Organisatie | Oost Gelre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VTH Beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre |
Citeertitel | VTH Beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 7.2 van het Besluit omgevingsrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2022 | nieuwe regeling | 21-05-2019 |
In 2007 is het beleidsplan integrale handhaving van de fysieke leefomgeving van de gemeente Oost Gelre vastgesteld. De ontwikkelingen op dit gebied staan niet stil. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: WABO) en de Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Gelet op de verschillende ontwikkelingen was het nodig om een nieuw beleidsplan Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) voor de gemeente Oost Gelre op te stellen.
Voor u ligt het nieuwe beleidsplan Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2019 – 2022 Oost Gelre (hierna; VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre). Dit beleid richt zich op vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de fysieke leefomgeving van de gemeente Oost Gelre. Daaronder vallen de taken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, milieu, Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en Bijzondere Wetten. Onder deze laatste categorie vallen onder andere Drank- en Horecawet, Wet op de Kansspelen en Winkeltijdenwet.
Toezicht en handhaving zijn belangrijke instrumenten, die de gemeente Oost Gelre inzet ten behoeve van het waarborgen en bevorderen van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Met dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre stelt het college van burgemeester en wethouders het beleid op het gebied van toezicht en handhaving van het omgevingsrecht voor de periode 2019 tot en met 2022 vast.
Opgemerkt dient te worden dat toezicht en handhaving geen op zichzelf staand proces is. De tendens is nog steeds om regeldruk bij burgers en bedrijven te verminderen. Daarbij wordt nadrukkelijk een beroep gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid. Dit is een belangrijk uitgangspunt in het voorliggende VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre.
Naast de nadruk op eigen verantwoordelijkheid komt er ook steeds meer nadruk op integraal en programmagericht werken. Daarbij zijn terugkerende elementen; effectievere en efficiëntere handhaving, toenemende regionale samenwerking (o.a. Omgevingsdienst, Veiligheidsregio) en streven naar vermindering van lastendruk en toezichtlasten.
Dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre is niet bedoeld als gemeente breed afwegingskader voor alle vakgebieden. Reden hiervoor is dat wet- en regelgeving te veel uiteenlopen om dat mogelijk te maken. Wel wordt er in dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre de basis gelegd voor de programmatische en integrale uitvoering van deze wettelijke taken en het bereiken van de doelstellingen zoals in dit plan verwoord. Onze visie daarbij is:
“Oost Gelre is een veilige, gezonde en leefbare gemeente, waarin de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven centraal staat en waar op basis van vertrouwen ruimte voor (economische) ontwikkeling wordt geboden.”
De toezichthoudende partijen gaan op basis van deze visie aan de slag met integrale handhaving. Het streven daarbij is dat we daar zijn waar het nodig is (risicogericht) oftewel op het juiste moment op de juiste plek.
Hoofdstuk 1: Algemene Inleiding
Voor u ligt het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre. In dit beleidsplan wordt het beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving voor de komende periode beschreven. Hieronder vallen de vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken die voortvloeien uit de wet- en regelgeving op het gebied van milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Bijzondere Wetten. Onder deze laatste categorie vallen onder andere de Drank- en Horecawet, Wet op de Kansspelen, Besluit Registratie Personen en Winkeltijdenwet.
Voor het onderdeel milieu heeft de Omgevingsdienst Achterhoek een separaat Integraal Handhavingsprogramma opgesteld.
1.2 Waarom een VTH beleidsplan?
Het Besluit omgevingsrecht (Bor)1 verplicht gemeenten tot het vaststellen van handhavingsbeleid (VTH beleidsplan). De gemeente Oost Gelre beschikt op dit moment niet over een actueel VTH beleidsplan en handhavings-uitvoeringsprogramma (HUP). Het VTH beleidsplan uit 2007 en het uitvoeringsprogramma uit 2011 zijn achterhaald. Dit komt door het feit dat er de laatste jaren veel ontwikkelingen geweest zijn op het gebied van wet- en regelgeving, die van invloed zijn op vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Daarnaast wil de gemeente voor de inwoners, bedrijven en instellingen inzichtelijk maken welke handhavingsprioriteiten het college van burgemeester en wethouders stelt en wat de inwoner, het bedrijf of de instelling kan verwachten.
Door middel van dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre wordt enerzijds voldaan aan wet- en regelgeving en anderzijds geeft het meer zicht op de handhavingsdomeinen (en de gestelde prioriteiten) die binnen de gemeentegrenzen uitgevoerd worden en wat hierbij komt kijken.
Tot slot worden er in het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre prioriteiten vastgesteld die de basis vormen voor het jaarlijks op te stellen Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP). In het jaarlijks op te stellen HUP wordt de beschikbare capaciteit omschreven op de verschillende handhavingstaken en met welke prioritering.
1.3 Domeinen van het VTH beleidsplan Oost Gelre 2019 – 2022
In dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre worden de volgende domeinen behandeld:
Milieu en sloop is volledig ondergebracht bij de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). 2
Daarnaast zijn er andere domeinen die toezicht en handhaving bevatten. Denk onder andere aan de leerplicht en de Participatiewet. Deze beleidsdomeinen maken geen onderdeel uit van het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre.
