehouden met deze belangen. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de belangenafweging plaatsvindt tussen enerzijds de behoefte aan evenementen en anderzijds het voorkomen en beperken van overlast.
6.2.1. Geluidsnormen en eindtijden
De bewoners in de omgeving van een evenement zullen een zekere mate van geluidsoverlast kunnen ondervinden. Een zekere tolerantie ten aanzien van geluidoverlast mag van omwonenden ook worden verwacht tijdens evenementen. Dit moet echter wel binnen acceptabele grenzen blijven. De mate waarin overlast wordt ervaren is veelal afhankelijk van het geluidsniveau wat veroorzaakt wordt door een evenement. In de praktijk is gebleken dat het niet mogelijk is één getal als absolute grenswaarde voor een gemeenschappelijk aanvaardbaar geluidsniveau vast te stellen. Mede bepalend voor het ervaren van overlast is namelijk het heersende geluidsniveau dat onder normale omstandigheden in de omgeving aanwezig is. Omwonenden van een centrum zijn gewend aan meer lawaai dan bewoners van het buitengebied. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de belangen van het publiek om te voorkomen dat gehoorbeschadiging optreedt. Om beide belangen te dienen is het noodzakelijk om objectief meetbare geluidsnormen te bepalen.
Naast het geluidsniveau is het tijdstip waarop het geluid geproduceerd wordt en de tijdsduur ervan, bepalend voor de mate van hinder die kan worden ondervonden.
Om te bepalen wat een acceptabel geluidsniveau is wordt als uitgangspunt gehanteerd dat in de woning, bij gesloten ramen en deuren, een normaal gesprek mogelijk moet zijn. Gedurende de dagperiode (07.00 uur tot 19.00 uur) en de avondperiode (19.00 uur tot 23.00 uur) mag daarom het geluidsniveau ten gevolge van het evenement in de woning in principe niet hoger zijn dan 50 dB(A). Dit vormt de grens waarboven een geluid als onduldbaar wordt beschouwd.2
Gedurende de nachtperiode (23.00 uur tot 07.00 uur) speelt niet alleen de spraakverstaanbaarheid een rol, maar zal ook het wel of niet kunnen slapen een belangrijk toetsingscriterium moeten zijn. Gezien de aard van het geluid (herkenbaarheid van teksten bij muziek en/of het ritme) ondervinden veel mensen reeds bij een geringe verstaanbaarheid van het geluid slaapproblemen.
Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 25 dB(A) leidt deze benadering tot een maximale geluidbelasting op de gevel van een woning van 75 dB(A). Hierbij wordt opgemerkt dat oudere woningen meestal een lagere en nieuwere woningen een hogere gevelisolatie hebben. Afhankelijk van de evenementenlocatie kan met een spreiding van 5 dB(A) een hogere of lagere gevelbelasting bepaald worden, maar dit zal zonodig locatiespecifiek moeten worden nagegaan en vastgelegd worden in de evenementenvergunning. Dit betekent dat de gevelbelasting, afhankelijk van de locatie, tussen de 70 dB(A) en maximaal 80 dB(A) mag bedragen.
Zoals gesteld wordt de maximale geluidsbelasting op de gevel van woningen tijdens evenementen voor de dag en avondperiode (tussen 07.00 en 23.00 uur), in verband met hinder/spraakverstaanbaarheid, tussen de 70 en 80 d(B)A gesteld. Dit is een geluidsnorm die zal gelden voor het overgrote deel van de evenementen in onze gemeente. De maximale geluidbelasting op de gevel van woningen wordt voor de nachtperiode (tussen 23.00 uur en 07.00 uur) in verband met slaapverstoring op 50 dB(A) gesteld. Voor dagen waarop een vrije dag volgt (de weekenden en een aantal feestdagen) wordt de normstelling voor de nachtperiode 1 uur verschoven en gaat dan in vanaf 24.00 uur.
Op bovenstaande wordt een uitzondering gemaakt voor de activiteiten die voor een brede doelgroep worden gehouden en een breed maatschappelijk draagvlak hebben. Het gaat hier om een aantal jaarlijks terugkerende evenementen die geacht worden te behoren tot de aard/ het karakter van de betreffende gemeenschap. De acceptatiegraad voor deze evenementen ligt hoog. Ze worden ook wel aangeduid als volksfeesten. Onder het begrip volksfeesten vallen carnaval en kermis. Voor deze evenementen geldt een maximale gevelbelasting van 90 d(B)A voor de dag en avondperiode.
Niet elk evenement veroorzaakt evenveel hinder en behoeft dus evenveel aandacht bij vergunningverlening en handhaving. Om vergunningverlening en handhaving praktisch uitvoerbaar te maken is het verstandig een heldere en eenduidige categorieindeling met een eigen aanpak per categorie op te stellen. Maatstaf voor de indeling vormt de belasting voor de omgeving. Belastende evenementen zijn in ieder geval evenementen die gelet op hun omvang, geluidsproductie, eindtijden en/of door deelname van de horeca aan het evenement een belasting vormen voor de omgeving.
Evenementen worden gelet op voorgaande aspecten ingedeeld in drie categorieën.
Categorie 1 Nietbelastende evenementen
Het betreft hier kleine evenementen die nauwelijks hinder veroorzaken voor de omgeving. Deze evenementen zijn onbeperkt toelaatbaar, mits voldaan wordt aan onderstaande voorwaarden:
Dit resulteert in onderstaande tabel
Voor de volgende soorten activiteiten geldt een meldingsplicht:
Een meldingsplicht geldt ook voor evenementen in de openbare ruimte van zeer korte duur, die niet langer duren dan 1 uur èn geen geluidshinder voor de omgeving veroorzaken èn de openbare orde niet schaden. Hierbij valt te denken aan speeches en officiële openingshandelingen in de openlucht, zoals bedrijfsopeningen, dodenherdenking, Boomplantdag.
Ook straat, buurt en wijkfeesten tot maximaal 100 personen vallen onder de meldingsplicht.
Categorie 2 Belastende evenementen
Evenementen die een belasting vormen voor de omgeving zijn vergunningplichtig. Het betreft hier met name evenementen met livemuziek, zowel versterkt als onversterkt, met een geluidsniveau tussen de 70 en 80 dB(A) op een gevel van een woning of op per locatie vast te leggen referentiepunten. De toegestane norm is afhankelijk van de locatie en zal in de evenementenvergunning worden vastgelegd. Per evenement zullen indien nodig voorschriften worden opgenomen zoals over de wijze van de opstelling van de geluidsboxen, podia e.d. Hierdoor zal de hinder voor de omgeving beperkt kunnen worden.
Voor de eindtijden van de geluidproductie en de eindtijden van belastende evenement geldt het volgende:
De dag voorafgaande aan een officiële feestdag doorlopend naar de feestdag3 en 2 januari |
Categorie 3 Bijzondere evenementen
Tot deze categorie horen evenementen die niet onder categorie 1 of 2 vallen. Het betreft evenementen met een geluidsniveau boven de 80 dB(A) op gevels van woningen of op per locatie vast te leggen referentiepunten (bijv. bij woningen op betrekkelijke grote afstand of in het buitengebied). Dit zijn meestal evenementen met een (boven)gemeentelijk karakter met hoge geluidsniveaus zoals muziekfestivals, popconcerten e.d. op speciale/geschikte locaties. Er valt te denken aan de Zwarte Cross, het Bloemencorso en de Slag om Grolle. Ook de volksfeesten (te weten kermis en carnaval), Dweilorkestendag in Groenlo, Oranjefeesten en Zomermarkt in Lichtenvoorde en Paaspop in Zieuwent vallen onder deze categorie. De gevelbelasting bij de meest nabijgelegen woningen mag de 90 dB(A) niet overschrijden. Het aantal evenementen van deze categorie is beperkt in aantal en vereist maatwerk qua geluid en eindtijden van een evenement. Voor deze evenementen zullen (vaak) specifieke voorschriften noodzakelijk zijn.
