Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Wageningen |
Citeertitel | Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 Gemeente Wageningen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2022 | 15-03-2022 | nieuwe regeling | 21-06-2022 |
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld op 21 juni 2022.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
J. de Wit
de burgemeester,
F. Vermeulen
De beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
Bij de ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt bij bijzondere bijstand. Indien er in de referteperiode sprake is van een wisselend inkomen wordt het gemiddelde inkomen over de afgelopen 3 maanden berekend.
In lid 2 is bepaald dat het vermogen buiten beschouwing wordt gelaten. Dit is met name ingegeven door uitvoeringstechnische redenen. Het beoordelen van het vermogen in het kader van deze regeling maakt het nodeloos gecompliceerd en past bovendien niet bij het doel van de regeling.
In lid 3 is bepaald dat gekeken wordt naar het aanmerking te nemen inkomen. Dit betekent dat als sprake is van een minnelijk of wettelijk schuldsaneringstraject of van beslag op het inkomen, alleen gekeken wordt naar het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen inkomen en dus niet naar het totale inkomen. Daardoor kan in veel situaties alsnog aanspraak op de eenmalige energietoeslag bestaan. Verder houdt deze formulering in dat wordt aangesloten bij de systematiek van de PW.
In lid vier wordt aangegeven welke (groepen) inwoners niet voor de energietoeslag in aanmerking komen:
Voor 18-, 19- en 20-jarigen geldt dat zij voor de energiekosten een beroep kunnen doen op de ouders. Deze hebben een wettelijke onderhoudsplicht (artikel 12 Participatiewet). Wanneer de ouders hier niet aan kunnen voldoen, kan een jongere voor de sterk gestegen energiekosten individuele bijzondere bijstand aanvragen.
Aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000
De woonsituatie van studenten is zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Vanwege deze diversiteit is voor deze doelgroep de individuele bijzondere bijstand een geschikter instrument dan de categoriale bijzondere bijstand. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.
is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.
Inwoners met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben. Dit geldt ook voor inwoners die verblijven in het AOP en hiervoor een eigen bijdrage betalen. Huishoudens die verblijven in een woning van het AOP waarvoor zij zelf de huur en vaste lasten betalen komen wel in aanmerking voor een toeslag.
Een kostendelende medebewoner van de hoofdbewoner(s) is
In geval van kostendelende medebewoners is de hoofdbewoner verantwoordelijk voor het voldoen van de energienota, waardoor het niet in de rede ligt om ook aan de kostendelende medebewoner een eenmalige energietoeslag toe te kennen. De hoofdbewoner kan, mits voldaan aan de voorwaarden, wel in aanmerking komen voor de toeslag.
Artikel 3 Ambtshalve toekenning
Een ambtshalve toekenning is mogelijk op grond van artikel 35 lid 5 van de PW en als vaststaat dat de aanvrager een laag inkomen heeft in de zin van deze regeling. Van de in lid 1 opgesomde groepen is bij het college in beginsel bekend dat sprake is van een laag inkomen als bedoeld in deze regeling. Ook zijn de overige noodzakelijke gegevens voor het vaststellen van het recht op de energietoeslag en de uitbetaling ervan veelal al bekend.
Voor zover sprake is van een AIO-aanvulling die door de SVB wordt verstrekt: de SVB zal de gegevens van deze groep beschikbaar stellen door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
Vanuit dienstverlenend oogpunt is er voor gekozen om de energietoeslag aan al deze groepen ambtshalve toe te kennen en uit te betalen. Dit voorkomt bovendien dubbele uitvraag van gegevens en is ook minder belastend voor de uitvoering die minder aanvragen te verwerken krijgt.
Als er geen ambtshalve toekenning heeft plaatsgevonden, kan er een aanvraag worden ingediend.
Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december 2022. Heeft men in een andere gemeente al een energietoeslag ontvangen, dan heeft men er in de gemeente Wageningen geen recht meer op.
Er zijn situaties denkbaar waarbij niet aan alle voorwaarden wordt voldaan om in aanmerking te komen voor de energietoeslag, maar dat de uitsluitingsgrond slechts van korte duur was of bijvoorbeeld dat het strikt vasthouden aan de bepalingen onevenredig nadelig uitpakt in het licht van het doel van deze regeling. In dergelijke situaties kan een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing worden uitgevoerd op grond dit artikel. De dringende redenen als bedoeld in artikel 16 Participatiewet voorzien hier niet in.
Artikel 6 Inwerkingtreding en vervallen van het besluit
Hiermee wordt aangesloten bij de werkingsduur van artikel 35 lid 4 en lid 5 PW.