Op grond van artikel 7.2 van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) stelt het college van burgemeester en wethouders uitvoerings- en handhavingsbeleid vast waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen gesteld worden bij de handhaving en welke taken daartoe worden uitgevoerd. Het VTH-beleid is onder te verdelen in een strategisch en een operationeel beleidskader.
Het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre is de uitwerking van artikel 7.2 Bor en stelt kaders voor toezicht en handhaving van regels voor de fysieke leefomgeving, voor zover uit de wet voortvloeit dat het college van burgemeester en wethouders, of de burgemeester, het bevoegd gezag is. Het betreft hierbij beleid over handhaving van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), 3 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Bijzondere Wetten.
Het college van burgemeester en wethouders stelt het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre en jaarlijks het daarop gebaseerde HUP vast. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het handhaven ligt bij de portefeuillehouder handhaving. Daarnaast ligt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid bij de burgemeester. In sommige gevallen kan het dus zo zijn dat beide portefeuillehouders betrokken moeten worden.
De gemeenteraad van Oost Gelre heeft de Verordening VTH in april 2019 vastgesteld. Hiermee heeft de gemeenteraad een handvat om de kwaliteit te bepalen van de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving die belegd zijn bij de ODA. Met de Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht gemeente Oost Gelre wordt het juridische kader gevormd voor het beoordelen, borgen en verbeteren van de kwaliteit van deze VTH-taken.
1.6 Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen
Tijdens de looptijd van het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre kunnen zich ontwikkelingen voordoen die invloed hebben op het doel en de prioriteiten uit dit beleid. Met het opstellen van dit beleid is zover mogelijk rekening gehouden met de onderstaande ontwikkelingen.
Omgevingswet4
De komst van de Omgevingswet betekent dat er veel verandert. De wet bundelt bijvoorbeeld 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Met de nieuwe Omgevingswet wil het kabinet de verschillende plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur beter op elkaar afstemmen. Daarnaast willen ze duurzame projecten stimuleren en gemeenten, provincies en waterschappen meer ruimte geven. Zo kunnen zij hun omgevingsbeleid afstemmen op hun eigen behoeften en doelstellingen. Verder biedt de wet meer ruimte voor particuliere ideeën.
Dit komt doordat er meer algemene regels gelden in plaats van gedetailleerde vergunningen. Het ziet er dan ook naar uit dat er een verschuiving zal plaatsvinden van vergunningverlening naar informatievoorziening/ communicatie en toezicht en handhaving. De bedoeling is dat de Omgevingswet 1 januari 2021 in werking treedt.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Op 11 juli 2017 heeft de Eerste Kamer besloten om de stemming over de wet ‘Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen’ uit te stellen. De behandeling van het wetsvoorstel lag vervolgens meer dan een jaar stil totdat de minister op 28 juni 2018 een brief aan de Eerste Kamer zond waarin zij laatstgenoemde verzocht om de behandeling van het wetsvoorstel te hervatten. De Eerste Kamer heeft echter opnieuw besloten niet te stemmen over de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen en wil eerst het ingelaste dertigleden debat in de Tweede Kamer afwachten. Een dergelijk debat en de behandeling van het wetsvoorstel kan nog wel even duren, maar de minister beoogd een inwerkingtreding per 1 januari 2021.
De ‘Ondermijningswet’ is een verzamelterm voor meerdere wetten/wetsvoorstellen waarmee het instrumentarium van de overheid voor de aanpak van ondermijning wordt uitgebreid en versterkt. Twee meest concrete voorbeelden zijn de verruiming van artikel 13b Opiumwet en een voorstel tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).
Verruiming artikel 13b Opiumwet
Op 11 december 2018 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid) aangenomen. Het gewijzigde artikel 13b Opiumwet is in 2019 in werking treden. Het moet burgemeesters de mogelijkheid bieden om panden te sluiten als er voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs, zoals bepaalde apparatuur, chemicaliën en versnijdingsmiddelen. Voorheen kon een pand alleen worden gesloten als geconstateerd werd dat een handelshoeveelheid drugs aanwezig was, werd verkocht of afgeleverd.
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: ‘Wet Bibob’) biedt een bestuurlijk instrument om overheden te ondersteunen bij het voorkomen van het ongewild faciliteren van criminele activiteiten. Er ligt een wetsvoorstel om de toepassingsmogelijkheden van de Wet Bibob te verruimen met o.a. een uitbreiding van de mogelijkheden tot het doen van eigen onderzoek en een uitbreiding van het toepassingsbereik van de wet. Zo is in het wetsvoorstel opgenomen dat bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak toegang krijgen tot de justitiële gegevens van ‘relevante’ derden, zoals vermogensverschaffers, bestuurders, aandeelhouders, leidinggevenden of beheerders van betrokkenen. Het idee hierachter is dat bestuursorganen zich dan een beter oordeel kunnen vormen over de zakelijke omgeving van de betrokkene en daarmee over diens integriteit. Daarnaast wordt het toepassingsbereik van Wet Bibob uitgebreid naar alle overheidsopdrachten en beperkt de wet zich niet langer tot de sectoren bouw, ICT en milieu. Verder wordt Bibob-onderzoek - net als bij vastgoedtransacties - mogelijk bij de overdracht van erfpacht, mits de gemeente een toestemmingsvereiste voor die overdracht heeft bedongen. Ten slotte kan ook de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 29 Wet Bibob worden doorbroken als een bestuursorgaan het noodzakelijk acht om gegevens uit een Bibob-onderzoek met partners in het Regionaal Informatie en Expertise Centrum te delen. Het wetsvoorstel ligt voor advies bij de Raad van State en zal daarna worden ingediend bij de Tweede Kamer.
Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche
Het is nog altijd niet bekend wanneer het wetsvoorstel ‘Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche’ in werking zal treden. Met het wetsvoorstel wordt voorzien in een verplicht vergunningenstelsel voor gemeenten dat betrekking heeft op alle seksbedrijven. Door de invoering van deze wet zal van gemeenten een inspanning worden gevraagd die dat tot op het heden niet hoefden. Maar ook na invoering van dit wetsvoorstel blijft het mogelijk dat gemeenten toezichtstaken kunnen overdragen aan de politie. Afspraken hierover zullen moeten worden gemaakt in Driehoeksverband.
De Tweede Kamer heeft op 16 oktober 2018 ingestemd met het wetsvoorstel ‘Verwijdering asbest en asbesthoudende producten’. Met dit voorstel wordt het mogelijk om bij een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) het hebben van asbestproducten te verbieden. Dit kan inhouden dat een verplichting kan worden opgelegd op actieve verwijdering van:
Op basis van deze wetswijziging zou vanaf 1 januari 2025 een verbod op asbestdaken moeten gaan gelden. Dit betekent dat eigenaren van gebouwen met asbesthoudende dakbedekking deze voor 1 januari 2025 moeten hebben verwijderd.
Samenwerkingsconvenant ‘groene BOA’s‘
In 2018 hebben de provincie Gelderland en de politie een nieuw convenant "Handhaven op elkaars grondgebied, regio Oost Nederland" opgesteld en ter ondertekening voorgelegd aan alle handhavingspartners betrokken bij het toezicht in het Gelderse buitengebied. Het convenant ziet op de samenwerking tussen de lokale handhavingspartners in het buitengebied en het optreden op elkaars grondgebied/terrein. De lokale handhavingspartners zijn groene boa's die werkzaam zijn bij bijvoorbeeld provincie, gemeenten, omgevingsdiensten, natuurbeschermingsorganisaties, particuliere terreineigenaren, sportvisfederaties, politie en Koninklijke Marechaussee.
Op grond van het convenant moeten alle partijen voor de uitvoering van de samenwerking werkafspraken maken. Hiertoe heeft stichting Groennetwerk, na overleg met de provincie, een voorstel gedaan. De gemeente Oost Gelre heeft positief gereageerd op deze samenwerking.
Minister Ollongren heeft een bijdrage van € 400.000 euro beschikbaar gesteld voor het project Ariadne. Het project Ariadne beoogt een uniforme, informatie gestuurde, integrale aanpak van de vakantieparkenproblematiek in Gelderland. Daartoe werken gemeenten, politie, provincie Gelderland en het OM samen. Met het project moet onder andere de integrale handhaving worden versterkt en ondermijnende criminaliteit op en rondom vakantieparken worden tegengegaan. De recreatieparken zijn, op basis van het ondermijningsbeeld, een witte vlek binnen de gemeente Oost Gelre. De gemeente Oost Gelre gaat om die reden deelname aan dit project overwegen. Ariadne is onderdeel van het project Vitale Vakantieparken.
Regionale werkgroep ondermijning
Acht gemeenten in de Achterhoek hebben de intentie uitgesproken om de samenwerking te zoeken om ondermijning beter aan te kunnen pakken. De gemeenten kunnen elkaar helpen door kennisdeling, uitwisselen van goede voorbeelden, efficiënt organiseren van activiteiten en waar mogelijk samen optrekken. Het idee is om daarvoor een gezamenlijke werkgroep op te richten onder aansturing van een gezamenlijke projectleider die begin 2019 zal starten. Ook zal de projectleider ondersteunen in complexe casuïstiek en adviseren bij het prioriteren van thema’s.
Diverse gemeenten in Achterhoek Oost, waaronder Oost Gelre, gaan in 2019 starten met het opzetten van het Keurmerk Veilig Buitengebied. Doel is om het buitengebied veilig te houden en waar nodig veiliger te maken. Structurele samenwerking tussen publieke en private partijen in de aanpak van criminaliteit vormt de basis om tot het keurmerk te komen.