Om de overlast van evenementen in het algemeen en in het bijzonder de geluidsoverlast die evenementen kunnen veroorzaken te beperken kiest de gemeente Oost Gelre ervoor een maximum aantal evenementendagen per locatie vast te stellen. Het gaat hier over de categorie 2 en 3 evenementen. Het vaststellen van een maximaal aantal evenementendagen heeft als doel om mogelijke overlast van evenementen voor omwonenden binnen aanvaardbare grenzen te houden. De ervaring heeft, gelet op de evenementenlijst 2007, uitgewezen dat de meeste evenementen plaatsvinden in de maanden juni tot en met september in de centrumgebieden van Groenlo en Lichtenvoorde. In genoemde centra bevinden zich bovendien de meeste horecagelegenheden die druk op de woonomgeving veroorzaken. Gelet op voorgaande kan daarom in redelijkheid gesteld worden dat voor deze gebieden inmiddels het maximum aan festiviteiten en evenementen is bereikt. Om een goede balans te vinden tussen een levendig centrum, de belangen van omwonenden en bedrijven en om draagvlak voor evenementen te behouden is het wenselijk om een maximum aantal evenementendagen vast te leggen. Om verplaatsingseffecten te voorkomen is ook voor de andere gebieden een maximum aantal evenementendagen bepaald, echter met een ruimere marge dan voor de centrumgebieden Groenlo en Lichtenvoorde.
Hierdoor weten zowel omwonenden als evenementenorganisatoren met hoeveel evenementen men rekening kan/moet houden.
Hierbij geldt dat een evenement dat doorloopt in de nacht (tot bv. 00.30 uur) wordt gerekend als 1 evenementendag. Bij meerdaagse evenementen wordt elke evenementendag als één dag meegeteld.
Voor de bepaling van het maximaal aantal evenementendagen per gebied is de evenementenlijst 2007 als leidraad gebruikt. Hierbij is rekening gehouden met een aantal extra evenementendagen die niet zijn voorzien en ook met evenementen die niet jaarlijks worden gehouden, maar wel zijn voorzien, zoals de slagnabootsing in Groenlo. Het betreft hier voornamelijk categorie 2 evenementen. Het beleid zou te star zijn als er geen plaats kan worden ingeruimd voor onverwachte en nietvoorzienbare evenementen. Te denken valt aan sponsor en liefdadigheidsacties, zoals benefietconcerten, of het huldigen van sporters na bijzondere prestaties.
Voor de duidelijkheid wordt hierbij opgemerkt dat nietbelastende evenementen (categorie 1) die slechts door omvang vergunningplichtig worden, bv. een groot buurt of tuinfeest, niet meegerekend zullen worden bij het maximaal aantal toegestane evenementen per lokatie.
In de onderstaande tabel is het maximaal aantal dagen per jaar (per gebied en categorie) weergegeven. Voor een nadere onderbouwing wordt verwezen naar bijlage 2.
Opgemerkt wordt dat per evenementengebied tegelijkertijd meerdere evenementen kunnen worden georganiseerd.
Het stellen van een maximum aan het aantal evenementendagen voor met name de centra Groenlo en Lichtenvoorde kan tot gevolg hebben dat nieuwe evenementen hier niet meer kunnen plaatsvinden. Deze evenementen kunnen mogelijk verplaatst worden naar gebieden die minder belast worden. Door het opstellen van een evenementenkalender kan hierin ordening worden aangebracht. Nieuwe evenementen worden aangehouden tot 1 november voorafgaand aan het jaar waarin deze evenementen worden gehouden. Indien het maximum aan evenementen per gebied wordt overschreden bepaalt de burgemeester welk evenement doorgang kan vinden of dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die afwijking van het beleid rechtvaardigen.
Vervuiling van het evenementengebied en de directe omgeving kan tot overlast leiden voor omwonenden, maar ook voor de bezoekers van het evenement zelf. In principe geldt ‘de vervuiler’ betaalt. Iedere organisator, ongeacht de omvang van het evenement, is verantwoordelijk voor het schoonhouden van het evenemententerrein en het in oorspronkelijke staat opleveren van het evenemententerrein en alle direct aangrenzende wegen rondom dit terrein. Hierover worden afhankelijk van de aard en omvang van het evenement afspraken gemaakt en in de vergunningsvoorschriften vastgelegd. Hierbij wordt tevens bepaald dat als de vergunninghouder niet of in onvoldoende mate aan de verplichtingen voldoet, de gemeente op kosten van de organisatie de nodige maatregelen neemt en de schade herstelt.
Gebleken is dat bij evenementen voornamelijk gebruik wordt gemaakt van kunststof wegwerpbekers. Dit veroorzaakt een grote hoeveelheid afval dat moet worden gestort. Door het gebruik van meermalig te gebruiken kunststof glazen op evenementen kan deze onnodige milieudruk worden voorkomen. De meermalig te gebruiken kunststof glazen (met statiegeld) veroorzaken bovendien minder zwerfafval. Het is daarom raadzaam om gebruik te maken van herbruikbare kunststof glazen tijdens evenementen. Dit is goed voor het milieu en zal de stortkosten van evenementenafval doen verminderen.
Omdat het gebruik van confetti bij evenementen veel hinder oplevert voor de omgeving en moeilijk te verwijderen is, is het gebruik hiervan in de openbare ruimte niet toegestaan. Gelet op het feit dat het gebruik van confetti en het carnaval onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, geldt als uitzondering dat confetti tijdens het carnaval is toegestaan.
Het innemen van standplaatsen voor de verkoop van eet en drinkwaren is toegestaan op het evenemententerrein. In de evenementenvergunning worden algemene voorschriften opgenomen, waaraan vergunninghouder zich dient te houden bij de uitgifte van standplaatsen aan derden op het evenemententerrein. Het evenemententerrein is het afgezette gebied en als er geen sprake is van een duidelijk ruimtelijk afgebakend evenemententerrein dan is dit het gebied dat valt binnen de wegafzettingen of direct aan/langs een optochtroute. Buiten het evenemententerrein is het niet toegestaan om ten behoeve van evenementen standplaatsen in te nemen.
Evenementen die veel bezoekers aantrekken kunnen zonder adequate maatregelen leiden tot verkeersopstoppingen, parkeeroverlast en andere verkeersgerelateerde problemen. Organisatoren moeten aannemelijk maken dat voldoende maatregelen worden getroffen om de verkeershinder veroorzaakt door bezoekers en deelnemers te bepreken. Afhankelijk van de aard en omvang van een evenement zal door de organisator een verkeersplan moeten worden opgesteld, waarin onder andere de afzettingen, omleidingroutes, verkeerscirculatie, parkeergelegenheden voor auto’s en fietsen en de wijze waarop het verkeer wordt gereguleerd worden beschreven. Het kan noodzakelijk zijn als het niet mogelijk is om in de buurt van het evenemententerrein te kunnen parkeren dat de organisatie collectief vervoer regelt in de vorm van busvervoer of een ander soort pendeldienst. Afhankelijk van de bereikbaarheid van het evenemententerrein kan het noodzakelijk zijn een calamiteitenroute in het verkeersplan op te nemen. Op basis van een door de gemeente goedgekeurd verkeersplan of door de organisatoren ingediende evenementenaanvraag wordt een besluit genomen over het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen.
