Beleidsregel planologische medewerking zonneparken groter dan 2 ha in het buitengebied van Oost Gelre

Bestaande pilot

Bij het vaststellen van dit beleid is er sprake van één bestaand initiatief voor een zonnepark groter van 2 hectare in het buitengebied van Oost Gelre. Het gaat om een initiatief op de locatie tussen de Nieuwendijk, Berkendijk en Stikkemaatsdijk in Lievelde. Dit initiatief is van voor de vaststelling van de beleidsregel deze beleidsregel is op dat initiatief niet van toepassing.

Wettelijke grondslag

Feitelijk gaat het in deze situatie om toepassing van de bevoegdheid tot herziening van bestemmingsplannen door de gemeenteraad ex. artikel 3.1 Wro en besluiten op grond van artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo (vergunningen voor afwijking van het bestemmingsplan).

In principe is het aan de aanvrager om te beslissen voor welke procedure hij kiest. Voor de verdeling van de schaarse publieke ruimte zullen we echter één kader vaststellen.

Indienen verzoek

Per periode van tenminste een half jaar hanteren we een inschrijftermijn waarin aanvragers een principeverzoek om bestemmingsplanherziening/omgevingsvergunning in kunnen dienen. De inschrijftermijn vangt aan met een publicatie en bedraagt vanaf het moment van publicatie 12 weken. Publicatie zal plaatsvinden op de website van de gemeente Oost Gelre, in het gemeenteblad op www.officielebekendmakingen.nl en in de Elna / Groenlose Gids.

Om een goede beoordeling van de ingediende plannen te kunnen maken moeten de volgende gegevens worden overgelegd:

• 1.

  Ingevuld aanvraagformulier;

• 2.

  Kadastrale tekening en inrichtingsschets van de beoogde locatie van het park;

• 3.

  Uitgewerkt concept plan voor landschappelijke inpassing (met voorstellen voor versterking op de beoogde locatie en eventueel omgeving);

• 4.

  Plan van aanpak voor participatieproces met de omgeving;

• 5.

  Instemmingsverklaring grondeigenaren van de beoogde locatie;

• 6.

  Voorstel voor mogelijkheden om financieel te participeren in het project.

Bij een niet complete aanvraag, krijgt de aanvrager de gelegenheid om deze binnen 2 weken aan te vullen.

Omdat het om een principeverzoek om een afwijkingsvergunning en/of herziening van het bestemmingsplan gaat en het vaak niet mogelijk is om direct alle benodigde onderzoeken (bodem, water, flora en fauna) aan te leveren, zullen nog nadere gegevens na beoordeling van de ingediende aanvragen gevraagd worden. Dit voorkomt ook dat aanvragers in een relatief vroeg stadium onnodige kosten moeten maken.

Beoordeling aanvragen

Zoals hiervoor aangegeven gaan we er vanuit dat we per aanvraagmoment voor maximaal 15 hectare toestemming willen geven. Wanneer er in een aanvraagperiode meerdere aanvragers zijn die gezamenlijk voor meer dan 15 hectare planologische toestemming vragen, dan zal er een onderlinge vergelijking van de plannen plaats vinden. Dit zal als volgt plaats vinden:

• 1.

  In de eerste plaats zal worden beoordeeld of de aanvragen compleet zijn. Aanvragen die incompleet zijn, ook na de genoemde hersteltermijn van 2 weken, zullen niet in behandeling worden genomen (art. 4:5 Awb). Dit zal gebeuren binnen 12 weken nadat de hersteltermijn van 2 weken is verstreken.

• 2.

  In de tweede plaats zal worden beoordeeld of de aanvragen voldoen aan de ruimtelijke minimum eisen die gelden voor deze zonneparken. Deze luiden als volgt:

  • •

    Motivatie / onderbouwing ten aanzien van meervoudig ruimtegebruik;

  • •

    Plan voor landschappelijke inpassing en versterking opgesteld door een erkend landschapsarchitect (ingeschreven in het architectenregister);

  • •

    Beschrijving participatieaanpak;

  • •

    Beschrijving financiële participatiemogelijkheden;

  • •

    Beschrijving op welke wijze invulling wordt gegeven aan opruimplicht;

  • •

    De locatie is niet gelegen:

    • o

      binnen het Gelders natuurnetwerk;

    • o

      op een es.

• 3.

  Voldoen de plannen aan de ruimtelijke minimum eisen en bedraagt het totaal van de plannen meer dan 15 ha, dan zal een rangorde van de plannen worden bepaald op grond een waarderingssysteem zoals weergegeven in bijgevoegd beoordelingsformulier.

De maximale omvang van 15 ha van de gezamenlijke initiatieven kan worden overschreden indien de twee hoogst gewaardeerde initiatieven gezamenlijk de 15 ha overschrijden. Zelfstandig mogen de initiatieven de 15 ha niet overschrijden.

Na de uitkomst van de waardering zullen de aanvragers die worden afgewezen een negatief besluit krijgen op hun principeverzoek. De aanvragen die uit de selectie komen worden ter besluitvorming aan het college van B&W voorgelegd. Na een positief principebesluit wordt de aanvrager uitgenodigd voor een overleg waarin gezamenlijk afspraken worden gemaakt over het vervolgtraject. .

De aanvragers die doorgaan zullen, voor zover noodzakelijk, verzocht worden hun aanvraag te onderbouwen met aanvullende onderzoeken voor de beoogde locatie. Na completering van de aanvraag en het doorlopen van het participatietraject zal door het college van B&W een definitief principebesluit worden genomen op de aanvraag. Bij het indienen van de definitieve aanvraag wordt door de initiatiefnemers een participatieverslag aangeleverd waarin wordt beschreven op welke wijze het participatieproces heeft plaatsgevonden en hoe de aanvrager de opgehaalde informatie heeft vertaald in de planvorming.

Aanvragers dienen bij het voorgaande te beseffen dat, bij een bestemmingsplanprocedure maar ook bij een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan, de voorbereiding geschiedt door het college van burgemeester en wethouders. De definitieve besluitvorming over het wel of niet wijzigen van een bestemmingsplan en/of het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen gebeurt echter door de gemeenteraad. De aanvragen die na de hiervoor genoemde stap 3 de voorkeur hebben gekregen, hebben aldus nog geen zekerheid omtrent de vraag of definitief planologische medewerking zal worden verleend.

Standaard voorwaarden

Aan de vergunningen en/of planregelingen die samenhangen met de zonneparken zal een standaard bepaling worden gekoppeld die er op neerkomt dat de zonnepanelen en de technische voorzieningen die samenhangen met deze panelen na 25 jaar of eerder als de opstelling niet meer functioneert of niet meer geëxploiteerd wordt, dienen te worden verwijderd. Het is vervolgens aan de grondeigenaar en/of de exploitant van de panelen om daar afspraken over te maken.