Landelijke Aanpak Adreskwaliteit / project ‘Adressen op orde’
De gemeente Oost Gelre doet mee met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. In dat kader is in 2019 gestart met het project ‘Adressen op orde’. Doel van dit project is om de Basisregistratie Personen (BRP) zoveel mogelijk op orde te krijgen en te houden en daarmee adresfraude tegen te gaan. Concreet houdt dit in dat als team Burgerzaken een inschrijving of verhuizing in de BRP ontvangt die vragen oproept, de toezichthouders een huisbezoek uitvoeren. Op die manier wordt vastgesteld of de adresgegevens kloppen. Het onderzoek en het huisbezoek brengen niet alleen gevallen van adresfraude aan het licht, maar ook situaties waarin burgers juist ondersteuning blijken nodig hebben.
Tegengaan ondermijnende criminaliteit
Ook in 2019 wordt aandacht geschonken aan het signaleren van ondermijning. Opvallende casussen worden in brede samenwerking, waaronder politie en het Regionale Informatie en Expertise Centrum Oost Nederland, opgepakt. Deze samenwerking wordt voortgezet. Samenwerking door informatie te delen, zorgt voor een completer beeld van de omvang, werkwijze en leidt daarmee tot een betere aanpak van criminaliteit.
Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast gemeente Oost Gelre 2018
Op 1 juli 2017 is de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden. Deze wet biedt gemeenteraden de mogelijkheid om de burgemeester bij verordening de bevoegdheid toe te kennen om bij ernstige en herhaaldelijke woonoverlast gedragsaanwijzingen op te leggen aan de overlastgever. De gemeenteraad van Oost Gelre heeft deze bevoegdheid bij raadsbesluit van 6 februari 2018 in de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen. Door deze wet en het betreffende APV-artikel heeft de burgemeester de mogelijkheid om specifieke gedragsaanwijzingen te geven aan overlastgevers in zowel huur- als koopwoningen. Houdt de overlastgever zich niet aan de gedragsaanwijzing, dan kan de dwangsom verbeurd worden verklaard en moet de overlastgever betalen óf kan de burgemeester met toepassing van bestuursdwang ingrijpen. In het verlengde hiervan zijn eind 2018 de beleidsregels ‘Wet aanpak woonoverlast gemeente Oost Gelre 2018’ vastgesteld. De beleidsregels zien op de wijze waarop de burgemeester van Oost Gelre uitvoering geeft aan zijn bevoegdheid tot het opleggen van gedragsaanwijzingen in het kader van de Wet aanpak woonoverlast.
Artikel 2:67 lid 1 van de APV bepaalt dat een handelaar verplicht is aantekening bij te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register. Eind 2018 heeft de burgemeester besloten het Digitaal Opkopers Register (DOR) aan te wijzen als doorlopend en gewaarmerkt register voor de in- en verkoop van gebruikte of ongeregelde goederen. Het DOR is gekoppeld aan een landelijk systeem van de politie waarin gestolen goederen worden geregistreerd. Het voordeel van dit digitale systeem is dat de politie automatisch bericht krijgt, als gestolen geregistreerd goed in het opkopersregister wordt ingevoerd. De snelle uitwisseling van gegevens met de politie, vergroot de pakkans van helers, inbrekers en veelplegers. Met het DOR wordt bijgedragen aan de integrale aanpak van helers, inbrekers en veelplegers. De gemeente voert in samenwerking met de politie de controles uit op de registerplicht.
Regelgericht versus risicogericht
De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) heeft aangegeven dat, vanwege de toekomstige Omgevingswet, er binnen de brandweer gewerkt wordt met het traject van regelgericht naar risicogericht werken. Dit houdt in dat de brandweer in het voortraject van een plan met de initiatiefnemer aan tafel gaat om de uitgangspunten met betrekking tot de brandveiligheid, maar zeker ook de mogelijk om op te kunnen treden bij brand, te bespreken. Verder zal de brandweer na oplevering of net voor oplevering een controlerende taak gaan krijgen of er wel of niet aan alle uitgangspunten en regelgeving voldaan is. Naast het hebben van vooroverleg met de initiatiefnemer zal ook toezicht houden op wet- en regelgeving verder ontwikkeld gaan worden.
Naast de VNOG gaat ook de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) risicogericht toezicht houden. Dit staat beschreven in het Integraal Uitvoeringsprogramma Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). 5
Integraal toezicht en handhaving
Integraal wil zeggen dat een probleemsituatie of overtreding de aanpak vraagt van medewerkers vanuit verschillende vakdisciplines of organisaties. Eén medewerker uit één vakdiscipline of organisatie kan het vraagstuk niet alleen oplossen. Daarom is het toezicht en de handhaving integraal. Hierbij valt te denken aan toezicht op een evenement. Daarbij is betrokken politie, brandweer, boa’s en bouwtoezicht. Dit in tegenstelling tot probleemsituaties of overtredingen die niet integraal zijn, zoals een illegaal gebouwde schutting of hondenpoep. Deze kunnen door de medewerker van één vakdiscipline of organisatie worden opgepakt.
De meerwaarde van integraal toezicht en handhaving is onder andere dat de handhavingsstrategie afgestemd kan worden, waarbij gekozen wordt voor de meest effectieve handhavingsstrategie. Daarnaast is integraal toezicht en handhaven effectiever en efficiënter. Ook neemt hierdoor voor de burger en ondernemer de toezichts- en handhavingslast af.