Hiervoor moet de wegbeheerder, in vele gevallen is dit de gemeente, een tijdelijke verkeersmaatregel treffen. Bij de overweging om wegafsluitingen al dan niet toe te staan worden de belangen van derden, zoals omwonenden, ondernemers, instellingen en instanties aan de betreffende weg of weggedeelte of nabije omgeving meegewogen. Het tijdelijk afsluiten van wegen laat onverlet dat de bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten, zowel op het evenemententerrein als voor eventueel aanliggende woningen en bedrijven, onder alle omstandigheden gewaarborgd dient te worden. De gemeente kan bovendien als wegbeheerder bepalen dat een groter gebied wordt afgesloten als dit de veiligheid van evenementenbezoekers of omwonenden verhoogt of de overlast hierdoor wordt beperkt.
Als er wegen van andere wegbeheerders, zoals de provincie en Rijkswaterstaat, betrokken worden bij het evenement is het noodzakelijk ook van hen toestemming te verkrijgen. Dit is een taak voor de evenementenorganisatie.
Indien het inzetten van verkeersregelaars tijdens een evenement door gemeente en/of politie noodzakelijk wordt geacht, moeten zij gedurende een evenement het verkeer regelen. Eventuele schade die door de verkeersregelaars in functie aan derden wordt veroorzaakt of door derden aan hen wordt toegebracht zijn voor rekening van de evenementenorganisator. Tegen deze vormen van schade kan de organisatie een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
De organisatoren van evenementen dienen te zorgen voor voldoende parkeergelegenheid voor de bezoekers. Bij gebruik van de openbare ruimte kunnen dit bestaande parkeerterreinen zijn, zonodig aangevuld met tijdelijke voorzieningen op terreinen van particulieren. Als in de directe nabijheid van het evenement onvoldoende parkeerruimte aanwezig is ontslaat dat de organisatoren niet van hun plicht voldoende parkeerruimte te bieden. Als het niet mogelijk is op loopafstand van het evenemententerrein voldoende parkeerruimte aan te bieden kan het noodzakelijk worden geacht de gebruikers van parkeerlocaties op afstand de mogelijkheid van een pendelbus te bieden om de afstand tot het evenemententerrein te overbruggen. Extra kosten op dit gebied zijn voor rekening van de organisatie. Naast faciliteiten voor het parkeren van gemotoriseerd verkeer kan het noodzakelijk zijn voldoende ruimte voor het stallen van fietsen te regelen. Dit is afhankelijk van de aard, locatie en verwachte bezoekersaantallen van het evenement.
Afhankelijk van de bereikbaarheid van het evenemententerrein kan de gemeente van de organisatoren een inspanning vragen om aanvullend openbaar vervoer te organiseren.
Ten behoeve van een evenement kunnen door de evenementenorganisatie wegwijzers worden geplaatst. Doel daarvan is enerzijds om de bezoekers naar het evenement te begeleiden, maar anderzijds om het verkeer zodanig te reguleren dat overmatige overlast wordt voorkomen en de verkeersveiligheid gewaarborgd blijft.
Bewegwijzering moet qua materiaalgebruik, lettergrootte en wijze van plaatsing aan dezelfde eisen voldoen als de eisen die aan verkeersborden worden gesteld. Bewegwijzeringborden mogen niet eerder dan drie werkdagen voor aanvang van het evenement worden geplaatst en moeten op de derde werkdag na het evenement weer verwijderd zijn. Het kan noodzakelijk zijn bij andere terreineigenaren of wegbeheerders dan de gemeente apart toestemming voor plaatsing van de borden te verkrijgen.
De gemeente kan adequate bewegwijzering als vereiste in de evenementenvergunning opnemen.
Het is van belang voor zowel de verkeersveiligheid rondom evenemententerreinen als de overzichtelijkheid en het veiligheidsgevoel op het evenemententerrein over voldoende verlichting te beschikken. Op locaties waar geen openbare verlichting aanwezig is (veelal in het buitengebied) of waar dat qua verlichtingsniveau ontoereikend is gezien de aard en omvang van het evenement, kan het plaatsen c.q. bijplaatsen van verlichting als vereiste in de vergunning worden opgenomen.
Voor het aankondigen van evenementen worden vaak reclameborden geplaatst. Het plaatsen van dergelijke borden op particulier terrein wordt toegestaan voor een periode van maximaal 1 maand direct voorafgaand aan het betreffende evenement. Indien een evenementenorganisatie driehoeks oftewel sandwichborden op de openbare weg wenst te plaatsen is dit onder voorwaarden toegestaan. Hiervoor wordt verwezen naar het reclamebeleid.
6.4. Veiligheid van personen of goederen
De laatste jaren zijn de eisen op het gebied van brandveiligheid aangescherpt of worden bestaande eisen weer stringenter toegepast. Ook binnen de gemeente Oost Gelre wordt een streng beleid op het gebied van brandveiligheid gevoerd.
Om de brandveiligheid te waarborgen worden, afhankelijk van de aard en omvang van een evenement, de noodzakelijk geachte brandveiligheidsvoorschriften aan de evenementenvergunning verbonden danwel opgenomen in de gebruiksvergunning. In ieder geval is het gebruik van hooi, stro, gasflessen en vuurwerk op deelnemende wagens tijdens optochten niet toegestaan. Ook open vuur op wagens is niet toegestaan. Als er tijdelijke bouwwerken, zoals feesttenten, worden geplaatst dan gelden er eisen op het gebied van het type tentdoek, nooduitgangen, noodverlichting, vluchtwegaanduiding, aantal en type blusvoorzieningen, opbouw tribunes, bakwagens voor bakken en braden, etc.
Kampvuren in de vorm van open vuren zijn tijdens evenementen niet toegestaan. Een uitzondering geldt voor de traditionele paasvuren in onze gemeente die onder stringente voorschriften kunnen plaatsvinden.
Afhankelijk van het type evenement wordt beoordeeld of glas toegestaan is. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen evenementen die voor een ieder vrij toegankelijk zijn (de publieksevenementen) en evenementen die niet voor een ieder vrij toegankelijk zijn.
Bij publieksevenementen, waar al dan niet publiekelijk kaarten worden verkocht of entree wordt geheven, geldt dat in verband met de veiligheid van het publiek gebruik van glaswerk niet is toegestaan. Er moet dan voor het verstrekken van consumpties gebruik worden gemaakt van kunststof bekers, die bij voorkeur meerdere keren te gebruiken zijn. Het gebruik van kunststof bekers zal als standaard voorschrift zowel in de evenementenvergunning als in de drankontheffing (indien nodig) worden opgenomen.
Bovenstaande verplichting geldt ook op de terrassen die behoren bij de horecagelegenheden op of rondom een evenemententerrein. Binnen de horecazaak is het aan de exploitant of hij/zij tijdens een evenement in glas of in kunststof consumpties verstrekt.
De burgemeester kan in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld tijdens galafeesten of gedurende het vogelschieten tijdens de kermis, ontheffing verlenen van de verplichting om kunststof glazen te gebruiken.
Is er sprake van evenementen met een bepaalde mate van beslotenheid dan wordt beoordeeld of er vanuit openbare orde en veiligheid aanleiding bestaat om glaswerk te verbieden. Er wordt daarbij gelet op het type evenement, de omvang en bezoekersaantallen van het evenement en de doelgroep die erop af komt. Indien vooraf geen incidenten zijn te verwachten zal glaswerk voor consumptieverstrekking niet worden verboden. Te denken valt aan feesten waar publiek op uitnodiging aanwezig is, zoals bedrijfs en buurtfeesten.
6.4.3. Uitbouw horecagelegenheden tijdens evenementen
Indien in de directe omgeving van een horecagelegenheid een evenement plaatsvindt, bijvoorbeeld tijdens carnaval en kermis, en de horecaexploitant een tent of overkapping op de openbare weg wenst te plaatsen als tijdelijke uitbreiding van de inrichting dan wordt hieraan medewerking verleend. Als voorwaarde geldt uiteraard dat dit moet passen binnen de voorschriften van de evenementenvergunning en er voldoende ruimte vrij blijft voor hulpdiensten in verband met de toegankelijkheid van het evenemententerrein. In de uitbouw moet gebruik worden gemaakt van kunststof bekers. De activiteiten binnen de tijdelijke uitbouw worden beschouwd als inrichtingsgebonden. Deze activiteiten vallen derhalve onder de regeling van de collectieve danwel incidentele festiviteiten. Daarnaast moet voldaan worden aan de brandveiligheidsvoorschriften en mogelijk dat een gebruiksvergunning benodigd is.
Binnen de gemeente Oost Gelre bestaat het gebruik om zogenaamde schuur of tentfeesten te houden. Aanleiding voor dergelijke feesten vormen veelal huwelijken en huwelijksjubilea. Deze feesten vinden meestal plaats in het buitengebied en worden op particulier terrein gehouden. Door de aard en omvang van deze feesten worden deze beschouwd als een evenement als bedoeld in deze nota.
Om te bepalen of dergelijke feesten zijn toegestaan wordt de aanvraag getoetst aan de volgende beleidsuitgangspunten:
er dient een duidelijke binding te zijn met de beoogde locatie voor het te houden feest. Het gaat hier concreet om de ouders en kinderen van de eigenaar of huurder van het betreffende perceel of de eigenaar/huurder zelf. In bijzondere gevallen kan hiervan afgeweken worden, bijvoorbeeld als een duidelijke directe familiebinding vanuit het verleden met de locatie aanwezig is (bv. de ouderlijke woning);
De organisator van een evenement is primair verantwoordelijk voor de orde en veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Hij moet daarom zorgen dat er voldoende toezicht is. Dit houdt in dat de eigen (beveiligings)organisatie van het evenement en niet de hulpverleningsdiensten alle relatief kleine voorzienbare calamiteiten moet kunnen bestrijden. In de evenementenvergunning kunnen daarover, na afstemming met de hulpverleningsdiensten, nadere voorschriften worden opgenomen. Zo kunnen er bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over de wijze van optreden, taakverdeling en
communicatie tussen beveiligingsorganisatie en politie en tolerantiegrenzen die worden gehanteerd. De burgemeester kan bepalen dat het beveiligingsbedrijf in samenspraak met de politie een beveiligingsplan opstelt. Een beveiligingsplan zal bij grootschalige (risico) evenementen van de organisatie worden verlangd. In het beveiligingsplan staan grenzen beschreven hoe de politie en de beveiligingsorganisatie optreden in algemene en specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld ingeval van drugsbezit, zwarte kaartverkoop en dreigende openbare ordeverstoringen. Het beveiligingsplan behoeft de goedkeuring van de burgemeester.
6.4.6. Extreme weersomstandigheden
Het weer is drie dagen voor het evenement redelijk nauwkeurig te voorspellen. Het is in eerste instantie de taak van de evenementenorganisator, maar ook van de diverse hulpdiensten, om hieraan voldoende aandacht te schenken. Daardoor kan de organisator tijdig de communicatie naar de bezoekers afstemmen, bv. door het geven van een kledingadvies. Uiteindelijk geldt de eigen verantwoordelijkheid van de bezoekers in hoeverre zij gehoor geven aan de adviezen.
De burgemeester kan in het belang van de veiligheid van de deelnemers en bezoekers van een evenement de doorgang van het evenement verbieden of gedurende het evenement beëindigen, indien dit vanwege de (verwachte) weersomstandigheden noodzakelijk wordt geacht.
Het komt voor dat er wapens of op wapens gelijkende voorwerpen als prijzen op kermissen door kermisexploitanten worden weggegeven. Het gaat hier om zakmessen, dolken, siermessen, etc. Dit is vanuit de openbare orde hoogst ongewenst, omdat dit de veiligheid van de bezoekers in gevaar kan brengen. Gelet op vorenstaande geldt dat het (kermis)exploitanten is verboden om tijdens evenementen wapens of op wapens gelijkende voorwerpen te verstrekken of als prijzen beschikbaar te stellen.
Erotische vertoningen, zoals bijvoorbeeld stripteases en paaldansen, worden beschouwd als activiteiten, die niet thuishoren in de openbare ruimte. Vergunningaanvragen voor dergelijke activiteiten in de openbare ruimte zullen dan ook geweigerd worden. Bovendien zullen dergelijke activiteiten als standaardverbod worden opgenomen in de voorschriften van evenementenvergunningen.
In navolging van andere landen zijn er in Nederland ook ondernemingen actief die ‘vechtevenementen’ organiseren niet in de eerste plaats als sportieve bezigheid, maar puur voor de entertainment van het publiek. Het gaat dan bijvoorbeeld om zogenaamde cagefight, vechtsportgala’s met freefight en andere gevechtsvormen die niet of nauwelijks gereglementeerd zijn. Bij deze
‘vechtevenementen’ raakt de karakteristiek van de sportbeoefening, het spelelement, op de achtergrond. Binnen de gemeente Oost Gelre worden ‘vechtevenementen’ beschouwd als een gevolg van de verruwing van de maatschappij. Met ‘vechtevenementen’ worden vormen van geweld en geweldsamusement gelegitimeerd, terwijl de overheid de verruwing van de maatschappij juist hoort tegen te gaan en strijd voert tegen zinloos geweld. Om die reden worden niet gereglementeerde ‘vechtevenementen’, die niet zijn aangesloten bij NOC*NSF, binnen de gemeente Oost Gelre in principe niet toegestaan en zullen vergunningaanvragen voor dergelijke evenementen worden geweigerd, tenzij de burgemeester van mening is dat voldoende veiligheid van het evenement is gewaarborgd.
De ‘vechtevenementen’ moeten onderscheiden worden van de reguliere wedstrijden in de erkende vechtsporten. Vechtsporten, die plaatsvinden onder auspiciën van een koepelorganisatie die is aangesloten bij het NOC*NSF, worden in dit verband als sportwedstrijden gezien en vallen niet onder de vergunningplicht van de APV.
Op grond van de Gezondheids en welzijnswet voor dieren worden de mogelijkheden om dieren bij evenementen te gebruiken reeds beperkt. De Gezondheids en welzijnswet voor dieren en de daarop gebaseerde nadere regelgeving bevat onder andere regels voor:
Bij vergunningen voor evenementen waarbij dieren zijn betrokken wordt in de vergunning verwezen naar de op grond van de Gezondheids en welzijnswet geldende regels.
Door de Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemers (VNCO) wordt momenteel in overleg met het Breed Overleg Circusdieren de ‘Richtlijnen Welzijn Circusdieren’ opgesteld. In te verlenen circusvergunningen kunnen deze richtlijnen, zodra deze definitief zijn vastgesteld, van toepassing worden verklaard, ook voor nietleden van de VNCO.
6.6.1. Algemene hygiëne, voedsel en drankverstrekking
Vervuiling van evenemententerrein en directe omgeving kan in bepaalde omstandigheden een gevaar opleveren voor de volksgezondheid. In dat kader kunnen in de vergunning niet alleen met het oog op overlast, maar ook in het kader van de gezondheid voorschriften worden opgenomen ten aanzien van hygiëne en de wijze waarop met afval moet worden omgegaan.