Samenwerkingsconvenant collegiale uitruil toezichthoudend ambtenaren en BOA’s Openbare Ruimte in de Regio Achterhoek
De meeste gemeenten in de Achterhoek (Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Oost Gelre) hebben een in 2017 een convenant ondertekend voor het uitruilen van toezichthoudend ambtenaren en boa’s openbare ruimte. Het mogelijk maken van het onderling uitruilen van deze functionarissen biedt vele voordelen namelijk;
In 2019 wordt dit samenwerkingsconvenant geëvalueerd. Er wordt gekeken of gemeenten evenredig hebben bijgedragen aan het uitruilen van toezichthouders en boa’s en of er draagvlak is voor het in stand houden van de samenwerkingsovereenkomst.
Integraal veiligheidsplan Achterhoek Oost 2019 – 2022
Eind 2018 is het Integraal veiligheidsplan Achterhoek Oost 2019 – 2022 vastgesteld door de gemeenteraad. De volgende prioriteiten zijn daarin vastgelegd:
Op de genoemde prioriteiten wordt ook inzet gevraagd vanuit toezicht en handhaving. Dit geldt voor de gemeente maar ook voor onze samenwerkingspartners als de VNOG en ODA. Om die reden worden deze prioriteiten ook meegenomen in het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre en het HUP.
Het beleidsplan is gebaseerd op de zogenaamde BIG-8. Dit model is door KPMG ontworpen voor overheden in het kader van kwaliteitsmanagement. Het maakt vanuit een strategisch kader de vertaling naar operationeel beleid ten behoeve van kwaliteitsborging, samen met een sluitende planning- en control cyclus.
Het evaluatieonderdeel van de cyclus zorgt ervoor dat het beleid steeds blijft aansluiten op de uitvoeringspraktijk en andersom.
De aanpak conform de BIG-8 is op grond van hoofdstuk 5 van de Wabo verplicht voor wat betreft toezicht en handhaving. In de Wet VTH is bepaald dat er ook ten aanzien van (omgevings-)vergunningen een dergelijk beleid vastgesteld dient te worden. In onderhavig beleidsstuk is dan ook het strategische vergunningenbeleid opgenomen. Deze werkwijze wordt ook doorgevoerd bij de taakvelden APV en Bijzondere Wetten, hoewel het hiervoor niet verplicht is.
In de onderstaande tabel worden de producten ten behoeve van de beleidscyclus weergegeven.
Hoofdstuk 2: Wat willen we bereiken?
Bij het opstellen van de visie met bijbehorende uitgangspunten is gekeken naar het vastgestelde coalitieprogramma “Volle kracht vooruit”. Thema’s die daarin terugkomen zijn met name leefbaarheid, gezondheid, duurzaamheid en (burger)participatie.
“Oost Gelre is een veilige, gezonde en leefbare gemeente, waarin de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven centraal staat en waar op basis van vertrouwen ruimte voor (economische) ontwikkeling wordt geboden.”
Om deze visie te bereiken, zijn de volgende uitgangspunten van belang:
1) Inwoners en bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid6.
De gemeente Oost Gelre vindt het van groot belang dat inwoners en bedrijven zelf hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de naleving van de voor hen geldende regels en zal haar inwoners en bedrijven hierop nadrukkelijk aanspreken.
2) Voorkomen van overtredingen verdient prioriteit.
De gemeente Oost Gelre legt de nadruk op preventie. Het voorkomen van overtredingen heeft de prioriteit. Preventie begint bij helder en duidelijk beleid en regelgeving met een groot draagvlak. Goede en tijdige communicatie met belangenorganisaties en inwoners is dan ook een absolute noodzaak. Door het vergroten van het draagvlak zal het naleefgedrag worden verbeterd. Daarnaast denkt de gemeente Oost Gelre mee in oplossingen en kunnen het uitleggen als iets niet kan.
3) Handhaving vindt onderbouwd, planmatig, transparant, risicogericht en (indien mogelijk) integraal plaats.
De gemeente Oost Gelre voert op effectieve en doortastende wijze de wettelijke taken en bestuurlijke opdrachten uit op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Daarbij werken wij zo veel mogelijk integraal samen met in- en externe (keten)partners. Daarnaast verloopt goede handhaving volgens plan. Dit handhavingsbeleid en het jaarlijkse handhavingsuitvoeringsprogramma lenen zich daar bij uitstek voor. Niet alles kan (tegelijk) worden aangepakt. Op basis van argumenten worden er prioriteiten gesteld en keuzes gemaakt. Consistent en consequent handhaven is van groot belang. Daarmee is voor een ieder duidelijk wat hij van de gemeente kan verwachten en andersom. We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen.
Bij het opstellen van het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre is rekening gehouden met ontwikkelingen die van invloed zijn op de samenwerking met -en de speerpunten van- de ketenpartners (VNOG en ODA). De standaard werkzaamheden van de VNOG en ODA worden als regulier werk uitgevoerd en staan beschreven in hun eigen beleids- en uitvoeringsplannen.