In het kader van de volksgezondheid dient de voedsel en drankverstrekking aan een aantal eisen te voldoen. De Drank en Horecawet heeft met name sociale hygiëne als motief. Bij evenementen is vaak een ontheffing op grond van artikel 35 Drank en Horecawet noodzakelijk. In het kader van de beoordeling van dergelijke ontheffingen wordt getoetst of aanvragers over de papieren sociale hygiëne beschikken en van goed levensgedrag zijn.
6.6.2. Alcoholmatiging jongeren
Alcoholmisbruik onder jongeren kan gezondheidsrisico’s opleveren. Jongeren onder de 15 jaar die regelmatig veel alcohol drinken, hebben in vergelijking met jongeren die dat niet doen een vier keer zo hoog risico op een alcoholverslaving op volwassen leeftijd. Uit hersenscans blijkt dat overmatig alcoholgebruik onder jongeren hoogstwaarschijnlijk leidt tot verstoring van de hersenontwikkeling. De hersenontwikkeling gaat door tot aan het 24e levensjaar. Om de negatieve effecten van alcoholgebruik onder jongeren te verminderen wordt per evenement in overleg met politie, organisatie en gemeente overlegd welke maatregelen noodzakelijk zijn. Een preventiemaatregel kan zijn om door middel van polsbandjes onderscheid te maken tussen jongeren onder de 16 jaar en jongeren ouder dan 16 jaar. Dit vereenvoudigt de handhaving van de leeftijdsgrenzen. De burgemeester kan een voorschrift over de verplichting van polsbandjes in de evenementenvergunning opnemen.
Ook kan de burgemeester bij bepaalde evenementen, zoals jongerenevenementen, bier met een lager alcoholpercentage voorschrijven. Dit staat bekend onder de naam evenementenbier, dit is veelal bier met de helft van het normale alcoholpercentage (2,5% in plaats van 5%). Ook kunnen zogenaamde BOB teams worden ingeschakeld tijdens evenementen met als doel dat de chauffeur van een groep alcoholdrinkende jongeren of volwassenen geen alcohol drinkt. Het is goed dat de evenementenorganisatie zelf hierin ook haar eigen verantwoordelijkheid neemt.
6.6.3. Grootschalige (dans)manifestaties
Elk evenement, waarbij grote groepen mensen bij elkaar zijn, brengt risico’s met zich mee op het terrein van openbare orde, veiligheid en gezondheid. Drank en drugsgebruik kunnen deze risico’s vergroten. Bekend is dat op grootschalige (dans)manifestaties het gebruik van (synthetische) drugs veelvuldig voorkomt. Het gebruik van drugs kan, zeker in combinatie met alcohol, een verhoogd risico opleveren voor de gezondheid. In dat kader is het van belang om in de vergunningen voor dergelijke grootschalige (dans)manifestaties voorschriften met betrekking tot de gezondheid op te nemen.
In de gemeente Oost Gelre is de verkoop en aanwezigheid van drugs tijdens een evenement niet toegestaan.
6.6.4. Sanitaire en drinkwatervoorzieningen
Afhankelijk van de aard en omvang van een evenement is het gelet op gezondheidsaspecten en het tegengaan van wildplassen noodzakelijk eisen te stellen aan de sanitaire voorzieningen met handenwasgelegenheid. Richtlijn voor het aantal toiletten is één toilet op de 150 personen met een minimum van 2 toiletten gescheiden voor dames en heren. Indien bestaande toiletten, bv. in omliggende horecagelegenheden, niet toereikend zijn, zal de organisatie extra toiletwagens moeten plaatsen. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met gehandicapten.
Indien nodig kunnen ook eisen worden gesteld over (gratis) drinkwatervoorzieningen. De gemeente kan hiervoor het advies inwinnen van de GGD. De richtlijn van 1 toilet op de 150 personen geldt niet bij grootschalige evenementen, dan wordt in overleg met de GGD maatwerk geleverd.
Bij ieder evenement dient er een vorm van medische hulpverlening aanwezig te zijn. Dit kan variëren van een gediplomeerd EHBOer tot een team van professionele hulpverleners. Door het uitvoeren van een risicoanalyse waarin gekeken wordt naar de kans op slachtoffers, de bereikbaarheid, de kans op escalatie en de duur van het evenement wordt bepaald hoeveel EHBOers minimaal aanwezig moeten zijn. Richtlijn is 1 hulpverlener op de 750 personen. De gemeente kan hierover advies inwinnen van de GGD. De EHBOpost moet duidelijk zichtbaar zijn op het evenemententerrein en er moeten voldoende verwijzingsborden richting deze post worden geplaatst.
6.6.6. Ziektes en besmettingen
Wanneer ziektes en besmettingen zich manifesteren, te denken valt aan varkenspest, MKZ en drinkwaterbesmetting, is de burgemeester bevoegd een verleende evenementenvergunning geheel of op onderdelen in te trekken. Dit gebeurt zowel op grond van openbare orde motieven als ter voorkoming of beperking van overlast en ter bescherming van goederen. Voordat de burgemeester hiertoe besluit wordt het volgende in overweging genomen:
7. ONDERSTEUNEN EN FACILITEREN VAN EVENEMENTEN
Bij het organiseren van een evenement moet aan een veelheid van eisen en voorwaarden worden voldaan. De gemeente onderkent tegelijkertijd het belang van evenementen binnen de gemeente. Het maatschappelijke en sociale leven binnen de gemeente is immers gebaat bij een diversiteit aan evenementen. De gemeente tracht daarom voldoende ruimte te geven voor het organiseren van aantrekkelijke evenementen. De gemeente wil de organisatie van evenementen dan ook met de volgende middelen ondersteunen en faciliteren:
7.1. Een vereenvoudigde aanvraagprocedure
Voor het aanvragen van een evenementenvergunning of het melden van een evenement kan de organisator terecht bij de afdeling Bestuur en Beleid. Het aanvraagformulier voor het houden van een evenement of het melden van een evenement is ook beschikbaar via de gemeentelijke website www.oostgelre.nl. Alle vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor een evenement kunnen via één formulier worden aangevraagd en worden ingediend bij de afdeling Bestuur en Beleid van de gemeente Oost Gelre. Er zal één geïntegreerde vergunning oftewel verzamelvergunning worden afgegeven. De medewerkers van de afdeling Bestuur en Beleid zijn ook beschikbaar als eerste aanspreekpunt voor de organisatoren van een evenement ingeval van vragen e.d.
7.2. Het opstellen van een ‘voorlopige’ evenementenkalender
De gemeente Oost Gelre hecht waarde aan evenementen. Voor de grotere evenementen die dezelfde doelgroep(en) aantrekken verdient het daarom de voorkeur dat deze verspreid over het jaar/seizoen worden georganiseerd. Voor de wat kleinere evenementen geldt vaak dat deze elkaar kunnen versterken. Het is daarom van belang dat er tijdig inzicht ontstaat in het aanbod van evenementen binnen de gemeente. Bovendien kan er door samenloop van evenementen een cumulatief effect optreden waardoor de evenementen niet gezamenlijk plaats kunnen vinden. De evenementenkalender is een handig hulpmiddel om dergelijke problemen voortijdig te onderkennen en zaken af te stemmen. Het is daarom van belang dat organisatoren van evenementen hun evenement tijdig aanmelden bij de gemeente. De gemeente stelt daarom ieder jaar, voor het begin van het kalenderjaar, een voorlopige evenementenkalender op van de komende evenementen die bij de gemeente reeds bekend zijn of worden gemeld. De gemeente zal begin oktober van ieder jaar een oproep plaatsen op de gemeentepagina om voorgenomen evenementen voor het daarop volgende jaar te melden.
Deze evenementenkalender wordt steeds aangevuld met nieuwe evenementen die ter kennis van de gemeente komen en is door organisatoren van evenementen op te vragen bij de afdeling Bestuur en Beleid of in te zien op de website van de gemeente. Het is de bedoeling dat op de evenementenkalender de vergunningplichtige evenementen worden vermeld.
De gemeente biedt de evenementenkalender nadrukkelijk aan als een service richting de burgers. Er kunnen dus geen rechten en/of plichten uit voortvloeien. Dit betekent onder meer dat het al dan niet verlenen van vergunning niet afhankelijk is van tijdige melding en plaatsing op de evenementenkalender en dat de ‘voorlopige’ evenementenkalender geen juridische basis vormt om samenvallende evenementen te voorkomen.
De evenementenkalender biedt ook voordelen voor hulpdiensten die ingezet worden tijdens evenementen. Zij kunnen tijdig voldoende inzet plannen en indien er knelpunten ontstaan kan dat in een vroeg stadium naar voren komen. Van een knelpunt kan sprake zijn als een evenement, dat plaatsvindt in Oost Gelre waar politieinzet wordt verlangd, gelijktijdig plaatsvindt met een grootschalig evenement in een buurgemeente waar ook politiecapaciteit nodig is. Het is dan mogelijk om eventueel een beroep te doen op districtelijke danwel regionale politieinzet.
7.3. Het treffen van verkeersmaatregelen
De gemeente is als wegbeheerder van gemeentelijke wegen verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid op de openbare weg. Tijdens evenementen moeten daarom bepaalde verkeersmaatregelen worden getroffen en mogelijk een omleidingsroute worden ingesteld. De benodigde verkeersmaatregelen tijdens een evenement worden vastgelegd in een verkeersbesluit. Dit betekent echter niet dat de gemeente de maatregel ook feitelijk uitvoert. De gemeente zal voldoende toezicht moeten uitoefenen opdat de verkeersmaatregelen worden uitgevoerd overeenkomstig het verkeersbesluit om te voorkomen dat er verkeersonveilige situaties ontstaan. De wegbeheerder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid op de weg ook al wordt de uitvoering overgelaten aan een derde.
Hoofdregel vormt dat de feitelijke uitvoering van verkeersmaatregelen wordt uitgevoerd door de evenementenorganisatie (de vergunninghouder). De organisaties kunnen voor de benodigde verkeersmaterialen terecht op de gemeentewerf in Lichtenvoorde voor zolang de voorraad strekt. Uitzondering geldt voor evenementen die plaatsvinden in de centrumgebieden van de hoofdkernen Groenlo en Lichtenvoorde. In deze gebieden voert de gemeente zelf de verkeersmaatregelen uit. Dit vanwege de complexiteit van de te nemen verkeersmaatregelen gelet op aard en omvang van de afzettingen.
7.4. Het ter beschikking stellen van faciliteiten
Organisatoren van evenementen doen nogal eens een verzoek aan de gemeente om bepaalde faciliteiten ter beschikking te stellen. Gedacht kan worden aan het ter beschikking stellen van dranghekken, verkeersborden en het gebruik van gemeentelijke aansluitpunten voor nutsvoorzieningen. De gemeente Oost Gelre werkt hier aan mee voorzover de gevraagde faciliteiten beschikbaar zijn en onder de volgende voorwaarden:
Dranghekken, schrikhekken en verkeersborden zijn slechts beperkt aanwezig. De gemeente stelt dit ter beschikking zolang de voorraad strekt en onder de voorwaarde dat deze door de organisatie zelf worden opgehaald vanaf de gemeentewerf en daar ook weer worden teruggebracht. Indien meer dranghekken nodig zijn dan dient de evenementenorganisator hiervoor zelf zorg te dragen. Ook kan het voorkomen dat tegelijkertijd meerdere evenementen plaatsvinden in Oost Gelre. Dan geldt het principe “wie het eerst komt, het eerst maalt”.
Het gebruik van gemeentelijke aansluitpunten voor elektriciteit is mogelijk tegen betaling van de kosten en voor zover de voorziening aanwezig is. Het is mogelijk dat gemeentelijke elektriciteitsvoorzieningen niet zwaar genoeg afgezekerd zijn voor een bepaald evenement, de organisatoren dienen dan zelf en op eigen kosten voor een adequate voorziening te zorgen. Over het gebruik van elektriciteit van gemeentelijke voorzieningen worden vooraf afspraken gemaakt.
Verkeersregelaars kunnen, nadat zij geïnstrueerd zijn door de politie, voor het evenement verkeershesjes ophalen op het politiebureau voor zo lang de voorraad strekt. Deze worden slechts uitgeleend aan vrijwilligersorganisaties. Evenementenorganisaties met een commercieel karakter danwel organisaties die meer verkeershesjes nodig hebben dan voorradig dienen geheel zelf en op eigen kosten verkeershesjes aan te schaffen.
7.5. Extra gemeentelijke ondersteuning van volksfeesten
Volksfeesten zijn evenementen die voor een brede doelgroep toegankelijk zijn. Ze zijn belangrijk voor de sociale cohesie en de leefbaarheid in met name de kleine kernen. Het in stand houden van deze evenementen wordt gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zoals al aangegeven in deze nota gaat het hier specifiek om carnaval en kermis en het Bloemencorso in Lichtenvoorde. Als gemeente geven we invulling aan onze verantwoordelijkheid door de genoemde volksfeesten te ondersteunen met de volgende hand en spandiensten:
De gemeente Oost Gelre heeft slechts kleine evenemententerreinen op openbaar terrein beschikbaar voor het houden van circussen. Het gaat hier om circussen met een grootte van ongeveer 20 meter tentdoorsnee. In Groenlo is hiervoor de Maliebaan geschikt en in Lichtenvoorde is dit het zwembadterrein ’t Meekenesch aan de Kerkhoflaan. Genoemde terreinen beschikken allen over een stroomvoorziening. Indien particulieren of bedrijven toestemming geven om hun terrein af te staan ten behoeve van een circus kunnen wellicht ook circussen van grotere omvang in Oost Gelre worden gehouden. Er worden regelmatig circusvoorstellingen gehouden op Recreatiepark Marveld aan de Elshofweg te Groenlo en aan de Nobelstraat te Lichtenvoorde (braakliggend perceel in eigendom van EeftinkRensing Stalinrichting en Staalbouw).
8.1. Gemeentelijke evenementen
Voor evenementen die door de gemeente zelf worden georganiseerd geldt uiteraard ook dit evenementenbeleid. De gemeente organiseert de mei en augustuskermis in Groenlo en de kermis in Lichtenvoorde (deze vindt tegelijk plaats met het Bloemencorso). De gemeente heeft voor het organiseren van gemeentelijke kermissen een intern draaiboek opgesteld dat afgestemd zal worden op het evenementenbeleid. In de verpachtingvoorwaarden van kermisattracties worden voorwaarden opgenomen omtrent het maximaal te produceren geluid binnen de randvoorwaarden genoemd in dit beleid.
Tijdens het voorbereiden van een evenement moet de organisatie ook denken aan het afsluiten van verzekeringen. Het is aan te raden tenminste een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten voor het geval de evenementenorganisatie door derden aansprakelijk wordt gesteld. Tevens is het te overwegen om een evenementenverzekering voor tegenvallende bezoekersaantallen, een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, een ongevallenverzekering en/of een annuleringsverzekering af te sluiten.
De vergunninghouder zelf, of degene die tijdens een evenement een gevaarlijke situatie veroorzaakt die tot schade leidt, is verantwoordelijk voor de veroorzaakte schade. De gemeente heeft een zorgplicht om schade voor derden tijdens evenementen te voorkomen. De gemeente dient redelijkerwijs al het mogelijke te doen om schade voor derden te voorkomen. Iedere aanvraag voor een evenementenvergunning moet daarom zorgvuldig worden behandeld en aan de vergunning zullen voorschriften worden verbonden om schade voor derden te voorkomen.