In de gemeente Oost Gelre is het niet mogelijk om tegen alle overtredingen waarvoor de gemeente (Burgemeester & Wethouders of de burgemeester) bevoegd gezag is, op te treden. Om die reden wordt de focus gelegd op prioriteiten. Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyses (zie bijlage II t/m V) en het IVP Achterhoek Oost 2019 – 2022 is duidelijk geworden waar de komende jaren de focus gelegd moet gaan worden.
Om gericht te kunnen werken aan het beschermen van de leefomgeving zijn diverse risicoanalyses uitgevoerd. Er is daarbij een relatie gelegd tussen de kans dat een regel of voorschrift niet wordt nageleefd en de negatieve effecten die zich voor kunnen doen bij het uitvoeren van activiteiten. Deze risicoanalyses hebben als doel om objectief in beeld te brengen wat de risico’s zijn als de regelgeving niet nageleefd en/of gehandhaafd wordt. In deze risicoanalyses worden de mogelijke negatieve gevolgen van regelovertredingen, de ernst van deze effecten en de kans dat die negatieve effecten zich voordoen betrokken.
Bij de risicoanalyse wordt gebruik gemaakt van de methodiek risico = negatief effect x kans, waarmee een mogelijk risico wordt berekend. Hierbij worden de volgende vragen gesteld:
Deze methodiek is een gangbare landelijke risicobeoordelingsmethode, die door veel overheidsorganen wordt toegepast en is gebaseerd op de methode “Programmatisch handhaven – Gids voor gemeenten, waterschappen en provincies” van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).
De risicoanalyses zijn, per domein, ingevuld door medewerkers van de gemeente Oost Gelre, welke betrokken zijn bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Op basis van deze risicoanalyses zijn de volgende prioriteiten, per domein, naar voren gekomen:
Risicoanalyse: Bouwen en Ruimtelijke Ordening
Risicoanalyse: APV en bijzondere wetten
De onderstaande thema’s scoren het hoogste:
Voor het opstellen van het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Oost Gelre 2017 – 2020 is ook een risicoanalyse uitgevoerd. Op basis daarvan zijn de volgende hotspots vastgesteld:
Risicoanalyse: Bouwbesluit 2012 Oost Gelre
De brandveiligheid van complexe aanvragen, waarbij sprake is van meerdere gebruiksfuncties of grote brandcompartimenten, wordt getoetst door de VNOG. De constructieve veiligheid wordt bij aanvragen voor grotere bouwwerken (zoals woningen, stallen, bedrijfshallen en de complexe aanvragen) getoetst door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De externe toetsen worden door specialisten op het ambitieniveau getoetst.
Opgemerkt dient te worden dat de gemeente de overige onderdelen toetst op een praktisch niveau (zie bijlage 5). Hierbij geldt hoe hoger het cijfer, hoe zwaarder de toets. Dit niveau is haalbaar met de huidige beschikbare capaciteit.
Tot slot is in bijlage 6 van dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre het ambitieniveau opgenomen waarop de medewerkers van Oost Gelre aanvragen zouden willen toetsen. Met de huidige beschikbare capaciteit is het niet mogelijk om dit ambitieniveau waar te maken. Daarbij komt dat het aantal ingediende aanvragen, en daarmee het aantal Bouwbesluittoetsen, de afgelopen 5 jaren alleen maar toe is genomen.
Integraal Veiligheidsplan Achterhoek Oost 2019 – 2022
Op basis van het Integraal Veiligheidsplan Achterhoek Oost 2019 – 2022 zijn de volgende prioriteiten vastgesteld:
Tot slot dient opgemerkt te worden dat de focus van de handhavingstaken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, APV en Bijzondere Wetten aan het verschuiven is. Van oudsher waren de handhavingstaken op het gebied van de APV en Bijzondere Wetten met name gericht op de “kleine ergernissen” waaronder parkeren, hondenpoep, loslopende honden en overlast etc. Op dit moment krijgen toezichthouders en boa’s een steeds belangrijkere rol in het signaleren, voorkomen en tegengaan van georganiseerde criminaliteit. Ook is er een verschuiving waar te nemen van repressieve naar preventieve taken. De aankomende jaren krijgen deze taken dan ook prioriteit.
2.3 Doelen, uitgangspunten en prestatie indicatoren
Hier staan de doelstellingen en prestatie indicatoren die tijdens de looptijd van dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre gemonitord worden bij de uitvoering van de taken. Doelen en prestatie indicatoren hebben betrekking op alle vergunningen en toezicht en handhaving daar op. Dit geldt zowel binnen het omgevingsrecht als de APV en Bijzondere Wetten.
Hierbij geldt voor de activiteit milieu en slopen (waaronder asbestverwijdering door bedrijven) dat die (op zoveel mogelijk dezelfde wijze) door de ODA worden beoordeeld conform het vastgestelde ROK (Regionaal Operationeel Kader).