De gemeente heeft uiteraard een aansprakelijkheidsverzekering voor gevallen waarin zij wordt aangesproken voor schade van derden als gevolg van een handelen of nalaten door de gemeente, de bestuurders en het personeel.
Indien schade ontstaat aan gemeenteeigendommen zal de gemeente de door haar geleden schade bij de organisator in rekening brengen.
Het evenementenbeleid is mede opgezet om de veiligheid bij evenementen te waarborgen en om overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te voorkomen. Onmisbaar sluitstuk van een effectief evenementenbeleid vormt de handhaving. Om overlast van evenementen tegen te gaan is vooral het handhaven van de geluidsnormen, de eindtijden en de openbare orde van belang. Aan handhaving gaat het houden van toezicht vooraf. Op grond van artikel 6.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening zijn de buitengewone opsporingsambtenaren en de ambtenaren van de politie van de regio Noord en Oost Gelderland als toezichthouder voor de APVbepalingen aangewezen. Andere toezichthouders kunnen bij besluit van college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester worden aangewezen.
Voor het houden van toezicht bij evenementen zijn de nodige aanwijzingsbesluiten genomen. De handhavingmedewerkers en de medewerker preventie en proactie zijn hiertoe aangewezen.
9.2. Wijze van toezicht en handhaving
De wijze waarop toezicht en handhaving bij evenementen wordt ingezet verschilt per categorie evenement.
9.2.1. Categorie 1: Nietbelastende evenementen
Deze categorie evenementen veroorzaakt in de regel geen overlast. Toezicht en handhaving richt zich daarom niet op deze evenementen. De politie zal bij klachten, voor zover de omstandigheden van het moment en de prioriteiten elders dit toestaan, altijd ter plaatse controleren.
Klachten, meldingen, rapportages en zaken als wijze van opruimen en opleveren evenementenlocatie kunnen aanleiding geven om bij volgende gelegenheden de activiteit te verbieden of de voorschriften aan te scherpen.
9.2.2. Categorie 2 en 3: Belastende en bijzondere evenementen
Voor de vergunningplichtige evenementen zal toezicht vooraf plaatsvinden door de medewerker preventie en proactie op het gebied van brandveiligheid en toegankelijkheid van het evenemententerrein voor hulpdiensten. Deze toezichthouder zal bij voorkeur gezamenlijk met de buitengewoon opsporingsambtenaar en/of politie een bezoek aan het evenemententerrein brengen. Dit zal plaatsvinden gedurende de opbouw van het evenemententerrein. Zodoende kunnen vereiste aanpassingen nog relatief eenvoudig worden doorgevoerd. Hiervoor zal een afspraak met de organisatie worden gemaakt. Ook zal vastgelegd worden in welke staat een evenemententerrein zich bevindt voordat de opbouw van het evenement plaatsvindt (de voorschouw). Bij het gebruik van onverharde terreinen zal de gemeentelijk toezichthouder openbare werken de voorschouw uitvoeren.
Indien de evenementenorganisatie weigert om tijdens de opbouw noodzakelijke aanpassingen door te voeren dan kan dit leiden tot het intrekken van de evenementenvergunning. Ook kan besloten worden om een dwangsom op te leggen bij de vergunninghouder.
Het politiepersoneel dat tijdens evenementen wordt ingezet heeft drie hoofdtaken, te weten verkeersbegeleiding en –afhandeling, de handhaving van de openbare orde en de bestrijding van criminaliteit. Is er sprake van een afgesloten evenemententerrein dan zal de organisatie met de eigen security in eerste instantie de orde en rust op het terrein dienen te waarborgen. De politie zal zich richten op het gebied buiten het afgezette evenemententerrein en zal de eindtijden van een evenement handhaven.
Is er sprake van risicovolle evenementen dan zal vooraf door de driehoek, bestaande uit de burgemeester, de hoofdofficier van Justitie en de korpschef van politie, bepaalt worden welke beleids en tolerantiegrenzen tijdens een risicoevenement worden gehanteerd.
De gemeente kan gedurende evenementen geluidsmetingen verrichten. De geluidsnormen die gelden voor een bepaald evenement worden opgenomen in de evenementenvergunning. De metingen zullen plaatsvinden volgens de handleiding “Meten en rekenen van industrielawaai 1999”, waarbij geen rekening wordt gehouden met muziek, bedrijfsduur en of meteocorrectie. De in de handleiding genoemde meetmethoden blijken bij geluid dat veroorzaakt wordt door evenementen in de praktijk goed bruikbaar, ondanks dat geen sprake is van industrielawaai. Indien tijdens deze metingen blijkt dat de organisatie zich niet houdt aan de gestelde geluidsnormen zal de organisatie verzocht worden het geluidsniveau te verminderen. Indien hieraan geen of niet voldoende gevolg wordt gegeven zal in overleg met de politie bepaald worden hoe hiertegen opgetreden zal worden. Voor eventueel toekomstige evenementen kan dit eveneens gevolgen hebben. Er kan bv. een geluidsbegrenzer verplicht worden gesteld of het kan mogelijk zijn dat bepaalde activiteiten zullen worden verboden en in het uiterste geval zal het totale evenement kunnen worden verboden.
Zowel de politie als de gemeente zullen toezicht uitoefenen opdat de regels op het gebied van verkeer en in het bijzonder parkeren worden nageleefd. Ook zal de gemeente toezicht uitoefenen of de verkeersmaatregelen in stand blijven.
De gemeentelijk medewerker preventie en proactie zal tijdens het evenement controle uitoefenen op de algemene fysieke veiligheid van de bezoekers. Het gaat hier specifiek om de eisen die opgenomen staan in de gebruiksvergunning en de maximaal toegestane aantal bezoekers.
De Voedsel en Warenautoriteit handhaaft tijdens evenementen de voorschriften voor eet en drinkwaren en kermisattracties. De belangrijkste voorschriften die deze instantie handhaaft zijn vastgelegd in de Warenwet, Gezondheidswet, Vleeskeuringswet, Drank en Horecawet, Gezondheids en Welzijnwet voor dieren en het Besluit Veiligheid attractie en speeltoestellen.
Naar aanleiding van een (geluids)klacht vindt controle en zo nodig handhaving plaats. Alle klachten worden geregistreerd en geëvalueerd. Deze registratie vindt uiteindelijk centraal bij de gemeente plaats (afdeling Bouwen en Milieu). Tijdens evenementen buiten kantooruren zal de klachtenregistratie in de eerste plaats in de meldkamer van de politie van het district Achterhoek plaatsvinden. Vervolgens zal afhankelijk van de inhoud van de klacht en voorzover het moment dit toelaat actie worden ondernomen door de ambtenaar belast met de handhaving. De klager wordt van de uiteindelijke afhandeling van de klacht bericht. Bij een hernieuwde aanvraag wordt rekening gehouden met in het verleden ingediende klachten. Voor de registratie, behandeling, afhandeling en rapportage van klachten is de gemeente verantwoordelijk. Klachten of het niet nakomen van voorschriften uit de vergunning kunnen aanleiding vormen om de vergunning in te trekken (artikel 1.6 APV) of voor toekomstige edities (gedeeltelijk) te weigeren.
Achteraf zal beoordeeld worden door een gemeentelijk toezichthouder of het gemeentelijk evenemententerrein in de oorspronkelijke staat is opgeleverd. Dit kan relatief eenvoudig, omdat er vooraf een voorschouw heeft plaatsgevonden. Is het evenemententerrein niet in de oorspronkelijke staat opgeleverd dan zal de evenementenorganisatie hiervan op de hoogte worden gesteld en een hersteltermijn krijgen waarbinnen dit alsnog moet gebeuren. Gebeurt dit niet of onvoldoende dan zal de gemeente dit op kosten van de organisatie uitvoeren.
Indien een evaluatie gewenst wordt geacht door de gemeente, overige hulpdiensten danwel de organisatie zelf zal door de afdeling Bestuur en Beleid een evaluatie worden gepland. De uitkomsten van de evaluatie kunnen gevolgen hebben voor toekomstige evenementen. De voorschriften kunnen worden aangescherpt of de evenementenvergunning kan (gedeeltelijk) worden geweigerd. Dit laatste kan gelet op de ernst van de klacht of vanwege herhaalde klachten gerechtvaardigd zijn.
Evenementen met een groot uitstralingseffect (categorie 3 evenementen) waarbij politie, brandweer, GHOR en vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig zijn worden standaard geëvalueerd. De resultaten van dit overleg kunnen aanleiding vormen tot bijstelling van het beleidskader.
Afhankelijk van het moment van constatering van een illegaal evenement zullen vervolgacties bepaald worden. Indien een evenement, waarvoor geen evenementenvergunning is verleend, opgebouwd wordt zal dit worden stilgelegd. Is het illegale evenement echter in volle gang dan zal, indien dit leidt tot het voornemen om het evenement te laten beëindigen, in ieder geval overleg gepleegd worden met de politie in verband met de mogelijke consequenties voor de openbare orde. Naast vorenstaande wordt bij constatering van illegale evenementen door de politie procesverbaal opgemaakt.
Indien de gemeentelijk toezichthouders van mening zijn dat de situatie dermate gevaarlijk is dat de veiligheid van aanwezigen op het spel staat, dan krijgt de organisatie opdracht om het evenement onmiddellijk te beëindigen. De burgemeester zal hiertoe vooraf moeten besluiten, tenzij de omstandigheden vergen dat direct optreden vereist is. Indien de organisatie geen gehoor geeft aan de opdracht om het evenement te beëindigen zal de politie in overleg treden met de burgemeester inzake het beëindigen van het evenement. Indien de omstandigheden daarom vragen wordt ook de officier van justitie bij dit overleg betrokken. Op basis van het (driehoeks)overleg neemt de burgemeester een besluit, dat vervolgens door de politie in samenwerking met andere partners wordt uitgevoerd.
Het bepalen van de noodzaak om maatregelen te nemen, de gegunde tijd om maatregelen te nemen of het bepalen van de noodzaak om het evenement onmiddellijk te beëindigen behoort tot het mandaat van de toezichthouder(s).
Het streven is om dit beleid begin 2008, direct nadat het beleid definitief is vastgesteld, inwerking te laten treden. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat de (meeste) evenementen die in het verleden plaatsvonden, passen binnen het geformuleerde evenementenbeleid. Kenmerkend voor evenementen is echter dat niet alle mogelijke situaties zijn te voorzien. Onvermijdelijk zullen zich jaarlijks onvoorziene situaties voordoen die het wellicht nodig maken af te wijken van het bestaande beleid. Dit blijft mogelijk mits dit goed gemotiveerd kan worden. Hiertoe kan besloten worden indien de toegevoegde waarde van het evenement groter is dan de te verwachten overlast. De burgemeester is bevoegd hierover een besluit te nemen.
Deze beleidsnota evenementenbeleid is de eerste in zijn soort. Het is daarom van belang dat de inhoud van de nota in de praktijk zijn waarde krijgt. De nota is zo ingericht dat de doelstellingen, enerzijds het verminderen van overlast voor omwonenden en anderzijds het levendig houden van de gemeente Oost Gelre, bereikt kunnen worden. Randvoorwaarde is echter dat alle betrokkenen zich hiervoor inzetten, waarbij een goede communicatie tussen partijen essentieel is voor het slagen van dit beleid. Handhaving van de voorschriften vormt daarbij het sluitstuk. De gemeente zal in deze processen indien mogelijk faciliterend optreden. Omdat 2008 het eerste jaar is dat gewerkt wordt met een beleidskader voor evenementen zal dit jaar als een soort proefjaar worden gezien. Aan het eind van 2008 zal het beleid worden geëvalueerd en afhankelijk van de uitkomsten zal dit mogelijk leiden tot aanpassing van deze beleidsnotitie.
Gebruiksaanwijzing quick scan brandweer voor eersterisicoprofiel aangevraagd evenement
Een aanvraag voor een te houden evenement in gemeente X of Y in de veiligheids regio Noord-en Oost Gelderland wordt regelmatig ter advisering voorgelegd aan de lokale brandweer. Als uitgangspunt voor dit brandweeradvies geldt dat elke evenement-aanvraag maatwerk vraagt. Niettemin is een ambtelijke werkwijze met een standaardmethodiek van risico-inschatting van voorzienbare risico's voor de brandweer nodig om het juiste pakket maatregelen voor te bereiden/te nemen.
Om snel een eerste globale risico-inschatting van de evenementenaanvraag voor de brandweer te verkijgen is een quick scan ontwikkeld. Door toepassing van dit brandweerinstrument zijn evenementenaanvragen in een A, Bof .C klasse in te delen. Aan elke risicoklasse hangt standaard een bepaald pakket maatregelen. Zie het overzicht op tabblad ABC-pakket Brandweermaatregelen. Door het gebruik van deze quick scan zijn de risico's en brandweermaatregelen ter onderbouwing van het te geven brandweeradvies op systematische wijze te motiveren. Deze quick scan is een goede beslismatrix voor risico-inventarisatie en brandweer-advisering bij evenementaanvragen. De gehanteerde criteria zullen in de brandweerpraktijk getoetst, geëvalueerd en waar nodig bijgesteld worden.
Door het beantwoorden van de vragen op tabblad ABC-brandweervragen bepaalt de brandweeradviseur de ondergrens van de risicoklasse waarin de evenementaanvraag valt. Door het invullen van de relevante risicopunten voor de te behandelen evenementaanvraag op tabblad invulling risicopunten bepaalt de brandweeradviseur de bovengrens van de risicoklasse waarin de evenementenaanvraag valt. Bij twijfel vult de brandweeradviseur op tabblad invulling risicopunten de zwaarst wegende risicofactor en daarmee corresponderende risicopunt(en) in.
Op het tabblad ABC-brand weervragen telt de brandweeradviseur bij de door hem vastgestele risicoklasse van tabblad ABC-brandweerv ragen de ingevulde risicopunten van tabblad invulling risicopunten op en stelt daarmee de definitieve risicoklasse vast.
Noteer onderaan tabblad ABC-brandweervragen datum beoordeling en naam beoordelaar.
Bij nieuwe risico-informatie die pas in een later stadium van voorbereiding bekend wordt, past de brandweer dit instrum ent eenvoudig opnieuw toe om na te gaan of de risicoklasse van de evenementaanvraag alsnog wijzigt.
* de regionale brandweren van Hollands Midden, Utrechts Land (BRUL), Noord-en Midden Limburg en Hulpverleningsdienst Gelderland Midden hebben handreikingen met brandveiligheidsvoorschriften bij evenementen gemaakt ter ondersteuning van lokale brandweerkorpsen.
** het is raadzaam om evenementaanvragen waar externe veiligheid in het geding is vroegtijdig ter advisering voor te leggen aan de experts van de Sector Risicobeheersing Brandweer VNOG. De NOG-gemeenten zijn verantwoordingsplichtig t.a.v . externe veiligheid.