Doelen en uitgangspunten: vergunningen en meldingen
Bij de toepassing van de beoordelingsstrategie voor vergunningaanvragen en meldingen binnen het brede terrein van de leefomgeving zijn de volgende doelstellingen en uitgangspunten geformuleerd:
Prestatie indicatoren: vergunningen en meldingen
Om te monitoren of de doelstellingen en uitgangspunten gehaald worden zijn de volgende prestatie indicatoren opgesteld:
Minimaal aantal omgevingsvergunningen verleend binnen wettelijke beslistermijn:
Aantal omgevingsvergunningen van rechtswege verleend:
Maximum aantal bezwaarschriften dat ‘gegrond’ moet worden geacht:
Vergunningen APV en Bijzondere Wetten
Minimaal aantal vergunningen verleend binnen wettelijke beslistermijn:
Aantal vergunningen van rechtswege verleend:
Maximum aantal dossiers waar een dwangsom is betaald wegens niet tijdig beslissen:
Maximum aantal bezwaarschriften dat ‘gegrond’ moet worden geacht:
Doelen en uitgangspunten: toezicht en handhaving
Bij de toepassing van de nalevingsstrategie binnen het brede terrein van de leefomgeving zijn de volgende doelstellingen en uitgangspunten gesteld:
Toezicht en handhaving geschiedt op een open, eenduidige en voortvarende wijze, waarbij beoogd wordt om met afgestemde en gepaste (mix van) interventie(s) een blijvende gedragsverandering te realiseren. De wijze van interventie volgt de Landelijke Handhavings-strategie zoals ook door de gemeente Oost Gelre onderschreven.
Prestatie indicatoren: toezicht en handhaving
Om te monitoren of de doelstellingen gehaald worden zijn de volgende prestatie indicatoren opgesteld:
Na ontvangst van een klacht / melding / verzoek om handhaving wordt uiterlijk:
Maximum aantal dossiers waarin een dwangsom is betaald wegens niet tijdig beslissen op een verzoek om handhaving:
Maximum aantal bezwaarschriften tegen handhavingsbesluiten dat ‘gegrond’ moet worden geacht:
De boa’s nemen deel aan preventieactiviteiten ter voorkoming van veelvoorkomende criminaliteit.
De toezichthouders en boa’s hebben een actieve rol in de aanpak van het thema ondermijning. Hierbij gaat het onder andere om actief controleren van leegstaande panden (industrieterreinen en woningen), recreatieparken en deelname aan keurmerk veilig buitengebied.
De toezichthouders en boa’s nemen deel aan toezicht- en handhavingstaken tijdens evenementen.
De boa’s hebben een actieve rol in de aanpak van jeugdoverlast. Dit gebeurt alleen op basis van meldingen / klachten.
De boa’s en toezichthouders nemen actief deel aan het gemeentelijke integrale handhavingsoverleg.
De boa’s leveren een actieve bijdrage aan het samenwerkingsconvenant collegiale uitruil toezichthoudend ambtenaren en boa’s Openbare Ruimte in de Regio Achterhoek.
2.4 Hoe verder? Op naar een handhavingsuitvoeringsprogramma
Met het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre is er een samenhangend en integraal vergunningen-, toezichts- en handhavingsbeleid geformuleerd voor alle beleidsvelden binnen de fysieke leefomgeving (bouwen, ruimtelijke ordening, APV en Bijzondere wetten).
Dit VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre zal dan ook als fundering worden gebruikt voor het HUP. In het HUP zal op basis van de huidige capaciteit en middelen uitvoering worden gegeven aan de prioriteiten, doelen en uitgangspunten zoals in het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre staat verwoord. Het VTH beleidsplan 2019 – 2022 Oost Gelre kan dan ook gezien worden als een strategisch beleidsdocument terwijl het HUP een operationele insteek heeft van een jaar.
De uitkomsten van de risicoanalyse, de daaruit voortvloeiende prioriteiten en doelstellingen en de speerpunten voor Oost Gelre zijn richtinggevend bij het opstellen van het HUP 2019 Oost Gelre.
Bijlage II: Toelichting en uitkomsten geïntegreerde risicoanalyse
Hieronder wordt een toelichting gegeven op de methodiek van de risicoanalyse. Vervolgens wordt er een tabel gepresenteerd waar de uitkomsten van de risicoanalyses, binnen de verschillende domeinen, geïntegreerd zijn. Op basis van die tabel zijn de prioriteiten bepaald. Vervolgens worden in de bijlagen III, IV en V de afzonderlijke tabellen gepresenteerd vanuit de domeinen:
In wet- en regelgeving is bepaald voor welke activiteiten inwoners en bedrijven een vergunning moeten aanvragen of een melding moeten doen om die activiteit volgens de vastgestelde regels te mogen uitvoeren of ondernemen. Het is echter niet nodig om elke aanvraag die wordt ingediend even diepgaand te toetsen aan de regels dan wel om alle opgelegde regels tot in detail te controleren. Immers niet iedere activiteit herbergt dezelfde risico’s bij een calamiteit.
Om gericht te kunnen werken aan het beschermen van de leefomgeving zijn diverse risicoanalyses uitgevoerd. Er is daarbij een relatie gelegd tussen de kans dat een regel of voorschrift niet wordt nageleefd en de negatieve effecten die zich voor kunnen doen hij het uitvoeren van activiteiten. Deze risicoanalyses hebben als doel om objectief in beeld te brengen wat de risico’s zijn als de regelgeving niet nageleefd en/of gehandhaafd wordt. In deze risicoanalyses worden dus de mogelijke negatieve gevolgen van regelovertredingen, de ernst van deze effecten en de kans dat die negatieve effecten zich voordoen betrokken.
Bij de risicoanalyse wordt gebruik gemaakt van de methodiek risico = negatief effect x kans, waarmee een mogelijk risico wordt berekend. Hierbij worden de volgende vragen gesteld:
Deze methodiek is een gangbare landelijke risicobeoordelingsmethode, die door veel overheidsorganen wordt toegepast en is gebaseerd op de methode “Programmatisch handhaven – Gids voor gemeenten, waterschappen en provincies” van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).
De negatieve effecten kunnen als volgt onderverdeeld worden:
In de systematiek wordt per handhavingsthema aan de negatieve effecten een waarde toegekend aan de hand van een 5-puntsschaal:
Ten aanzien van de vraag hoe groot de kans is dat een regel of voorschrift wordt nageleefd, wordt in de risicoanalyses ook de kans op niet spontane naleving betrokken. Immers, als de kans op spontane naleving heel groot is, is het risico bij een mogelijk gevaarlijke situatie gering. In de beoordeling hiervan in de matrix wordt de volgende weging aan de kans op naleving gegeven:
1 = zeer kleine kans op overtreding (= zeer goed naleefgedrag)
2 = kleine kans op overtreding (= goed naleefgedrag)
3 = gemiddelde kans op overtreding (= middelmatig naleefgedrag)
4 = grote kans op overtreding (= slecht naleefgedrag)
5 = zeer grote kans op overtreding (= zeer slecht naleefgedrag)
De risicoanalyses zijn in ingevuld door de medewerkers van de gemeente Oost Gelre, welke betrokken zijn bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hieronder wordt per domein, met bijbehorende taak, weergeven welke prioriteit het moet krijgen. Deze tabel
De onderstaande schaalverdeling is van toepassing op de tabel:
Door programmatisch te werken wordt de beschikbare capaciteit ingezet daar waar de risico’s het grootst zijn en waarvoor de aanwezige deskundigheid en kennis het meest gevraagd is. Op die manier blijft Oost Gelre op een verantwoorde manier verzekerd van een veilige en gezonde omgeving.
Bij het invullen van de risicoanalyse is gebruik gemaakt van de aanwezige kennis en expertise/deskundigheid van de medewerkers van de afdelingen Omgeving, Publiek en bestuur en de boa’s. Gezien de opzet van de analyse waarbij alleen is gekeken naar mogelijke effecten gekoppeld aan activiteiten zouden de uitkomsten daarvan voor het hele grondgebied van Oost Gelre hetzelfde moeten zijn.
Dit maakt dat de uitkomsten van de risicoanalyse een goede basis bieden om te komen tot een uitvoeringsniveau voor Oost Gelre en dat de uitkomsten kunnen wijzigen als ervaring de komende periode daar aanleiding toe geeft.
Bijlage V: Risicoanalyse Bouwbesluit 2012 op huidig toetsingsniveau
De onderstaande tabel is ingevuld op basis van de beschikbare uren. Op basis van de beschikbare uren wordt er op het niveau zoals in de onderstaande tabel staat beschreven getoetst. Hierbij geldt hoe hoger het cijfer, hoe zwaarder de toets.
De brandveiligheid van complexe aanvragen, waarbij sprake is van meerdere gebruiksfuncties of grote brandcompartimenten, wordt getoetst door de VNOG. De constructieve veiligheid wordt bij aanvragen voor grotere bouwwerken (zoals woningen, stallen, bedrijfshallen en de complexe aanvragen) getoetst door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De externe toetsen worden door specialisten op het ambitieniveau (bijlage 6) getoetst.
Bijlage VI: Ambitieniveau Risicoanalyse Bouwbesluit 2012
De onderstaande tabel is ingevuld op basis van het ambitieniveau van de medewerkers van de gemeente Oost Gelre. Dit ambitieniveau kan niet gehaald worden met de huidige beschikbare capaciteit. Daarbij komt dat het aantal ingediende aanvragen, en daarmee het aantal Bouwbesluittoetsen, de afgelopen 5 jaren alleen maar toeneemt.
De brandveiligheid van complexe aanvragen, waarbij sprake is van meerdere gebruiksfuncties of grote brandcompartimenten, wordt getoetst door de VNOG. De constructieve veiligheid wordt bij aanvragen voor grotere bouwwerken (zoals woningen, stallen, bedrijfshallen en de complexe aanvragen) getoetst door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De externe toetsen worden door specialisten wel op het ambitieniveau getoetst.